Een familie in het Oost-Duitse plaatsje Wandlitz moet na 85 jaar hun huis uit, omdat ze het huis in 1939 onrechtmatig hadden verkregen. De toenmalige Joodse bewoners werden namelijk door de nazi's gedwongen het huis te verkopen.

Een jaar na die gedwongen verkoop werd de huidige bewoonster geboren. Haar ouders hadden het huis gekocht van een makelaar.

Deze nu 84-jarige vrouw heeft haar hele leven in het huis gewoond, maar moet nu definitief het huis verlaten. Ze was samen met haar zoon, die ook in het huis woont, in beroep gegaan tegen de beslissing dat ze het huis moest opgeven, maar dat beroep is nu verworpen.

De twee zeggen dat hun hele wereld is ingestort, nu ze moeten vertrekken. "Ik heb mijn hele leven hier doorgebracht en heb hier voor mijn ouders gezorgd", zei de vrouw. Volgens haar 61-jarige zoon hebben ze nu niets meer. "We weten niet waar we naartoe moeten."

De twee Joden die het huis 85 jaar geleden moesten verkopen, zijn beiden gedood in concentratiekampen tijdens de Tweede Wereldoorlog. De zaak was aangespannen door de Jewish Claims Conference, die om restitutie vraagt namens Holocaustslachtoffers die dat zelf niet meer kunnen doen.

Het huis wordt nu eigendom van die stichting. De stichting zegt eerder al aan de huidige bewoners te hebben aangeboden dat ze er levenslang konden blijven wonen, maar dat zij dat hebben geweigerd. Het is niet duidelijk of dit aanbod nog steeds geldt.

Dat deze kwestie pas na zoveel decennia wordt beslecht, komt volgens Duitse media doordat Oost-Duitsland ten tijde van de DDR nauwelijks sprak over het oorlogsverleden en er niets werd geregeld. Dergelijke zaken werden in West-Duitsland al vanaf de jaren 50 geregeld, terwijl in Oost-Duitsland de discussie pas na de val van de muur in 1989 helemaal op gang moest komen.