Boeing had beter geen deal kunnen sluiten met de regering-Trump voor het bouwen van twee nieuwe vliegtuigen voor Air Force One. De CEO van Boeing sprak woensdag bij de presentatie van de kwartaalcijfers zijn bedenkingen uit over het project. Het bedrijf sloot in 2018 een contract voor een vaste prijs van 3,9 miljard dollar, maar de prijs lijkt inmiddels veel hoger uit te vallen. In het eerste kwartaal van 2022 was Boeing al 660 miljoen dollar kwijt aan de bouw.
CEO David Calhoun zegt nu dat hij soortgelijke deals wil voorkomen. Zijn voorganger tekende het contract nadat Trump publiekelijk de kosten had bekritiseerd. Boeing zou aanvankelijk 4,4 miljard dollar hebben gekregen, maar dat vond Trump te hoog.. Hierdoor ging Boeing akkoord met het accepteren van een lager vast bedrag, waarbij kostenoverschrijdingen voor eigen rekening genomen zouden worden. Nu kampt Boeing met vertragingen en extra kosten. Het eerste vliegtuig moet eigenlijk in 2024 af zijn, maar dit gaat zeker tot 2026 duren.
Calhoun legt de schuld voor de vertraging bij een combinatie van factoren, waarvan Covid-19 een grote was. Een beperkt deel van de werknemers had de benodigde beveiligingsmachtiging om voor het project te werken, en ziekte hield een deel van hen lang thuis. De vliegtuigen moeten voldoen aan een aantal speciale behoeftes, waaronder een speciale communicatiesuite en externe trappen.