De gemeente Landgraaf mocht een ambtenaar ontslaan die tijdens werktijd langs de kant van de weg zat te niksen en bier dronk. Volgens de man moest hij de tijd doden, omdat hij sneller werkte dan zijn collega's.
De ambtenaar werkte al sinds 1979 voor de gemeente Landgraaf, maar raakte in 2018 plotseling in de problemen nadat iemand bij zijn werkgever had gemeld dat er ergens regelmatig een auto van de gemeente langs de kant van de weg stil stond, waarin mensen niets zaten te doen.
De gemeente liet de betreffende auto daarop door Hoffmann Bedrijfsrecherche volgen met een gps-tracker. Daaruit bleek dat de auto in een periode van vijf maanden inderdaad 23 keer voor het einde van de werktijd een half tot een heel uur stil stond op locaties die niets met werk te maken hadden.
Uit onderzoek van zijn urenbriefjes bleek dat de bestuurder van de bedrijfsauto die tijd wel als werkuren had opgevoerd. In een van de gevallen werd tijdens een observatie waargenomen dat de ambtenaar twee halve-literblikken bier dronk.
Toen de man tijdens een gesprek met de bevindingen werd geconfronteerd, erkende hij dat hij soms een uur voor afloop van zijn werktijd ergens met zijn bedrijfswagen ging staan om de tijd te doden, en daarbij ook wel eens een biertje dronk.
Daarop werd de ambtenaar door de gemeente geschorst, en vervolgens ontslagen wegens ernstig plichtsverzuim. Daarbij wees zijn werkgever op verboden alcoholgebruik onder werktijd, diefstal van uren en fraude met werkbriefjes.
Nadat zijn bezwaar tegen het strafontslag door de gemeente was afgewezen, stapte de ambtenaar naar de rechter om te protesteren. Daar bracht hij onder meer naar voren dat hij sneller en harder werkte dan collega's, waardoor zijn werk eerder af was. Zo zou hij tijd over hebben, die hij doodde in zijn bedrijfsauto.
De rechtbank Limburg was daarvan echter niet onder de indruk. In de uitspraak van februari 2020 benadrukte de rechter dat de ambtenaar gedurende zijn werktijd arbeid moet verrichten.
"Het is niet de bedoeling dat hij daar op eigen initiatief een andere invulling aan geeft door zijn voertuig ergens een half uur tot een uur te parkeren om zijn tijd uit te zitten tot het einde van zijn werkdag."
Ook vond de rechter niet dat de gemeente de ambtenaar voor het ontslag eerst een waarschuwing had moeten geven. De man liet het er echter niet bij zitten, en ging in hoger beroep.
Voor de Centrale Raad van Beroep (CRvB) voerde de ambtenaar onder meer aan dat hij nooit gevolgd had mogen worden. De hoogste bestuursrechter was het daarmee niet eens. Omdat de observaties zich beperkten tot de openbare ruimte en werktijd, zou er evenmin sprake zijn van schending van zijn privacy.
Ook stelde de man dat ambtenaren van de gemeente Landgraaf wel vaker vroeg stoppen met werken, en tijdens werktijd alcohol drinken. Als dat al waar zou zijn, doet het in deze zaak volgens de CRvB niet ter zake. "De ambtenaar blijkt immers verantwoordelijk voor zijn eigen laakbare handelen."
De CRvB erkent wel dat de ambtenaar een lange staat van dienst heeft en goed functioneerde, en dat de financiële gevolgen van het ontslag voor hem ingrijpend zijn. Toch vindt de bestuursrechter de straf niet onevenredig zwaar.
Omdat het ontslag het gevolg is van verwijtbaar gedrag, kreeg de ambtenaar waarschijnlijk geen ontslagvergoeding mee, en kan hij ook geen aanspraak maken op een ww-uitkering.