Spionnen uit de Eerste Wereldoorlog gebruikten onzichtbare inkt om te communiceren. De CIA laat nu eindelijk zien hoe het werkte.
De CIA heeft zes geheime documenten vrijgegeven. Een aantal van de paperassen behoort tot de oudste documenten die ooit door de geheime dienst in de openbaarheid zijn gebracht.
Ook het trucje van de beruchte onzichtbare inkt komt in de documenten aan bod. De spionnen doopten hun zakdoek – of een ander gesteven kledingstuk – in nitraat, rijstzetmeel en soda. Hierdoor ontstaat een oplossing waar geheime boodschappen mee konden worden geschreven (bekijk het document hier).
De spionnen kregen ook tips om de geheime inkt van tegenstanders te kunnen lezen. Zo is er een document met daarop vijftig manieren waarop de vijand een geheime boodschap kan overbrengen. Onder meer: tekst onder de postzegel en boodschappen gegraveerd in de teennagels. “De regel is om al het mogelijke te verdenken en te onderzoeken,” zo staat er geschreven. Door grondig te werk te gaan, konden niet alleen berichten worden onderschept, maar misschien ook nieuwe methodes voor de eigen communicatie worden ontdekt. Wanneer u de documenten leest, vraagt u zich wellicht af waarom deze documenten zolang achter gesloten deuren zijn gebleven. De CIA windt er geen doekjes om: pas recentelijk is de chemie van onzichtbare inkt flink verbeterd en dat maakt deze informatie voor de CIA overbodig.