Een koophuis is voor veel mensen onbetaalbaar en op een betaalbare huurwoning moet je vaak jarenlang wachten. Een kleine maar groeiende groep mensen stort zich nu op een alternatief: de wooncoöperatie, iets anders dus dan de woningcorporatie die sociale huurwoningen beheert.

Het werkt als volgt: een groep mensen richt een coöperatie op, een ideëel samenwerkingsverband. Die sprokkelt geld bijeen door bij een bank te lenen, maar ook door zelf geld in te leggen, te crowdfunden, of uit gemeentelijke of provinciale potjes.

Vervolgens bouwt de coöperatie met dat geld een nieuw huizenblok of wordt een bestaand blok aangekocht en gaan de leden van de coöperatie daar zelf wonen en huur betalen. Met de huuropbrengst worden vervolgens de leningen afbetaald en het blok onderhouden.

Ellen van der Helm is al zes jaar lid van wooncoöperatie Ecodorp Boekel in Noord-Brabant, dat deels in aanbouw is. In november kon ze haar woning in. "Ik vind het geweldig, hier hebben we jaren naartoe gewerkt."

Want zo'n wooncoöperatie opzetten is een project van lange adem. In Boekel zat zo'n twaalf jaar tussen idee en nu.

"Het was een heel voortraject van onderzoeken, mensen bij elkaar krijgen en financiering regelen", zegt Van der Helm. Vooral die financiering is vaak moeilijk. "Het probleem is dat Nederlandse banken vaak alleen een hypotheek geven aan individuen of bedrijven, niet aan een groep mensen."

Voor de bouwhypotheek kon de wooncorporatie wel terecht bij een Duitse coöperatieve bank, die er wel vertrouwen in had. In Duitsland zijn wooncoöperaties al bekender.

Van der Helm betaalt nu een huur van iets onder 750 euro. "De gedachte is dat als je ecologisch wil wonen, dit ook moet kunnen in een betaalbare huurwoning en dat je niet alleen aangewezen bent op een dure koopwoning of vrijesectorhuurwoning."

Hoeveel coöperatiewoningen er in ontwikkeling zijn, wordt niet bijgehouden. Maar volgens Clemens Mol van !Woon, een stichting die coöperaties adviseert, zijn tientallen initiatieven met honderden woningen bezig.

"In het buitenland komen wooncoöperaties meer voor. In Duitsland zijn er al meer dan 2 miljoen van zulke woningen. Dit is een Europese ontwikkeling waar Nederland nu ook stappen in zet."

Naast een Duitse bank financiert ook de Rabobank wooncoöperatieprojecten. "Er is een groeiende interesse naar deze vorm en we denken dat het een blijvertje is en een duurzaam aandeel van de woningmarkt wordt", zegt vastgoedspecialist Aart Cooiman van de bank.

Hij erkent dat financiering vaak een hobbel is. "Door regelgeving en de beperkingen van de huurinkomsten kunnen wij als bank maximaal 75 tot 80 procent financieren. Maar we zijn in gesprek met overheden om dat gat tussen 75 tot 80 en 100 procent op een bepaalde manier ingevuld te krijgen."

De gemeente Amsterdam wil in dit verhaal een voortrekkersrol spelen. De stad is een fonds van 50 miljoen euro aan het opzetten, waaruit coöperaties een deel van de bouwkosten kunnen lenen.

Ook geeft Amsterdam nieuwbouwkavels speciaal voor coöperaties vrij. Het doel is dat er in 2025 in de stad 7000 coöperatiewoningen gebouwd of in ontwikkeling zijn. In 2040 moet dat aantal zijn gegroeid tot 40.000.

Het Amsterdamse pilotproject, wooncoöperatie De Warren, viert deze week het begin van de bouw. Op IJburg komen 36 woningen met een midden- of sociale huur. "Wij willen als gemeenschap in deze overspannen huizenmarkt iets creëren waar we blij van worden", zegt voorzitter en toekomstig bewoner Chandar van der Zande.

Volgend jaar augustus moet zijn woning af zijn. Hij gaat iets meer dan 1000 euro huur betalen en dat is voor Amsterdamse begrippen weinig. "We zijn straks onze eigen huisbaas, dus we hebben ook geen enkele prikkel om de huren te verhogen."

De eerste bewoners zijn dus de leden van de coöperatie die het project samen hebben opgezet. Als er later woningen vrijkomen, beslissen leden gezamenlijk wie er mag komen wonen. Je inkomen mag niet te hoog zijn.

Kennisinstituut Platform 31 denkt dat de wooncoöperatie een derde vorm van bouwen en wonen kan worden naast koop en huur.

"Maar nu moeten coöperaties vaak nog zelf het wiel uitvinden omdat het een vrij nieuw fenomeen is", zegt Tanja Morsheim van Platform 31. "Je moet wel echt doorzettingsvermogen hebben en initiatief nemen. Maar als het meer gemeengoed en makkelijker wordt, kan het snel gaan."