Bij het horen van het woord ‘advocaat’ denken de meeste mensen aan gladde jongens in een strak maatpak, deftige haarsnit en zichzelf voortbewegend in een wagen van een premium-merk. Patrick is een beetje anders.
Patrick Brysbaert uit Zoersel (België), raadsman en gespecialiseerd in echtscheidingen, gaat namelijk door het leven met een hanenkam, tal van piercings, een lederen broek en combat boots. O ja, wanneer hij ‘in dienst’ is draagt hij ook nog een zwarte toga.
In het Nieuwsblad legt hij uit waarom. “Ik wilde geen verstoppertje meer spelen. Met hanenkam, piercings en tatoeages ben ik eindelijk mezelf."
Twintig jaar geleden beantwoordde hij nog wel aan het cliché van de advocaat. Toen droeg hij nog wel saaie kostuums, had hij een ‘normaal kapsel’ en reed hij met een dikke Saab. Toen liep zijn relatie op de klippen en hoewel hij zelf tal van klanten in soortgelijke situaties over de vloer kreeg, zag hij het allemaal niet meer zo goed zitten. Hij nam een pauze aan de balie en ging een café uitbaten. Hij maakte een afspraak met een tatoeëerder om een erotisch tafereel op zijn schouders te laten tekenen en liet enkele piercings zetten.
Op den duur miste hij de geborgenheid van de ‘ivoren toren’ en nam hij zijn job als advocaat weer op. Met hanenkam, piercings en een ijsberenklauw om de nek. De stafhouders en collega’s zetten in het begin grote ogen op, maar zijn de nieuwe verschijning van Patrick inmiddels al gewend. “Het is al wel eens gebeurd dat een rechter me vertelde dat hij piercings écht niet vond kunnen in de advocatuur. Ik vreesde het ergste voor dat vonnis, maar uiteindelijk heeft die rechter correct geoordeeld.”
Wat zou Patrick in zijn vrije tijd doen? Van café naar café rijden met zijn Harley-Davidson, af en toe andere cafégangers op hun bakkes slaan en de flikken uitdagen? Neen, zijn wilde haren is hij al lang kwijt. “Ik kom tot rust in de bossen, speel klassieke muziek op mijn vleugelpiano en beoefen het sjamanisme. Daar wil ik later trouwens in voortgaan. Nu geniet ik nog van mijn job, maar al die discussies en altijd je gelijk moeten halen, dat is allemaal best vermoeiend.” Tja, vooral dat laatste kunnen we best geloven.