Rotterdamse dokwerkers die uit medeleven met de bemanning van de bulkcarrier Caravos Liberty stopten met het lossen van dat schip, stonden in hun recht. Dat heeft de kort geding-rechter in Rotterdam bepaald.

De Caravos Liberty (63.500 dwt) van Liberty Shipholding op de Marshalleilanden kwam 4 juli vanuit Brazilië aan in Rotterdam om sojabonen te lossen bij de ADM-terminal. Een dag later stelde een inspecteur van vakbondsfederatie ITF vast dat het de bemanning ontbrak aan vers fruit, drinkwater, verse groente en gratis internettoegang. Ook ontbrak de verplichte Collective Bargaining Agreement (CBA) met de ITF. Hierin worden de voorwaarden waaronder een bemanning werkt vastgelegd.

Liberty kreeg het advies om voor ‘ITF coverage’ te zorgen door alsnog zo’n CBA aan te gaan. Op 11 juli ging de inspecteur opnieuw aan boord, ditmaal samen met vertegenwoordigers van FNV en ADM. Ook die oordeelden dat Liberty het advies van ITF moest opvolgen. Dezelfde dag legden de dokwerkers van ADM uit solidariteit met de bemanning het lossen van de bulkcarrier stil.

Weer een dag later sloot Liberty een CBA met de International Seafarers’ Union (ISU), maar die werd niet erkend door de ITF. Vier dagen later moest het schip aan de ADM-kade, met nog ongeveer een derde van de lading sojabonen in de ruimen, plaatsmaken voor een ander schip. De Caravos Liberty ging buitengaats voor anker.

Liberty trachtte vervolgens met een kort geding te bereiken dat de CBA die de rederij met de ISU had gesloten alsnog werd goedgekeurd door ITF en het lossen snel zou worden hervat. Dat er haast bij was stond vast. De lading is immers bederfelijk en de verkoopbaarheid ervan stond onder druk.

De rechter stelde vast dat het schip niet voldeed aan de afspraak die in de tijdbevrachtingsovereenkomst stond om te zorgen voor een CBA met goedkeuring van de ITF. Ook erkende de rechter dat er aan boord misstanden waren. Liberty bestreed die voor een deel, maar erkende wel dat er onvoldoende vers fruit en groenten aan boord waren. Dit terwijl het schip al 14 dagen eerder in Rotterdam was gearriveerd.

Die misstanden hebben ertoe geleid dat de dokwerkers van ADM stopten met lossen. Dat die zaken door een ITF-inspectie aan het licht kwamen, maakt voor de rechter nog niet dat het een door de vakbonden georganiseerde staking was. Een solidariteitsactie van de dokwerkers is toegestaan, aldus de rechter.

Liberty zelf meende met het verbeteren van de leefomstandigheden aan boord en het sluiten van een CBA met de ISU goed te zitten. De rechter gaf echter aan dat een kort geding niet de kans biedt om een nauwkeurige vergelijking te maken tussen diverse CBA’s.

De staking was volgens de rechtbank rechtmatig. Daarom kon van ADM niet worden verwacht dat het zijn werknemers dwong het schip verder te lossen. Er was voor het bedrijf sprake van een overmachtsituatie, die bovendien door Liberty zelf was gecreëerd. De rechter wees dan ook alle vorderingen van de rederij af.

Niet lang daarna heeft Liberty een CBA gesloten met de Griekse zeeliedenvakbond PNO, die door ITF is erkend. Donderdag 1 augustus voer de Caravos Liberty in de Golf van Biskaje met bestemming Huelva in Spanje.