Hij zegt het met een lach op zijn gezicht, maar, nee, hij acht het niet onmogelijk dat Russische kozakken begin 19e eeuw wellicht nazaten hebben achtergelaten in het Drentse land.
Geschiedenisdocent aan het Dr. Nassaucollege in Assen en kozakkenkenner Johan Zielstra laat zijn licht schijnen over de kozakken in Drenthe, in het kader van de Maand van de Geschiedenis, met als thema: Oost/West.
"Er zijn natuurlijk volksverhalen over mensen die geboren zijn met een 'kozakkenvlek' op hun lichaam; een soort grote moedervlek op je been. Ze zouden afstammen van mensen die zich hier ooit als kozak hebben gevestigd. Maar we hebben voor zover ik weet geen concrete bronnen gevonden dat hier daadwerkelijk kozakken zijn achtergebleven. Het lijkt mij niet onmogelijk, maar ik denk wel dat de volksaard van die kozakken een heel andere is dan die van de Nederlanders, die toch een beetje als zuinige knijperds werden gezien en die kozakken meer bon-vivants waren die bij de dag leefden. Ik vraag me af of ze hun cowboybestaan wilden inleveren voor een boerenbestaan in Drenthe, als het er al van was gekomen. Misschien, als wij onze genenkaart beter in zicht krijgen, blijkt dat er heus wel Nederlandse dames zwanger zijn geworden van kozakken. Dat zal allicht gebeurd zijn. Kijk naar de kozakkenvlek, misschien dat die een indicatie geeft", voegt Zielstra er grinnikend aan toe.
De woeste reputatie van de kozakken, cowboys van de Napoleontische oorlogen
"De kozakken waren een soort voorhoedemacht van ruiters te paard, die, op het moment dat het Napoleontische rijk ineenklapte, voor de reguliere troepen aan, de door de Napoleon bezette gebieden binnenvielen", vertelt Zielstra.
"In Nederland heeft dat her en der sporen nagelaten. Er zijn ook behoorlijk wat volksverhalen blijven hangen van de confrontatie tussen mensen in kleine dorpjes die daar ineens woeste krijgers te paard zagen; een uur in de wind stinkende barbaren met lansen, die daar ineens ons land binnenkwamen."
Het vooroordeel bleek hardnekkiger dan de realiteit, benadrukt Zielstra: "Ze namen ook wel eens iets mee, maar over het algemeen zijn er geen verhalen over moordpartijen of iets dergelijks bekend ten aanzien van de Nederlanders. Het leek alsof mensen werden overvallen door barbaren maar dat het achteraf bezien meeviel. Er is wel een voorbeeld uit Groningen dat er iemand met een hondje liep en dat er een kozak was, die: hup! dat hondje aan de lans stak, en daar maak je geen vrienden mee natuurlijk. Maar het is niet zo dat ze de lokale bevolking geweld hebben aangedaan. Dat is in de mythe wel blijven hangen, maar dat heeft meer te maken met hun omgangsvormen. Het waren gewoon cowboys van de Napoleontische oorlogen", aldus Zielstra.
"In de jaren 60 is er een boek geschreven over een Drentse loteling, Albert. Die jongen is op een bepaald moment via de loting in het Napoleontische leger terecht gekomen, samen met een aantal maten uit Hoogeveen. Het boek is ietwat geromantiseerd, dus wat er allemaal van klopt, daar moeten we nog maar eens goed onderzoek naar doen. We weten dat jongens uit Drenthe, die gerecruteerd zijn, die kant zijn opgegaan. Zij dienden vooral als aanvullingen in de strijd tegen de Russen. Richting Borodino."
"Als je die verhalen leest - ook de bronnen die dat ondersteunen, dus niet geromantiseerd, lees je dat die jongens helemaal te voet naar Moskou moesten. Het waren geen officieren, maar gewone jongens. Ze moesten ook vaak zelf voor hun eten zorgen. De heenreis was nog wel te doen, die was in de zomer. De terugreis was in de winter! Om dan aan eten te komen... ze hadden nog vaak wat van Moskou meegenomen maar dat is dan op een gegeven moment ook op. En bij de Berezina zet die ijzige kou in. Op de tocht bij de rivier worden die Nederlandse jongens keihard aangevallen door die kozakken. En als je dan het verhaal van die Albert leest... Nou, als ik een Drentse jongen was zou ik me maar gauw verschuilen", aldus Johan Zielstra, die momenteel bezig is met een documentaire over de Drentse loteling Albert.