AMSTERDAM - De man die de dodenherdenking op de Dam in Amsterdam met een schreeuw verstoorde, wist niet waarom al die mensen daar stonden. "Ik denk niet dat ik me realiseerde dat het dodenherdenking was", zegt hij maandag in het AD. "Ik ging van de ene naar de andere kroeg en ik vond dat die mensen daar maar stonden te suffen", stelt hij verder. Het AD sprak de man zaterdag op zijn vaste stek, een bankje aan het Spui in Amsterdam. Hij werd donderdag vrijgelaten omdat het hof geen bewijs zag dat hij de koninklijke familie al dan niet bewust in gevaar had gebracht.
De man, die zichzelf Adam noemt, houdt volgens de krant de vreemdste verhandelingen over ripdeals en filosofische bespiegelingen over het leven, maar heeft ook zijn heldere momenten. Inmiddels heeft hij niet meer het uiterlijk van een orthodoxe jood. Zijn baard is eraf en zijn haar is gemillimeterd. Na zijn schreeuw begon een meisje te gillen, liet iemand een koffer vallen en waarschuwde een ander voor een 'bom'. Daarop ontstond een gedrang, waarbij tientallen gewonden vielen. Om hem langer in voorarrest te kunnen houden, werd Adam beschuldigd van het in gevaar brengen van koningin Beatrix. Spijt heeft Adam niet. Op de beelden is volgens hem duidelijk te zien dat de mensen niet na zijn schreeuw, maar de gil van het meisje in paniek raken. Wel betreurt hij 'wat die mensen op de Dam elkaar hebben aangedaan'. De barkeeper van café Luxembourg, vlakbij zijn bankje, is het volgens de krant met hem eens. "Ze moeten hem lekker met rust laten."