Antoinette Vierwind uit Putten wil in het huis van haar overleden zoon wonen, maar van de woningstichting mag dat niet. Want: regels zijn regels. Antoinette begrijpt er niets van. "Ik laat een nog betere woning achter, wat is het probleem?"

Als Antoinette 's ochtends de gordijnen opendoet, ziet ze het huis van haar overleden zoon. Jeroen woonde met zijn 8-jarige zoontje Henkie tegenover zijn moeder. Ze zag hen elke dag. Kookte voor hen, deed de was, paste op Henkie. Tot 8 september. Op die fatale dag verongelukte Jeroen. Hij botste met zijn bestelauto frontaal op een vrachtwagen en overleed, op 29-jarige leeftijd.

Zijn woning staat nu leeg. De aanblik van het verlaten huis verscheurt Antoinette. "Ik kan het gewoon niet aanzien, ik laat mijn gordijnen nu maar dicht", zegt ze. Het idee dat er vreemden komen te wonen, kan ze niet verkroppen. Daarom wil ze zelf in het huis wonen. "Als ik in het huis ben, voel ik Jeroen nog overal om me heen."

Bovendien is het huis net helemaal opgeknapt. Een paar maanden geleden hebben ze er nog samen staan klussen. "We hebben alles gestuukt en er een nieuwe vloerbedekking in gelegd. Het is allemaal zo mooi geworden." Voor kleinzoon Henkie was een nieuw kamertje gemaakt. "Daar was hij zo blij mee." Ook daarom wil ze graag in het huis wonen: zodat Henkie in zijn vertrouwde kamertje kan slapen als hij bij oma komt logeren.

Die 'woningruil' moet niet al te moeilijk zijn, denkt Antoinette, want beide woningen zijn van de Woningstichting Putten. Als zij het huis van haar zoon betrekt, komt haar eigen, iets ruimere hoekhuis vrij voor een nieuwe huurder. Voor niemand een probleem, toch?

De woningstichting denkt daar anders over. Antoinette kan niet zomaar aanspraak maken op een ander huis, zeggen zij. Regels zijn regels, en dit is nu eenmaal niet volgens de afspraken. Antoinette snapt er niets van. "Het is toch onbegrijpelijk? Waarom mag ik niet in het huis van mijn zoon wonen? Wie wordt er slechter van?"

De Woningstichting Putten heeft begrip voor de situatie van Antoinette, maar zit in een lastig parket, laat medewerkster Lineke Snapper weten. "Natuurlijk is dit vreselijk, dat staat buiten elke discussie. Maar het ligt ingewikkeld. Het heeft te maken met afspraken over woonruimteverdeling. Om van de regels af te wijken, moet er een zogenaamde hardheidsclausule zijn. De gemeente is nu aan het kijken of daar sprake van is in het geval van Antoinette."

Dit soort verzoeken krijgen ze vaker, zegt Snapper. "Dan gaat het bijvoorbeeld om kinderen die in het huis willen wonen waar ze zijn opgegroeid. In alle gevallen speelt emotie een rol. Maar wat is erg genoeg om de regels te veranderen? Waar trek je de grens? Het zou voor ons heel makkelijk zijn om te bezwijken onder de maatschappelijke druk, want we weten ook wel dat we onszelf niet populair maken met zo'n beslissing. Maar welke deur zet je open als je in dit specifieke geval een uitzondering maakt?"