Stel je voor: je bent een maand geleden herkozen als president van de Verenigde Staten. Dan mag je in januari dus nog een keer de eed afleggen. Wat heb je daar allemaal voor nodig? De voorzitter van het hooggerechtshof, een bijbel, een podium op de stoep van het Capitool. En tientallen miljoenen dollars natuurlijk.
Een presidentiële inauguratie, zoals de ceremonie officieel heet, is een van de duurste politieke toneelstukjes ter wereld. Op de stoep van het capitool, waar het congres zetelt, wordt een enorm podium gebouwd zodat duizenden mensen het spektakel kunnen zien. Nou ja, spektakel, de president die een rechter napraat is natuurlijk niet heel spetterend. Daarom zijn er meestal ook concerten, overvliegende vliegtuigen of vuurwerkshows. Na afloop zijn er ook nog een heleboel gala's waar de president één voor één langs mag. Dat klinkt allemaal erg duur en dat is het ook.
Om al dit moois te kunnen betalen moet president Obama weer de hort op. Na bijna 1 miljard te hebben uitgegeven voor zijn herverkiezing belt hij opnieuw met belangrijke donoren om zijn inauguratie te betalen. De afgelopen jaren werd de ceremonie ook steeds duurder. President Clinton had in 1997 30 miljoen nodig. President Bush wist in 2005 40 miljoen los te peuteren. Vier jaar geleden wist Obama meer dan 50 miljoen dollar bijeen te schrapen voor zijn inauguratie. Vanwege de crisis (en de dure campagne) is het voor Obama moeilijker om zo'n bedrag bijeen te krijgen. Daarom accepteert Obama dit jaar ook donaties van bedrijven. Dat ligt gevoelig, omdat die bedrijven dat vast ook iets terug willen voor hun zuurverdiende dollars. De ceremonie wordt ook wat soberder. Dit jaar hoeft Bruce Springsteen zijn gitaar niet mee te nemen, er is geen concert.
Deze editie wordt dus waarschijnlijk goedkoper, maar dat maakt het toneelspel niet minder. Omdat de inauguratie dit jaar op zondag 20 januari is moet Obama zaterdagavond al de eed afleggen. De eed een dag later is dus letterlijk voor de bühne. Filmpje