Bij het langlaufen verschijnen deze Winterspelen enkele sporters met een bijzondere achtergrond aan de start. Zo staan er deelnemers uit Ecuador en Tonga op de latten - landen waar niet of nauwelijks sneeuw valt. Om de Olympische Spelen te kunnen bereiken hadden beide atleten veel doorzettingsvermogen én creativiteit nodig.

Al was het maar omdat Pita Taufatofua (Tonga) en Klaus Jungbluth (Ecuador) tot enkele jaren geleden nog heel andere sporten beoefenden. Taufatofua deed bij de Zomerspelen in 2016 in Rio de Janeiro mee op het onderdeel taekwondo. Jungbluth deed tot 2010 aan gewichtheffen. Aan de NOS vertelden ze hoe het komt dat ze in Pyeongchang op ski's staan.

De 34-jarige Taufatofua wist al tijdens de Spelen in Rio dat hij er bij de Winterspelen weer bij wilde zijn. Bij het Olympische toernooi werd hij in een klap wereldberoemd. Niet vanwege zijn sportieve prestaties, maar door zijn optreden als vlaggendrager. De gespierde Tongaan liep bij de openingsceremonie mee met een half ontbloot bovenlijf, glimmend van de olie.

Bij het taekwondo-toernooi werd hij in de eerste ronde uitgeschakeld. Al snel daarna richtte hij zich op Pyeongchang. Hij besloot dat hij wilde meedoen bij het langlaufen, naar eigen zeggen omdat dat de moeilijkste sport is die hij kon bedenken. "Aan het einde van de race zie je de deelnemers instorten van vermoeidheid. Ze geven alles. Dat wilde ik ook. Ik houd ervan om mezelf doelen te stellen en ben niet bang om te falen."

Probleem was alleen dat er op het tropische eiland Tonga - dat in de Stille Oceaan ligt - nooit sneeuw valt. Ook in Australië, waar Taufatofua momenteel woont, zijn niet veel plekken te vinden waar het vriest. De atleet kocht rolski's en leerde het langlaufen grotendeels op asfaltwegen. "Verder trainde ik af en toe op het strand. Dan bond ik stukken hout onder mijn voeten en rende ik door het zand om mijn balans te verbeteren. Het was zwaar, maar we vonden altijd wel een manier om te trainen."

Taufatofua begon een inzamelingsactie om het traject naar Pyeongchang te bekostigen en verhuisde voor korte tijd naar Duitsland om te trainen. Daar kreeg hij het langlaufen pas echt onder de knie. "Een prachtig land", vertelt hij. "Ik leerde er in vier weken tijd skiën." Na zeven mislukte races in de sneeuw wist de Tongaan zich bij de laatste kwalificatiewedstrijd in IJsland uiteindelijk te plaatsen. "Ik deed iets wat niemand voor mogelijk had gehouden: me voor twee opeenvolgende Spelen plaatsen op verschillende sporten."

Ook in de omgeving van Klaus Jungbluth Rodriguez rekende eigenlijk niemand erop dat hij zich zou kwalificeren voor de Winterspelen. De Ecuadoraan (38] groeide op in een land met bergen, maar zonder wintersporttraditie. Pas in 2010 maakte hij zelf kennis met het langlaufen toen hij in Noorwegen studeerde. Op dat moment was Jungbluth nog actief als gewichtheffer.

Vanwege een blessure besloot hij over te stappen op het langlaufen. "Bij die sport is de kans op blessures veel kleiner", verklaart hij zijn keuze. "Daarnaast sta je echt in contact met de natuur als je langlauft."

Niettemin trainde Jungbluth weinig in de sneeuw. In het begin oefende hij vooral op rolski's op wegen in Ecuador. Enkele maanden geleden verhuisde hij naar de Sunshine Coast in Australië, een gebied dat niet bepaald bekendstaat om zijn besneeuwde toppen. Ook daar stond hij meestal op rolski's.

Om in de bergen te leren skiën, trainde Jungbluth twee winters in Italië. Na die periode behaalde hij zijn eerste succes bij een kwalificatiewedstrijd in skigebieden in de Perisher-vallei in Zuid-Australië. Na nog vier geslaagde wedstrijden plaatste hij zich voor Pyeongchang.
Foto