Het heeft ogen op stokjes, een soort grijparm in plaats van een mond en is ongeveer tien centimeter lang. Wat is het? Bijna 60 jaar lang vroegen paleontologen zich dit af, maar deze week ontknopen ze het mysterie in het blad Nature.
In 1958 vonden wetenschappers het voor het eerst in een Amerikaanse koolmijn: het Tullymonster. Sindsdien analyseerden ze 1200 fossielen, gevonden in 300 miljoen jaar oud gesteente. Tot nu toe dachten de wetenschappers altijd dat het om een voorloper van de naaktslak ging, maar van die theorie blijkt niets te kloppen. Nu schrijven paleontologen van de universiteit Yale dat het om een gewervelde gaat.
Het Tullymonster blijkt een ruggengraat te hebben en een mond met tanden en spieren waarmee het zich kon voortbewegen. Ook vonden de wetenschappers aanwijzingen voor een centraal zenuwstelsel, waarmee het dier mogelijk kon jagen en grazen naar eten.
De bevindingen van de wetenschappers brengen een einde aan het jarenlange debat over het monster. Volgens sommige verhalen was het zelfs verwant aan het monster van Loch Ness.
Foto