Waarom herkennen sommige vogels een vreemd ei in hun nest wel, en andere niet? Mogelijk omdat die eerste grotere ogen hebben.

De koekoek is een broedparasiet. De vogel legt zijn eieren in het nest van een andere vogel, in de hoop dat die het broeden en opvoeden van zijn jongen overneemt. Om zich vervolgens van alle ouderlijke zorgen te verzekeren, kiepert het koekoeksjong de jongen van de pleegvogels uit het nest.

Dat sommige gastvogels een vreemd ei niet herkennen is eigenlijk vreemd. Vogels hebben een beter gezichtsvermogen dan mensen. Ze hebben bijvoorbeeld vier kleurreceptoren in plaats van drie. Ze kunnen ook tot in het ultraviolette bereik zien. Amerikaanse gedragsecologen onderzochten daarom of er een verschil is tussen ogen van vogels die vreemde eieren wel herkennen en soorten die dat niet kunnen.

De onderzoekers bestudeerden gegevens die in de jaren 1970 door een biologiestudent werden verzameld. De student mat de oogbollen van meer dan vierduizend vogelsoorten in museum­collecties. Dankzij dat monnikenwerkje ontdekten wetenschappers eerder al dat vogels die jagen op insecten of andere kleine prooien grotere ogen hebben, terwijl vogels met kleinere ogen eerder nectar of zaden eten.

Nu stelden de Amerikaanse onderzoekers vast dat broedparasieten en vogels die vreemde eieren herkennen grotere ogen hebben, en gewillige pleegouders kleinere ogen. Het verschil is groter dan het verschil dat je zou verwachten als gevolg van de lichaamsgrootte. Mogelijk gaan broedparasieten daarom vooral voor vogels met kleinere ogen, en dus een slechter gezichtsvermogen.