De afgelopen jaren zijn in China en omliggende landen 100 miljoen meisjesbaby's geaborteerd, omgebracht of tot de dood toe verwaarloosd. Het weekblad The Economist spreekt in dat verband van een meedogenloze ‘gendercide', die de natuurlijke verhoudingen tussen mannen en vrouwen in Azië in gevaar brengt. De natuur zorgt ervoor dat wanneer 100 meisjes worden geboren er ongeveer evenveel jongens op de wereld komen. Begin jaren tachtig lagen die cijfers in China al iets anders. Voor elke 100 meisjes waren er toen 108 jongens; vandaag de dag is de situatie totaal geëscaleerd, want er zijn in sommige streken al 130 Chinese jongens voor 100 meisjes. Miljoenen meisjes worden dus vermist: ze zijn geaborteerd, vermoord of tot de dood toe veronachtzaamd. Opmerkelijk genoeg heeft deze problematiek niets te maken met rijkdom of opkomende rijkdom, want ook in Taiwan en Singapore, die open en welvarende economieën hebben, blijken de ratio's verstoord. Net als in de Chinese en Indische gemeenschappen in de VS. Ook de Chinese 'één-kind-politiek' is maar een deel van het probleem, want ook in de omliggende landen is het probleem merkbaar. De vernietiging van meisjes is het gevolg van drie factoren: een historische voorkeur voor jongens; de moderne wens om een kleinere familie te hebben en de steeds beter wordende technologie die het mogelijk maakt om voor amper 12 dollar een foetus te scannen op zijn geslacht. Wat de gevolgen voor de samenleving zullen zijn wanneer tientallen miljoenen mannen gefrustreerd rondlopen omdat ze niet aan een vrouw raken zal de komende decennia blijken. Maar dat die gevolgen funest zullen zijn is evident: in China lopen al evenveel ongetrouwde mannen rond als er in heel Amerika mannen zijn. Massa's ongetrouwde jonge mannen voorspellen trouwens weinig goeds: hogere misdaadcijfers, seksueel geweld en vrouwenhandel zijn in de getroffen regio's regel eerder dan uitzondering.