Emmos Reisblog december 2020 | |
24-12-20 04:59:10 | omabep Oudgediende WMRindex: 10.841 OTindex: 3.187 |
25-12-20 18:21:46 | Emmo Stamgast WMRindex: 67.660 OTindex: 28.576 |
Dag: 8 Dinsdag 22 december 2020 We liggen rustig te dobberen op het Ontariomeer, net buiten de uitgang van het Wellandkanaal, wachten op de dingen die komen gaan. Het is natuurlijk best interessant, dat een organisatie die de beschikbare loodsen verdeelt over de nodige schepen, geen redelijke prognose daarover kan afgeven. Schepen zijn bekend, of zouden dat moeten zijn. Het aantal loodsen moet ook bekend zijn, samen met hun toegestane werktijden van zoveel uren werk, zoveel uren rust. De prognose die we kregen dat het mogelijk in de ochtend zou worden, maar misschien ook in de middag. Volgens de loods die ons hier ten anker gooide zat het hem in het feit dat vanwege de komende winter een aantal navigatiemiddelen buiten bedrijf gesteld zijn. Denk aan boeien die verwijderd zijn en dat soort dingen. Daarom wordt door de kustwacht verordonneerd dat er twee loodsen aan boord moeten zijn in plaats van één. Dat halveert natuurlijk het aantal beschikbare loodsen, waardoor er vertraging ontstaat. Ietsje voor achten komt er dan toch nog bericht binnen. Half een de loods, twintig minuten daarvoor ankerop. Lijkt erop dat ze geen seconde willen verliezen. Kokkie kan blij zijn want dan hebben we als alles meezit morgen tegen de middag de stores. Die komen als het goed is in de laatste sluis voor Montreal. Dan geven we gelijk de kaarten en nog wat andere spullen af. Voor de St Lawrence Seaway en de meren hebben we wat speciaal spul gekregen. Dat huren we via de agent en geven dat weer af als we eruit gaan. Omdat we toch nog een paar uurtjes liggen maken we gelijk van de gelegenheid gebruik om de maandelijkse sloepen en brandrol te houden. Die stonden nog op de lijst van te houden oefeningen. In januari hebben we weer een nieuwe lijst. De loods kwam keurig op tijd, al liep hij wel aan de vroege kant te roepen dat we ankerop konden. Tijdens de vaart naar de andere kant begon het op te briezen vanuit de west. In tegenstelling tot in West-Europa komt hier de westenwind van land, een land dat in deze tijd van het jaar al aardig koud begint te worden. Het begon dan ook al vrij vlot gevoelig kouder te worden. De temperatuur zakte van plus zes tot tegen het vriespunt. Tegelijk met dat opbriezen nam ook de golfslag toe, waardoor we heel af en toe een spatje water aan dek kregen. Omdat de globale koers noordoost was hadden we daarmee het windje voornamelijk van achteren, waardoor het met de sproei nog wel meeviel. Wind mee is stukken minder erg dan wind tegen, net als op de fiets. Ook liepen we door die rugwind goed, zo rond de vijftien knopen, met uitschieters tot iets daarboven. De loods kon er daardoor een tikje eerder vanaf, zo tegen half negen. Tegelijk kregen we twee Amerikaanse loodsen aan boord, zoals gezegd volgens de regel dat als niet alle boeien op de plek liggen je twee loodsen nodig hebt. | |
26-12-20 08:55:25 | allone Oudgediende WMRindex: 52.000 OTindex: 93.451 |
Vraag me dan af waarom ze die boeien verwijderen en alles schijnbaar onnodig gecompliceerd maken? | |
26-12-20 13:10:17 | nietmeer |
@allone: meer kan dichtvriezen en dan gaan de boeien kaduuk denk ik? | |
26-12-20 14:10:24 | Emmo Stamgast WMRindex: 67.660 OTindex: 28.576 |
@allone: wortel: Klopt inderdaad. | |
26-12-20 14:11:10 | Emmo Stamgast WMRindex: 67.660 OTindex: 28.576 |
Dag: 9 Woensdag 23 december 2020 We draaien aangepaste wachten. Tweede stuurman en ik van nul tot zes en de kapitein met de derde stuurman van zes tot twaalf. In dit gedeelte zitten op onregelmatige afstanden nogal wat sluizen. Als alles goed werkt vaar je op aanwijzing van de loods naar binnen. Een stel zuignappen komen tegen de huid en houden het schip tijdens het schutten op de plek, net zolang tot je weer door kunt varen. Helaas is niet alles goed. De eerste sluis die in mijn wacht valt, daarvan werkt dat zuignappensysteem niet. Dat moet dus, om één uur in de ochtend, met de touwtjes. Mooi, dan kan ik de hele ploeg uitporren. Drie man voor, twee achter en ik samen met de roerganger op de brug. Dat kan minder, maar als er iets mis gaat en je moet plotseling je anker laten vallen, er breekt een tros of iets in die geest dan ben je blij dat je een mannetje extra hebt. Het gaat niet altijd goed. Drie uur later de volgende sluis. De loods zegt: tsja, we weten niet of de zuignappen het wel doen, dat weten we pas als we in de sluis liggen. Met andere woorden, weer de hele kudde eruit. Simpelweg voor je kannieweten, want op het moment dat de sluismeester zegt dat die krengen tóch niet werken moeten binnen de minuut wel de touwtjes naar de wal. Als je op dat moment de meerploeg nog uit het nest moet schoppen ben je te laat. De wal heeft voor dat soort futiliteiten geen enkel begrip, net als voor het feit dat iedereen aan boord niet vierentwintig uur per dag startklaar kan zijn. Je hebt maar klaar te zijn op het moment dat het de wal uitkomt. Dat komt wel heel sterk naar voren als de op één na laatste sluis, die van St Catherines inlopen. De loods brengt het schip keurig de sluis in en net als ze met die zuignappen willen vastplakken scheidt alles aan de wal er mee uit. Op de sluis dan. In het dorpje ernaast blijven de lampjes wel branden. Maar de hele sluis is donker, op een paar navigatielampjes na. De loods houdt het schip met de boegschroef en een beetje manoeuvreren tegen de kant tot ze aan de wal de zekering hebben gevonden. Zo’n storing kan bijna niets anders wezen. Maar dat was het dus wel. We werden aan het lijntje gehouden vanjewelste. Maar na een tijdje ging de brug dicht. Niet dat we daar wat aan hadden, net zoals de wachtende automobilisten, want de slagbomen bleven wel omlaag. Maar na nog een half uur hadden ze dat gefikst. De loods had ons ondertussen op de wind naar de andere kant van de sluiskolk laten drijven. Nog een half uurtje later ging de sluisdeur dicht. De loods manoeuvreerde weer naar de bovenwindse kant. Inmiddels waren ook de vastmakers aangekomen en konden we in de sluis afmeren. Voor met een tros en een spring en achter met een enkele dwarstros. De wind was licht met af en toe wat sneeuw en op die manier blijven we wel liggen. In een sluiskolk met dichte deuren staat er geen stroom, tenslotte. Om half acht komt de kapitein boven om zijn licht op te steken. Hij praat wat achteruit de hals, maar ja, hij weet ook wel dat de loodsen net als wij slachtoffer zijn. Maar hij zegt tegen de loods dat we er om acht uur mee ophouden. Dan gaat het motortje af en gaan we rust houden. Inmiddels staan we al drie uren stand-by van de ene deadline naar de andere. Om acht uur wil ik net de motor afbestellen als de de volgende deadline doorkomt. Twintig over acht. Dan kunnen we écht door. Dan laat ik toch maar de motor draaien. Om half negen, alweer ruim na de deadline, komt de loods met het bericht dat pas om kwart over elf er een mannetje beschikbaar zou zijn om de boel nu écht te fiksen. Niet voor kwart over elf, zegt zij (het is een vrouwelijke loods). Dat is in ieder geval duidelijk. Ik zeg tegen de bootsman dat ‘ie de mensen kan afbestellen, stuurmachines af, boegschroef af en motor uit. Als ik de telefoon neerleg waarmee ik de kapitein heb ingelicht hoor ik de loods een ietwat ongearticuleerde kreet slaken. “Dit ga je nóóit geloven”, zegt ze. Net dat ik bezig was kreeg zij een telefoontje dat we tóch door konden. Niet met de zuignappen maar op de trossen. Ik vermoed dat er iemand na de tirade van de ouwe op een warm achterwerk getrakteerd is en dat daarna een en ander in een stroomversnelling geraakt is. Uiteraard moesten niet alleen wij wachten, maar alle opvarende en afvarende verkeer was ook gestremd. Er is op St Catherines maar één sluiskolk en als die vastzit is de hele St Lawrence Seaway gestremd. Toen ging het opeens allemaal wel. Na St Catherines is er nog één sluis, de Lambert bij Montreal. Daar moesten we nog voorraden aan boord nemen en de gehuurde spullen afgeven. Dat was twee uren later. Toen waren we er eindelijk vanaf. | |
26-12-20 14:39:05 | Mamsie Oudgediende WMRindex: 46.266 OTindex: 96.110 |
Heb je dus uuuren vastgezeten in die sluis? | |
26-12-20 22:13:29 | nietmeer |
...wat is het verschil tussen een spring en een tros? | |
27-12-20 02:19:26 | Emmo Stamgast WMRindex: 67.660 OTindex: 28.576 |
wortel: Een tros staat vanaf het voorschip naar voren of vanaf het achterschip naar achteren. Een spring de andere kant op, dus naar het midden toe. afbeelding Zie WiKi. @Mamsie: Inderdaad, al met al een uurtje of vier. | |
27-12-20 04:03:13 | Mamsie Oudgediende WMRindex: 46.266 OTindex: 96.110 |
@Emmo: En die daartussen die rechtuit naar de kant gaan, hoe heten die? | |
27-12-20 13:33:05 | Emmo Stamgast WMRindex: 67.660 OTindex: 28.576 |
@Mamsie: Dat zijn dwarstrossen. Breastlines in het Engels. | |
27-12-20 13:36:29 | Mamsie Oudgediende WMRindex: 46.266 OTindex: 96.110 |
Dus op volgorde, tros, dwarstros en spring. En dat tweemaal. Weer wat geleerd. Wat hebben we hier toch een leuke site! Laatste edit 27-12-2020 13:37 | |
27-12-20 13:51:24 | Emmo Stamgast WMRindex: 67.660 OTindex: 28.576 |
Dag: 10 Donderdag 24 december 2020 De volgende dag waren we, eindelijk, op de rivier. Geen gedonder met sluizen meer. Nog een loodswissel bij Trois Rivieres en bij Quebec. Laatste loods eraf bij Escoumins en dan zijn we weer onder ons. Het zal tijd worden. Voor mij wordt het anders een beetje lastiger. Van de Canadezen moest ik veertien dagen in isolatie. En waar ben je beter geïsoleerd dan op een schip. Of die Canadezen dar doorhebben weet ik niet. Voorlopig heb ik op dat gebied alleen maar contact met de Canadese overheid via een gerobotiseerde telefoon. Elke dag moet ik mij melden of ik een pestje opgelopen heb. Dat gaat via een aantal ja – nee vragen. Als je eenmaal gewend bent aan de format en de vragen is dat wel te doen. Probleem is nu dat we binnenkort uit telefoonbereik raken. Die robot zal dat zeker niet snappen, daar is het een robot voor. Via een halve dag zoeken op de, eveneens gerobotiseerde, site van de overheid vond ik eindelijk een e-mailadres waar je een Covid-gerelateerde vraag kon stellen. Krijg ik prompt antwoord, van een robot uiteraard, dat wegens de gigantische drukte het wel vijf dagen kan duren voordat er een antwoord gegeven wordt. Dat is nu zes dagen terug. Soms vraag ik mij af of die schrijvers van zo’n website bij mijnheer Möbius in de leer zijn geweest, of anders bij Escher. Die had ook van die tekeningetjes waarbij je na verloop van tijd weer op hetzelfde plekje uitkomt. Als ik wegens gebrek aan antwoord door moet gaan moet ik overstappen op de satelliettelefoon. Dat zou moeten lukken, maar mijn eerste poging daarmee was nogal onbeholpen. Ik vermoed dat mevrouw de robot de hik krijgt van de tijdvertraging die optreed als je via een geostationaire satelliet belt. Die tijdvertraging is het gevolg van de grote afstand van de satelliet tot de aarde. De tijdvertraging die optreedt is in de orde van 240ms, zowat een kwart seconde dus. Voor een computer is dat een eeuwigheid. Als de loods bij Escoumins eraf is moet de turbine nog gespoeld worden. We hebben op de meren veel langzaam gedraaid en daardoor vervuilt de turbine. De motor wordt dan in z’n vrij gezet en er wordt via een speciale aansluiting water in het rookgaskanaal gebracht. Dat gaat door de turbine die daarmee weer een stukje schoner wordt. Dat duurt ongeveer een half uur. Daarna kunnen we opvoeren, kalmpjes aan om de motor gelijkmatig warm te laten worden. Geen enkele motor vindt het leuk om in één keer op zijn staart getrapt te worden. Tijdens het turbinewassen hangt gelijk de verkeersdienst aan de lijn. Ze zien op de radar dat we gestopt zijn en informeren of alles in orde is. Dat is het, dat was tevoren al afgesproken. Alleen weet die verkeersdienst dat niet. Maar de jongens daar zitten in ieder geval niet te slapen. Dan blijkt dat ik het redelijk goed heb ingeschat. Op de rivier zijn een aantal meldpunten. Bij elk meldpunt moet je als je er bent dat doorgeven, samen met de verwachtte tijd tot het volgende meldpunt. Ik had voor dat turbinewassen een half uurtje gerekend, dus over een stuk waar we normaal gesproken anderhalf uur over doen had ik twee uur gerekend. Omdat we meer dan verwacht stroom mee hadden waren we er een kwartier te vroeg. Dat mag. | |
27-12-20 14:11:26 | nietmeer |
@Emmo: Dank voor de uitleg | |
27-12-20 14:39:08 | Buick Oudgediende WMRindex: 5.640 OTindex: 1.132 |
Er was een vrouwelijke loods aan boord? Ik had zo het idee dat loodsen eigenlijk altijd mannen zijn. Maar ze heten beide loods, dus misschien zijn er wel heel veel vrouwelijke loodsen. | |
27-12-20 15:44:58 | Emmo Stamgast WMRindex: 67.660 OTindex: 28.576 |
@Buick: Vrouwelijke zeevarenden zijn een uitzondering, en daarmee loodsen ook. In de meeste landen moet je een bepaalde maritieme ervaring hebben om in aanmerking te komen voor die job. Uiteraard is er geen enkele echte beperking, behalve een psychologische. Vrouwen kiezen nu eenmaal minder vaak voor een maritieme loopbaan. | |
27-12-20 17:25:57 | omabep Oudgediende WMRindex: 10.841 OTindex: 3.187 |
27-12-20 17:51:32 | Mamsie Oudgediende WMRindex: 46.266 OTindex: 96.110 |
Hoe heet je schip van nu? | |
27-12-20 18:25:57 | Sjaak Moderator WMRindex: 21.411 OTindex: 55.300 |
27-12-20 18:35:51 | Mamsie Oudgediende WMRindex: 46.266 OTindex: 96.110 |
@Sjaak: Ja, dat is 'm. Ik zie hem staan in de stuurhut en hij zwaait naar ons! Bedankt! | |
27-12-20 18:38:58 | Sjaak Moderator WMRindex: 21.411 OTindex: 55.300 |
@Mamsie: Ja, precies. (alleen heet het de brug) Graag gedaan. | |
27-12-20 18:48:24 | Mamsie Oudgediende WMRindex: 46.266 OTindex: 96.110 |
@Sjaak: ow ja, dat is waar ook! | |
28-12-20 13:19:36 | Buick Oudgediende WMRindex: 5.640 OTindex: 1.132 |
@Emmo, je meldde het zo terloops dat ik er eigenlijk overheen las, maar toen nog een keer. Het viel gewoon op haha, je hebt het er nu bijgezet Laatste edit 28-12-2020 13:21 | |
29-12-20 01:07:32 | Emmo Stamgast WMRindex: 67.660 OTindex: 28.576 |
Dag: 11 Vrijdag 25 december 2020 Eerste kerstdag. Om vier uur in de ochtend is het prima weer en we maken een prachtig behoud. Tijdens mijn wacht zakt het allemaal als een plumpudding in elkaar. We varen nog beschut tussen Anticosti en het vasteland van Quebec waardoor er niet zo’n golfoploop is. Maar we hakken aardig als we tegen het verkeerde golfje aanlopen en dan spuit het buiswater tot boven de voormast uit. Op zich niet zo bijzonder, maar gezien de weersverwachting en de beschutting die we nog hebben hadden we het wat vriendelijker verwacht. Gelukkig had de bootsman de boel voorop al in orde gemaakt, gisterenavond toen de loods van boord ging. Alleen achterop lagen de trossen nog aan dek. Die had ik gisteravond eerlijk gezegd vergeten, en dacht er pas aan toen ik na achten nog even de achterdeur dichtdeed tegen eventueel inregen. Toen dacht ik, ach dat komt morgen wel. Maar vanochtend was het toch vies weer. Toch maar die trossen gedaan, want morgen is het, volgens de verwachting, erger. Vannacht het eerste uurtje klok vooruit. Hier zitten we sinds Thunder Bay al vijf uren achter op UTC Universal Time Coordinated), of GMT (Greenwich Mean Time) zoals het vroeger heette. In totaal moeten we zes uur doen, want België zit op één uur vroeger. Hier doen we het om middernacht, waarbij de tweede en derde stuurman het uur delen. Die lopen dus elk drieënhalf uur. Op andere schepen heersen andere gewoonten. Gewoonlijk beslist de kapitein. Kerstfeest wordt min of meer traditioneel gevierd. We hebben een varkentje aan het spit. Gewoonlijk wordt die op het achterdek geroosterd, maar hier in de Golf van St Lawrence is dat geen doen. Het roosteren vindt dan maar plaats in de machinekamerwerkplaats. Daar is behoorlijke ventilatie en de ruimte. Kerstcadeautjes hebben we van het Comité Kerstfeest op Zee, een organisatie op min of meer religieuze basis met een aantal vrijwilligers, meest zeemansvrouwen, die voor een stichtelijk woord en kerstcadeautjes voor zeelieden zorg draagt. Daarnaast hebben we nog een doos van de rederij en tot slot de man een tasje met spulletjes van het zeemanshuis in Thunder Bay. Een zeemanshuis is een instelling die soms om nationale grondslag en meestal vanuit religieuze basis zorg draagt voor het wel en wee van zeelieden in de havens. Ze leveren vooral praktische hulp maar ook religieuze ondersteuning als daar behoefte aan is. Vaak is er een barretje, je kunt er kleine zaken kopen als tandpasta en tandenborstels, souvenirs en snuisterijen. Vaak hebben ze gedoneerde boeken en tijdschriften beschikbaar. Over het algemeen worden deze instellingen zeer gewaardeerd al hebben de bemanningen gewoonlijk maar weinig tijd om van de faciliteiten gebruik te maken. Alle geschenken zijn van te voren genummerd en op het moment suprême trekken we lootjes zodat iedereen aan zijn trekken komt. De wacht wordt voor de gelegenheid tijdelijk afgelost, zodat die ook kan meedelen. Als het zwijntje voor consumptie gereed is wordt hij in de messroom uitgestald. Dan is het de vraag wie hem mag aansnijden. Meestal wordt daar de jongste aan boord daartoe geprest. Die heeft de minste ervaring en maakt tot hilariteit van de rest, de grootste brokken. Toch krijgt hij, na gedane arbeid, een welverdiend applaus. Daarna is het karaoke. Voor het Filipijnse gedeelte van de bemanning is er geen feest compleet zonder dat. | |
29-12-20 01:08:15 | Emmo Stamgast WMRindex: 67.660 OTindex: 28.576 |
Dag: 12 Zaterdag 26 december 2020 De dag na de slachting. De messroom mag wel weer een beurt hebben want de boel pikt vanjewelste. Er is een beetje gemorst hier en daar. Met de nadruk op het woordje “en”. Ook is het hoognodig dat de vuilnis wordt aangepakt. Gek genoeg mocht er geen huisvuil aan de wal worden gegeven in de laatste havens, hoewel dat een internationale verplichting is. De bakken die we daarvoor hebben puilden al weer aardig uit. Maar er zijn landen en havens die denken dat als je het aanlanden verbied je er dan mooi af bent. Schepen blijven er dan mee zitten en ik kan me dan voorstellen dat er collega’s zijn die het dan net buiten de haven overboord kieperen, hoewel dat tegenwoordig streng verboden is. Hier hebben we een verbrandingsoven waar we de meeste zaken in kunnen verbranden. Dan wordt in ieder geval het volume veel kleiner. De as moeten we dan wel weer officieel afgeven. Het gekke is eigenlijk dat de schepen regelmatig gecontroleerd worden op hun afvalhuishouding. Dat gebeurt zowat elke tweede of derde haven wel eens. Maar dat havens worden aangepakt voor het niet naleven van de internationale voorschriften, daar heb ik nog nooit van gehoord. Een ander punt is dat het voor havens voorgeschreven is het afval van schepen aan te nemen. Ze zijn echter vrij om daarvoor de tarieven vast te stellen. Ergens in Brazilië zouden we eens vijftienhonderd dollar de kuub moeten betalen. Dan is een blikje Fanta goedkoper als het vol is dan wanneer het leeg is. Ook maar weer begonnen met de daagse kompasfoutcontroles, de zogeheten azimutjes. In het kort, je peilt een astronomisch object, zon, maan,ster of planeet. Reken uit waar die zou moeten staan aan de hand van positie en tijd en het verschil is je kompasfout. Dat kost maar een paar minuten. Dit keer had ik Venus te pakken. Die stond als ochtendster kort voor zonsopkomst vlak boven de horizon. Over de dag is het rustig. Dat is het wel vaker na zo’n slachtpartij. De haven van bestemming begint zich ook te roeren. Ik mag het vuilnislijstje invullen. Wat gaan we over een week aan gesorteerd huisvuil afgeven, hoeveel zullen we niet afgeven en waar zullen we het dan wel afgeven. In huis-tuin-en-keukentaal betekent dat: welke kliko’s zet je eerstvolgende keer bij de straat, hoeveel zal er inzitten en hoeveel zul je de daaropvolgende keer aan de straat zetten. Soms lijkt het er op dat de controlerende ambtenaren echt om werk verlegen zitten. Al heb ik niet het idee dat er ook maar iets met die lijstjes gebeurt. In de middag komt de mist opzetten. Zicht is misschien een mijl. Er vaart een collega met zowat de snelheid met ons mee op een afstand van een mijltje of twee, zowat vier kilometer. Die is niet te zien, het zicht is dus minder. Voor ons is dat krapaan. Liever zien we verder. Net voor het einde van mijn wacht, om een uur of zeven plaatselijke tijd, komt dat schip toch in zicht. Als wij een half uur later bij Miquelon ten zuiden van Newfoundland naar het oosten draaien vaart zij rechtuit. De afstand wordt groter en zij raakt weer uit zicht. Morgenochtend zijn we Newfoundland voorbij en hopelijk zijn we dan die mist kwijt. In ieder geval is de weersverwachting gunstig. | |