Hoge verkeersboetes blijven nodig om ‘de politie, de brandweer en andere veiligheidsvraagstukken’ te betalen. Dat zei demissionair justitieminister Foort van Oosten (VVD) voorafgaand aan de ministerraad. ‘Het zijn hoge boetes, dat erken ik. Dat heeft enerzijds te maken met het naleven van de verkeersregels, en anderzijds met een financieringsvraagstuk dat we hieruit betalen.’
Vanmorgen berichtte de Leeuwarder Courant dat verkeersboetes en de verhogingen daarvan volgens Albert Hazelhoff, directeur van het Centraal Justitieel Incassobureau, te hoog zijn en niet langer in verhouding staan tot de ernst van de overtreding. De oude Tweede Kamer vond dat ook en riep het kabinet vorige maand op de boetes voor bijvoorbeeld te hard rijden de komende jaren te bevriezen.
Volgens Van Oosten is het echter niet mogelijk om de boetes te verlagen. Het Openbaar Ministerie adviseerde eerder een verlaging met 30 procent, maar dat zou leiden tot een gat in de begroting van zijn ministerie dat kan oplopen tot 300 miljoen euro per jaar. 'Daarvoor is geen dekking', schrijft hij in een Kamerbrief.
Ook het verzoek vanuit de Kamer om ze voorlopig niet mee te laten stijgen met de inflatie, legt de minister naast zich neer. Dat zou een tekort aan opbrengsten van circa 30 miljoen euro veroorzaken.
