Niemand weet waar de hardnekkige mythe vandaan komt dat een jaar uit het leven van een hond overeenkomt met 7 jaren uit het leven van een mens. Als de regel klopte zouden veel mensen de respectabele leeftijd van 150 jaar halen.

Er zijn enkele aanwijzingen dat de regel al in de 13e eeuw geïntroduceerd werd door monniken van de Westminster Abbey, al gingen zij uit van een ratio 9 staat tot 1. Ergens in de jaren 50 bedacht iemand dat een mens gemiddeld 70 wordt en een hond 10 en zodoende was de verhouding 7:1. In 1953 was er echter ook al een Franse onderzoeker die daar op basis van empirisch bewijs meer nuances in aanbracht. Hij stelde dat honden in hun 1e levensjaar 15 tot 20 keer sneller verouderen dan mensen, maar die verhouding wordt in de loop van een hondenleven steeds kleiner tot gemiddeld 1 hondenjaar als equivalent van 5 mensenjaren.

Latere onderzoeken lieten zien dat de verhouding tussen honden- en mensenjaren ook afhankelijk is van de grootte van de hond. Kleine honden verouderen minder snel dan grote rassen. Een voorbeeld van een tabel om de leeftijd van je hond te berekenen op basis van de grootte.