Ratten die op het punt staan om dood te gaan, vertonen hersenactiviteit die overeenkomt met de hersenactiviteit die we zien bij bewuste waarneming. Het suggereert dat de bijna-dood-ervaring echt bestaat en veroorzaakt wordt door een plotseling toename van de hersenactiviteit.
Dat stellen onderzoekers van de universiteit van Michigan in het blad Proceedings of the National Academy of Sciences nadat ze stervende ratten bestudeerden. Het hart van de ratten stopte met pompen en er stroomde geen bloed meer naar het brein. Daarop zagen de onderzoekers bij de ratten een hersenactiviteit die past bij bewuste waarneming. “Deze studie laat voor het eerst zien wat er neurofysiologisch gezien met het stervende brein gebeurt,” legt onderzoeker Jimo Borjigin uit.
“Het legt de fundering voor nader onderzoek onder mensen naar gebeurtenissen die in het stervende brein optreden.” Waaronder de bijna-dood-ervaring. Deze ervaring treedt opvallend vaak op bij mensen die een hartstilstand overleven. Deze patiënten nemen bepaalde dingen waar – bijvoorbeeld een helder licht – die er in werkelijkheid niet zijn. Die waarnemingen zijn in de ogen van de patiënt echter heel echt. Onduidelijk is nog altijd waardoor deze bijna-dood-ervaringen veroorzaakt worden.
Met dit nieuwe onderzoek proberen wetenschappers een verklaring te vinden voor de bijna-dood-ervaring. “We beredeneerden dat als bijna-dood-ervaringen voortkomen uit hersenactiviteit, er zelfs nadat het brein geen bloed meer ontvangt een spoor van bewustzijn moet zijn in mensen of dieren.” De onderzoekers zetten het hart van negen ratten stil en keken wat er gebeurde. Opvallend genoeg gebeurde er in alle negen breinen nagenoeg hetzelfde. De hersenactiviteit nam toe. “De voorspelling dat we tijdens een hartstilstand tekenen van bewuste activiteit in het brein zouden vinden, is nu bevestigd.” “Maar, de hoge mate van activiteit verraste ons,” voegt onderzoeker George Mashour toe. “Als de ratten bijna dood zijn, overstijgen de elektrische signalen van bewustzijn zelfs de signalen van bewustzijn die we zien als iemand wakker is. Dat suggereert dat het brein in een vroeg stadium van klinische dood in staat is tot goedgeorganiseerde elektrische activiteit.” Dat is verrassend, omdat wetenschappers altijd dachten dat het brein tijdens een hartstilstand niet actief is.
“Dit onderzoek vertelt ons dat een afname van zuurstof of een afname van zowel zuurstof als glucose tijdens een hartstilstand hersenactiviteit die past bij het bewust verwerken van informatie kan stimuleren,” concludeert Borjigin. En daarmee is de eerste stap in de richting van een verklaring voor de bijna-dood-ervaring gezet.