De op planeten jagende ruimtetelescoop Kepler heeft een planeet ontdekt die sterk op de aarde lijkt. De vondst vormt een nieuwe mijlpaal in de jacht op levensvatbare planeten buiten ons eigen zonnestelsel.
Kepler-452b mag vanaf nu de boeken in als exoplaneet die het meest op de aarde lijkt. Dat maakte het team van Nasa’s Kepler-missie vandaag bekend op een speciaal belegde persconferentie. De planeet bevindt zich op zo’n 1400 lichtjaar afstand van de aarde en draait om een ster die sterk lijkt op onze eigen zon. De ster is slechts 4 procent zwaarder en zendt ongeveer 10 procent meer licht uit. Ook is de ster 1,5 miljard jaar ouder dan de zon. Het gaat volgens NASA om het ‘grotere, oudere neefje van de aarde’. De planeet is ongeveer 60 procent groter dan de aarde en waarschijnlijk vijfmaal zwaarder.
De planeet staat op grofweg dezelfde afstand van zijn ster als de aarde van de zon. Dat betekent niet alleen dat de jaren op de planeet ongeveer net zo lang duren als op aarde, maar ook dat deze zich bevindt in de zogeheten ‘leefbare zone’ van zijn ster. Met andere woorden: de planeet staat op de juiste afstand om vloeibaar water op zijn oppervlak te kunnen hebben.
Op dit moment is nog onbekend of Kepler-452b net als de aarde een rotsachtige planeet is, maar wie van gokken houdt moet zijn geld daar wel op inzetten. Volgens de astronomen is de kans net iets groter dan 50 procent dat de planeet ook wat dat betreft op de aarde lijkt. Qua grootte is de planeet overigens wel net ietsje groter dan de aarde. Zijn afmetingen liggen tussen dat van de aarde en de planeet Neptunus in. Planeten met een dergelijke grootte worden tot nog toe in de kosmos het meest ontdekt, al ontbreekt dat type in ons eigen zonnestelsel.
In totaal heeft Kepler de afgelopen tijd meer dan 500 mogelijke nieuwe exoplaneten ontdekt. Die komen bovenop de 4175 kandidaten die de planeetjager eerder al had ontdekt. Daarbij tellen we de planeten die ontdekt zijn met andere missies niet eens mee. Kortom: sinds Alexander Wolszcan in 1994 de allereerste exoplaneten vond om een pulsar, zijn dergelijke planeten buiten ons zonnestelsel inmiddels de gewoonste zaak van de wereld geworden. Een nieuwe planeet om een verre ster ontdekken is ongeveer net zo bijzonder als na een verhuizing ontdekken dat in de buurt van je nieuwe woning een supermarkt zit.
Planeten die ruwweg zo groot zijn als de aarde en die draaien om een ster zoals de zon en met een rotsachtig oppervlak – in plaats van gas – waren echter nog niet eerder gevonden. Dergelijke planeten vormen de heilige graal van het exoplaneetonderzoek, simpelweg omdat ze het meest op onze eigen aarde lijken. Van Kepler-452b is nu in elk geval bekend dat in twee van de drie hokjes een vinkje gezet mag worden. Dat maakt de vondst tot een bijzondere ontdekking.
Op dit moment is de ster waar Kepler-452b om draait groter en warmer dan de zon. Maar dat komt omdat de ster grofweg 1,5 miljard jaar ouder is. Over 1,5 miljard jaar is onze eigen zon grofweg net zo warm en groot als deze ster. De planeet biedt ons daarmee in zekere zin een blik in de toekomst van de aarde. Kepler-452b bevindt zich al zo’n 6 miljard jaar in de leefbare zone van zijn ster, langer dan de totale leeftijd van de aarde. Dat is dus meer dan genoeg tijd om leven te laten ontstaan op z’n oppervlak of in z’n oceanen. Als al die ingrediënten aanwezig zijn, natuurlijk – dat is immers nu nog onbekend.
Eerste successen van de Kepler-missie waren minder spannend. De eerste planeet die ze vonden die kleiner was dan de aarde was Kepler-20e, ontdekt in december 2011. Die draaide om een zon-achtige ster die ietsje minder warm was dan de zon. Maar die planeet stond zo dichtbij de ster dat het er gloeiend heet was, en er dus geen atmosfeer of vloeibaar water op mogelijk was.
Diezelfde maand ontdekte men Kepler-22b die in de leefbare zone zat, maar meer dan tweemaal zo groot was dan de aarde. Daardoor was het onwaarschijnlijk dat die planeet een rotsachtig oppervlak zou kunnen hebben. Kepler 186-f werd in April 2014 ontdekt en was de eerste aardachtige planeet die draaide in de leefbare zone van een ster die niet leek op de zon – een zogeheten M-dwerg die grofweg de halve grootte en massa van de zon had. Kepler-452b is de eerste planeet grofweg zo groot als de aarde die zich in de leefbare zone bevindt van een zon-achtige ster.
Overigens doken in de metingen van Kepler nog eens 12 andere kandidaatplaneten op die minder dan tweemaal zo groot zijn als de aarde en in de leefbare zone om hun ster draaien. Van deze kandidaten is Kepler-452b de eerste waarvan bevestigd is dat het inderdaad om een planeet ging. Kepler ontdekt dergelijke planeten doordat ze kunnen meten wanneer een ster regelmatig net iets minder helder wordt. Dat kan komen doordat een planeet rondjes om die ster draait en zo het licht blokkeert, maar soms ook door iets anders.
Bij de 11 andere kandidaat planeten moet dat ‘iets anders’ nog worden uitgesloten. Tot nog toe is overigens in veruit de meeste gevallen gebleken dat de door Kepler gevonden ‘kandidaten’ inderdaad planeten waren. Mochten de overige 11 kandidaten dus ook planeten blijken, dan is dat goed nieuws voor wie hoopt dat elders in het universum ook andere levensvormen bestaan.
Sterrenkundigen schatten dat alleen al in onze eigen melkweg 100 miljard planeten rondzweven. Dat zorgt ervoor dat veel mensen verwachten dat wij op één van die planeten buitenaards leven gaan ontdekken. En hoewel Kepler-452b een goede kandidaat is om dergelijk leven te bevatten, is dat voorlopig niets meer dan speculatie. Bovendien is de afstand van 1400 lichtjaar zo groot dat we er voorlopig nog niet naartoe kunnen vliegen. Althans: niet zolang we niet sciencefiction-achtige ruimtevaartuigen ontwikkelen die door wormgaten kunnen vliegen, of in staat zijn om de lichtsnelheid aan hun laars te lappen.
Voorlopig moeten we het daarom doen met metingen zoals die van Kepler. De vervolgstap zal zijn om te bepalen of Kepler-452b inderdaad een rotsachtig oppervlak heeft. Daarna kan men met telescopen proberen te herkennen of de planeet een atmosfeer heeft, en vervolgens proberen te bepalen welke moleculen daarin rondzweven. Mocht daaruit blijken dat in die atmosfeer markers te vinden zijn die aangeven dat er leven mogelijk is dan is het tijd voor een bescheiden feestje (al hebben we dan nog altijd geen definitief bewijs van de aanwezigheid van aliens). Voorlopig is optimistisch enthousiasme dus gerechtvaardigd, maar meer dan dat nog niet.