De top van de rooms-katholieke kerk op Curaçao heeft in de jaren veertig zijn steun gegeven aan een megabordeel. Campo Alegre, het hoerenkamp dat bekend is uit het werk van Frank Martinus Arion, is uitgegroeid tot het grootste openluchtbordeel van het Caribisch gebied. Veel van de Dominicaanse en Colombiaanse vrouwen die als slachtoffer van vrouwenhandel in de Nederlandse prostitutie zijn terechtgekomen, kwamen via Campo Alegre (’vrolijk kamp’) ons land binnen. Het Amerikaanse leger, de Nederlandse staat, Shell en de rk kerk waren voorstander van het oprichten van een staatsbordeel, al kende Nederland een bordeelverbod en wees de rk kerk prostitutie officieel vierkant af. Met de inrichting van een bordeel kon het ’kwaad’ van de prostitutie worden ingedamd en geslachtsziekten bestreden. In het kamp mochten geen meisjes van Curaçao werken. Volgens de Nijmeegse hoogleraar Marit Monteiro illustreert de handelwijze van de verantwoordelijke geestelijke, mgr. Van der Veen Zeppenfeldt, de koloniale dubbele moraal. De woordvoerster van Stichting Religieuzen Tegen Vrouwenhandel – nonnen die zich sterk maken tegen gedwongen prostitutie – stelt dat "het project Campo Alegre verkeerd heeft uitgepakt. Dat mag je wel de ironie van de geschiedenis noemen. Ik kan me niet voorstellen dat de rooms-katholieke kerk nu zoiets zou opzetten." De stichting heeft de ontstaansgeschiedenis van Campo Alegre zelf naar buiten gebracht via haar tijdschrift Verhandelingen.