Een biljet van 200 gulden heeft 44.280 euro opgebracht op een veiling van de Munten- en Postzegel Organisatie MPO.
Volgens de MPO is er niet eerder zo veel geld betaald voor een Nederlands biljet. Het gaat om een zeer zeldzaam biljet uit 1908. Tussen 1860 en 1920 zijn er een kleine 2 miljoen biljetten van 200 gulden gedrukt. Daar zijn er nu nog maar zo'n 20 van. Ze brengen op veilingen altijd wel enkele duizenden euro's op, zegt de MPO. Het vandaag geveilde biljet is zo bijzonder omdat er een handtekening op staat van J.G.N. de Hoop Scheffer, directeur-secretaris van De Nederlandsche Bank tussen 1885 en 1909.
De bankbiljetten uit die tijd hebben grote invloed gehad op de taal. Een 1000-guldenbiljet uit dezelfde serie had een rode achterkant en het 25-guldenbiljet een gele. Daar komen de uitdrukkingen 'een rooie rug' of 'een roodje' voor 1000 gulden en 'een geeltje' voor 25 gulden vandaan. Overigens was 200 gulden begin vorige eeuw een vermogen. Een huis kostte toen gemiddeld rond de 1000 gulden en een arbeider verdiende circa 20 gulden per week. Foto