Het zou natuurlijk heel goed kunnen dat de inmiddels overleden meneer Thomas Randele in werkelijkheid de bankrover Theodore John Conrad was. Er is wel enige gelijkenis als je die foto's bekijkt. En ook een handschriftanalyse wijst in die richting. Maar ik vind het bewijs wel heel erg mager.
Ik herinner aan een klassiek voorbeeld uit het verleden,
de Dreyfus affaire. Emile Zola schreef daarover destijds zijn befaamde werk "J'accuse". Dreyfus werd destijds wegens spionage veroordeeld op grond van handtekening onderzoek. Maar achteraf bleek ene Esterhazy de echte spion te zijn. Het handschrift van Esterhazy leek heel veel op dat van Dreyfus. Ja, en ik heb nu ook op de plaatjes bij dat oude verhaal gekeken. Ook de gezichten van de ten onrechte veroordeelde Dreyfus en dat van de werkelijke spion Esterhazy vertonen een grote mate van gelijkenis. Esterhazy was 12 jaar ouder dan Dreyfus en hij droeg een grote woeste snor, terwijl Dreyfus een klein snorretje had en een brilletje droeg. Maar als je voor het leeftijdsverschil en die verschillende snorren en dat brilletje corrigeert, lijken beide mannen op elkaar.
Ik denk dus dat het heel goed mogelijk is dat Conrad en Randele wel degelijk twee verschillende mensen zijn geweest. DNA onderzoek op Conrad is niet mogelijk nu die man in 1969 uit het beeld is verdwenen. Als de ouders van Randele begraven zijn, kan mogelijk hun DNA vergeleken worden met DNA uit de resten van de man die als hun zoon door het leven ging, zou kunnen blijken dat hij helemaal hun zoon niet was. In dat geval is dat wel een sterke aanwijzing dat hij in werkelijkheid Conrad was (al zou hij in theorie nog weer iemand anders geweest kunnen zijn). Zoals ik het zie bestond er behoefte aan om het onderzoek naar Conrad dat jarenlang helemaal niets had opgeleverd, eens en voorgoed af te sluiten. Toen er iemand was overleden (Randele) die een handschrift had dat wel aardig leek op dat van Conrad en van wie de foto ook wel een aardige mate van gelijkenis vertoonde met een oude foto van Conrad, werd die man na zijn dood aangemerkt als de spoorloos verdwenen bankrover. Zoiets is ook gebeurd naar aanleiding van de moord op
de Zeedse premier Olof Palme in 1986. Een inmiddels overleden meneer Engstrom werd 34 jaar later aangemerkt als de dader, maar de bewijzen zijn flinterdun en heel veel mensen geloven er niets van. "De dader ligt op het kerkhof". Bij leven werden mensen als Engstrom en Randele nooit aangeklaagd bij gebrek aan bewijs. Pas nadat ze overleden waren werden ze opgevoerd als zondenbok, met het doel om een stukgelopen jarenlang onderzoek definitief te kunnen afsluiten.