De algoritmes die vrienden suggereren aan socialemediagebruikers kunnen ook meetsystemen met elkaar verbinden.

Grote stormen op de zon lanceren voortdurend wolken van geladen deeltjes in het heelal. Wanneer zo’n wolk de aarde nadert, worden de geladen deeltjes door het magnetisch veld van de aarde richting de polen afgebogen. Als ze daar op zuurstof- en stikstofatomen botsen, komt hun energie vrij in de vorm van licht. Dat is het kleurrijke noorderlicht.

Meestal ondervinden we daar geen hinder van. Maar soms kan het bombardement van elektromagnetische deeltjes zo hevig zijn dat ze navigatie- en communicatiesystemen in de war sturen. Wetenschappers kunnen zulke storingen in het magnetisch veld van de aarde opsporen met zogenaamde magnetometers die over de aardbol verspreid staan.

Het bombardement kan geconcentreerd zijn op één plek, maar het kan evengoed de som zijn van vele kleine bombardementen verspreid over het aardmagnetisch veld. Britse wetenschappers vonden een manier om die laatste vorm beter te kunnen opvolgen. Ze ontwikkelden software die de data van honderden verspreide meetsystemen combineert. Als basis daarvoor bedachten ze geen nieuw algoritme, ze gebruikten bestaande algoritmes die op sociale media nieuwe vrienden suggereren aan gebruikers.

In het vakblad Nature Communications schrijven de wetenschappers dat het algoritme eigenlijk zegt: ‘Als je de data van deze magnetometer interessant vindt, dan de data van deze en deze meters misschien ook.’ Zo maken ze van alle detectiesystemen één sociaal netwerk, waarmee de som en dus de impact van vele kleine zonnestormen sneller ingeschat kan worden.