De grootste kappersketen van België heeft zijn personeel verboden om met klanten te praten over politiek en geloof. Als een klant er zelf over begint, moeten de kappers een ander onderwerp aansnijden.
Kappersketen Olivier Dachkin, die zestig salons heeft, is bang klanten te verliezen door religieuze of politieke discussies. Volgens de keten gaan mensen juist naar de kapper om te ontspannen en willen ze met een goed gevoel naar huis gaan.
Volgens de Unie van Belgische Kappers is een verbod op een gespreksonderwerp nieuw, maar bestuurslid Jef Vermeulen kan de keten wel begrijpen. "Twintig jaar geleden liet de Belg gemiddeld negentien keer per jaar zijn haar knippen, nu nog maar vijf keer. Het zou zonde zijn om klanten te verliezen door een discussie of zelfs ruzie."
Vermeulen verwacht echter niet dat veel andere salons zullen volgen. In een kapsalon wordt nu eenmaal gesproken over de actualiteit van de dag, zegt hij. "Vandaag is dat de nationale staking en na een verkiezing gaat het onvermijdelijk over politiek.''