BERGEN - De jaarlijkse paddentrek is bezig. Zodra het donker wordt gaan de dieren op zoek naar poeltjes om zich voort te planten. Maar een deel van hen overleeft de trek niet, omdat ze onder een auto terecht komen. De avondklok biedt daarom kansen voor de pad waar het de laatste jaren een stuk minder goed mee gaat. "Minder verkeer, dus minder kans om doodgereden te worden."

"Het gaat al jaren niet goed met de gewone pad", stelt Martin Jansen van de werkgroep 'Red de Pad' Bergen die zich sinds 2001 bezighoudt met de lokale paddentrek. "Vroeger zagen we er hier zo'n 2.000 in een seizoen. We halen er nu misschien 200."

Met Martin lopen we aan de vooravond mee langs de Herenweg tussen Bergen en Egmond, in de hoop dat we een aantal padden kunnen spotten. Hij acht de kans vijftig procent. "Ik ken verhalen dat mensen hier de bocht uitvlogen door alle dode padden. Dat het zo'n glibberpartij werd. Ik denk niet dat dat nog terugkomt."

Klimaatverandering en verdroging spelen een hoofdrol in de teloorgang van de pad. "Hier in de Duinrand is ook de aanwezigheid van bollenvelden niet goed voor de pad. Daar houden ze niet van."

Om de padden een veilige oversteek te bieden liggen onder de Herenweg een tiental faunapassages. Die tunnels waren de eersten in Nederland. Dieren die die passages missen belanden op de straat, waar de kans groot is dat ze platgereden worden. Maar de avondklok biedt hen wel meer kansen.

"De avondklok is een zegen voor de pad. Dan moet er minder verkeer rijden, dus is er minder kans om doodgereden te worden." En met de toch al dalende trend in het aantal padden dat we zien, zegt Jansen: "Houd die avondklok er in."