Boeddhistische leiders in New York hebben toeristen vanochtend gewaarschuwd voor nepmonniken. De leiders vertellen aan de South China Morning Post dat de verkoopmanieren van de nepperds steeds vijandiger worden.
Zo drukken ze hun goudkleurige medailles en plastic kralenarmbanden bij toeristen in de handen en schreeuwen ze de prijzen. Wanneer de toerist aangeeft niet geïnteresseerd te zijn, grissen ze de koopwaar agressief terug.
De monniken zeggen dat ze geld inzamelen voor een tempel in Thailand, maar kunnen geen naam of plaats van de tempel geven. Wanneer hiernaar wordt gevraagd, weigeren ze hun naam te noemen en rennen ze weg.
De nepmonniken zijn in New York voor het eerst gespot in The High Line, een park dat wordt onderhouden door een stichting. Deze laat in een persbericht weten dat het dit jaar meer en grotere borden gaat plaatsen om de zwendelpraktijken te voorkomen. Bezoekers worden aangemoedigd om incidenten te melden bij een van de toezichthouders in het park.
In Nederland komen deze praktijken gelukkig nog niet voor volgens Daan Meerburg, woordvoerder van de Boeddhistische Unie Nederland. Hij geeft wel enkele tips om een potentiële nepmonnik te herkennen ,,Als je monnik bent, dan ben je altijd verbonden aan een tempel en aan een specifieke leraar. Je moet bijvoorbeeld je boeddhistische eed afleggen in het bijzijn van een leraar. Dus als je die namen niet kunt noemen, dan ben je eigenlijk geen monnik."
Het is niet eens mogelijk voor een monnik om zaken te verkopen, zegt Meerburg. ,,Volgens de boeddhistische traditie heeft een monnik in principe geen andere bezittingen dan twee sets kleding en een bedelnap. Natuurlijk mogen tempels wel giften ontvangen en verlenen ze wel eens diensten als dank. Maar ze mogen nooit iets aanbieden in ruil voor geld of andere zaken."
Foto