Door samen te werken zoals mieren konden kleine robots ontsnappen uit een afgesloten ruimte. Mogelijk ontpoppen ze zich ooit tot verdienstelijke reddingswerkers.

Verschillende insectensoorten werken intensief samen om complexe taken uit te voeren. Denk maar aan de dansen waarmee honingbijen de locatie van bloemen aan elkaar communiceren, of termieten die heuvels bouwen van meters hoog. Die samenwerkingsvormen inspireerden ingenieurs aan Harvard University om robots te ontwerpen die vergelijkbaar gedrag vertonen als deze insecten.

De onderzoekers sloten een groepje mieren op in een afgerasterde ruimte, om te bestuderen hoe ze daar precies uit zouden ontsnappen. ‘Aanvankelijk bewogen de mieren willekeurig rond binnen de omheining. Maar ze communiceerden wel met elkaar via hun antennes’, aldus S. Gangha Prasath, de eerste auteur van de paper.

De mieren gebruiken hun antennes om feromonen waar te nemen die andere mieren afscheiden. Op plekken met veel mieren, en dus met veel feromonen, begonnen steeds meer mieren samen te troepen. Uiteindelijk hadden ze genoeg verzamelde kracht om zich op die plekken een weg uit de omheining te banen.

De onderzoekers programmeerden vervolgens kleine robots om zich op dezelfde manier te gedragen als de mieren. De robots scheiden geen feromonen af, maar laten ‘fotormonen’ achter: velden licht, die andere robots aantrekken. Op die plekken tilden de robots obstakels op, waarna ze die weer achterlieten op plekken waar er minder ‘fotormonen’ waren. Op deze manier slaagden de robots erin om ook door de omheining te ontsnappen, zonder verdere tussenkomst van de mens.

Uiteindelijk willen de onderzoekers deze principes opschalen naar tientallen of honderden robots, die samen taken kunnen uitvoeren. ‘Met enkele eenvoudige gedragsregels blijken de robots in staat om samen complexe taken te voltooien’, besluit Prasath. ‘Vergelijkbare gedragsregels kunnen ook toegepast worden op bouwterreinen, bij reddingsacties of voor defensiedoeleinden.’
Filmpje