Dierenambulance 5 | |
26-05-25 12:09:27 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast ![]() WMRindex: 69.620 OTindex: 28.670 |
4.5: Het nest gevlogen Een tijd later gaat mijn privételefoon. Één van de collega’s en centralist aan de lijn. Die had een beetje warrig verhaal over een nest mezen waarvan één van de ouders door een kat was opgegeten en de andere gevlucht. Ze had het nest met kuikens en al mee naar huis genomen en de vraag was of wij dat nest met kuikens naar de opvang konden brengen. Collega woont in dezelfde stad als de opvang, dus waarom ze het niet zelf afhandelt? Geen idee, maar er zal vast een valide verklaring voor zijn. Ik geef een seintje naar de bijrijder en haal haar op. Getweeën naar het nest. Bij de collega aangekomen doet ze de deur al open voordat we er zijn. De doos met het nest er in staat bij de voordeur. Doos open, en inderdaad. Op een bedje van stro ligt een nest met daarin vier of vijf hongerige kuikens. Snaveltjes wijd open. We praten even, waardoor het aanvankelijk wat warrige verhaal gelijk al wat duidelijker werd. Collega verteld dat ze één van haar struiken al van rupsen heeft ontdaan om ze aan de kuikens te voeren. Win – win. Collega is van de rupsen af en de kuikens hebben weer wat te eten. We nemen het nest met doos en al mee terug naar de bus. Dan rijden we naar de opvang. Onderweg bellen we op. Met een bijrijder is dat een stuk makkelijker en efficiënter. Beheerder loopt aanvankelijk wat te sputteren maar als we zeggen dat de melding van een collega is die beslist wel van wanten weet kunnen we langs komen. “Zet maar op het aanrecht”. Beheerder zal proberen om de beestjes uit te zetten in bekende nesten in de buurt. Mezen zijn goede pleegouders en een snaveltje meer om te vullen is niet echt een probleem. Op de opvang plaatsen we de doos met het nest op het aanrecht, formulier er bovenop en klaar. We gaan weer op huis aan. | |
29-05-25 10:42:14 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast ![]() WMRindex: 69.620 OTindex: 28.670 |
5: Ziet naar de vogelen Naar het evangelie van Matheus 6:26-27 5.1: Nestvlieder Dit keer begint het al als ik de bus nog niet eens overgenomen heb. Collega heeft me opgehaald en we rijden met de bus naar zijn adres in de stad. Daar neem ik het over. Maar voor we de rivier over zijn gaat de telefoon. Vogeltje, gewond, gegrepen door de kat. Jammer voor de kat, maar er zijn mensen die medelijden met zo’n vogeltje hebben. We overleggen even met de centrale. Centrale is bang dat het een melding zal zijn waar je eigenlijk niets mee kan. Het is een jong vogeltje, en in deze tijd van het jaar zou ‘ie wel eens érg jong kunnen zijn. Maar we hebben een melding van een gewonde vogel dus we gaan er heen. Collega-chauffeur voert eerst het adres verkeerd in en staan we bij een man op de stoep die nergens van weet. Blijkt één nummertje mis te zijn, we moeten aan de overkant zijn. Daar komt een vrouw aan de deur met een klein doosje met daarin een vogeltje, net uit het ei. Hoe die uit het nest gekomen is en vervolgens door de kat binnengebracht, geen idee. Maar met zoiets, dar kunnen we niets mee. Als ‘ie het al overleeft tot we bij de opvang zijn dan is het nog kantje boord. Mevrouw de melder snapt het wel maar ze vond het zó zielig dat de kat er mee kwam aandragen. Ook wel voorstelbaar, natuurlijk, maar we moeten ook praktisch zijn, al is dat niet even makkelijk. Mevrouw heeft nog een zak handdoeken als donatie. Die worden in dank aangenomen. Met vogeltje en zak handdoeken keren we terug naar de bus. Daar bellen we met de opvang. Die adviseert euthanasie. “Kom maar langs, dan doe ik het wel”. Ondertussen is, in die paar minuten, het diertje merkbaar zwakker geworden. Niets meer aan te doen. Voordat de opvang ook maar iets kan doen is het gebeurt met het beestje. In de tussentijd is de volgende melding binnengekomen. Collega en ik kijken elkaar aan. De melding is aan de overkant van de rivier, collega woont aan deze kant. Collega gaat naar huis en ik doe de nieuwe melding alleen. | |
30-05-25 09:26:29 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast ![]() WMRindex: 69.620 OTindex: 28.670 |
5.2: Waar is ‘ie dan? Die nieuwe melding is een beetje verwarrend. De melding zelf niet, een aangereden kat, maar waar is de plek? Er is sprake van een brug, een camping en het stadje aan mijn kant van de rivier. Het gaat om de uitvalsweg richting polder. Maar waar precies. Het is een weg van meerdere tientallen kilometers. De camping is bekend, de brug ook. Ik begrijp van de centrale dat het moet zijn gerekend vanaf het stadje over de brug ter hoogte van de camping. Daarmee ga ik onderweg. Ik neem de afslag vanaf het stadje de uitvalsweg op. Tot aan de bewuste brug is het maar een paar honderd meter. In dat stukje staan twee jonge vrouwen aan de linkerkant te zwaaien. Het zou toch niet…. Ik kijk in de spiegels, gooi alarmlichten en flitsers aan en zwenk de weg over en parkeer nabij de vrouwen aan de linkerkant van de weg in de berm. De melder had de positie doorgegeven gerekend vanaf de camping en ik had begrepen vanaf het stadje. Vandaar het misverstand. In de berm ligt een bruinzwarte kat. Goed in het vel, goed verzorgd. Maar wel zo dood als een pier. Geen zwerver. Ik praat even met de melders en controleer dan of het dier gechipt is. Negatief. Geen chip. Beide melders hebben in de tussentijd al foto’s gemaakt en op Facebook gezet in de hoop dat iemand zou reageren. Tot nu toe niet. Voor mij is het een standaard situatie. Beest in een bakje en naar de vriezer op het asiel. Foto’s en rapport maken. Vanuit het asiel wordt dan één en ander gepubliceerd op diverse sites. Dit vertel ik ook aan de melders. Dan neem ik afscheid. Onderweg naar het asiel het overleden vogeltje teruggegeven aan de natuur. Op het asiel volgens de procedure foto gemaakt van de kat en het informatie-formulier. Bakje met de kat in de vriezer, origineel van het formulier er bovenop en beide foto’s per e-mail naar het asiel verstuurd. Klaar. Ik kan naar huis. | |
02-06-25 14:03:04 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast ![]() WMRindex: 69.620 OTindex: 28.670 |
5.3: Aanlopertje Onderweg gaat de telefoon. Met de handsfree neem ik op. Mensen in de stad hebben een kat gevonden. Beest is met ze meegelopen. Ze hebben het dier in huis gehaald en vervolgens de dierenambulance gebeld. Ik pas mijn route aan en rijd terug naar de stad. Schuin tegenover het adres waar ik zijn moet is een plekje vrij en daar schuif ik de bus in. Transportbox mee, chiplezer mee en hop naar de voordeur. Voordat ik kan aanbellen gaat die al open. Twee vrouwen, zo te zien moeder en dochter, staan in de deuropening. Dochter heeft een rode langhaar in de armen. Flink beest, maar zeker geen wilde. Ik lees de chip uit: contact. Het dier worstelt een beetje en samen stoppen we het dier in de meegebrachte transportbox. Terwijl ik het nummer van de chip aan het invoeren ben. Wordt er geroepen. Een man op een bakfiets vraagt of we een kat, een rooie, gevonden hebben. “Een rode langhaar”? “Ja”. Mijnheer blijkt de eigenaar. Hij woont een straat verderop en het dier gaat, zoals katten eigen, nog wel eens op sjouw. Maar zo tam als ‘ie is loopt hij met iedereen mee in de hoop dat er wat te sneupen valt. Maar beest, of beter gezegd de eigenaar, is terecht. Ik laat de kat uit de box en die loopt kalmpjes zijn eigenaar straal voorbij naar de overkant van de straat. Eigenaar er achteraan. Ik vraag of ik moet helpen. Is niet nodig. Hij woont vlak in de buurt en als eigenaar hem niet te pakken krijgt vindt ‘ie z’n eigen weg wel. Terug in de bus werk ik de administratie bij en ga op huis aan. | |
02-06-25 14:11:05 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast ![]() WMRindex: 69.620 OTindex: 28.670 |
Overigens, M'n laatste boek, nummer 4 (de grote oversteek) van de dierenambulance is uit. Heb er nog geen epub van gemaakt, maar belangstellenden kunnen al wel een pdf krijgen. De stukjes van dit boek zijn hier gepubliceerd als het laatste deel van Dierenambulance #2, vanaf pagina 14. | |
04-06-25 16:30:23 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast ![]() WMRindex: 69.620 OTindex: 28.670 |
5.4: Hinkende egel Als ik bij huis ben aangekomen moet ik inparkeren. Één van de buren heeft zijn of haar autootje bijzonder economisch neergezet. Ik kan ertussen maar het houdt niet over. Net als ik met dat inparkeren bezig ben gaat de telefoon. Ik mompel in mezelf wat minder welvoeglijke woorden en neem op. Een melding. Een egel gevonden met een mogelijke verwonding aan de achterpoot. Melder had gezien dat het dier met een achterpoot liep te trekken. Ik ga er heen. Het adres is aan de rand van een moderne nieuwbouwwijk. Als ik aanbel doet mevrouw open. De egel zit in een doos in de gang in afwachting van mijn komst. Ik haal het dier uit de doos terwijl mevrouw haar verhaal doet. Het dier zat onder een struik en verwikte of verweegde niet. Bovendien stak één achterpootje er op een vreemde manier onderuit. Tijdens het oppakken rolt het dier op. Geen kans om die achterpoot te inspecteren. Voor de rest kan ik er geen gekke dingen aan zien, gewoon een egel. Op basis van het verhaal toch maar naar de opvang. Ik neem afscheid en terug in de bus de opvang gebeld. Geen gehoor. Dan maar een appje en gelijk maar naar de opvang. Als ik daar arriveer is er nog steeds geen antwoord. Ik stop het dier in een lege kooi, infoformulier onder de magneet en verstuur weer een appje met wat ik gedaan heb. Terug naar huis. Een goede drie uur en tweehonderd kilometer inclusief de overdracht later. De volgende ochtend is er een reactie van de opvang: Egels vluchten niet, als die bedreigd worden of onzeker zijn blijven ze stil zitten. En de achterpoot, die stond er inderdaad scheef onder. Waarschijnlijk een oude, geheelde breuk. Conclusie: niks mis met het beest. Via de app overleggen we even. Resultaat: We gaan het beest weer terugbrengen naar de vindplaats. Dat moet, volgens opvang, alleen met de schemering gebeuren, want dan gaan de egels op sjouw. Ik houd het in beraad, afhankelijk van wat er vandaag verder nog langskomt. | |
05-06-25 09:31:53 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast ![]() WMRindex: 69.620 OTindex: 28.670 |
5.5: Aangereden eend Even later komt er nog een melding binnen. Er is een eend met kuikens aangereden bij een afrit van de grote provinciale weg. Moeder eend dood. Of ik de pulletjes kan ophalen. Ik kan een poging wagen, maar of die pulletjes er over een half uur nog zitten, een half uur is mijn aanrijtijd, is natuurlijk de vraag. Centrale beseft dit terdege maar laat het aan mij of ik ervoor wil rijden. De kans is buitengewoon klein of ik nog wat zal vinden, maar niet geschoten is altijd mis. Ik ga onderweg. De beschrijving van het gebeurde is prima en ik volg de route zoals die beschreven is. Op de afrit waar het gebeurd is zet ik alarmlichten en flitsers aan. Een strook van ongeveer een meter breed is gemaaid, de rest is hoog gras. Ik begin het donker in te zien. Met matige vaart de afrit afrijdend heb ik geen dode eend zien liggen, maar voor alle zekerheid stap ik uit, via de rechter deur, pak een net en loop via de berm terug richting de hoofdweg. Ook lopend niets te zien. Dan de andere kant op. Ook noppes. Ik ga een stuk verder van de weg af door het hoge gras, luisterend naar eendengekwaak. Niets te horen. Ik ga terug naar de bus en bel de centrale. Niets gevonden. “Had ik al wel gedacht” zegt de centrale. | |
09-06-25 12:00:43 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast ![]() WMRindex: 69.620 OTindex: 28.670 |
6: Knienechien Drents voor “Konijntje” 6.1: Op de terugweg Vandaag samen met een collega een leenbus opgehaald. De reguliere bus is door een ongeval niet meer inzetbaar. Met andere woorden “Total Loss”. Voor zolang als het duurt krijgen wij van de eigenaar van alle dierenambulances een leenbus, totdat er een nieuwe beschikbaar is. Hoe lang dat gaat duren weet nog helemaal niemand, maar voorlopig kunnen we weer voort. Op de terugweg, mijn collega met zijn eigen auto en ik in de leenbus, krijgt de collega (Hij heeft vandaag officieel dienst) een bericht dat er een gewond konijn gevonden is. Ergens in de stad in een nieuwe wijk. Tijdens het overbrengen van de inventaris, de leenbus is “kaal” afgeleverd, krijg ik het verhaal te horen. De melding is in de woonplaats van mijn collega. Omdat mijn collega dienst heeft gaat de bus naar zijn huis. Dat doen we samen. Mijn auto staat bij de collega, en daarmee rijd ik dan naar mijn huis. Onderweg overleggen we. Beslissing is dat we samen naar dat konijn gaan. Dan rijden we naar het woonhuis van de collega. Collega brengt dan konijn naar de meest geschikte opvang en ik ga naar huis. Het is net tijdens etenstijd. Omdat je zo’n beest niet te lang in een bak wilt laten zitten instrueert collega zijn dochter om als avondmaaltijd een vette hap te halen. Snel eten, dan kan dat konijn snel naar de juiste opvang. Tweede overweging is natuurlijk dat je ook niet te laat bij een opvang aan wil komen. Ook een opvang heeft een sluitingstijd. We rijden naar het adres van het konijn. Mevrouw ziet ons al het plaatsje opdraaien en doet de deur open op het moment dat wij willen aanbellen. “Kom maar mee, het konijn zit in de achtertuin in een emmer”. Daar vinden we het diertje. Een jong wild konijn. Geen uitwendige beschadigingen. Mevrouw had het diertje liggend in de achtertuin gevonden. Meegenomen door een kat? Nog wat anders? We doen het diertje in een transportbox. Dan ziet collega dat het diertje dat de achterpootjes er wel erg vreemd bijliggen. Toen ik het uit de emmer pakte was mij dat niet opgevallen. Het is niet ongebruikelijk dat vooral jonge dieren volledig verstijfd blijven. Dat is hun verdediging tegen rovers. Als je niet beweegt ben je voor een rover minder makkelijk te herkennen. Maar als de achterpootjes er vreemd onder staan denk je al gauw aan een dwarslaesie, een gebroken ruggengraat, of iets met het bekken. Als het diertje inderdaad door een kat gepakt is, mevrouw heeft vier katten, is dat zeer wel mogelijk. Als een kat het diertje, het is echt een klein beestje, bij de rug of de achterkant grijpt dan kan dat maar zo. Maar dat maakt het voor ons wat lastiger. De meest gebruikelijke opvang valt af. Die kan zoiets niet aan. Blijft over de grote opvang in de grote stad en nog een andere opvang iets verder weg. Die heeft de mogelijkheid en de vergunning om euthanasie toe te passen. We praten nog even met mevrouw en nemen dan afscheid. Onderweg naar het huisadres van collega belt collega naar de centrale. Centrale gaat de verder weg gelegen opvang bellen om te vragen of we daar nog terecht kunnen. Voor we daarover uitsluitsel hebben zijn we al bij het huis van collega. Die gaat snel eten en dan afhankelijk van wat centrale zegt het konijn wegbrengen. Ik stap in mijn eigen auto en rijd naar huis. | |
10-06-25 12:27:58 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast ![]() WMRindex: 69.620 OTindex: 28.670 |
6.2: Kraaienkoet Op een schappelijk tijdstip, na de koffie, gaat de telefoon. Een man in een scootmobiel heeft naast de grote doorgaande weg door de stad een kraai gevonden. Volgens de melder met een gebroken poot. Melder blijft wachten tot ik er ben. Hij weet dat het een half uurtje gaat duren. Ik leg mijn privéwerkzaamheden neer, stap in de bus en ga onderweg. Ik vraag om een nadere positie-indicatie. De doorgaande weg is vrij lang en als ik een nabijgelegen zijweg weet is het makkelijker zoeken. Via de app krijg ik de naam van een parallelstraat. Daarmee kan ik uit de voeten. Nog steeds onderweg gaat weer de telefoon. Nog een melding. In het stadje aan mijn kant van de rivier, bij de jachthaven, is een zieke meerkoet gevonden. Ik rijd inmiddels op de oprit naar de grote verkeersbrug en zeg tegen de centrale dat ik eerst de kraai ga doen en dan de meerkoet. Vanaf nu is het naar de meerkoet ongeveer 15 à 20 minuten, afhankelijk hoe lang het duurt om die kraai aan boord te nemen. Als ik op het rak (weggedeelte) tussen twee rotondes kom waar de kraai zou zijn minder ik vaart en zet alarmlichten en flitsers aan om de achterliggers te waarschuwen dat ik bijzondere toeren ga uithalen. In de spiegels zie ik dat ze gelijk meer afstand gaan houden. Vrijwel op hetzelfde moment zie ik op het naastgelegen fietspad twee mannen zwaaien. Één in een scootmobiel, de ander met een fiets. Dat moet de melder zijn. Ik rijd de berm in, stop naast beide mannen en stap via het rechterportier uit. Veiligheid voor alles. De man in de scootmobiel is inderdaad de melder. De man met de fiets is een voorbijganger die een praatje maakte en de ander gezelschap biedt. Ietsje verderop zit aan de rand van het fietspad een kraai. Een kleintje. Ik loop op het dier toe en pak het op. Verbazend simpel. Op die manier krijg je normaal geen kraai te pakken. Melder vraagt of het inderdaad een kraai is. Dat is het. Een kauw heeft een grijze kop. Er zijn meer kenmerken, maar die grijze kop is het duidelijkst. Ik bekijk het dier. Geen gebroken poot te herkennen. Wel poep aan z’n achterste. Dat kan duiden op een parasitaire infectie. Ik praat nog even met beide mannen, doe de kraai in een transportbox en stap in. Dan bel ik de opvang. “Kom maar door”, zegt die. “Ik ben op de opvang, dan kan ik er gelijk naar kijken”. Tegelijk krijg ik een telefoontje van de centrale. De meerkoet van de tweede melding is in het water gesprongen en weg gezwommen. Hulp daar is niet meer vereist. Op de opvang lever ik de kraai in. Beheerder bekijkt het beest wat beter dan ik kan. Het is nog een jonge. Mogelijk een tik gekregen van een voorbijgaande auto. Beheerder zou hem in observatie houden. Daarmee kan ik weer op huis aan. | |
11-06-25 11:23:44 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast ![]() WMRindex: 69.620 OTindex: 28.670 |
6.3: Gewonde vleugel Tijdje later weer een melding. Wéér een kraai, ditmaal met een gewonde vleugel. Opgeraapt door de melder en mee naar huis genomen. Goed, gewonde beesten, daar zijn we voor. Ik trek m’n jas aan, spring in de bus en ga onderweg. Het adres is in een vrij ontoegankelijke nieuwbouwwijk in de stad. Blij dat ik niet met een verhuiswagen rijd. Maar vlak bij het adres waar ik wezen moet zijn er nog een paar open plekjes. Ik steek de bus er in, pak een transportbox en bel aan. Een jonge man doet open. Ik mag binnenkomen. In de woonkamer is ook mevrouw aanwezig. De kraai zit in een kartonnen doos op de eettafel. Ik pak het dier er uit en inspecteer de vleugels. Niets mis mee. Mevrouw merkt op dat ‘ie er wel mee kon flapperen maar niet van de grond kwam. Geen wonder. Het is een jong dier dat nog maar net uit het nest is. Die moet nog flink oefenen met flapperen voordat ‘ie hogere sferen op kan zoeken. Ik verbijt m’n kritiek, mensen zijn van goede wil en alleen maar bezorgd, maar dit beest had gewoon op z’n plek moeten blijven. Dat is helemáál duidelijk als mevrouw vertelt dat tijdens het oprapen er een boze kraai aan het rondcirkelen was. Dat is natuurlijk papa of mama kraai geweest. Ik vraag mevrouw naar de precieze locatie. Mevrouw duidt het uit en met wat gerichte vragen weet ik vrij precies waar het geweest is. Ik zeg nog wel dat ik het zal opnemen met de opvang maar dat de kans groot is dat ‘ie weer op dezelfde plaats weer uitgezet zal worden. Mevrouw knikt alsof ze het begrijpt. Kraai in de transportbox, ik neem afscheid en ga terug naar de bus. Daar bel ik toch maar de opvang, tenslotte ligt mijn veld van expertise niet op het gebied van jonge kraaien. Maar opvang is eenduidig met wat ik ook al in het snotje had. Het beest moet gewoon terug naar de vindplaats. Ik rijd er naar toe, het is in het stadspark en er zijn met dit mooie weer veel fietsers en voetgangers op de been. Beetje laveren en langzaam rijden is geboden. Maar nabij de vindplaats zet ik de bus in het gras, stap uit en haal de kraai uit de bus. Een paar meter verderop zet ik de box neer en doe hem open. Kraai er uit en onder een boom in het gras gezet. Het beest begint gelijk om eten te gillen. Rode vlek binnen de snavel duidelijk zichtbaar. Zo. die moet nog even hard gillen en dan zullen papa en mama kraai hem wel vinden. Ik stap weer in de bus, keer en ga op huis aan. | |
06-07-25 17:50:18 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast ![]() WMRindex: 69.620 OTindex: 28.670 |
6.4: Kraai te water ‘s Avonds, kort na de overdracht, gaat de telefoon. Aan de oude haven hadden mensen vanaf hun afgemeerde boot een vogel in het water zien vallen. Het dier kon op eigen kracht op een richteltje komen onderaan de kademuur. Omdat de melders passanten in de haven waren kenden ze de stad en straatnamen niet. Hierdoor was navigatie een beetje lastig. Totdat mijnheer met een verrekijker een straatnaambordje kon aflezen. Toen was het lek boven. Punt was dat de melders refereerden naar de jachthaven, maar daar zijn er meerdere van in en om de stad. Toen ik aan kwam rijden kwam ik op de weg boven de kade de mannelijke helft van de melders tegen. Hij zwaaide naar de bus en ik stop langszij. Mijnheer was net onderweg naar de plek waar de vogel zou zitten. Punt is, de kademuur is op dat punt iets van zes meter hoog en de richel waar het dier op zit is vlak boven de waterlijn. Van bovenaf was ‘ie prima te zien, maar, ook voor mijn langste stok (4 meter), onbereikbaar. Terwijl we bovenop de kademuur overleggen vaart er toevallig een roeiboot voorbij. Melder praait de man in de roeiboot en deze roeit richting vogel. Ik laat aan de veiligheidslijn een net zakken, en met dat net weet de roeibootchauffeur de vogel van de richel te vissen. Het gaat bijna mis en de vogel komt opnieuw te water, maar uiteindelijk lukt het. In overleg brengt de man in de roeiboot de kraai naar de overkant. Voor hem is dat het makkelijkst. Melder gaat de voet die kant op en ik rijd met de bus. Daar aangekomen krijg ik van de roeiboot kapitein de vogel aangereikt. Het blijkt een jonge kraai. Nog wat wit in de veren en een grote rode vlek aan de binnenzijde van de snavel. Die rode vlek is voor de ouders het teken dat daar het voer in moet. Meer vogels hebben dat. Tijdens de procedure cirkelen luid krassend twee kraaien boven ons. Dat moeten papa en mama kraai zijn. Ik bekijk de vogel. Behalve een nat (veren)pak mankeert het dier ogenschijnlijk niets. Dan is het voor mij simpel. Ik verklaar aan de beide heren wat ik ga doen en waarom en zet dan de jonge kraai in het gras. Hij schud zich even en hipt dan het pad over in de richting van een stel bomen. Daar zit vast het nest. Ik neem afscheid van de beide heren. Dan stap ik in de bus, vertel de centrale wat er gebeurt is doe de administratie en ga terug naar huis. | |
06-07-25 21:12:55 - Quote! - @allone | allone![]() Oudgediende ![]() WMRindex: 53.083 OTindex: 95.570 |
Die kraai heeft nog een paar vlieglessen nodig. En die roeier zat vast niet in een skiff… | |
07-07-25 10:38:17 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast ![]() WMRindex: 69.620 OTindex: 28.670 |
07-07-25 10:40:10 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast ![]() WMRindex: 69.620 OTindex: 28.670 |
7: Als een haas…. Gezegde: erg vlug. 7.1: Vergraste parkiet De andere dag weer eens géén kraai. Een grasparkiet werd belaagd door een kat. Opgeraapt door de melder. Ik mocht het dier ophalen vanuit een wat oudere arbeiderswijk. Ik bel de melder om te vertellen dat ik onderweg ben en hoe laat ik er zal zijn. Melder zegt dat zij de honneurs waarneemt maar dat de parkiet zolang is ondergebracht bij de buurvrouw. Mooi. Maakt verder niet uit, als ‘ie maar gevangen is. Vlak in de buurt waar ik zijn moet is er een mooi plekje vrij. Ik steek de bus er in en stap uit. Als ik aanbel wordt er vrijwel onmiddellijk open gedaan. “Momentje, even m’n sloffen aantrekken” zegt mevrouw. Met sloffen lopen we naar de buurvrouw. Daar was de parkiet ondergebracht. Als ik bij buurvrouw naar binnen stap is duidelijk waarom. Vogels van diverse pluimage vliegen in de rondte, in een hoek staat een grote volière. Twee honden zijn ook aanwezig, Staffords. Ééntje is werkelijk brood en broodmager. “Die moet ik binnenkort laten inslapen. Heeft kanker” zegt buurvrouw. De grasparkiet waar ik voor kom zit in de volière. De rondvliegers horen er eigenlijk in te zitten maar buurvrouw heeft ze er uitgelaten om plukharen met de parkiet te voorkomen. Parkiet is best actief. Ik heb moeite om hem te pakken. En als ik hem eenmaal in de kladden heb ontglipt ‘ie me bijna. Zo te zien niks mis met het beestje, maar ja, ‘t is een exoot en die kan ik niet meer loslaten. Ik praat nog even met buurvrouw over dieren in het algemeen. Melder was direct al vertrokken. Parkietje gaat naar de opvang in de grote stad. De opvang hier in de stad is alleen voor wilde vogels. Buurvrouw had dat al meegekregen toen ze de opvang hier in de stad had opgebeld. Ik neem afscheid van buurvrouw en ga met de parkiet terug naar de bus. Bel met de opvang, ik kan langskomen. Bij het wegrijden zwaai ik nog even naar de beide buurvrouwen die inmiddels weer stevig aan de klets waren. | |
07-07-25 11:10:41 - Quote! - @allone | allone![]() Oudgediende ![]() WMRindex: 53.083 OTindex: 95.570 |
@Emmo: dan was de roeier waarschijnlijk natter geworden dan de kraai ![]() | |
07-07-25 11:12:52 - Quote! - @allone | allone![]() Oudgediende ![]() WMRindex: 53.083 OTindex: 95.570 |
Zijn parkieten nog steeds exoten? In de Randstad voelen ze zich behoorlijk thuis en het worden er steeds meer. | |
08-07-25 12:58:24 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast ![]() WMRindex: 69.620 OTindex: 28.670 |
@allone: Volgens de vogelbescherming is een exoot een vogel die niet van nature voorkomt. Als een exoot zich gedurende 100 jaar zonder schadelijke gevolgen kan staande houden wordt zij als "ingeburgerd" beschouwd. | |
08-07-25 12:59:09 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast ![]() WMRindex: 69.620 OTindex: 28.670 |
7.2: De kraai die geen kraai was Vroeg in de middag komt de volgende melding binnen. Gaat over een matig geïdentificeerde vogel, is ‘t nou een kraai, een ekster of een kauw, aan een bekende weg in de stad. Mensen wisten niet wat het was en ook niet of ‘ie wat mankeerde. Maar vliegen ging niet. We zullen wel zien wat we tegenkomen. Ik stijg in de bus en rijd herwaarts. Het adres blijkt in één van de flatgebouwen aan de westzijde van de straat. Ik rijd de oprit naar de garages op en zie bij het trappenhuis twee mensen staan, een man en een vrouw, kartonnen doos in de handen. Dat moeten de melders zijn. En dat zijn ze ook. Als ik de bus neerzet op een “niet parkeren” oprit komen ze op me toe. Zijdeur van de bus open en de doos in de bus gezet. In de doos zit een, volgens mij, jonge kraai. Ik inspecteer het beestje onder belangstellend toezicht van de beide melders. Zwarte vogel met wat wit tussen de veren. Binnenkant van de snavel rood, maar niet zo helrood als bij echt jonge vogels. Kale plekken rond de vleugels, niet ernstig, maar ‘t lijkt of daar wat veren missen. Voor mij is dit een twijfelgeval. Alles wijst op een jonge vogel die nog onder de hoede van de ouders dient te staan. Alleen die kale plekken doen me twijfelen. En wat doe je bij twijfel: je vraagt advies. Eerst vraag ik de melders uit waar ze het dier hebben opgepikt: om de hoek van de flat op het fietspad bij een bruggetje. Dan zeg ik tegen de melders dat ik het dier naar de opvang zal brengen en daarmee vertrekken zij. Die kartonnen doos, die gooien we wel bij het oud papier. Ik stap in de bus, bel de opvang en vertel wat ik waargenomen heb. Opvang is gedecideerd. Gewoon een jonge vogel. Die kale plekken horen erbij, die groeien vanzelf wel dicht. Waar is het? Die straat? Achter de flats zit een roekenkolonie. Gegarandeerd dat ‘ie daar vandaan komt. Gewoon uitzetten daar. Ik start de bus, rijd naar de hoek van de flat waar het fietspad begint. Fietspad volgen tot het bruggetje. Alles klopt als een bus. Bij het bruggetje zet ik de bus neer en stap uit. Roek mee in een transportbox. Over het bruggetje tussen het hoge gras zet ik de vogel uit. Die hipt een stukje verder en begint te gillen. Daar komen vast de ouders op af. Terug naar de bus. Als ik bezig ben de administratie bij te werken komt de volgende melding binnen. | |
08-07-25 13:15:52 - Quote! - @allone | allone![]() Oudgediende ![]() WMRindex: 53.083 OTindex: 95.570 |
@Emmo: 100 jaar zijn idd nog niet voorbij. Maar het is wel al duidelijk dat ze niet meer weggaan… en zich vermenigvuldigen. En je bent dus roekeloos weggereden?! Melders waren voorbarig… Laatste edit 08-07-2025 13:18 | |
09-07-25 16:27:19 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast ![]() WMRindex: 69.620 OTindex: 28.670 |
Quote @allone: Je vergeet een "n"etje En je bent dus roekeloos weggereden?! ![]() | |
09-07-25 16:28:59 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast ![]() WMRindex: 69.620 OTindex: 28.670 |
7.3: Haas aan de dijk Die volgende melding betreft een haas met een gebroken poot. Die was aangetroffen in een dorpje halverwege de stad en de grote stad. Het adres dat ik krijg is van het theehuis waar een fietsveer de rivier over gaat. Ik krijg nog instructies hoe te rijden. Er zijn twee toegangswegen. Één met een omweg over de dijk en één rechtstreeks die halverwege overgaat in een fietspad. Niet toegankelijk voor autoverkeer vanwege obstructiepaaltjes. Ik ken de situatie enigszins. Bij datzelfde veer, aan beide zijden van de rivier, ben ik eens op zoek geweest naar een gewonde buizerd (hoofdstuk 22.6: Buizerd op de valreep, in het boek “De grote oversteek”). Ik rond de administratie van de vorige melding af, keer de bus en ga in de richting van het betreffende dorp. Ver is het niet, in de orde van 10 kilometer. Ik kom van de juiste kant, want ik wordt door het Domdommetje van de hoofdweg een smalle zijweg opgestuurd in de richting van de rivierdijk. Niet het fietspad met die paaltjes. Op de dijk linksaf in de richting van het theehuis. De weg, net zo breed als de bus, wordt eigenlijk alleen maar gebruikt als fietspad en voor de mensen van dat theehuis. Ik rijd door tot aan de splitsing. De ene kant gaat naar het theehuis, de ander kant naar het veer en rechtuit is doodlopend. De weg wordt daar een fietspad. Midden op de weg staat een jonge vrouw te zwaaien. Vast de melder. Ik zet de bus half in de berm, zodanig dat ik niet met bus en al de dijk afrol en zo dat er nog steeds fietsers langs kunnen. Vervolgens stap ik uit. Inderdaad, mevrouw is de melder. Ze wijst me de haas. Die zit zowat dwars van de bus aan de andere kant van de weg in de berm. Een zo te zien volwassen beest. Zit daar gewoon te zitten. Eerst zo maar eens kijken. Ik loop naar de haas en buk om hem op te pakken. Voor ik hem beet heb komt het dier in de benen en hobbelt op z’n dooie akkertje op de wijze der hazen de dijk af een weiland in. Gebruikt overduidelijk alle vier de poten en toont geen enkele vorm van handicap. Mevrouw slaat de hand voor de mond: “Heb ik u daarvoor laten komen”? We praten nog even over hoe het komt dat het dier zo blijft zitten met mensen vlak in de nabijheid. Het enig wat ik zo direct kan verzinnen is dat ‘ie wel aan mensen gewend is. Als een dier doorheeft dat mensen geen bedreiging zijn kun je soms aardig dichtbij komen. Voor jonge dieren is het een overlevingsstrategie. Als je stil blijft zitten ben je minder goed herkenbaar voor rovers. Maar dit was een volwassen beest, geen jong. Maar met het verdwijnen van de haas is de melding voorbij. Klaar. | |
10-07-25 12:30:43 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast ![]() WMRindex: 69.620 OTindex: 28.670 |
7.4: Aan een touwtje De volgende dag net voor de koffie komt er alweer een melding binnen. Een gewonde vogel in de binnenstad van de stad. Ik krijg een adres en de instructie dat ik aan de gracht bij een bepaald steegje de bus moet neerzetten. Vandaar verder te voet. Dat kan. Die strategie heb ik vaker gebruikt, omdat het in de smalle middeleeuwse straatjes van de binnenstad lastig rijden is en nóg lastiger parkeren. Ik ga dan ook welgemoed onderweg. Domdommetje is in staat om kruisingen te vinden, dus ik wordt prima naar de hoek van de gracht en het steegje geleid. Daar aangekomen blijken alle reguliere parkeerplaatsen bezet. Geen probleem voor een dierenambulance, dan zet je de bus gewoon op een niet-reguliere plek. Wel zodanig natuurlijk dat het verkeer er wel langs kan. Ik loop het steegje in naar de straat van het adres, een parallelstraatje van de gracht. Dan even kijken welke kant: links of rechts. Gezien de nummering is het rechts. Het adres blijkt onderdeel van een complex waar ik al eerder ben geweest om een dode kat op te halen (hoofdstuk 26.4: Geschuurde kat in “De grote oversteek”). Ik bel aan. In eerste instantie wordt niet open gedaan. Als ik voor de tweede keer wil aanbellen zie ik dat de deur op een kier staat. Als ik de deur verder openduw staat daar een jonge man. De melder. Hij gaat me voor naar het plaatsje achter. Als ik het vriendelijk uitdruk moet ik zeggen dat het een botanische indruk maakt. In een klein struikje zit een zwarte vogel een kraai zo te zien. In eerste instantie grijp ik mis. Het beest is me te vlug af, maar met de tweede poging heb ik hem te pakken. Inderdaad een jonge kraai, zoals ik er de afgelopen week al legio te pakken heb gehad. Alleen, als ik het dier inspecteer blijkt ‘ie een touwtje met wat ander materiaal aan z’n poot te hebben zitten. “Nestmateriaal”? vraagt de melder. Zou kunnen, maar belangrijker is om het weg te krijgen. Zakmes met schaartje, officieel een multitool, tevoorschijn gehaald en voorzichtig touw en de rest weggeknipt. Mooi, da’s ‘beurt. Nu het volgende chapiter. De vogel is duidelijk een jong dat nog niet kan vliegen, de ouders zitten volgens de melder vlakbij en het is een kattenrijke buurt. Beest moet om een kans te maken in die buurt uitgezet worden. Er moet dus een geschikt stekje gevonden worden waar de ouders er wel en de katten er niet bij kunnen. Een plat dak, dus. Een aantal platjes zijn volgens de melder toegankelijk voor katten, die vallen af. Maar iets verderop, minder dan tien meter, zijn er een aantal schuurtjes die een gezamenlijk plat dak hebben. Punt is dat wij, melder en ik, er net als die katten niet op kunnen komen. Melder komt komt eerst aandragen met een keukentrapje van drie tree. Veel te weinig. In zijn schuur heeft hij een gewone keukentrap. Dat is al een stuk beter, maar staande op het bovenste platform kom ik nog steeds niet bij de dakgoot. Aan de andere kant staan een stel kliko’s, die weer een stukje hoger zijn. Van de keukentrap op de kliko’s en dan, staande op de kliko’s, is het nog maar een kort stukje naar de dakgoot. Met een zwiep mik ik de jonge kraai op het platte dak. Nu maar hopen dat de ouders het benul hebben om daar hun jong te zoeken. Ik praat nog even met de melder, neem dan afscheid en loop terug naar de bus. | |
10-07-25 12:45:58 - Quote! - @allone | allone![]() Oudgediende ![]() WMRindex: 53.083 OTindex: 95.570 |
11-07-25 12:12:24 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast ![]() WMRindex: 69.620 OTindex: 28.670 |
7.5: Zwaan met liefdesverdriet. Ongeveer twee uur voor de overdracht, tegen vijven, gaat weer de telefoon. In een dijkdorpje, voor mij aan de overzijde van de rivier, is een zwaan aangetroffen die niet zo best te pas is. Situatie, voor zover ik begrijp, is op een smal weggetje, waarbij een auto achter een zwaan aanrijdt en er niet voorbij kan. Het vermoeden is dat het beest aangereden of anderszins gewond is geraakt. Gewonde dieren, daar zijn we voor. Ik stap in de bus en probeer de melder te bellen. Er wordt niet opgenomen. Ik heb een genaamde weg, dus ik rijd door. Als ik er ben zie ik vanzelf hoe de vlag er bij hangt. Tijdens de rit gaat de telefoon. Het is de melder. Hij had nieuws. De zwaan was bij een specifiek huisnummer een poeltje ingedoken. Ik herprogrammeer het Domdommetje, steek bij de grote stad de rivier over en volg de dijk naar het dorp. Voordat ik in het dorp ben moet ik linksaf de dijk af het buitengebied in. Ik kom terecht op steeds smallere weggetjes en kom uiteindelijk uit bij een boerderij. In velden noch wegen een poeltje te zien. Ik bel aan. Een oudere vrouw doet open. Ik vraag naar de zwaan. Mevrouw weet van niets, maar gaat haar zoon vragen. Minuutje later komt volwassen zoon aan de deur. Die wist ook het niet. Maar, een stuk verderop op de hoek van twee wegen is hetzelfde huisnummer, maar dat hoort bij die andere weg. Goed, gaan we daar eens kijken. Ik keer de bus en rijd in de aangegeven richting. Bij een haakse bocht die de verbinding vormt tussen beide wegen is inderdaad een hetzelfde huisnummer. Ook zie ik tussen de bomen door een poeltje met daarnaast een zwaan. Als ik de bus neerzet gaat de telefoon. De melder weer. Die had doorgekregen dat hij de verkeerde straatnaam had gebruikt en wilde corrigeren. Ik vertel dat ik het inmiddels gevonden had. Ik stap uit en loop het erf op. Van een naastgelegen weitje komen drie kinderen me tegemoet. “Komt u voor de zwaan”? Dat kwam ik. Iets verderop staan een man en een vrouw en ook die komen mijn kant op. Het zijn niet de melders, maar de melder had deze mensen gevraagd de honneurs waar te nemen voor als de dierenambulance aan zou komen. Zo gaat het ook. We lopen samen in de richting van de poel en mijnheer en ik overleggen wat de beste methode zou zijn. Daarop haal ik de twee grote netten uit de bus. Eentje voor mijnheer, de andere voor mij. Ik loop rond en mijnheer komt van deze kant. Zo sluiten we de zwaan van twee kanten in. Als we naderen springt de zwaan het water in. Getweeën drijven we de zwaan met de lange stokken naar een uiteinde van de poel. Daar klimt de zwaan op de oever. Zwaan heeft meer aandacht voor mij dan voor mijnheer, waarop deze de zwaan het net over de oren kan trekken. Beet. We halen de zwaan uit het net. Beetpakken aan de onderzijde van de hals, dan blijft ‘ie rustig. Ik bekijk de vleugels en de poten maar zie geen gekke dingen. Mijnheer wel. Die ziet een gekke knobbel onderaan de snavel. Dat hoort niet. Ik bel met de opvang en vertel de situatie. Die zegt dat als ik verder niets bijzonders zie ik het dier met een gerust hart kan vrijlaten. En die knobbel? Dat komt vaker voor. Dat is een kluit gras die vastzit onder de tong. Snavel open, tong omhoog en dan op de knobbel drukken, dan plopt ‘ie er vanzelf uit. Mijnheer houdt de zwaan in bedwang en ik breek de snavel open. Tong omhoog, druk op de knobbel en inderdaad, een flinke prop grasachtig materiaal. Knobbel is weg, beest ziet er weer normaal uit. Ik overleg even met mijnheer waar de zwaan vrij te laten. Het poeltje is in gebruik bij zijn ganzen en hij wil daarom de zwaan liever in een nabijgelegen weiland uitzetten. Dat kan. Tijdens de hele operatie springen de drie kinderen om ons heen. Het is een heel avontuur voor ze. Dan dragen mijnheer en ik de zwaan naar het weiland. Ver is het niet en de paar schapen die er lopen hebben er vast geen last van. Als de zwaan vrij komt klappert hij een paar keer met de vleugels en waggelt een stuk verderop. Mevrouw, die ook meegekomen was en het van een afstandje had gadegeslagen, vraagt zich af waarom de zwaan solitair is. Meestal zijn zwanen met z’n tweeën. Het kan zijn dat de partner is overleden en dat het beest nog in de rouw is. Zwanen zijn overwegend, maar niet helemaal, monogaam. Met die observatie neem ik afscheid van de familie. Terug in de bus meld ik de centrale dat ik klaar ben met de melding en naar de opvang dat operatie knobbel goed afgelopen is. Dan meld ik mijn aflosser. Het is nog een uur tot de aflostijd en het is niet waard om daarin nog naar huis te rijden. Aflosser zegt dat ik langs kan komen. Doen we de overdracht wat eerder. Zo gezegd zo gedaan. | |