hr
jaargang -24 - laatste artikel 30-10 18:00 - 76860 artikelen -

Home
Forum
Lid worden

Leden
Gebruikersnaam:

Wachtwoord:

Login onthouden

Login via:
Wachtwoord vergeten.

Het Forum

· [MED] Mededelingen
· [SUG] Suggesties
· [M&S] Moppen/Spelletjes
· [CUL] Kunst & Cultuur
· [OFT] Offtopic
· [G&C] Games & Computers
· [WMO] Wat me is overkomen
· [VDS] Vragen des levens
· [POL] Politiek
· [CON] Consumenten forum


Consumenten Forum, met welk bedrijf moet je wel/niet zaken doen


1 2 3 4 [5] 6

Dierenambulance 5

09-09-25 13:11:37
Emmo
Stamgast


WMRindex: 70.743
OTindex: 28.765
15.3: Scheve nek
Even voor achten ‘s avonds komt er een melding door over een gewonde duif in een losstaande nieuwe wijk van de stad. Wat er precies mis mee is, is onduidelijk, maar dat zien we wel als we er zijn.
Het adres is aan een doodlopend wegje onder aan de dijk. Schuin tegenover zijn er parkeerhavens die geregistreerd zijn voor de aanwonenden, al zie ik dat pas als ik de bus parkeer. De bijbehorende bordjes zijn goed gecamoufleerd door een netjes geschoren heg.
Ik stap uit, pak een transportbakje en loop naar de voordeur. Als ik wil aanbellen gaat de voordeur al open. Mevrouw de melder. “Kom maar mee, achterom is makkelijker”. Ik volg mevrouw via een soortement tuindeur naar de tuin.
Midden op het grasveld staat een enorme doos. Van een staande koelkast of zoiets. Het was de enige doos die mevrouw beschikbaar had, vertelt ze. Onderin zit de duif. Van bovenaf kan ik hem niet pakken, de doos is te hoog. Doos kantelen en dan de duif bij z’n staart pakken. Dat lukt. Beest fladdert als een gek en laat een enorme hoop donsveertjes achter.
Als ik de duif eenmaal goed beet heb bekijk ik hem. Ik zie niets geks, behalve dat ‘ie meer dan gemiddeld fladdert. Daarom is het tijd voor een experiment. Ik vertel mevrouw wat ik ga doen en zet de duif op het gazon. Kijken of ‘ie wil vliegen.
Niet dus. Hij kruipt met gespreide vleugels alle kanten op, best snel, maar vliegen, ho maar. Ook is duidelijk een scheve stand van de kop te zien. “Kijk”, zegt mevrouw, “Dat bedoelde ik nu met een scheve nek”. Daarvan was in de originele melding inderdaad sprake.
Ik heb genoeg gezien. Wat het beest mankeert, geen idee, maar dat ‘ie niet gezond is, is duidelijk. Ik jaag even achter hem aan en dan heb ik hem te pakken. De donsveertjes vliegen in het rond. In de transportbak ermee. Ook daar blijft hij fladderen tot de handdoek eroverheen gaat. Dan is ‘ie rustig.
Ik zeg tegen mevrouw dat ik genoeg gezien heb. Dat beest gaat naar een opvang en daar zullen ze hem verder bekijken. Mevrouw en ik praten nog even en dan neem ik afscheid. Terug in de bus programmeer ik Domdommetje en ga richting opvang.
Net voor de laatste rotonde buiten de stad gaat de telefoon. Melding.

10-09-25 17:23:45
Emmo
Stamgast


WMRindex: 70.743
OTindex: 28.765
15.4: Vishaak in de snavel
Deze melding gaat over een eend die een vishaak tegengekomen is en niet meer verder kan. De plaats de onheils is een vijvertje in de buurt van de plaatselijke McDonald’s. In datzelfde vijvertje heb ik eens een gans bevrijd die zichzelf in een visdraad gewikkeld had. Die vissers hebben het één en ander aan dierenleed op hun geweten. En dan heb ik het nog niet eens over de vissen.
Maar ik weet waar het is. Op de rotonde slinger ik de bus in de rondte en ga dezelfde weg weer terug. Melder had gevraagd om bij aankomst te bellen zodat hij de precieze locatie kan wijzen. Op het laatste rak bel ik de melder: “Ben nog anderhalve minuut van je vandaan”. Melder zegt dat ‘ie een wit shirt aan heeft en op de verkeerslichten toeloopt. Dan zie ik iemand met een wit shirt op de parallelweg zwaaien. Bij de verkeerslichten links en dan gelijk rechts. Ik ben ter plaatse.
Twee jonge jongens zijn daar aan het vissen. Één daarvan wijst me de eend. Een stukje de gribus in en daar zit een waterhoen met een visdraad vast aan een boomtak. In het water, net buiten bereik. Geen eend, maar ja, het drijft op het water en is een vogel.
Goed. Dan maar een net en telescopische steel gepakt, alsmede een rolletje ducttape om een en ander aan elkaar te splitsen. Ik krijg daarmee de vogel in het net, maar niet zover naar me toe dat ik het dier kan bevrijden. Één van de twee loze vissertjes probeert met zijn hengel om de tak naar de wal te buigen, maar ook dat lukt niet.
Dan blijft er maar één optie open (twee eigenlijk, de brandweer is er ook nog): het waadpak. In dezelfde vijver heb ik met waadpak een gans weten te bevrijden. Ik heb twee stoere knapen in de buurt voor als het misgaat.
Ik trek het waadpak aan en stap in de vijver. Één stap verder en de vijver blijkt dieper dan begroot. Ik struikel voorover en het waadpak loopt gedeeltelijk vol. maar ik ben dicht genoeg bij de vogel en kan hem lostrekken van de tak. Terug bij de oever neemt één van de jongens de vogel over en de ander helpt me uit de vijver.
Het blijkt dat de vogel een vishaak door de snavel heeft. Ik haal m’n Leatherman uit de zak, knip de weerhaak af en trek de rest van de haak uit de snavel. Precies zo heb ik het in een ver verleden geleerd bij “Medische Zorg”.
We laten de vogel vrij en die schiet met een rotvaart het water op. Rest mij om het waadpak uit te trekken en met een natte kont de melding van de duif af te maken.

11-09-25 10:13:30
Emmo
Stamgast


WMRindex: 70.743
OTindex: 28.765
15.5: Jonge zwerver.
Op de terugweg van de duif, zie vorige verhaal, gaat de telefoon. In een dorp net buiten mijn regio is een kitten komen aanlopen. Het beestje zat klaaglijk miauwend bij de voordeur. Zoiets laat je niet zitten. Daarom: binnenhalen en de dierenambulance bellen.
Die dierenambulance heeft daarmee het volgende probleem. Volgens de melder is het diertje vijf weken. Erg jong en normaal gesproken afhankelijk van de moeder. Kun je zo’n diertje over de nacht veilig in de nachtopvang zetten?
Daarom, opbellen. Centrale, net zo deskundig als ondergetekende, weet het ook niet. Maar, ik heb zelf als gastgezin een kitten in huis en heb daarom toegang tot de dierverzorgers die daarover gaan. Appje gestuurd, en in de app staat een telefoonnummer voor spoedgevallen. Nummer gebeld: nummer is niet bereikbaar. Dan maar een stapje hogerop. De leidster van het asiel. Die zegt dat met vijf weken de nachtopvang geen optie is. Of ik, als gastgezin, daar niet voor kan zorgen. Helaas heb ik dienst en ben 24 uur oproepbaar. Dan kan ik geen zeer jong katje opvangen die om de zoveel uur verzorging nodig heeft.
Het is op die manier een rotte situatie. Het asiel heeft op dit moment niet de capaciteit om het diertje adequaat op te vangen. Conclusie is dan ook: laat het diertje bij de melder en haal het morgenochtend op als de dierverzorgers er voor kunnen zorgen.
Centrale maakt dit in orde en ik krijg instructie om morgen tussen acht en tien het diertje op te halen. Daarmee ga ik naar huis en ga knorren.
De andere dag kort na achten onderweg. Niet vroeger, want het asiel opent om negen uur. Half uur naar de melder, half uur van de melder naar het asiel, dan ben ik precies op tijd.
Op het adres aangekomen moet ik eerst zoeken en de weg vragen. De ingang van het complex, het is een woonhuis met stallen, soortement boerderij, is aan een andere weg dan het officiële adres. Moet je maar net weten. Gelukkig was dit bekend bij een voorbijgangster die haar hond aan het uitlaten was.
Als ik het erf oprijd en de bus parkeer komt mevrouw de melder al naar buiten. Het beestje was in een aparte ruimte in de paardenstal ondergebracht. We praten even. Ik verontschuldig me voor het feit dat we gisteravond niet gekomen zijn. Mevrouw zit er niet mee. Punt voor haar is, de boerderij staat in de verkoop en bovendien gaan ze binnenkort met vakantie. Verder hebben ze al twee katten. Daarom kan het beestje beter naar een ander adres. Voor zo’n jong beestje is inderdaad gegarandeerd wel een adoptieadres te vinden.
Beestje gaat natuurlijk wel eerst door de molen, diergeneeskundig onderzoek, vaccinaties en alles. Maar dat is zaak voor het asiel.
We praten nog even en ik neem het diertje over, inderdaad iets van vijf weken, stap dan in de bus en vertrek naar het asiel. Daar aangekomen wordt het door een dierverzorger in ontvangst genomen. Vermagerd, onder de vlooien. Die moet eerst een goede beurt hebben. Ik ga terug naar huis.

20-09-25 18:09:28
Emmo
Stamgast


WMRindex: 70.743
OTindex: 28.765
15.6: Brekebeen
Wat later op de dag gaat weer de telefoon, volgende melding. Dit keer gaat het over een ooievaar. Die zou twee gebroken poten hebben. Hoe? Dat horen we misschien nog.
Dit keer heb ik weer eens een bijrijder, die eerst maar eens ophalen. Ver om is het niet, zij woont in een buurtschap een kilometer de wildernis in aan een extreem smal wegje, maatje “net zo breed als de bus”. Dat is een gewilde route voor fietsers en wandelaars. Als je er met de auto langs moet is het nog wel eens slalommen.
Het adres is in een dorp halverwege de stad en de grote stad. Vanaf de doorgaande weg dwars door het dorp en dan links. Een parkeerplek is gauw gevonden. Als we uitstappen komen de melders, man en vrouw, al op ons toe, een doos in de handen. In de doos de ooievaar. We kijken er in. Beest ligt op half zeven op de bodem en ziet er uit of ‘ie al half dood is. Om verdere stress en ongemak te voorkomen laten we het dier rustig in doos zitten.
Melders vertellen dat het een jonge ooievaar is die onbeholpen uit het nest is gesprongen en verkeerd terecht gekomen is. Uit het nest springen is normaal voor jonge ooievaars. Als de ouders vinden dat ze oud genoeg zijn verlaten deze het nest. De jongen dienen het dan op eigen kracht te rooien. Lukt dat dan keren de ouders weer terug en gaan dan samen met de jongen verder tot het tijd is voor de trek. Lukt het niet dan zijn de jongen dood. Ook voor jonge ooievaars is het leven hard.
Mijnheer de melder weet nog te vermelden dat het dier een open breuk heeft aan één van de poten. Daarmee weten we genoeg. Dat wordt euthanasie. Punt is alleen waar. We bellen de centrale, centrale neemt het weer op met de leiding. Punt is dat in een situatie als deze ook de kosten meespelen. Een euthanasie op zondag bij een dierenarts kost duiten. Zaak is dan om de goedkoopste te vinden.
Wij gaan onderweg naar het meest waarschijnlijke adres voor de euthanasie van de ooievaar. Ondertussen is de leiding bezig één en ander te regelen. Dan krijgen we een melding van een katje in een ander dorp. Is komen aanlopen en moet opgehaald worden. Gezien de relatieve posities is het het beste om eerst dat katje op te halen en dan die ooievaar af te handelen.
Omdat we dat katje (vorige melding) aan boord hebben gaan we onderweg naar het asiel om de kat af te leveren. Tijdens het rijden confereert de bijrijder met centrale, leiding en de diverse adressen voor euthanasie. Het eerste adres heeft geen gelegenheid, zo op zondag. Adres twee heeft een euthanasiekist waar geen ooievaar in past. Dan is er een dierenarts die het tussen de bedrijven door wel even wil doen. Punt is dan wel dat er tijdsdruk is. Dierenarts heeft een afspraak en wij moeten er zo snel mogelijk naar toe.
Ondertussen zijn we al bijna op het asiel. Vanwege die tijdsdruk slinger ik de bus in de rondte en rijd richting dierenarts. Buiten onze gewone regio, ik ben er nog nooit geweest. Het adres waar we zijn moeten is aan een zandweg die de dijk vormt langs een kanaal. Het is het privé-adres van de arts, maar omdat ze veel huisbezoeken doet heeft ze een bestelbus met een complete apotheek en andere materialen. Daarmee kan ze de behandeling uitvoeren.
Als we in de berm parkeren komt de arts al naar buiten. Kartonnen doos met de ooievaar achterin de bestelbus van de arts. Ze bekijkt het dier. Inderdaad geen redden meer aan. Het dier krijgt het verlossende spuitje. Pas als we het overleden dier uit de doos pakken en in een plastic zak stoppen zien we hoe groot de schade werkelijk is.
We nemen afscheid van de arts en rijden met kitten en dode ooievaar naar het asiel. Het is zondag vandaag en daarom kunnen we de ooievaar niet kwijt in de kadaverbak van de milieustraat. Dan maar tussen de dode katten in de vriezer van het asiel. Dan gaat het in ieder geval niet stinken. Briefje erop de het een ooievaar is. Dan kan ‘ie bij de eerstvolgende gelegenheid naar de kadaverbak.
Het katje gaat in de nachtopvang. Het is al te laat om de reguliere weg te bewandelen. Het diertje is best gezond, die houdt het wel een nachtje vol. Als we de laatste hand leggen is het beestje al aan het schrokken van het aanwezige kattenvoer.

21-09-25 09:56:31
Emmo
Stamgast


WMRindex: 70.743
OTindex: 28.765
16: Zangzaad
Boekje met liedteksten van kort na de oorlog.
16.1: Egel met teken
Een nieuwe week en nieuwe kansen. In de ochtend gaat de telefoon. Een jonge egel gevonden, ergens in een nieuwere wijk van de stad. Nou sjouwen er wel meer egels in de rondte in die contreien. Groot nieuws is het dan ook niet. Alleen in dit gevel zat het beest onder de teken en bleef stil midden op het fietspad zitten.
Blijven zitten is egels eigen. Die gaan niet op de loop. Hun verdediging bestaat uit stekels en die werken het best als je jezelf als een balletje oprolt. Echter dat oprollen deed ‘ie óók niet. Wat mij betreft een twijfelgeval. Beste lijkt mij beest optillen en in de struikjes zetten, maar daarmee is ‘ie nog niet van die teken af.
Toch maar ophalen, al is het alleen maar vanwege de gemoedsrust van de melder. Ik stap in de bus en geef door dat ik er aan zit te komen. Mevrouw verteld dat ze het dier in een doos onder het afdak heeft gezet. Daarmee ga ik onderweg.
Het adres ligt aan een fietspad en een sloot. Voor auto’s is een klein plaatsje gedacht dat vol staat. Dan maar in de berm, dat werkt ook. Als het overige verkeer er maar geen last van heeft.
Ik stap uit, pak een transportbakje, groot genoeg voor een jonge egel, en loop het korte stukje naar het adres. Het ligt een beetje verscholen maar de markeringen zijn duidelijk. Ik bel aan, beetje gestommel en een hond die blaft.
Dan gaat de deur open. “Heeft u hem al gevonden”? Dat had ik nog niet. Blijkt dat ik onder het afdak voornoemd sta en met de doos met de egel zowat aan mijn voeten.
Ik open de doos en daarin zit een volwassen egel. Mijn meegebrachte transportbox voor een jonge egel is maar nét groot genoeg. Ik bekijk het dier. Rolt normaal op, zo te zien weinig mis met het beest, al zit hij wel dik onder de teken. Daarmee neem ik het zekere voor het onzekere, toch maar naar de opvang. Mevrouw vertelt dat hij midden op een voetpad zat en dat ‘ie er na een rondje met de hond nog steeds zat. Dat hoeft geen probleem te zijn. Egels gaan niet op de loop bij gevaar.
Ik leg het dier in de transportbox, praat nog even met mevrouw en ga dan terug naar de bus. Daar bel ik de opvang. Die hoort het aan en zegt “kom maar door, ik ben op de opvang en dan kan ik hem gelijk bekijken”.
Op de opvang wordt het beest uit de box gehaald en geïnspecteerd. Inderdaad veel teken, maar waarschijnlijk alleen maar een slachtoffer van de paartijd. Dan zijn ze vermoeid van alle nachtelijke avonturen en blijven dan op de meest vreemde plaatsen zitten en verroeren zich niet tot ze voldoende uitgerust zijn. Dat is dan meestal tegen de avond.
Maar hij wordt ter observatie opgenomen. Ik krijg nog een extra transportbox mee, die door een goedwillende donateur was achtergelaten, en daarmee kan ik weer naar huis.

22-09-25 11:10:56
Emmo
Stamgast


WMRindex: 70.743
OTindex: 28.765
16.2: Hondenrit
Van dat naar huis gaan komt niets. Als ik nog bezig ben de ritstaat in te vullen van die laatste egel gaat de telefoon. Het asiel. Of ik genegen ben een lange rit te maken. Dat is geen probleem aangenomen dat mijn dienst wordt overgenomen door de bus van de andere regio.
Het blijkt dat er een hond overgebracht moet worden naar een trainingscentrum in het zuiden des lands. Een afstand van ongeveer 180 kilometer. Het beest was een paar dagen geleden onze kant opgekomen en die moet nu weer terug. Waarom dat beest van hot naar haar gesleept moet worden weet ik niet. Ik ben alleen maar de chauffeur. Maar ik ben gewend aan lange ritten. Ik heb familie in Duitsland op 400 km en dat lukt ook zonder moeite.
Van de egel-opvang naar het asiel, daar de hond inladen. Even een plaspauze, je bent toch bijna 2 uur onderweg en dan weer twee uur terug. Hond inladen is lastig. Hij, een reu, wil niet in de bench. Lief beest, maar de bench in weigert hij. Hij is te groot om bij kop en kont te pakken en bovendien weet je niet hoe een hond reageert als je meer dan zachte dwang toepast. Dan maar met een echte zeemansknoop vastleggen aan de spijlen van de bench.
Tijdens de rit is het dier zenuwachtig en zit regelmatig te piepen. Af en toe een liedje voor hem zingen helpt, al is het mogelijk dat het arme dier met de poten over de oren vergeet te piepen. Mijn vocale kwaliteiten zijn van dien aard dat mijn aanwezigheid zeer wordt gewaardeerd op voorwaarde dat ik mijn mond houd. Enigszins zoals bij de bard van Astérix en Obélix.
Op het trainingscentrum aangekomen werd het dier verwacht. Hond was dolblij om één van de verzorgsters te zien. Ik krijg de hondenriem weer mee terug, geen idee waar of die riem thuishoort. Ik heb hem dan ook bij de andere riemen in de bus opgeborgen. Beter mee verlegen dan om verlegen.
Ik kan weer op huis aan.

23-09-25 17:34:55
Emmo
Stamgast


WMRindex: 70.743
OTindex: 28.765
16.3: Straatkat
De andere dag heb ik beide regio’s. Even voor de koffie gaat de telefoon. In de andere regio is een dode kat aan de kant van de weg gevonden. Het adres is voor mij een verrassing. Aan die weg is mijn moeder geboren en opgegroeid, al is het in een andere plaats. De hele weg is zowat 10 kilometer lang en begint in mijn moeders, en mijn, geboorteplaats en loopt met wat onderbrekingen langs een aantal dorpen en buurtschappen. Ik moet voor de kat in één van die dorpen zijn, zeg maar aan de andere uiteinde van die weg.
Het is voor mij een relatief eindje rijden, meestal ben ik voor een melding 20 à 25 kilometer onderweg, hier is het bijna het dubbele. Maar Domdommetje weet de weg en uiteindelijk kom ik aan op de bewuste weg. Direct bij het adres zie ik in de berm een dode kat liggen die voldoet aan de beschrijving. Gevonden.
Ik zet de bus een paar meter voorbij de kat in de berm, flitsers en alarmlichten aan. Ik pak de chiplezer en stap uit. Als ik op de kat toeloop komt van de overzijde van de weg een vrouw aanlopen. Ze slaat de hand voor de mond. Het is haar kat.
Ze had de dierenambulance zien rijden en stoppen en dacht “Het zal toch niet….”. Helaas was het dat wel. We praten even en ik vraag wat of ze wil wat er met de kat gebeurt. Of zij hem wil begraven of dat ik hem meeneem. Na een beetje weifelen besluit ze dat ik het dier moet verzorgen. Dat kan.
Ik haal een bakje uit de bus en vlei het dier er in. We praten nog even en dan gaat mevrouw weer huiswaarts. Ik stap in de bus en vertrek richting asiel om het dode beest in de vriezer te deponeren.

23-09-25 19:10:04
allone
Oudgediende


WMRindex: 53.718
OTindex: 96.431
Tja, mevrouw. Als je je kat buiten laat rondlopen, kunnen er ongelukken gebeuren.

23-09-25 21:02:25
De Paus
Oudgediende


WMRindex: 14.087
OTindex: 20.235
S
Die mevrouw had haar katje beter zelf in haar tuin kunnen begraven. Want als ze straks de rekening krijgt van de dierenarts die het lijkje heeft laten opruimen, schrikt ze zich een hoedje.

25-09-25 10:22:40
Emmo
Stamgast


WMRindex: 70.743
OTindex: 28.765
Dat zou zo zijn als de dierenarts het dier afgevoerd had. In dit geval is het dier door de dierenambulance meegenomen als "zwerfdier". Afvoer daarvan is, voor de dierenambulance, kosteloos.

Quote @allone:
Als je je kat buiten laat rondlopen, kunnen er ongelukken gebeuren.
Klopt. Maar in een buitengebied op een omgebouwde boerderij? Zie zo'n beest maar eens binnen te houden. Bovendien, is het diervriendelijk om een kat z'n leven lang binnen te houden?

25-09-25 10:45:41
Emmo
Stamgast


WMRindex: 70.743
OTindex: 28.765
16.4: Kattenrotonde
‘s Middags is het alweer raak. Alweer een aangereden kat in de andere regio. Volgens de centrale moest ik bij de plaatselijke supermarkt de bus neerzetten. Daar zou iemand me opwachten die me de dode kat zou wijzen. Wel werd gevraagd om door te geven wanneer ik er zou zijn om geen nodeloos gewacht te veroorzaken.
Ik bel op zo gauw Domdommetje de ETA heeft uitgerekend. Een breedsprakige oude dame aan de lijn. Heel verhaal over hoe zij en haar man het dier gevonden hadden en of een eigenaar gevonden zou kunnen worden aan de hand van een chip. Met de nodige herhalingen was ik meer dan vijf minuten aan de klets met mevrouw. Uiteindelijk kon ik afbreken en vertrekken.
Onderweg belt mevrouw nog een keer op om te vertellen dat haar man al op het parkeerterrein staat in afwachting van mijn aankomst.
Aangekomen op het parkeerterrein van de supermarkt zoek ik een plekje. Als ik daar mee bezig ben zie ik een man op een fiets zwaaien. De echtgenoot van de melder die braaf staat te wachten. Ik rijd naar hem toe en stap uit.
De kat in kwestie ligt een honderdvijftig meter verderop bij een rotonde. We moeten eerst een drukke weg oversteken maar daarin slagen we zonder ongevallen. Via het fietspad naar de rotonde. En daar in de berm ligt de kat. Vrijwel intact.
Chip uitlezen, het dier is gechipt. Helaas is het enige dat in de registratie staat de naam van het dier. Daar kom je niet verder mee. Ik vertel mijnheer wat er aan de hand is en wat ik verder ga doen. Zoals in al deze gevallen fotografeer ik het dier en maak een formuliertje op. Met beide documenten wordt via internet verder gezocht door middel van sociale media en Amivedi. Mijnheer staat erbij te knikken alsof hij het begrijpt.
Met de dode kat in een bakje gaan we terug naar het parkeerterrein. Daar nemen we afscheid en stap ik in de bus om naar het asiel te rijden.
Op het asiel aangekomen wil ik het dier in de vriezer leggen. Mudvol dat ding. Ik verleg een aantal zaken zodat ze wat gunstiger komen te liggen en daarmee slaag ik er bijna in om de deksel dicht te krijgen. Er staan een paar volle jerrycans in de opslag. Die zet ik er bovenop en zo sluit de deksel voldoende om geen plaatselijke sneeuwbui te krijgen.
Nog even melden aan de man die het gras aan het maaien is zodat die weet waarom die dingen op de vriezer staan en een berichtje naar de leiding dat morgen, op maandag als de milieustraat open is, de vriezer leeggemaakt moet worden. Dan kan ik weer naar huis.

27-09-25 13:14:03
Emmo
Stamgast


WMRindex: 70.743
OTindex: 28.765
17: Zeven kittens in één klap
Sprookje: Zeven vliegen in één klap
17.1: Gefietste kitten
Rond de middag gaat de telefoon. Centrale. Beetje vreemde situatie. Voor mij aan de andere kant van de rivier hadden twee toeristen op de fiets een jonge kat gevonden langs de kant van het fietspad. Zielig beestje, rode tranende oogjes, niet erg florissant.
Voor mij is dat goed 40 minuten rijden. Centrale weet dat. Verder zit centrale een half uur dichterbij. Die kan er in tien minuten zijn. Dus centrale springt in zijn privé auto en haalt dat kitten op. Belt vervolgens mij op om het diertje vanaf zijn huisadres op te halen.
Zo gezegd zo gedaan. Ik kom bij centrale aan de deur, hij doet open met een frummeltje van een kat in de handen. Beest in een bakje gedaan en, hop, naar het asiel. Daar is het even zoeken waar er iemand is die het diertje in ontvangst kan nemen. Boven in het kantoortje zit iemand.
Naar boven gelopen en bakje met kat op het bureau gezet. Beestje wordt geïnspecteerd: “die heeft wat onder de leden”. Blijkt later niesziekte te zijn. Bovendien was het beest uitgehongerd.
Later zie ik op de desbetreffende app dar er direct een gastgezin voor wordt gezocht. Dan hoeft ‘ie niet in de gewone populatie. Die zit aardig vol en bovendien zijn ze bang voor een uitbraak van kattenziekte.

28-09-25 09:57:26
Emmo
Stamgast


WMRindex: 70.743
OTindex: 28.765
17.2: Kip in de wei
Laat in de middag komt er weer een melding door. Vreemde melding, voor mij relatief dichtbij, maar niet in de regio. Maar volgens centrale zijn de melders niet zo op de hoogte. Dat blijkt wel uit de positie aanduiding. Er is sprake van twee kruisende wegen, met name genoemd, en een duidelijk zichtbare kunstmatige heuvel. Punt is, die liggen een aardig stuk, een paar kilometer, uit elkaar.
Omdat ik toch dichtbij ben en omdat de regio waar de melding onder valt nog wel eens te maken heeft met forse aanrijtijden (langer dan het halve uur waar ik normaal mee te maken heb), besluiten centrale en ik in overleg om toch maar te gaan.
Ik ken het gebied aardig goed en weet precies waar ik (ongeveer) moet zijn. Ongeveer vanwege de positie-onnauwkeurigheid. Ik rijd over een van de twee wegen tot aan de kunstmatige heuvel en zie niets wat op een melder zou kunnen lijken. Keren en dan maar opbellen. Ik bel de melder tijdens het rijden (handsfree uiteraard) en geef aan waar ik ben en in welke richting ik rijd. Melder pikt het goed op en zegt: “bij de volgende zijweg links”. Klopt niets van, er zijn meer zijwegen maar dat weet de melder niet. Maar omdat die zijweg ook met name genoemd is weet ik precies waar ik zijn moet.
Ik sla af en zie in de verte, op ongeveer 500 meter, een auto staan met mensen ernaast. De melders. Ik zet de bus achter de auto, flitsers en alarmlichten aan, ik sta half op de weg, en stap uit. Mensen waren, zo vertelden ze, aan het vogel spotten en spotten al doende een wel héél vreemde vogel. Eentje die beslist niet in de weilanden thuishoort. Het hele gebied, plaatselijk bekend als “Stouwe”, bestaat uit weilanden, met zo hier en daar een bosje.
Het bleek een sierkip te zijn. Mensen hebben er een kratje overheen gezet en de dierenambulance gebeld. Hoe ze op die manier bij onze centrale terecht zijn gekomen, geen idee.
Ik loop met de mensen het weiland in naar de krat. Krat opgetild en daaronder zit een zwarte sierkip. Kip of haan, geen idee. Een haan heeft gewoonlijk een kam, deze niet, maar dat kan natuurlijk raseigen zijn. Wat ik wel zie, en wat de melders ook al was opgevallen, is dat de staartveren missen. Aangevallen door een kat of wat anders? Wie zal het zeggen?
In ieder geval, het beest is gehandicapt en hoort niet thuis in het gebied, die gaat naar de opvang. Omdat ik de melders in eerste instantie verkeerd begrepen had, had ik wel een net maar geen transportbox bij me. Dus lopen we, ik met net en kip onder de arm en melder met het kratje, terug naar de auto’s. Ik vertel wat ik ga doen en waar ik het beest heen breng. Dan neem ik afscheid. Bel naar de opvang dat ik er aan zit te komen. Opvang is niet thuis maar ik kan het dier zonder problemen in een leeg hok plaatsen.
Zo gezegd zo gedaan. Dan is het nog een uur naar de buswissel en twintig minuten rijden naar de collega. Ik bel naar de collega en vraag of we de wissel wat eerder kunnen doen. Dat is geen probleem.

29-09-25 16:59:12
Emmo
Stamgast


WMRindex: 70.743
OTindex: 28.765
17.3: Kattenconcert
Gisteren had ik al opdracht gekregen om op een huisadres zes wilde kittens op te halen van een huisadres in de stad. Spannend. Afhankelijk van de leeftijd kunnen kittens al behoorlijk fel zijn. Geen katjes om zonder handschoenen aan te pakken, om het zo maar eens te zeggen.
Maar we zullen zien wat het wordt. Om half negen ga ik onderweg. Zoals steeds een half uur voor ik er ben. Ietsje na negenen ben ik er. Lang leve de ophaalbruggen.
Het adres is in een oudere arbeiderswijk. Nauwe straatjes en vrijwel geen parkeer. En wat er is staat vol. Maar, wonder boven wonder, net bij het adres waar ik zijn moet is een plekje vrij. Net genoeg voor de bus. Met een schoenlepel en hulp van de melder, die was al naar buiten gekomen, busje er in gewrongen, zodanig dat er in ieder geval nog iemand langs kan. Flitsertjes aan en kennis gemaakt met de melder.
Dan de transportboxen uit de bus. Afhankelijk van het temperament kunnen meerdere kittens in één bak. Dat zal wel nodig zijn ook want het zijn er geen zes maar zeven. Maar volgens de melder zijn ze wel gemakkelijk te vangen. Ze zitten bij de melder in huis (hoezo, wilde kittens) en zijn aan de melder gewend. Die haalt ze dan ook op terwijl ik alleen maar de bak hoef open te houden en weer dicht te doen.
Op één na, die krijgt de melder niet te pakken. Dan ga ik er achteraan met een net, weet het beestje in een hoek te drijven op de overloop, en zo is die ook gevangen. Die gaat uit voorzorg solitair in een bak. Melder is gruwelijk dankbaar van die beesten verlost te zijn. Toen ze nog niet zindelijk waren scheten ze hem het hele huis onder, vertelt hij. Ze zijn nu wat ouder, een week of tien. Asiel kon ze niet eerder accepteren in verband met besmetting en overbevolking.
Bakken ingeladen en ik naar het asiel. Onderweg zijn er een stuk of wat aan het miauwen dat het een lieve lust is. Ik miauw gezellig mee en zo hebben we een uitgebreide conversatie.
Op het asiel is het wachten. Bedoeling is dat ze gelijk gevaccineerd en gechipt worden. Dan kunnen ze in enen door naar gastgezinnen. Dat voorkomt overpopulatie en verkleint het risico. Vandaag is de vaste dag van de dierenarts.
In de gang bij de spreekkamer van de arts staan al een hele schuif met kooien te wachten. De katten die over de week zijn binnengebracht krijgen ook een beurt. Tussen de bedrijven door worden “mijn” beestjes ook geholpen. Probleem is dat voor ik de lege bakken weer kan meenemen deze eerst ontsmet dienen te worden. Omdat het er zoveel zijn doe ik er een paar zelf.
Met een beperkte set bakken ga ik af op de volgende melding. Daarvan zijn er al twee binnengekomen.

30-09-25 15:09:12
Emmo
Stamgast


WMRindex: 70.743
OTindex: 28.765
17.4: Hongerige parkiet
Die volgende melding betreft een parkiet. Gevonden zittend op de oprit en gewoon opgeraapt. Dat lukt niet met een gezonde vogel dus er is wat mis met het beest. Tegelijk met de parkiet komt ook een duif met een gewonde poot door. Normaal zou ik eerst een gewond dier ophalen en, als het ernstig is, direct laten helpen, maar in dit geval gaan de melders van de parkiet er binnenkort van tussen. Dan eerst maar de parkiet. Veel scheelt het niet in tijd.
Het adres van de parkiet is in een gecompliceerde nieuwbouwwijk. Zo eentje waar je misschien wel in komt maar zonder kaart, navigatiesysteem en draad van Ariadne nooit weer uit. Toch weet Domdommetje het adres te vinden. Er is even wat gedoe, want centrale had geen huisnummer opgegeven en uit de aard van de straatnaam ging ik uit van een klein hofje met centrale parkeerplaats. Dat was het dus niet. Nagevraagd bij centrale krijg ik in eerste instantie het huisnummer van de duif, hetgeen later gecorrigeerd wordt in het juiste nummer.
In dezelfde tijd kom ik al zoekend diverse zwaaiende mensen tegen die me naar het juiste adres dirigeren. Uitstappen, kennismaken. Mevrouw en dochter van een jaar of acht nemen de honneurs waar. In huis in een transportmand voor katten zit de vogel. Ik mag hem er uit halen. Geen probleem, al wordt ik al zoekend met m’n hand stevig in m’n pink gebeten. Beestje is aardig levendig.
Beide dames doen het verhaal. Hoe het beestje op de oprit voor het huis zat en hoe moeder het zonder meer kon oppakken. Het leek erg verzwakt. Een pakje vogelvoer gekocht en te drinken en te eten gegeven. Volgens de terminologie van mevrouw vrat het beest als een bootwerker en knapte daarmee zienderogen op. Er werd nog overwogen het beestje te houden maar dat plan werd opgegeven toen de huiskat ongezonde interesse begon te vertonen. Ongezond voor de vogel wel te verstaan.
Ik vertel dat ik het beestje naar de opvang in de grote stad zou brengen. Mevrouw had daarvan gehoord. Ik neem afscheid en breng de vogel naar de bus. Daarbij laat ik de werktelefoon op het aanrecht liggen. Uil die ik ben.
Vandaar naar de volgende melding. De duif. Ik rijd er heen, het is maar een paar straten. Een flatgebouw. Ik bel beneden aan. Geen respons. Nog een keer en dan wil ik bellen. Sapperdeflap, telefoon weg. Die moet bij de vorige melder liggen. Ik race terug en als ik kom aanrijden komt mevrouw al naar buiten gerend met de werktelefoon in de handen. Pfoei.
Ik kan zonder verdere mankementen de parkiet naar de opvang brengen.

02-10-25 21:38:32
Emmo
Stamgast


WMRindex: 70.743
OTindex: 28.765
17.5: Immobiel waterhoen
Tijdje laten komt er een melding door over een waterhoen dat niet kan lopen. Dat kan vrij ernstig zijn. Normaal kunnen waterhoentjes lopen als een kievit. We gaan dan ook kijken.
Het adres is in een gewone nieuwbouwwijk. Ik bel aan, mevrouw doet open. Het waterhoen zit in een kartonnen doos in de berging. Ik haal het dier er uit. Vrij jong dier, maar wel volledig in de veren. Voor de rest niets aan te zien. Ik zeg dat zo tegen mevrouw.
“Zet ‘m maar op de grond” zegt die. Ik zet het dier op de grond en laat het los. Gaat gelijk door de poten. Mevrouw had niets teveel gezegd. Het dier scharrelt wat maar niet zoals een goed waterhoen betaamd gaat ‘ie er met een rotvaart van tussen.
Goed, dat is duidelijk. Die kan naar de opvang. De reguliere beheerder is op vakantie en heeft het beheer tijdelijk overgedaan aan iemand die alleen tussen 09:00 en 16:00 aanspreekbaar is. Maar dat gaat, het is pas half vier.
Terug in de bus bel ik op. “Met een half uurtje ga ik naar de opvang” zegt de vervanger. “Kan ik hem dan alvast neerzetten”? zeg ik, “ik heb de sleutel”. “Oh ja, dat is waar ook, zet maar in een doos”.
Op de opvang zoek en vind ik een doos, geschikt voor het doel. Bakje water er in, waterhoen er in. Als ‘ie niet wil drinken kan ‘ie in ieder geval een beetje badderen. Ook belangrijk voor een waterhoen. Die beesten heten niet voor niets zo.
Terug in de bus gaat, als ik met de administratie bezig ben, de telefoon. Waarom ik niet bij die duif ben langs geweest, vanochtend. Ik zeg dat ik ben langs geweest, maar dat er niet werd opengedaan. Ik had tevoren moeten opbellen. Tja, normaal doe ik dat maar in dit geval is ‘t me er doorheen gegaan. Ook al omdat het zo’n kort stukje was tussen parkiet en duif.

03-10-25 09:31:42
Emmo
Stamgast


WMRindex: 70.743
OTindex: 28.765
17.6: Stront aan de knikker
De originele melding van de duif betrof een gebroken poot. Op basis van de instructie van de centrale ga ik er alsnog heen. Wel eerst even bellen. Goed, ik wordt verwacht.
Ik rijd naar de residentie van de duif en bel weer aan. Dit keer komt er iets onduidelijks door de intercom en klikt de deur. Ik kan naar binnen. Even zoeken welk dek ik moet hebben, het blijkt het eerste te zijn. Met de trap, niet met de lift.
Vier deuren verder op de galerij staat bij het juiste nummer de deur open. Een man zegt “Komt u verder”. Ik ga naar binnen en kom in een huishouden van Jan Steen terecht. Geeft niks, het gaat mij om de duif en hoe mensen hun huis inrichten moeten ze helemaal zelf weten. Bij mij thuis is het ook niet altijd even spik en span, om het maar eens vriendelijk uit te drukken.
Een stukje het huis in wordt me een deur gewezen naar een soortement bijkeuken. Daar is mevrouw aanwezig. Die wijst me de duif. Die zit in een kartonnen doos op de vloer. Ik verontschuldig me omdat het zo lang geduurd heeft. Mevrouw wuift het weg.
Ik pak de duif uit de doos. Bekijk de poten. Bekijk de vleugels. Niets aan de hand. Maar de hele achterkant zit vol met poep. Dat beest is aan de diarree dat het niet mooi meer is. Die zit vol met parasieten. Misschien dat ‘ie daarom niet voort kon, verzwakt door al die beestjes aan de binnenkant.
Ik zeg dat zo tegen mevrouw. Die schrikt even. Gevaarlijk voor mensen of voor de hond? Eerlijk gezegd heb ik geen flauw idee, maar vanuit mijn vorige baan weet ik dat parasieten aardig soortspecifiek zijn. Ze moeten een bepaalde gastheer hebben, met een andere kunnen ze niet overweg. Op basis daarvan stel ik mevrouw gerust. Bezoedelde dingen wassen op 60° en voor de rest gewoon schoonmaken met een sopje. Dat zal ‘t wel doen.
Ik doe de duif in een meegebracht bakje, neem afscheid en hink-stap-sprong naar buiten. Beneden kijk ik op de klok. Drie minuten over vier. De aflosser zou rond vier uur op de opvang zijn. Dat doet ze niet voor niets, die is vast nog aanwezig. Zo strikt zal die tijdslimiet niet zijn.
Ik bel op naar de opvang en zeg dat ik er aan zit te komen met een duif. Dat is in orde, ze is nog bezig. Op de opvang maak ik kennis met de aflosser. Een struise dame met een dochtertje van een jaar of acht. Een wijsneusje die van alles doet om mama te helpen, al is dat soms van de wal in de sloot.
We praten even en ik laat de duif zien. Meisje vraagt wat of daar aan te doen is. Daar zijn medicijnen voor. Vervolgens moet ik een aantal egelhuisjes bewonderen die dochterlief uit kartonnen dozen had geknipt. Dan neem ik afscheid en ga weer op huis aan.

04-10-25 15:08:33
Emmo
Stamgast


WMRindex: 70.743
OTindex: 28.765
18: RMA.
Radio Medisch Advies, systeem om aan boord van schepen per radio of satelliet medisch advies te verkrijgen.
18.1: Gezwaluwde specht
Onderweg in verband met de buswissel gaat de telefoon. Een niet-vliegende specht is het dit keer. Dat zou voor mij in drie jaar tijd de tweede specht zijn. De collega heeft dringende afspraken, dus zet ik eerst de collega af en ga dan naar het adres van de specht. Dat is in een soortement hofje.
Omdat net als ik zowel aan het navigeren ben en op een nauwe splitsing een tegenligger tracht te ontwijken alsook een telefoongesprek probeer aan te nemen rijd ik mis en moet het via de tweede ingang proberen. Dat gaat wel goed.
Als ik de bus neerzet tegenover de woning komt een oudere man naar buiten. De melder. Hij is de vader van de eigenaar van de woning en past denkelijk op het huis bij diens afwezigheid. Mijnheer gaat me voor het huis in en wijst me de vogel. Die zit in gootsteen. Het is geen specht maar een zwaluw.
Met een aantal voorgaande ervaringen (melding 3.3 Gierende merel en 4.3 Een ei hoort erbij) in het achterhoofd vraag ik mijnheer of hij geprobeerd heeft het dier te laten vliegen. Dat heeft hij. Toch besluit ik het zelf ook eens te proberen. Ik zie als ik het dier bekijk niets mis met noch de vleugels, noch de pootjes.
Ik doe het dier in een bakje en neem afscheid van mijnheer. Dan ga ik naar de bus en bel de centrale vanwege het abrupt afgebroken telefoontje van daarnet. Centrale heeft een nieuwe melding voor me. Een egel met problemen.

05-10-25 16:46:25
Emmo
Stamgast


WMRindex: 70.743
OTindex: 28.765
18.2: Gepaarde egel
De nieuwe melding is aan de overzijde van de rivier. Logistiek is het slimmer om eerst naar de egel te gaan en dan pas te kijken of de zwaluw kan vliegen. Dus worstel ik me door de binnenstad naar de brug, steek de rivier over en kom uit bij de egel. Een oudere nieuwbouwwijk. Ik zet de bus neer en bel aan. Mijnheer doet open.
Ik mag verder komen. De egel zit in een doos op het plaatsje achter. Ik vraag de aanwezigen, er zijn meerdere mensen ter plaatse, naar het verhaal. Dat doet mij wel héél erg denken aan het verhaal van melding 12.7 “Uitgeputte egel” uit het vorige boek “De grote oversteek”.
Ik bekijk het dier. Geen opvallende parasieten, geen vliegeneitjes. Gewoon een gezonde egel voor zover ik het op mijn beperkte manier kan waarnemen. Vorige week hoorde ik van de beheerder van de egelopvang dat het weer eens paartijd voor die beesten is. De conclusie is dan ook duidelijk. Het dier is van zijn nachtelijke escapades dermate vermoeid dat ‘ie het eventjes voor gezien houdt.
Ik vertel dat zo en mevrouw schiet in de lach. Wat te doen in dit geval is eenvoudig. Gewoon terugzetten dat beest op een beschut plekje. Via het hekje achter komen we op een veldje. Onder een heg langs de kant zet ik het dier neer. Die komt onmiddellijk in de benen en schuifelt een stukje verder. Vader en twee dochters van een jaar of zeven prepareren een schoteltje met water voor de egel. Ik neem afscheid en ga terug naar de bus.
Ik licht centrale in over het voorval en rijd verder het buitengebied in. Daar stop ik, haal de zwaluw uit het bakje en gooi hem in de lucht. Met gespreide vleugels zweeft hij een stukje en komt in het weiland te land. Die doet ‘t niet. Dan maar naar de opvang. De reguliere opvang is dicht i.v.m. met de vakantietijd. Daarom gaat deze naar de opvang in de grote stad.

06-10-25 13:57:17
Emmo
Stamgast


WMRindex: 70.743
OTindex: 28.765
18.3: Van een kat en twee honden
Vandaag is het een dag van asielritten. In opdracht van het asiel moeten er een kat naar de dierenarts en twee hondjes naar een trimsalon. Logischerwijs is het de verwachting dat die beesten na gedane zaken ook weer terug moeten.
Er zit een half uur tussen beide afspraken. De kat is eerst aan de beurt bij de dierenarts in de grote stad. Drie keer struikelen van het asiel. Die kat moet naar de dierenarts voor sterilisatie. Een half uurtje later moeten de honden opdraven bij de trimsalon in de stad. Afhankelijk van het verkeer is het krap een half uur rijden tussen de grote stad en de stad. Als het tegenzit is het langer. Omdat het in de ochtend is, de eerste afspraak is om negen uur, ga ik er maar van uit dat er het één en ander aan vertraging kan optreden.
Ik ben zeer ruim op tijd op het asiel. De kat staat al klaar, nog even de documentatie aan de transportbox hechten en klaar. Als ik de kat naar de bus breng worden de honden opgehaald. De hondjes in de bus laden is een probleem. Ze springen alle kanten op maar niet de bus in. Dan maar met zacht geweld. In de bus tillen en gelijk een drukkerd de bench in. Deurtje dicht en klaar.
Eerst naar de dierenarts. Die zwaait net z’n zoontje uit op weg naar school. Ik lever de kat in bij de receptioniste. Die zegt: “Kat Olga? Dan moet ik gelijk denken aan Olga Commandeur”. Ik zeg dat ik moet denken aan Olga Lawina, de hooggeboezemde assistente van agent 327. Zal wel te maken hebben met de verschillende sociale instellingen van ons.
In ieder geval, de kat is afgeleverd, nu de hondjes nog. Half uurtje later, ruim op tijd, de vertragingen die ik verwacht had waren er niet, sta ik op de stoep van de trimsalon. Net als ik de deur achter me dichttrek weet één van de hondjes zich uit het tuigje te bevrijden. Beste kwaliteit, of anders verkeerd aangelegd. Maar de deur is dicht. De man die de honneurs waarneemt neemt de riem over van de ene, en ik til de losse hond over het hekje. Ook die zijn afgeleverd. Hoe lang gaat ‘t duren? Uurtje of drie. Dan kan ik rustig op huis aan en hoor ik het verder wel.
Rond de middag gaat de telefoon. De leidster van het asiel. Of ik druk ben. Ik ben altijd verschrikkelijke druk, maar als ik dienst heb kan ik alles waar ik mee bezig ben uit de handen laten vallen en in de bus springen. Of ik de kat “Olga” van de dierenarts kan ophalen en naar het asiel brengen. Geen probleem.
Ik stijg in de bus en tuf naar de dierenarts. Kat opgehaald en naar het asiel. Net als ik met de receptioniste aan het kletsen ben gaat de telefoon van de receptie. De leidster. Of er iemand de twee hondjes van de trimsalon kan ophalen. Of de duvel ermee speelt.
Dus ik spring weer in de bus, rijd naar de stad, haal de hondjes op, weer een beetje geworstel om ze in de bus te krijgen, en lever ze weer af bij het asiel. Ook dit keer gaat het met één van de tuigjes bijna mis.
Ik rijd terug naar huis. De rest van de dag geen meldingen meer gehad.

09-10-25 14:05:02
Emmo
Stamgast


WMRindex: 70.743
OTindex: 28.765
18.4: Geweide gans
Even na vieren gaat de telefoon. Mijn collega aan de lijn. Vanavond rond zeven uur zou ik de bus van hem overnemen. Tussen een dorp en een buurtschap voor mij aan de overkant van de rivier loopt een gans met een gewonde vleugel. Of ik zin heb om dat beest daar samen weg te halen. Ik ben bezig met onderdelen te fabriceren voor mijn modelspoorbaantje, maar dat is een project van járen. Dat kan wel even wachten. Dus: ja.
Half uurtje later komt collega aanrijden. Ik stap in en gezamenlijk gaan we richting gans. Het laatste gedeelte rijden we over de dijk langs de rivier en als we zijn aangekomen op de gemarkeerde plaats zit daar in de uiterwaard inderdaad een solitaire gans. Dat moet ‘m wezen. Het beest zit pontificaal midden op een weiland te grazen.
We stappen uit en assembleren de grote netten. In de tussentijd beweegt het dier zich in de richting van de rietkraag die de begrenzing van het weiland vormt. Achter de rietkraag ligt een dode arm van de rivier. Met de netten in de aanslag lopen we de dijk af. Het dier zit nu zowat tegen de rietkraag aan. Ik loop met een ruime boog om de gans heen en collega benadert van de andere zijde.
Samen lopen we langs de rietkraag in de richting van de gans. Op een metertje of tien kijkt de gans op en loopt het riet in. Ondertussen meen ik een zachtjes lachen te horen uit de richting van de gans. Collega duikt het riet in, maar tevergeefs. Het beest is verdwenen. We kijken mekaar aan en besluiten dat hier geen eer aan te behalen is.
We gaan terug richting bus. Netten weer uit elkaar en opbergen. Collega belt de melder om te vertellen dat het niets geworden is. Beest is toch te mobiel. Vervolgens rijden we naar het huis van de collega. Daar doen we de overdracht. Vervolgens rijd ik alleen naar huis.

10-10-25 13:05:15
Emmo
Stamgast


WMRindex: 70.743
OTindex: 28.765
18.5: Medisch advies
‘s Avonds wat later gaat mijn privételefoon. Centrale aan de lijn. Hij had, hoe weet ik niet, een gewonde duif opgedaan. Hij stuurt een foto op, en vraagt wat of hier aan te doen is. Antiseptische zalf? Hebben we niet. Betadine? Hebben we niet. Jodium? Hebben we niet. Zo gaat het verder.
Tot “Steriele gaasjes”? Die waren aanwezig. Gezien het vrijwel ontbreken van enige vorm van apotheek was het enige wat ik verder nog kon verzinnen: vaseline. Dat was er ook. Dan gaasjes dun insmeren met vaseline en vervolgens als dekverband op de wonden. Niet dat vaseline enig medisch effect heeft, het voorkomt in ieder geval dat het gaas aan de wond blijft plakken. In de apotheek waarmee ik gewerkt heb hadden we daar paraffinegaas voor.
Wondtoilet heb ik maar overgeslagen, ik vermoed dat zoiets te ingewikkeld zou worden. Bovendien zou je dat met ontsmettende vloeistof moeten doen en dat is er ook niet. Je zou natuurlijk uit nood gekookt water kunnen gebruiken, maar dan nog.
We zullen zien of het dier de nacht doorkomt en dan zien we wel verder.
De volgende ochtend belt centrale. Duif heeft het gered. Goed. Dan maken we er een officiële melding van. Ik bel bijrijder op om te vragen of ze zin heeft in een gewonde duif. Dat heeft ze.
Bijrijder was al eens op het adres geweest, voor mij was het nieuw. Volgens Domdommetje moesten we voor de spoorwegovergang zijn, maar bijrijder weet dat we eerst het spoor over moeten. Dan de oprit op en dan zijn we er.
Als we uitstappen komt collega ons al tegemoet. Duif in een draadkooi in de hand. Hij heeft de gaasjes al verwijderd en de wonden zien er al even afschuwelijk uit als op de (kleuren)foto. In verband met de regio, onze standaard opvang neemt alleen vogels uit zijn eigen gebied, gaan we met dit beest naar de duivenopvang bij de grote stad. Dat is nog korter rijden ook.
Als we daar aankomen komt de beheerder naar buiten. “Heb je d’r weer één”? We laten de duif zien. “Die gaat het niet redden” is het onmiddellijke commentaar: “Schedelbasisfractuur”. Jammer maar helaas. Ze redden het niet allemaal, al had ik in dit geval wel hoop dat het zou lukken. We laten de duif achter en gaan terug op huis aan.

12-10-25 12:47:28
Emmo
Stamgast


WMRindex: 70.743
OTindex: 28.765
19: Alle gute Dinge sind Zwei
Komedie van Mhairi McFarlanes (Duitse vertaling)
19.1: Twee dode katten
Na een afspraak bij de tandarts gaat rond een uur of negen de telefoon. Ergens in de stad is een dode kat gevonden. Graag het dier ophalen, kijken of het gechipt is, indien ja, eigenaar opsporen en als dat niet gaat dode kat naar de vriezer in het asiel brengen. Het standaard riedeltje bij elke aangereden kat (of hond, uiteraard).
Ik rijd naar het adres. Het is aan de rand van de binnenstad aan een vrij drukke weg. Er worden daar wel vaker katten aangereden. Als ik aan kom rijden is er weinig verkeer en ik rijd langzaam, onderwijl kijkend of er een spoor is van een aangereden kat. En inderdaad. Een zwart-witte, klopt met de melding. Gevonden.
Ik schiet een zijstraatje in, éénrichtingverkeer tegen het heil in, maar er is toch geen kip te bekennen. Daar zet ik de bus neer op een lege parkeerplaats. Straat oversteken, kat bekijken en chip uitlezen. Geen chip. Dan maar naar de vriezer.
Onderweg naar het asiel komt de volgende melding binnen. Alweer een dode kat, dit keer in de andere regio. Vandaag heb ik beide regio’s. Door omstandigheden, waaronder de vakantietijd, zitten we krap in de vrijwilligers.
Ik lever de dode kat af in de vriezer. Eerst foto maken en het informatiebriefje fotograferen en opsturen, daarmee kan een bericht op internet worden geplaatst, in de hoop dat iemand het dier herkent. Dan rijd ik richting van de volgende.
Onderweg gaat de telefoon. Alweer een melding. Gaat vlot, zo.

13-10-25 13:34:07
Emmo
Stamgast


WMRindex: 70.743
OTindex: 28.765
19.2: Gewonde aalscholver en kat nr 2
Die volgende melding komt uit hetzelfde oord als de dode kat. Levende dieren gaan voor dode, dus eerst naar die aalscholver. Ik bel naar de melder. Die vertelt dat het dier aan een kanaaltje zit en dat ik, als ik op de plaats van bestemming ben, het fietspad op moet. Dan zal ik haar zien. Dat is duidelijke taal.
Ik kom op de plaats van bestemming, rijd een stukje het fietspad op en zie alleen maar een man die een heg aan het snoeien is. Niet de melder. Ik stap uit en vraag mijnheer. Die wist van niets. Dan bel ik de melder. Die geeft wederom instructies die, voor mij, toch wat minder duidelijk zijn. We praten even heen en weer en dan zie ik het. Een duiker over en dan rechts is er wéér een fietspad. Daar staat ze, voor mij uit het zicht door wat bosjes.
Met flitsers aan rijd ik over het fietspad naar de melder. Die bestaat uit twee vrouwen, een oude en een jonge. Ik vermoed moeder en dochter. Ik zet de bus neer op een vrij plekje naast het fietspad en stap uit. Net en box mee voor de aalscholver. Ik zie het beest niet maar dat kan nog komen.
Bij de beide dames aangekomen maak ik kennis. “Daar zit ‘ie” wijzen ze. Ik was het beest straal voorbijgelopen. In de berm, tegen het riet aan, zit een bedroefde aalscholver. Ik doe een stap in de richting, beest verroert amper. Dan met een zwiep het net eroverheen. In één keer raak. Makkie. Beest begint wat te spartelen. Er zit nog een beetje leven in.
Box open, net leegschudden boven de box en uitkijken voor de snavel, box dicht en klaar. Ik praat nog even met de beide dames en vertel waar ik het dier heen breng. Dan stap ik in de bus, keer en rijd het fietspad af naar de weg. Op naar kat nummer twee.
Die resideert in de binnenstad, vlak bij de kerk. Ik rijd de straat van bestemming in, een vrij korte straat, en zie geen beest. Huisnummers zijn vanaf de straat niet of nauwelijks te lezen. Ik zet de bus neer, half op de stoep, en bel de melder. Die geeft instructies. Ik keer de bus en rijd de andere kant op. Weer niets. Dan stap ik maar uit en ga te voet verder.
Bij het huisnummer aangekomen komt een oudere mevrouw naar buiten. Niet de melder, maar melder had al hier en daar aangebeld om te vragen of de kat daar thuishoorde. De oudere mevrouw had vervolgens de kat opgeraapt en bij de voordeur neergelegd, uit het zicht van kinderen en dierenambulances.
Ik lees de chip uit. Geen chip. Ook die kan naar de vriezer. Die begint al aardig vol te raken op die manier. Ik praat nog even met mevrouw, doe de kat in een bakje, neem afscheid en ga terug naar de bus.
Eerst de aalscholver wegbrengen, dan de kat. Ondertussen nog een andere melding, gelukkig niet een urgente, laten schieten omdat ik domweg geen tijd heb om dáár ook nog een keer heen te gaan. Ik heb een afspraak om een hond van het asiel naar de dierenarts te brengen.
De aalscholver gaat naar de opvang bij de grote stad. Even zoeken naar iemand die me kan helpen, maar daar loopt zat volk rond dus dat is gauw gevonden. Aalscholver afgegeven en hup naar het asiel. Dezelfde procedure als de vorige kat, en dan heb ik nog een half uur voor de afspraak bij de dierenarts.

14-10-25 15:47:22
Emmo
Stamgast


WMRindex: 70.743
OTindex: 28.765
19.3: Hondje naar de dokter
Het is rond de middag en de bezetting is net bezig met de lunchpauze. Ik tap een mok koffie en schuif aan. De leidster zit er ook. Die had bij mijn vorige bezoek vanochtend gevraagd of ik tijd had. Toen niet, maar nu wel.
Punt was de vriezer die al weer aardig vol zit. Om misverstanden en fouten te voorkomen wil de leidster persoonlijk de vriezer leeghalen. De chauffeur mag dan de zak ophouden waar de dode beesten in gaan. Na de koffie eerst naar de dierenarts en aansluitend de dode beesten wegbrengen naar de milieustraat. Dat is het plan.
Na de lunchpauze haalt één van de medewerkers de hond op. Het is een kleintje die prima in een grote transportbox past. Ik haal de transportbox uit de bus en halverwege komen we mekaar weer tegen. Hond in de box en dat is dat. Een tuigje is voor dit dier wat minder geschikt. Het is een langharige en daarvan komen de haren makkelijk klem in het tuigje.
Naar de dierenarts is het drie keer struikelen. Volgens de Domdom tweeduizend meter. Ik ben dan ook vlot weer terug. Hondje blijft bij de dierenarts.

Je moet ingelogd zijn om te kunnen reageren!

1 2 3 4 [5] 6

WMRphp ver. 7.1 secs - Smalle versie - terug naar boven