Grote rijen voor de mobiele telefoonwinkels in Cuba. Voor het eerst mag iedereen daar een mobieltje kopen en er zijn veel mensen die dat wel willen. Cuba is een eiland in Midden-Amerika. Kort geleden was mobiel bellen daar verboden maar nu er na 50 jaar een nieuwe president is, mag het wel. Goedkoop is het niet; een mobieltje kost voor een Cubaan ongeveer net zoveel als het salaris van een half jaar! Maar veel Cubanen hebben dat er wel voor over. Net als de uren die ze in de rij moeten wachten voor ze aan de beurt zijn. Sinds er een nieuwe president is op Cuba verandert het land. Mensen hebben nu meer vrijheid. Eerst was Fidel Castro aan de macht. Hij is de broer van de president van nu, Raul. Fidel wilde van Cuba een paradijs maken. Veel mensen waren blij toen hij lang geleden de baas werd. Onderwijs en gezondheidszorg werden bijvoorbeeld voor iedereen gratis. Maar de mensen in Cuba hadden niet dezelfde rechten als mensen in Nederland. Ze mochten bijvoorbeeld niet hun eigen leider kiezen en niet zeggen wat ze van de regering vonden. De mensen mochten ook niet veel spullen van zichzelf hebben. Ze moesten veel delen. En mensen mochten weinig contact hebben met het buitenland. Dat verandert dus langzaamaan. Zo kunnen Cubanen nu gewoon een mobieltje in de winkel kopen.