In opdracht van het Drents Museum is een bijzondere woonwagen nagebouwd. Deze werd dinsdag officieel overgedragen aan de Stichting Woonwagenmuseum van Sabina Achterbergh. De woonwagen is vanaf eind 2025 bedoeld als rijdend museum, dat de cultuur én oorlogsgeschiedenis van de Sinti, Roma en andere woonwagenbewoners zichtbaar en voelbaar moet maken voor een breed publiek.
De woonwagen maakt deel uit van de tentoonstelling Volk van de Ventweg, die sinds maart het leven van Drentse woonwagenbewoners laat zien.
Toen de tentoonstelling deze zomer afliep, ontstond bij het Herinneringscentrum Kamp Westerbork, waar Sabina regelmatig gastcolleges geeft over de Sinti- en Romagemeenschap, het idee om de woonwagen een nieuwe bestemming te geven. Zo kwam deze uiteindelijk bij Sabina terecht.
"Het is waarschijnlijk het kleinste museum van de wereld," vertelt Sabina Achterbergh aan Hart van Nederland. Maar volgens Achterbergh is het hard nodig. "De woonwagenbewoners, waaronder de Sinti en Roma, kennen namelijk een verleden dat bestaat uit discriminatie."
Projectleider Bas Kortholt van Herinneringscentrum Kamp Westerbork voegt daaraan toe: "We vieren dit jaar 80 jaar vrijheid. Dat Sabina een woonwagen geschonken krijgt, is een mooie bijkomstigheid."
Tijdens de Tweede Wereldoorlog moesten Sinti en Roma met hun woonwagens in kampen wonen. Ze mochten niet meer rondtrekken. Vanuit Westerbork werden in mei 1944 245 Sinti en Roma naar vernietigingskamp Auschwitz-Birkenau gedeporteerd.