hr
jaargang -24 - laatste artikel 23-4 18:00 - 76020 artikelen -

Home
Forum
Lid worden

Leden
Gebruikersnaam:

Wachtwoord:

Login onthouden

Login via:
Wachtwoord vergeten.

Het Forum

· [MED] Mededelingen
· [SUG] Suggesties
· [M&S] Moppen/Spelletjes
· [CUL] Kunst & Cultuur
· [OFT] Offtopic
· [G&C] Games & Computers
· [WMO] Wat me is overkomen
· [VDS] Vragen des levens
· [POL] Politiek
· [CON] Consumenten forum


moppen en spelletjes - moppen en spelletjes - moppen en spelletjes


1 2 3 4 .... 204 205 206 [207] 208 209 210 261 262 263 264

Fantasy Roleplay-

22-02-13 12:49:34
linctus
Oudgediende


WMRindex: 1.339
OTindex: 17.058
Seconden werden minuten, minuten werden uren, uren werden dagen, dagen werden maanden, maanden werden jaren Linctus opende langzaam zijn ogen. Het licht deed pijn dus kneep Linctus zijn ogen een beetje dicht. Linctus liet zijn ogen wennen aan het licht. Hij opende zijn ogen en stond op. Het voelde alsof hij herboren was. Alweer.

22-02-13 13:36:58
Madarian
Oudgediende


WMRindex: 2.597
OTindex: 5.605
Madarian vindt al snel het punt waar hij bewusteloos geslagen is. Van daaruit volgt hij de aanwijzingen verder op. Dan komt hij aan bij de boerderij waar hij moest wezen. Het is dezelfde als waar die landarbeider werkt. Madarian loopt het terrein op, en ziet vanuit z'n ooghoeken dat de landarbeider hem ziet en wat vreemd kijkt. Vooral als Madarian het pakketje afgeeft en betaald krijgt.

Madarian draait zich om, verlaat de boerderij, gaat richting het warenhuis en wacht af of de landarbeider z'n gezicht laat zien.

22-02-13 13:45:31
nietmeer
Offtopic:
Welkom (terug), Linctus :D.
Vàilan cirkelt een paar rondjes boven een deel van het bos, maar kan door het dichte bladerdek niet veel zien. Hij besluit dan maar om naar het beekje terug te gaan. Hij zoekt een zo geschikt mogelijke plek uit om zonder al te veel moeite te landen en loopt rustig naar het water. Zodra hij zijn weerspiegeling ziet, merkt hij dat er wat bladeren in z'n veren hangen.
Ziet er eigenlijk wel leuk uit zo. Hij besluit toch om ze één voor één van zich af te halen. Hij slaat een paar keer met z'n vleugels om ook daar de resterende bladeren uit te halen. De zilveren veren schitteren in het zonlicht, en veroorzaken eveneens een felle schittering in het water.
Nou, waar ben je? Vàilan kijkt heen en weer, maar er is niemand.
Zou het helpen als ik dat meer ga zoeken? Er zijn diverse meren in de buurt. Maar geen van die meren lijkt op wat ik gedroomd heb. Zul je hebben dat het zo ver weg is dat ik weken moet reizen. Ik hoop 't niet.
Hij gaat zitten en blijft geduldig wachten. Af en toe komt er een nieuwsgierig konijn kijken, maar zodra hij een kleine beweging maakt, schiet het dier snel weer een hol in. Opeens hoort Vàilan in de verte iemand zingen. Hij kan niet verstaan wat er gezongen wordt, maar de klanken maken zich meester van hem. Zonder het zelf goed en wel door te hebben steekt hij het beekje over en loopt in de richting van waar het zingen vandaan komt.
Zo zuiver...zo mooi. Vàilan loopt verder, totdat hij bij een dikke, eeuwenoude eik terecht komt. De stem lijkt uit de eik te komen. Dan houdt het zingen op, en Vàilan kijkt om zich heen.
Oh jee...waar ben ik?
"Veilig," klinkt een stem, die kennelijk op de hoogte is van Vàilan's gedachten.
Die stem! Waar ben je? Kom tevoorschijn!
Van achter de eik komt ze tevoorschijn: de jongedame waar hij al zo vaak over had gedroomd. Ze glimlacht vriendelijk naar hem, en strijkt een paar keer met haar handen door haar zwarte, lange haren.
Kwelgeest! Wat moet je toch steeds in mijn dromen? Ik word er gek van!
"Wat? Jij droomt over mij? Ha, wat leuk. Waren het...prettige dromen?" vraagt ze.
Niet echt. Ik zie je steeds bij een meer, en telkens wordt het water zwart en begint te leven. Of je zegt 'tot ziens' tegen me waarna je verdwijnt.
"Hm," zegt de vrouw. "Interessant. Ik kan je vertellen dat ik niet met je dromen loop te knoeien...niet bewust in elk geval. Ik had eerlijk gezegd verwacht dat je me wel zou herkennen. Zoveel ben ik nou eenmaal niet veranderd..."
Waarom zou ik jou moeten herkennen?
"Vàilan toch...weet je het niet meer?"
Ik...hoe...nee. Ik weet het niet meer. Vertel op, waar kennen wij elkaar van?
"Oh, dat is al zo lang geleden. Jij was volgens mij nog maar een jaar of twee oud. Ik zag je met een bal spelen in het bijzijn van die ouwe...hoe heet hij ook alweer...Augus. Ja, die."
Je leefde toen in de stad?
"Nou ja, leefde is een groot woord. Ik kwam er veel. Op die bewuste dag was je zo druk achter die bal aan het aanrennen dat je niet doorhad dat je richting een trap rende waar je van af had kunnen vallen. Als ik er niet gestaan had was je inderdaad een end naar beneden gemieterd. Ik gaf je die bal terug en aaide je een paar keer over je kop voordat je weer de andere kant op rende."
Is me niets van bijgebleven.
"Spijtig. Ik vond je zo schattig. Moet je kijken hoe groot je bent geworden. Fascinerend...hoe is het met de ouwe?"
Dood.
"Oh. Excuseer."
Geeft niet. Ik heb je verder nog nooit in de stad gezien, hoe kan dat?
"Ik ben er een beetje...verbannen. Ik kan het uitleggen."
Doe dat. Maar dan wil ik wel eerst weten hoe je heet.
"Fyona."
Geen achter- of familienaam?
"Nee,"
Nou goed dan...vertel je verhaal. Ik ben benieuwd.

22-02-13 14:38:44
Madarian
Oudgediende


WMRindex: 2.597
OTindex: 5.605
Madarian verplaatst de lichamen en zet ze beide op een stoel, met de rug naar de deur. Hij begint het warenhuis te doorzoeken en kijkt of hij veel spullen kan vinden. Hij vindt geregeld wat los geld. De meeste spullen lijken niet veel waard. Sommige spullen wel, maar Madarian heeft geen opbergplek, en ook geen heler. Wel vindt hij ergens een lichtbruine mantel met kap. Hij doet de mantel om. Deze is nu van mij. Dan hoort hij de deur open gaan. Een opgewonden stem klinkt: "Ik zag hem lopen. Waar zijn jullie?" Madarian duikt snel achter een stapel goederen. De landarbeider komt binnenlopen. Nou al?Madarian sluipt dichterbij. De landarbeider gaat het kantoor binnen. "Ik zag..." De landarbeider pakt een stoel en schuift deze wat naar achteren. Het lijk valt op de grond. De landarbeider kijkt naar de tweede. Dan draait hij zich om, en krijgt meteen een dolksteek in de buik. Madarian steekt meerdere keren voor de landarbeider in elkaar zakt. Madarian snijdt dan de keel door. Daarna fouileert hij het lijk. Nog wat geld terug. Dan gaat hij naar buiten. Aan de zon te zien is er wat meer tijd verstreken dan hij gedacht had. Hij gaat terug naar de koeriersdienst. Gymir wacht al op hem en zegt: "Waarom duurde het zo lang?" Madarian: "Klein probleempje gehad. Maar het pakket is bezorgd. Zijn er nog meer?" Madarian begint om zich heen te kijken. Dan ziet Gymir de gehechte wond. Gymir: "Dus toch... De wachters kwamen al vragen of we een nieuwe koerier hadden. Was je overvallen?" Madarian: "Ja. Maar dat probleem is opgelost." Gymir: "Ik... zal niet om details vragen. Des te minder ik weet des te beter denk ik. Bedankt als het inderdaad gelukt is. Ik heb op dit moment nog één pakketje om te bezorgen. Die moet naar de wachttoren. Gaat het verder wel goed met je?" "Ja hoor." zegt Madarian. Hij pakt het pakketje aan en vertrekt.

22-02-13 19:53:03
DoccieDraaiorgel
Erelid


WMRindex: 151
OTindex: 5.767
S
Offtopic:
Klein inleidend stukje van mij. :ja
Lilfaen de elf. 8)
De gemantelde figuur te paard was al een tijdje onderweg. Zijn stemming was somber, en zijn paard moe. "We moeten er bijna zijn ..." mompelde hij tegen zijn paard.

Enkele uren later ging hij een heuvel over, en stond hij stil. "O Thylis, stad van Aleria, u bent beeldschoon." Hij floot zachtjes van onder de kap van zijn mantel. "Hup, mijn vriend. We moeten voor de avond bij de poort zijn."

Later, hij wist niet hoeveel, was hij eindelijk dichtbij de poort. In plaats van af te remmen en af te stappen, zoals te doen gebruikelijk was, bleef hij in volle vaart doorrijden. Hij pakte een beursje, met een zilverstuk, en gooide het en passant naar de wachten, die hem stomverbaasd nakeken.
Eenmaal binnen merkte hij dat de stad uit meerdere lagen bestond. Hij besloot om in de op één na binnenste ring een herberg te zoeken.

"Naam?" vroeg de herbergier nors. De figuur had inmiddels zijn kap afgedaan. Eronder school een gezicht, een weinig te fijn voor een mens, maar een weinig te grof voor een elf. In dat gezicht, bijna perfect gelegen, lagen twee sprankelende, donkergroene ogen, en schouderlang paars haar. "Moet u dat echt weten, heer herbergier?" vroeg hij. "Naam?" herhaalde de herbergier. "Lilfaen van de elfen." "Speling?" "L-I-L-F-A-E-N" spelde Lilfaen. "Heer herbergier, kunt u mij niet herkennen aan mijn uiterlijk?" "Nee. Je hebt kamer 20, trap op, nog een trap op, eerste rechts. Hier is je sleutel." Lilfaen nam de sleutel in ontvangst. "Dank u, heer herbergier." De herbergier gromde wat, en veegde hem uit de weg.

22-02-13 21:14:25
nietmeer
Réynard glipte tussen de benen van de mensen door. Enkelen sprongen verschrikt opzij, maar de meeste mensen merkten het niet eens. De rode vos volgde de geurspoor die Noire had achtergelaten. Haar geur was vermengd met die van de eenderen. Réynard begon te watertanden en likte een paar keer zijn neus vochtig.
Al gauw kwam Réynard uit op een klein pleintje. Hij zag Noire op een ongemakkelijk bankje zitten met haar rug gebogen en haar kap nog steeds op. Ze hield het zakje met de goudstukken in haar vuist vast. De eenderen hield ze vast in haar andere hand. Réynard kefte zachtjes voordat hij naar Noire toesprong. In een reflex vind zij hem op op haar schouder. Réynard duwde zijn snuit tegen Noire's wang. "Eend", brabbelde hij en keek naar Noire's hand.

22-02-13 21:55:47
nietmeer
Offtopic:
En welkom (terug), Doccie! :P
"Het gebeurde niet zo gek lang nadat we elkaar voor het eerst ontmoetten," zegt Fyona, nadat ze op een rots is gaan zitten.
"Ik was naar de stad gekomen omdat ik op zoek was naar een voorwerp. Ik had gehoord dat het in de mijnen gevonden was, en dat de mijnwerkers die het opgegraven hadden het hadden rondbazuind aan hun collega's. De opzichters hebben het object meteen verwijderd en naar de stad gebracht voor onderzoek."
Wat voor voorwerp?
"Kom ik zo op. Het object zat in een verzegeld, gouden kistje. Ik weet dat, omdat ik het zelf gezien heb. Mijn zoektocht, en het slagen ervan, heeft tot mijn verbanning geleid. Maar goed, het object werd, nadat het in de stad was aangekomen, door enkele geleerden onderzocht. Die onwetenden wisten niet met wat ze te maken hadden. Ze konden de inscripties niet lezen, en merkten alleen op dat er een paar drakenfiguren in waren gegraveerd. Ze dachten, vanwege de kwaliteit, dat het een vrij nieuw kistje was en dat het nooit zo lang in de grond gelegen had kunnen hebben. Puh, als ze eens wisten! Dat kistje had daar al eeuwen gelegen. Op straat hoorde ik gepraat over 'dat ene kistje', en ik probeerde te achterhalen waar het zich bevond. Mij werd verteld dat het inmiddels naar het kasteel was gebracht om opgenomen te worden in de koninklijke schatkamer. Ik wist niet wat ik hoorde! Ging men dat ding echt gebruiken om mee te pronken? Ik moest en zou dat kistje in handen krijgen, voordat er verkeerde dingen mee zouden gebeuren."
Fyona pauzeert even en kijkt Vàilan aan met een schuldige blik.
"Ik heb...mij op niet al te nette wijze toegang verschaft tot het kasteel. Die wachters dachten dat ze mij, 'een gewone jongedame' wel even konden hebben. Nou, dat hebben ze geweten. Ik greep de eerste de beste wachter die ik in het kasteel tegenkwam en dwong hem mij te vertellen waar de schatkamer zich bevond. Toen hij dat weigerde, en ik na aandringen nog geen antwoord had, heb ik hem maar...verwijderd. Het duurde niet lang voordat mijn aanwezigheid bekend was, want in mijn onvoorzichtigheid was ik al opgemerkt. Ik heb het zo netjes mogelijk gehouden, net zo lang tot iemand mij kon vertellen waar het kistje lag. En diegene die het vertelde was de moeder van die huidige koningin die nu de troon in bezit heeft."
Heb je haar erg veel moeten laten lijden?
"Nee, haar wachten hadden echter minder geluk. Ik heb er spijt van nu ik er over nadenk, maar ik werd zo bevangen door die drang om het kistje te vinden dat ik mezelf niet meer onder controle had. Nou goed, ik had uiteindelijk de schatkamer gevonden...en inderdaad, het kistje stond netjes onder een stolp in het midden van de ruimte. Op het moment dat ik het naderde voelde ik een wat rare tinteling in m'n hele lichaam, iets wat ik ook voelde toen het kistje aan de oppervlakte kwam...dus eigenlijk had ik het niet van horen zeggen...ik wist het! Ik liep voorzichtig naar het voorwerp, terwijl ik tot Malassa bad voor kracht. Ik wist al wat er in zat...het kon niet missen. Ik tilde het glas op en smeet het weg. Het kisje leek te gloeien in mijn aanwezigheid. Ik las de inscriptie voor, en het ding opende. En inderdaad...het zat erin. Een kleine flacon, met drakenfiguurtjes van edelstenen erop gezet. Het was gevuld met een bloedrode vloeistof. Drakenbloed. En niet van de eerste de beste draak."
En toen?
"Ja...en toen...,"

Offtopic:
Maar dat komt morgen pas (A) (6)

22-02-13 22:28:03
Madarian
Oudgediende


WMRindex: 2.597
OTindex: 5.605
Madarian komt bij de wachtpost. Daar hoort hij een paar wachters praten over de grot met een groot aantal gevonden spullen, en de dode rovers. Een paar andere wachters hebben het over een paar lijken in een warenhuis. En weer andere hebben het over een man die bewusteloos was, en een wachter een gebroken neus geslagen heeft. Het incident over de griffioen die op het plein landde, en een landarbeider toetakelde ontbrak ook niet. Madarian begint het een beetje warm te krijgen. Dan hoort hij een wachter hardop denken: "Zou die griffioen de landarbeider te pakken genomen hebben?" Een andere wachter: "Heb je klauw of snavelafdrukken gezien? Ik niet." Madarian geeft het pakketje af, krijgt er geld voor en draait zich om. Madarian schrikt. Vlak achter hem staat de wachter met de gebroken neus. Wachter: "Jij?" Madarian blijft stil en kijkt de wachter ietswat angstig aan. Wachter: "Eigenlijk zou ik je moeten arresteren voor het slaan van een ambtenaar in functie. Maar volgens de arts wist je niet wat je deed." De wachter kijkt naar de reactie van Madarian. Er was geen lichamelijke reactie. Madarian antwoord: "Sorry. Ik wist niet dat het wachters waren. Ik wist niet wat er aan de hand was." De wachter had genoeg aan dat antwoord. Hij knikt, draait zich om, gaat naar een leeg bed toe en gaat liggen met een paar extra kussens onder z'n hoofd. Madarian verlaat de wachttoren en besluit naar de herberg te gaan.

Als Madarian de herberg binnen gaat, ziet hij iemand met paars haar die aan de kant wordt geduwd door de waard. Hij had nog nooit iemand met paars haar gezien. Verder vindt Madarian die paarsharige er ietswat vreemd uit zien. Madarian kijkt even naar hem, en gaat dan naar de waard toe. Madarian "Hoeveel kost een kamer, en is er nog eentje vrij?" De waard zegt nors: "15 goud. Kamer 21 is nog vrij. Naam?" Madarian noemt z'n naam en geeft 15 goudstukken. De waard: "Waar heb ik die naam eerder gehoord? Ach, wat maakt het uit." De waard schrijft Madarians naam op, geeft de sleutel en vertelt waar de kamer is. Madarian gaat naar boven, maar hoort de waard z'n naam nog een paar keer noemen. Waard: "Waar heb ik die naam eerder gehoord?"

23-02-13 09:40:12
nietmeer
"Ik durfde dat flesje niet aan te raken, en bleef er maar naar kijken. Na lang aarzelen besloot ik dat ik niet kon weglopen, en pakte het flesje met twee handen beet. Had ik 't nou maar voorzichtig gedaan...ik kreeg het ontzettend koud en voelde m'n hele lichaam trillen. En...toen zag ik haar."
Malassa?
"Nee...niet Malassa. Ik zag háár. Asha."
Da's een zeldzame ontmoeting.
"Dat kun je wel zeggen. Ik wist wel dat het bloed in dat flaconnetje van haar was. Ze keek me aan en leek ermee in te stemmen dat ik het flesje onder m'n hoede zou nemen. Op het moment dat ze verdween, verging het kistje tot grijze stof. Ik hoorde een handjevol wachters naar elkaar roepen. Twee van hen kwamen de schatkamer in en bevalen mij om het voorwerp af te staan. Nee, zei ik. Dit voorwerp is niet veilig in jullie stad. Ik moet het meenemen. De wachters kwamen dreigend op me af, maar ja...zij wisten nog niet af van mijn krachten. Ik heb ze niet gedood, voor de verandering. Zo snel als ik kon begaf ik me weer naar de troonzaal, en toen ik daar eenmaal weer was hield ik het flesje omhoog en legde uit waarom ik het kwam halen. Ik zei, dat als het flesje in de stad zou blijven, het mogelijk draken kon aantrekken, draken met niet altijd even goede bedoelingen. Dat ik er nu was, was goed nieuws, want ik wilde alleen maar voorkomen dat het erger zou worden. Ook zei ik dat de inhoud behoorlijk veel schade kon aanrichten als het in verkeerde handen zou vallen. Helaas, helaas...die koningin vond het onzin. Ze beschuldigde me van inbraak, mishandeling, moord, diefstal en wat al niet meer. Tja, ik had wel wat verkeerde dingen gedaan natuurlijk. Gelukkig besefte ze wel dat het zinloos zou zijn om mij te arresteren, en daarom sprak ze een ban over mij uit. Ik had mijn doel bereikt, en zou berusten in mijn 'straf'. Ik verliet nog diezelfde avond de stad en ben er sindsdien niet meer geweest."
Heb je het flesje nog steeds?
Fyona graait in een binnenzak van haar kleding en haalt het flesje tevoorschijn.
"Ja," zegt ze. "Nog ongeopend."
Wat kun je ermee?
"Veel. Ik weet niet eens alle mogelijkheden, maar wat ik wel zeker weet, is dat degene die van dit bloed drinkt zelf een draak wordt, en een behoorlijk machtige ook nog. Vandaar dat dit in verkeerde handen slecht zou kunnen uitpakken."
Trekt het nog steeds andere draken aan?
"Nee, dat gebeurt alleen als het voorwerp nog onbeschermd is. Nu heb ik het bij me."
Dus, Fyona...je bent een draak. Interessant.
"Net zo zeldzaam als jij,"
Draken zijn niet zeldzaam, Zilvervleugels daarentegen wel.
"Toegegeven. Maar wat ik bedoel, is dat ik wel apart ben. Dat heeft vooral met mijn geboorte te maken. Eens in de vierhonderd jaar wordt de zon volledig verduisterd door de Zwarte Maan, en toen dat voor het laatste gebeurde werd ik geboren. Op zo'n moment uit je ei kruipen is natuurlijk erg speciaal, en ik werd, zeker omdat Malassa draken zeer hoog in aanzien heeft omdat ze er zelf eentje is, door die Malassa...'uitgekozen'. Daardoor beschik ik over...mogelijkheden die verder gaan dan bij 'gewone' draken."
Zeer interessant. Ik hoop dat je bedoelingen niet net zo duister zijn als jezelf?
"Bij lange na niet. Slechts mijn exterieur is zwart, maar van binnen ben ik poeslief. Nou ja...ligt ook aan anderen hè?"

23-02-13 11:11:56
Madarian
Oudgediende


WMRindex: 2.597
OTindex: 5.605
Offtopic:
De interne klok van Madarian is niet ingesteld op een dag/nacht ritme door de mijn waar hij gevangen zat. Het kan dus elke tijd zijn die jullie willen.
Madarian besluit meteen naar z'n kamer te gaan. Hij is moe. Op weg naar de kamer loopt die paarsharige persoon een beetje in de weg. Die zit tijdens het lopen om zich heen te kijken naar wat zich allemaal afspeelt. Madarian denkt een gaatje te zien en probeert de paarsharige te passeren. Dan maakt die een overwachte beweging en raakt Madarian in z'n gezicht. De paarsharige lijkt geschrokken en zegt iets, maar Madarian kan het niet verstaan door het lawaai van de anderen in de herberg. Hij negeert de paarsharige en loopt verder naar z'n kamer. Daar aangekomen doet hij meteen de deur op slot en kijkt daarna naar z'n kamer. Een kledingkast, een ladekast en een tweepersoons bed. Hij trekt z'n kleding uit en gaat op z'n buik op het bed liggen. Z'n voeten steken over de rand uit. Dan gaat hij schuin liggen, onder de dekens. Wat heerlijk zacht. Beter dan in de mijn. Hij sluit z'n ogen. Hij voelt z'n hoofd aan de voorkant en achterkant. Even later valt hij toch in slaap.

23-02-13 12:06:02
nietmeer
Offtopic:
Da's mooi, want volgens mij is het nog gewoon 'overdag' - middag of zo :P. Tenzij iemand andere plannen heeft.
Ja, dat ligt inderdaad aan anderen. Goed...en nu?
"Weet ik niet."
Oh ja...hoe kan het dat ik steeds over je droom? Waarom ben je nog steeds in de buurt van de stad?
"Ik kan je dromen niet verklaren, helaas. Misschien dat we door hogerhand worden gestuurd om elkaar te ontmoeten? We zijn twee speciale wezens op deze aarde, nietwaar?" Fyona staat op en bergt het flesje weer op.
"Ik ben sinds een week weer in de buurt, maar voorheen zat ik ver weg. Waarom ik hier ben, weet ik niet echt. Het heeft geen reden, denk ik, gewoon een beetje rondzwerven en zo."
Wil je proberen om de stad in te gaan?
"Ik weet niet of men mij vergeten is...de huidige koningin zal me nog wel herkennen. Ik weet het niet, het lijkt me niet zo'n goed idee."
Kom nou toch, zo'n machtige draak als jij laat zich toch niet tegenhouden?
"Ik ben terecht verbannen, waarom zou ik daar tegenin gaan?"
Tja, dat moet je inderdaad zelf maar weten. Goed, nu ik tenminste wat zekerheid heb kan ik hopelijk een keer rustig slapen. Het was leuk je gezien te hebben.
"Wacht...wil je 't niet zien?" Vàilan, die al weg wilde lopen, draait zich om.
Oh ja, dat wil ik best wel zien. Fyona kijkt om zich heen.
"Het zou hier kunnen, maar dat wordt krap. Ik denk dat we maar even het bos uit moeten." Terwijl ze richting de rand van het bos lopen, komt Vàilan met een opmerking:
Je hebt dat flesje dus in je kleding zitten, maar waar blijft het als je verandert?
"Volgens mij versmelt het ding dan met de rest...zodra ik zo rondloop kan ik het flesje makkelijk tevoorschijn halen, maar ik denk dat als ik veranderd ben dat het met geweld uit mij gehaald moet worden. Grappig, ik heb er eigenlijk nog nooit over nagedacht."
Het maakt dus letterlijk deel uit van jezelf.
"Ja, ik ben vereerd met de taak om het flesje te bewaken. Er zijn ergere dingen, weet je." Fyona wrijft over haar hoofd en moppert.
Ha, heb jij daar ook al last van?
"Helaas wel," zegt ze. "Kom, laten we snel dit bos verlaten voordat het erger wordt."
De twee bereiken de rand van het bos en kijken richting de boerderijen.
"Showtime," zegt Fyona.
Wat staat mij te wachten? Zie je er nog steeds zo leuk uit in draakvorm?
"Uiteraard. Ik behoud altijd mijn schoonheid, schat. Je zal niet snel een mooiere draak tegenkomen."
Nou, zo kan ie wel weer, hè?
Fyona port hem in z'n zij, loopt een eindje verder en verandert.
Oh ja...draken zijn inderdaad zo groot. Weet ik ook eens hoe dat voelt. Fyona draait zich om en lijkt te glimlachen.
Nou, wat vind je ervan? vraagt ze
Vàilan blijft nog wat verbaasd naar haar kijken.
Zeer indrukwekkend, is zijn antwoord. Fyona schudt een paar keer met haar kop en laat haar zwarte haren/manen heen en weer wapperen.
Fyona...weet men in die stad eigenlijk nog wel dat je een draak bent?
Waarschijnlijk niet. Daar gaan we maar eens verandering in aanbrengen! Vàilan rent haar voorbij en draait zich om.
Geen gekke dingen doen, hè? Dat zal ik nog lang te horen krijgen. Fyona houdt haar kop schuin en kijkt hem aan.
Maak je geen zorgen, schat. Ik ben niet van plan om de stad te slopen. Ga jij maar alvast vooruit om mij aan te kondigen, voor zover dat nog nodig is. Vàilan vliegt naar de stadspoort en Fyona begint er naartoe te lopen. Ondanks dat haar aanwezigheid al lang opgemerkt is en enige paniek veroorzaakt, loopt ze doodgewoon naar de stadspoort alsof het de normaalste zaak van de wereld is.

Offtopic:
Ik moet écht eens wat minder typen xD.

23-02-13 12:42:11
nietmeer
Weer duwde Réynard zijn natte neus tegen Noire's wang. Toen Noire er niet op reageerde, zette Réynard zijn tanden in haar kap en trok deze eraf. "Je valt op", zei hij zachtjes. Hij legde een poot neer op haar hoofd en stak zijn kop de lucht in. "Ik ruik iets sterks, maar ik ken het niet." Een koude wind zorgde ervoor dat Réynard zijn oren in zijn nek zette. Jankend sloeg hij zijn staart over zijn snuit. "Wat is er?", vroeg Noire toonloos. Réynard gromde kort, omdat Noire wel moest weten waarom hij jankte. Hij zuchtte en zei "Zoek eens naar een herberg. Het is koud. Daar eten we wel eend."

"Vijftien goud.", bromde de man. Zijn voorhoofd heeft zware rimpels en zijn blik was nors. Noire staarde dom de man aan. Ze wist niet wat hij bedoelde. Ongeduldig zei hij "Vijftien goud. Anders pak ik je bont wel." Hij greep Réynards staart vast. Réynard schrok op uit zijn slaap en begon hevig te piepen. Ietswat geschrokken trok de man zijn hand weer terug en herstelde zich. "Dame, schiet eens op."
Noire's mond viel open en het leek alsof haar lippen "Oh" zeiden. Ze haalde het zakje met de goudstukken tevoorschijn. Eén voor één legde zij de goudstukken neer op de toonbank. "Goed", bromde de man. "Naam?" "Noire", antwoordde ze. De man knipperde zijn ogen toen hij de vreemde naam hoorde. "Spel het." "Ahm", begon Noire. "Nu - oe - rrrr." "Ongelooflijke kind", mompelde de man. "Goed. Noerrrr. Kamer 22." Noire bleef staan, niet wetend wat de man bedoelde met kamer 22. Réynard hapte in haar oor en beval haar te gaan lopen.

Réynard sprong van Noire's schouder af en rende naar het bed. "Deur dicht. Op slot.", riep hij naar haar. Ze deed wat hij van haar wilde en deed zachtjes de deur dicht. Het kostte haar een beetje moeite om te zien hoe het op slot moet. Toen ging Noire naast hem zitten op het bed. Réynard sprong van het bed af en rende naar de deur. Hij snuffelde eraan en rende toen naar het raam. Hij sprong op het vensterbank en zette zijn poten tegen het glas. "Yuk", zei hij. "Uitzicht op alle armen." "Armen?", zei Noire vragend. "Ik heb ook armen. Wat is daar mis mee?" Réynard lachtte om Noire's domheid. Het was makkelijk om zo'n iemand te bevelen, maar het kon je ook ongelooflijk irriteren.
Réynard sprong van de vensterbank af naar het bed, maar haalde het net niet. Hij klapte met zijn bek tegen het bed en viel op de grond. Snel krabbelde hij erop. "Eend, eend, eend!", blafte hij. Noire had nog steeds de drie eenderen stevig vast. Ze legde ze neer op het bed. Réynard snuffelde eraan, waarna hij zijn kop ertegen aan wreef. "Ooh, Noire. Het ruikt zo heerlijk en het is nog eens warm." Hij nam snel een hap en schrokte het naar binnen. Toen nam hij de kop van één eend in zijn bek en legde deze neer op jouw schoot. "Jij moet ook eten. Je hebt de hele dag niks op."

23-02-13 13:56:59
nietmeer
Offtopic:
Lol, jullie zitten allemaal bij elkaar :P.
"DRAAK!" roept een wachter vanaf een uitkijktoren. Meteen is elke soldaat op en rond de stadsmuren in rep en roer. Er wordt op een alarmhoorn geblazen en al vrij snel daarna staan er horden boogschutters op de muur.
In ieder geval zit het nog goed met de mobilisatiesnelheid, merkt Vàilan op. De mensen in de stad zoeken snel een veilig heenkomen, en de boeren op het land vluchten hun huizen in. Vàilan landt op een toren en verandert terug.
"Vrees niets, soldaten. Zij doet niks!"
"Hoe weet jij dat nou?" roept een luitenant.
"Ik ken haar!" antwoordt Vàilan. Fyona is inmiddels gaan zitten in afwachting van wat Vàilan mogelijk kan bereiken. De luitenant beveelt de boogschutters om hun wapens op haar gericht te houden.
"Niet doen, het zal toch niks uitmaken," roept Vàilan.
"Jij geef hier niet de bevelen! Vertrek naar je nest of zo, maar laat dit aan ons over. We hebben je niet nodig!" roept de luitenant. "Oké mannen, blijf paraat. Niet schieten totdat ik het bevel geef!" Een van de boogschutters vuurt toch per ongeluk een pijl af.
"Oh oh,"
"Idioot!" sist de luitenant. De pijl raakt Fyona's poot, maar ketst af.
"Grrrrrrrrrrrr,"
"Laat ze eens zien wat je in huis hebt!" roept Vàilan. Fyona draait wat rondjes en denkt na of dat wel zo'n goed idee is. Toch besluit ze om eenmalig even haar dominantie te tonen. Ze spreidt haar vleugels, gaat kort op haar achterpoten staan en brult hard, zodat de hele stad weet wat ze voor de poort hebben staan. De soldaten blijven verstijfd, en lijkbleek, staan. Ook Vàilan weet even niet wat hij moet doen of zeggen.
"Wauw..."
Genoeg toneel, ik ga weer naar het bos. Dit zullen we maar op een andere manier moeten oplossen. Fyona draait zich om en rent naar het bos. Vàilan verandert weer en vliegt haar achterna. Zodra beiden bij het bos zijn, en uit het zicht, veranderen ze weer terug naar mensvorm.
"Fascinerend," zegt Vàilan.
"En dat is nog maar een deel van wat ik kan," zegt Fyona grijnzend.

23-02-13 16:49:05
Madarian
Oudgediende


WMRindex: 2.597
OTindex: 5.605
Madarian begint te dromen. Hij staat bij een fort. Om hem heen staan meerdere silhouetten. Een paar vrouwen, waarvan een met een hondachtig wezen, een paar mannen. Eén man verandert in een griffioen, een vrouw verandert in een draak. Dan vallen ze allemaal het fort aan. Madarian doet mee. Hij gebruikt wapens, en kan goed vechten. Even later gebruikt hij magie. Er zijn veel vijanden, maar op één of andere manier lijken de vijanden niet opgewassen te zijn tegen het groepje. Dan wordt de poort opgeblazen door een verblindend licht. Een magiër stapt naar voren en vuurt een straal op Madarian af. Madarian schrikt wakker en hoort net de brul van een groot wezen. Hij pakt z'n spullen en begint zich zo snel hij kan aan te kleden. Even later lijkt de rust weergekeerd. Dan denkt Madarian na over z'n droom. Is dit een voorbode voor wat komen gaat? Zo ja, dan moet ik leren vechten. Sluipen is geen probleem. Vechten ook niet, maar winnen wel. Madarian glimlacht om z'n eigen grap. Waar kan ik vechtlessen volgen?

23-02-13 17:16:40
DoccieDraaiorgel
Erelid


WMRindex: 151
OTindex: 5.767
S
Terwijl Lilfaen in zijn kamer zijn spullen had neergelegd, ging hij proberen in de gelagkamer wat op te vangen over plaatselijk uitschot. Hij hoorde echter niets.

Op weg naar zijn kamer dwaalde hij een beetje. Plots sloeg hij echter per ongeluk iemand. In een reflex mompelde hij "Sorry," maar de persoon liep alweer weg.

Na een tijdje gemediteerd te hebben in zijn kamer, werd Lilfaen ongedurig. Zoals maar weinigen van de overige bewoners van de werwld wisten, konden ook elfen vampier worden. Lilfaen had al een aantal dagen doorgebracht zonder bloed, en hij had nu toch echt wel behoefte. Hij stond op, en strekte zich een beetje.
Voorzichtig sloop hij een beetje rond, waarna hij de deur opendeed.

De gang was verlaten. Snel liep hij naar de eerste de beste kamer. Dit bleek kamer 21 te zijn. Hij kon het bloed al ruiken. Dat heerlijke, natte, warme vocht. De gedachte eraan maakte dat hij onvoorzichtig werd. Hij deed de deur iets te snel open, en deze piepte.

23-02-13 18:30:40
nietmeer
Offtopic:
Dat mag wel bij een droom blijven, Madarian :P. Ik heb geen zin om met iedereen een belegering te plegen :nee. Enkel met zelf ingeleide interacties kom ik wel even bij jullie in de buurt, maar anders niet :P. Jullie mogen onderling doen waar je zin in hebt, zolang ik er maar niet bij betrokken wordt (tenzij ik daar dus zelf voor kies) :P
"Ik ben benieuwd naar wat je zoal nog meer kan," zegt Vàilan, nadat hij en Fyona een tijdje zonder te spreken hebben gewandeld. Ze gaan allebei zitten en Fyona vertelt:
"Nou goed, vanwege mijn speciale geboorte en het daarmee samenhangende feit dat ik een zogeheten 'Malassa's uitverkorene' ben ik in staat om bijvoorbeeld schaduwen op te roepen. Donkere wolken, duisternis, etcetera. Ik kan mij bij wijze van spreken volledig verschuilen in een wolk van pure duisternis en dit verspreiden over een groot gebied. Verder heb ik nog wel meer van dat soort duisternis-gerelateerde trucjes. Maar dat komt allemaal met wat ik ben, ik heb er niet speciaal voor gekozen."
"Is het verkeerd om te stellen dat het magie is?" vraagt Vàilan.
"Dat is inderdaad verkeerd. Ik heb geen magische krachten, ik zou het niet kunnen gebruiken. Ik, als zwarte draak zijnde, ben er zelfs immuun voor. Nee, dat wat ik kan heeft absoluut niks met magie te maken, en daarom kan ik andere magie-vrije personen pakken," antwoordt Fyona.
"Dus, even voor de duidelijkheid. Je bent een draak, een uitverkorene van de Schaduwmoeder, met behoorlijke krachten én je bent immuun voor magie, en bovendien heb je nog dat flesje. Fyona, hoe kan iemand jou in hemelsnaam nog verslaan?" Fyona lacht en gaat naast hem zitten.
"Ik ben gevaarlijk, maar niet onverslaanbaar. Er zijn wel wat manieren om van mij af te komen, hoor. Het helpt bijvoorbeeld als je een bepaald artefact hebt. Er schijnen van die bollen te bestaan, zwartkristallen bollen, ik weet niet hoeveel...maar daarmee kun je magie-immuniteit opheffen."
"Dat lijkt nog niet echt te helpen," merkt Vàilan op.
"Het is een begin," zegt Fyona.
"En wat is er...nog meer?" vraagt Vàilan.
"Ha, dat ga ik niet zeggen. Wie weet nemen ze je nog eens te grazen en dwingen ze je het te vertellen. Nee, degenen die het weten, weten het, en ik zeg niks. Ik wil alleen kwijt dat ook ik verslagen kan worden," antwoordt Fyona.
"En wat kan jij eigenlijk?" vraagt ze vervolgens. Ze gaat wat dichter tegen hem aan zitten.

23-02-13 22:09:17
Madarian
Oudgediende


WMRindex: 2.597
OTindex: 5.605
Madarian hoort de deur piepen. Hij ziet de paarsharige man die hem geslagen heeft, en hij kan z'n blik niet van z'n ogen af houden. Madarian wordt een tijdje later wakker. Hij voelt zich wat zwak. Vreemde dromen. Eerst dat vreemde gevecht, dan die paarsharige. Hij haalt z'n handen door z'n haar, en laat ze afglijden naar z'n nek en hals. Hij voelt een paar putjes in z'n hals. Zal wel door het bed komen Hij staat op en merkt dat hij aangekleed is. Zou die tweede droom geen droom zijn geweest? Madarian schudt z'n hoofd in ongeloof. Z'n maag knort. Etenstijd! Hij gaat naar beneden, besteld wat eten en drinken en rekent meteen af. Weer schrokt hij het naar binnen. Dit keer houdt hij z'n omgeving wat meer in de gaten. Tot nog toe laten de anderen hem met rust.

24-02-13 09:28:11
nietmeer
Offtopic:
Degene die zich ertoe geroepen voelt mag de avond/nacht/volgende dag inleiden, als iedereen het daarmee eens is.
Fyona's korte optreden houdt de gemoederen in de stad nog flink bezig. Officieren komen bij elkaar in spoedoverleg en de koningin wordt ingelicht. Ook wordt haar persoonlijke Elitewacht in paraatheid gebracht. In de stad worden wachters bestookt met vragen van ongeruste bewoners, maar de wachters moeten keer op keer antwoorden dat zij ook niet meer weten dan de rest.
"De griffioen is bij dat draakbeest," zegt een kapitein, die naar de koningin was gegaan om uitleg te geven.

"Tja," zegt Vàilan. "Ik kan helaas niet zoveel bijzonders." Fyona slaat een arm om hem heen.
"Moet dat?" vraagt Vàilan.
"Ja," antwoordt Fyona kortaf.
"Maar goed. Die zilveren veren van mij hè? Daar kan ik wel wat mee. Vijanden verblinden en zo, en ik kan ook magische aanvallen, zij het van laag niveau, absorberen en terugvuren, of gebruiken om mezelf wat op te peppen."
"Da's ook best handig. En hoe zit het met de hogere magie?" vraagt Fyona.
"Dan ga ik waarschijnlijk gewoon dood, zoveel weerstand heb ik niet tegen sterke magie-aanvallen," zegt Vàilan.
"Jij verblindt met licht, ik verblind met duisternis. Zeg, is dat licht-gedoe wel magie of ook iets wat uit jezelf komt, net zoals dat bij mij het geval is?"
"Ik denk dat tweede," zegt Vàilan. "Wil je 't proberen?"
"Nee, bedankt, ik pas." Fyona staat op en kijkt in de richting van de stad.
"Ik denk dat ik flink wat onrust veroorzaakt heb. Het was misschien toch wat beter om meteen zo naar de stad te gaan in plaats van wat we net deden," zegt ze.
"Inderdaad, maar er is nu niks meer aan te doen. Benieuwd of ze een handjevol ridders gaan sturen."
"Zullen ze echt zo dom zijn?" vraagt Fyona.
"Het zijn mensen hè, daar moet je niet teveel van verwachten," zegt Vàilan.
Fyona gaat weer zitten en kijkt Vàilan glimlachend aan.
"Zelfs je ogen zijn donker," zegt hij.
"Jouwe niet," zegt Fyona.
"Nee, mijne niet."
"Je bent nog steeds schattig."
"Oh ja?"
"Ja,"
"Nou, da's mooi om te weten." Fyona gaat in het gras liggen en trekt Vàilan mee.
"Ik wil eigenlijk voor de avond weer in m'n toren zijn," zegt hij.
"Hoeft niet, hier kun je ook prima slapen," zegt Fyona.

24-02-13 21:18:42
DoccieDraaiorgel
Erelid


WMRindex: 151
OTindex: 5.767
S
Lilfaen was nog steeds niet verzadigd, ookal was hij zo ongeveer elke kamer langsgeweest. Hij moest zich echter inhouden, want het zou teveel opvallen als er drie of meer mensen op een avond dood werden gevonden.

Nu liep hij in de buitenste ring van Thylis, en zocht naar het uitschot.

24-02-13 21:42:37
nietmeer
"Nou, ik heb in ieder geval wat uit te leggen aan de koningin. Geheid dat zij nu weet dat ik samen met jou hier naartoe ben gegaan. Ze zal willen weten wat ik van plan ben," zegt Vàilan.
"Maak je nou niet zoveel zorgen. Morgen gaan we wel weer naar de stad, en als er problemen optreden zullen we er op gepaste wijze mee omgaan," zegt Fyona. Ze staat op, loopt een stukje en verandert weer. In dit stuk van het bos is er ruimte voor. Ze ontwortelt een paar bomen en bouwt een blokkade.
"Als er elfen in dit bos leven, heb je ze nu flink kwaad gemaakt," zegt Vàilan. Fyona legt nog een boom op het pad en loopt dan naar Vàilan.
Hoe voelt dat nou? Iemand die verandert en dan groter is dan jij?
"Vreemd. Ik heb nog nooit iemand ontmoet die groter is dan mij, dus nu weet ik zelf eens wat anderen dan steeds meemaken," antwoordt Vàilan. Fyona snuffelt wat aan hem.
Nu jij nog, kom op!
"Ja, rustig! Vàilan staat op en verandert ook.
Zo, nu tevreden?
Helemaal, antwoordt Fyona. Voorzichtig besnuffelt ze zijn veren.
"Grmpf," ze kijkt vlug een andere kant op en niest een keer.
Wat was dat nou?
Oké, ik moet niet meer aan die veren snuffelen, want dat kietelt als een gek. Fyona bekijkt de blokkade en snuffelt er een keer aan. Vàilan zoekt alvast een geschikte plek om te gaan liggen.

25-02-13 16:47:16
Madarian
Oudgediende


WMRindex: 2.597
OTindex: 5.605
Madarian heeft rustig z'n eten naar binnen kunnen laden. Niemand heeft hem gestoord. Dan gaat hij naar de waard. Madarian: "Pardon. Waar kan ik hier trainen met vechten?" De waard is nog steeds nors: "Het broederschap natuurlijk. Waar anders?" Madarian vraagt en krijgt nors de route. Hij gaat de herberg uit. Het begint langzaamaan te schemeren als hij bij het broederschap aankomt. Hij loopt de trap op en gaat naar binnen. "Ja?" Een stevig uitziende vrouw komt naar Madarian toe. Madarian: "Ik hoorde dat ik hier kan trainen met vechten. Klopt dat?" De vrouw bekijkt Madarian van top tot teen. Dan wijst ze naar een man met een afbeelding van een beer op z'n harnas. De man heeft een schild en een oorlogshamer. Hij staat op, en loopt zwijgend naar een binnenplaats. Madarian volgt hem. "Oké, Laat maar eens zien wat je kunt. Haal uit met je zwaard en houd niet terug. Ik kan het hebben." Madarian pakt z'n zwaard en slaat één keer zo hard als hij kan op het schild. "Stop even. Je hebt zo te zien geen ervaring. Tip één. Hou je hand iets open, en sluit je hand tijdens de slag. Zo krijgt je zwaard extra snelheid, en daarmee extra slagkracht. Opnieuw." Madarian haalt opnieuw uit, met de tip. De slag is wat harder en de man deinst iets terug. Na een paar tips behandelen ze het afweren met schild en met het zwaard. "Wil je bij het broederschap? Ik zie iemand met veel mogelijkheden. Je pakt het snel op." Madarian: "Ik zal erover nadenken." "Wat is je naam?" "Madarian." "WAT?!? De slachter van Thylis?!?" Madarian: "Ik heb m'n straf uitgezeten." "Niks mee te maken! Wegwezen!"

25-02-13 19:12:16
nietmeer
Nee.
Fyona loopt naar Vàilan toe en wil naast hem gaan liggen. Vàilan staat op en loopt richting de barricade.
Waar ga jij nou naartoe?
Naar mijn toren. Ik wil gewoon weer in de stad zijn. Ik heb er niet zoveel zin in om hier in het bos te moeten slapen als er ook een alternatief is. En ik kan gelijk even zien hoe het er momenteel aan toe gaat, na jouw optreden. Fyona gromt naar hem en gaat liggen.
Kom nou gewoon hier liggen, en houd op met zeuren.
Nee, ik sla dat aanbod maar af. Morgen kom je gewoon naar de stad, en ik zal daar op je wachten. Mocht dat niet het geval zijn, dan ben ik waarschijnlijk nog bezig met uitleggen aan de koningin. Ach, je weet de weg nog wel, dus dat komt wel goed. Fyona gaat nog wat gestrekter liggen en sluit haar ogen.
Oké dan, dan zie ik je morgen wel. Vàilan loopt om de blokkade heen en verlaat het bos. Hij vliegt richting de stad, en landt vlak achter de poort. Een paard schrikt en begint te steigeren.
"Begint dat beest weer?" moppert een wachter. Hij kalmeert het paard en bindt het wat steviger vast.
"Jij!" roept een luitenant. Hij komt met snelle passen op Vàilan af gelopen.
"Waar ben je mee bezig?" vraagt hij streng.
Ik kan het uitleggen.
"Dat hoop ik maar, want je maatje van daarnet heeft iedereen op hol laten slaan. Zelfs de Elitewacht is in paraatheid gebracht!"
Dat was nou ook niet nodig geweest. Er is geen gevaar, dat kan ik je verzekeren.
"Leg dat maar uit aan de koningin. Genoeg getuigen hebben gehoord dat jij die draak aanspoorde om lawaai te maken, dus jij mag er ook even verantwoording voor gaan afleggen."
Ik weet het, en ik zal 't zeker doen. Nogmaals, er is geen reden om in paniek te raken. Fyona doet niets.
De luitenant loopt mompelend weg. Vàilan kijkt wat om zich heen en ziet ergens verderop een paarsharige kerel verdacht rondkijken.
Waar heeft die met z'n kop in gezeten? Hij besluit er geen aandacht aan te besteden en loopt rustig naar de volgende poort. Ondanks dat het al donker wordt krijgt komen er nog wel wat mensen naar hem kijken.

25-02-13 21:43:58
Madarian
Oudgediende


WMRindex: 2.597
OTindex: 5.605
Een oudere man komt op het geschreeuw af. Madarian zucht en draait zich om richting de deur. Dan heft z'n sparringspartner z'n zwaard op. De oude man pakt de hand beet en zegt: "ARMOD! Dit hebben we je niet geleerd! Breng geen schande over ons!" Armod: "Burnaby! Dit is de slachter van Thylis! Hij verdient geen eerlijk gevecht. Zeker niet na wat hij met m'n buren gedaan heeft!" Burnaby: "Klopt dat? Ben je de slachter van Thylis?" Madarian laat z'n hoofd buigen en zegt: "Ik heb m'n straf uitgezeten." Burnaby denkt even na. "Vooruit. Je bent welkom als je voor je tests slaagt. Test één. Er is een groep wolven gesignaleerd in de buurt van de boerderijen. Ze slachten de schapen en kippen 's nachts. Roei ze uit." Armod kijkt Burnaby vol ongeloof aan en wil tegenstribbelen. Burnaby snoert hem de mond met één blik. Madarian gaat op weg naar de boerderijen. Als hij de deur uit is zegt Burnaby: "Hou je vrienden dichtbij, maar hou je vijanden dichterbij. Welke hij is of wordt, onthoud dit. Hij is levend uit de mijnen gekomen. Er is een reden dat hij nog leeft. Dat voel ik. Voor goed of voor kwaad. Misschien is dit zijn manier van boetedoening. En naar wat ik heb gehoord, waren die buren geen lieverdjes. In ieder geval niet voor hem." Armod: "Hoe bedoel je?" Dan vertelt Burnaby over het pesten en de rechtzaak. Burnaby: "En daarom treden we nu wel tegen het pesten op. Madarian is het bewijs wat er fout kan gaan."

25-02-13 22:01:16
nietmeer
Steegjes, denkt Vàilan, terwijl hij bijna bij de tweede poort is. Opeens komt iemand met flinke passen uit een zijstraatje gelopen. Het is de bezorger-vent die hij eerder tegenkwam. De man blijft staan en lijkt niet goed te weten wat hij moet doen.
Heb je haast of zo? Zo ja, ga dan maar voor. De man loopt aarzelend voor Vàilan langs.
Nou, dat kan sneller. Zodra de man voorbij is kijkt Vàilan een keer achterom.
Die komt zeker ergens anders vandaan, anders had hij vast niet zo aarzelend gereageerd. Hij bereikt de tweede poort en wordt de volgende ring binnengelaten.
"Waarom ga je eigenlijk zo naar het kasteel?" vraagt een wachter.
Omdat ik dat toevallig prettig vind? En er is niemand die zich er druk om maakt.
"Ja, dat is zo," zegt de wachter.

25-02-13 23:06:22
Madarian
Oudgediende


WMRindex: 2.597
OTindex: 5.605
Madarian is op weg naar de boerderijen als hij uit een zijstraatje komt en plotseling dat vreemde vogelachtige wezen tegenkomt die hem eerder bijna omver vloog. Madarian staat stil. Wat gaat hij doen? Madarian weet niet goed wat hij met de situatie aan moet. Dan krijgt hij een bericht door, maar het is niet gesproken: "Heb je haast of zo? Zo ja, ga dan maar voor." Aarzelend loopt Madarian voor het wezen langs. Dan krijgt hij weer iets door: "Nou, dat kan sneller." Madarian loopt wat sneller. Hij wil geen ruzie met dat wezen. Madarian kijkt achterom en ziet het wezen ook achterom kijken. Hij besluit z'n snelheid wat te verhogen. Een tijdje later komt hij bij de boerderijen in de buurt, en al snel hoort hij een paar wolven. Madarian pakt z'n dolk en wil gaan sluipen, maar de wolven hadden hem al geroken en komen snel op hem af. Madarian heeft net ook z'n leren schild gepakt. Drie wolven hebben hem omsingeld. Madarian houdt z'n schild op zo'n manier dat de wolf linksachter tegen het schild aan komt als hij aanvalt. Z'n dolk wijst hij in de richting van de wolf rechtsachter hem. en hij houdt z'n blik vooral op de wolf die z'n aandacht probeert te trekken, maar hij houdt de anderen ook zoveel mogelijk in de gaten. Hoe red ik me hier nou weer uit... Dan herinnert hij zich het pesten. De voorste trekt de aandacht terwijl degene achter hem, hem proberen te schoppen of te slaan. Het zal niet veel anders zijn dan met de wolven. Alles of niets... Madarian doet een schijnaanval naar voren. De wolf springt wat naar achteren. De andere twee wolven springen wat naar voren. Meteen draait Madarian zich naar de wolf linksachter, stoot met z'n schild tegen de wolf aan, en haalt meteen uit met z'n dolk naar de zij. De wolf jankt als de dolk compleet z'n romp in gaat. Meteen haalt Madarian de dolk uit de romp en draait verder. De gewonde wolf probeert zo snel hij kan weg te komen. Intussen proberen de andere twee Madarian weer in te sluiten. Madarian probeert z'n schild zo te houden dat de wolf achter hem ertegen komt. Ook probeert hij z'n evenwicht zo te houden dat hij overeind kan blijven als die wolf een sprong waagt. De voorste wolf springt echter op hem af. Het lukt Madarian in een reflex z'n schild tussen hem en de wolf te krijgen, en steekt zo snel hij kan een paar keer in de wolf z'n zij. Die wolf is dood. De derde wolf heeft het linkerbeen van Madarian te pakken en probeert erin te bijten. Madarian geeft een trap tegen de wolf, die het been los laat. Madarian staat zo snel als hij kan op, maar voordat het hem lukt springt de derde wolf op z'n schild. De wolf probeert over het schild heen in het hoofd van Madarian te bijten. Madarian weet zichzelf zo om te draaien dat de wolf nu op z'n rug ligt, en haalt uit met z'n dolk. Hij staat op en kijkt in de rondte. Twee dood, een gewond. Hij ontdoet de wolven van hun vel en haalt wat vlees ervan af, en stopt dat in z'n rugzak. Je weet maar nooit. Het kan m'n geur maskeren. Hij zoekt de derde wolf en ziet iets op de grond. Bloed. Een paar flinke spetters. Het begint donkerder te worden, en Madarian kan het spoor nu niet volgen. Oké... Wat nu? Hoeveel wolven zijn er nog te gaan?

Je moet ingelogd zijn om te kunnen reageren!

1 2 3 4 .... 204 205 206 [207] 208 209 210 261 262 263 264

WMRphp ver. 7.1 secs - Smalle versie - terug naar boven