Afgelopen jaar kregen zo'n 31.000 Nederlanders meer dan tien verkeersboetes. Dat blijkt uit onderzoek van BNR.
Deze groep recidivisten is de laatste drie jaar steeds ongeveer even groot. Van de boetes die zij kregen, bestaat driekwart uit snelheidsovertredingen. Ook gaat het om parkeerboetes en boetes voor door rood rijden.
Dit soort minder zware vergrijpen in het verkeer vallen onder de Wet Mulder, die in 1989 is ingevoerd om het Openbaar Ministerie te ontlasten. Zonder tussenkomst van een rechter kunnen deze overtredingen worden afgedaan met een boete van het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB).
Het was lang onduidelijk hoe groot de groep stelselmatige overtreders is. Het CJIB wilde de cijfers niet vrijgeven, maar maakte ze toch openbaar na een beroep op de Wet open overheid door BNR.
Het aantal van 31.000 recidivisten in het verkeer is relatief klein in verhouding tot de twaalf miljoen mensen met een rijbewijs in Nederland. Maar deze groep vormt wel een groot gevaar op de weg, schrijft BNR. Uit onderzoek van het Instituut voor Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) blijkt dat mensen met elf boetes in vier jaar tijd ruim veertig keer meer kans hebben om bij een ongeval betrokken te zijn.
In andere landen zijn er strengere regels voor mensen die vaker een boete krijgen, schrijft BNR. Zo krijgen Duitse automobilisten een rijontzegging bij acht snelheidsboetes binnen één jaar, en in Australië wordt een rijbewijs tijdelijk ingenomen als iemand dertien boetes heeft gekregen in drie jaar tijd.
Slachtofferhulp Nederland pleit bij BNR voor een hardere aanpak. "In Nederland kan je gewoon vijftig keer te hard rijden en vijftig keer pinnen", zegt Rosa Janssen, voorzitter van de raad van bestuur van Slachtofferhulp Nederland. "Je hebt in een auto een moordwapen in handen, dat vergt bijbehorende verantwoordelijkheid." Janssen vindt dat het OM creatiever moet zijn bij de vervolging van veelplegers. "Maar als het niet binnen de wet kan, laten we dan heel snel die wet aanpassen."