Wetenschappers hebben ontdekt dat één hersenhelft tijdens de eerste nacht op een vreemde plek wakkerder is dan de andere. Het kan verklaren waarom velen na zo’n eerste nacht vermoeid zijn.
“In Japan zeggen ze: ‘als je van kussen verandert, kun je niet slapen’,” vertelt onderzoeker Yuka Sasaki. “Je slaapt niet goed op een nieuwe plek. Dat weten we allemaal.” Maar hoe komt dat nu? Sasaki en collega’s besloten het uit te zoeken.
Ze verzamelden een aantal proefpersonen en lieten ze in het lab slapen. Terwijl de proefpersonen in het lab verbleven, werd hun hersenactiviteit gemeten. Uit het onderzoek blijkt dat de hersenactiviteit in beide hersenhelften tijdens de eerste nacht sterk uiteenliep. Met name wanneer de proefpersonen diep in slaap waren. Het ene deel van het brein sliep dan veel lichter dan het andere. En opvallend genoeg was het altijd een deel van de linkerhersenhelft die wakkerder was. Tijdens de tweede nacht die de proefpersonen in het lab doorbrachten werd geen significant verschil tussen de activiteit in de linker- en rechterhersenhelft gedetecteerd.
Het netwerk dat tijdens die eerst nacht actiever is in de linkerhersenhelft dan in de rechterhersenhelft wordt ook wel het defaultnetwerk genoemd. Dit netwerk wordt in verband gebracht met dagdromen en gedachten die afdwalen. Eerdere onderzoeken suggereren dat het wanneer we slapen opvallend sterk met andere hersennetwerken verbonden blijft. Of dit defaultnetwerk tijdens de eerste nacht op een vreemde plek ook andere hersennetwerken uit hun slaap houdt, weten de onderzoekers niet goed. Daarvoor hebben ze tijdens deze studie te weinig hersennetwerken bestudeerd.
Een andere vraag die onderzoekers (nog) niet kunnen beantwoorden, is of de linkerhersenhelft als enige ‘de wacht houdt’. Wanneer je slaapt, doorloop je vier verschillende slaapfasen (lees er hier alles over). De onderzoekers bestudeerden alleen de eerste keer dat de proefpersonen in een diepe slaap belandden (normaliter overkomt dat een mens meerdere keren per nacht). Tijdens die eerste diepe slaap bleek de linkerhersenhelft dus ‘de wacht te houden’. Maar de onderzoekers kunnen niet uitsluiten dat de twee hersenhelften later in de nacht van dienst wisselen. Nader onderzoek zal dat moeten uitwijzen.
Het onderzoek doet je wellicht een beetje denken aan dolfijnen. Uit eerdere studies is gebleken dat zij in staat zijn om hun hersenhelften om beurten laten slapen. De onderzoekers wijzen er echter op dat de asymmetrie in het brein van een slapende dolfijn veel groter is dan in het brein van een slapende mens.
De onderzoekers hopen met hun studie iets te kunnen betekenen voor mensen die slecht slapen op nieuwe plekken. Ze kijken momenteel of het mogelijk is om het wakkere deel van het brein met behulp van transcraniële magnetische stimulatie uit te schakelen en zo de slaapkwaliteit te verbeteren. Overigens sluiten de onderzoekers niet uit dat mensen die zeer regelmatig in hotels en andere ‘vreemde’ plekken slapen, vanzelf over de slaapproblemen die bij de eerste nacht horen, heen groeien. “De hersenen van mensen zijn flexibel,” stelt Sasaki. “Dus mensen die vaak op nieuwe plekken komen, hoeven niet per se regelmatig slecht te slapen.”