Dierenambulance 5 | |
26-05-25 12:09:27 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast ![]() WMRindex: 69.406 OTindex: 28.661 |
4.5: Het nest gevlogen Een tijd later gaat mijn privételefoon. Één van de collega’s en centralist aan de lijn. Die had een beetje warrig verhaal over een nest mezen waarvan één van de ouders door een kat was opgegeten en de andere gevlucht. Ze had het nest met kuikens en al mee naar huis genomen en de vraag was of wij dat nest met kuikens naar de opvang konden brengen. Collega woont in dezelfde stad als de opvang, dus waarom ze het niet zelf afhandelt? Geen idee, maar er zal vast een valide verklaring voor zijn. Ik geef een seintje naar de bijrijder en haal haar op. Getweeën naar het nest. Bij de collega aangekomen doet ze de deur al open voordat we er zijn. De doos met het nest er in staat bij de voordeur. Doos open, en inderdaad. Op een bedje van stro ligt een nest met daarin vier of vijf hongerige kuikens. Snaveltjes wijd open. We praten even, waardoor het aanvankelijk wat warrige verhaal gelijk al wat duidelijker werd. Collega verteld dat ze één van haar struiken al van rupsen heeft ontdaan om ze aan de kuikens te voeren. Win – win. Collega is van de rupsen af en de kuikens hebben weer wat te eten. We nemen het nest met doos en al mee terug naar de bus. Dan rijden we naar de opvang. Onderweg bellen we op. Met een bijrijder is dat een stuk makkelijker en efficiënter. Beheerder loopt aanvankelijk wat te sputteren maar als we zeggen dat de melding van een collega is die beslist wel van wanten weet kunnen we langs komen. “Zet maar op het aanrecht”. Beheerder zal proberen om de beestjes uit te zetten in bekende nesten in de buurt. Mezen zijn goede pleegouders en een snaveltje meer om te vullen is niet echt een probleem. Op de opvang plaatsen we de doos met het nest op het aanrecht, formulier er bovenop en klaar. We gaan weer op huis aan. | |
29-05-25 10:42:14 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast ![]() WMRindex: 69.406 OTindex: 28.661 |
5: Ziet naar de vogelen Naar het evangelie van Matheus 6:26-27 5.1: Nestvlieder Dit keer begint het al als ik de bus nog niet eens overgenomen heb. Collega heeft me opgehaald en we rijden met de bus naar zijn adres in de stad. Daar neem ik het over. Maar voor we de rivier over zijn gaat de telefoon. Vogeltje, gewond, gegrepen door de kat. Jammer voor de kat, maar er zijn mensen die medelijden met zo’n vogeltje hebben. We overleggen even met de centrale. Centrale is bang dat het een melding zal zijn waar je eigenlijk niets mee kan. Het is een jong vogeltje, en in deze tijd van het jaar zou ‘ie wel eens érg jong kunnen zijn. Maar we hebben een melding van een gewonde vogel dus we gaan er heen. Collega-chauffeur voert eerst het adres verkeerd in en staan we bij een man op de stoep die nergens van weet. Blijkt één nummertje mis te zijn, we moeten aan de overkant zijn. Daar komt een vrouw aan de deur met een klein doosje met daarin een vogeltje, net uit het ei. Hoe die uit het nest gekomen is en vervolgens door de kat binnengebracht, geen idee. Maar met zoiets, dar kunnen we niets mee. Als ‘ie het al overleeft tot we bij de opvang zijn dan is het nog kantje boord. Mevrouw de melder snapt het wel maar ze vond het zó zielig dat de kat er mee kwam aandragen. Ook wel voorstelbaar, natuurlijk, maar we moeten ook praktisch zijn, al is dat niet even makkelijk. Mevrouw heeft nog een zak handdoeken als donatie. Die worden in dank aangenomen. Met vogeltje en zak handdoeken keren we terug naar de bus. Daar bellen we met de opvang. Die adviseert euthanasie. “Kom maar langs, dan doe ik het wel”. Ondertussen is, in die paar minuten, het diertje merkbaar zwakker geworden. Niets meer aan te doen. Voordat de opvang ook maar iets kan doen is het gebeurt met het beestje. In de tussentijd is de volgende melding binnengekomen. Collega en ik kijken elkaar aan. De melding is aan de overkant van de rivier, collega woont aan deze kant. Collega gaat naar huis en ik doe de nieuwe melding alleen. | |
30-05-25 09:26:29 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast ![]() WMRindex: 69.406 OTindex: 28.661 |
5.2: Waar is ‘ie dan? Die nieuwe melding is een beetje verwarrend. De melding zelf niet, een aangereden kat, maar waar is de plek? Er is sprake van een brug, een camping en het stadje aan mijn kant van de rivier. Het gaat om de uitvalsweg richting polder. Maar waar precies. Het is een weg van meerdere tientallen kilometers. De camping is bekend, de brug ook. Ik begrijp van de centrale dat het moet zijn gerekend vanaf het stadje over de brug ter hoogte van de camping. Daarmee ga ik onderweg. Ik neem de afslag vanaf het stadje de uitvalsweg op. Tot aan de bewuste brug is het maar een paar honderd meter. In dat stukje staan twee jonge vrouwen aan de linkerkant te zwaaien. Het zou toch niet…. Ik kijk in de spiegels, gooi alarmlichten en flitsers aan en zwenk de weg over en parkeer nabij de vrouwen aan de linkerkant van de weg in de berm. De melder had de positie doorgegeven gerekend vanaf de camping en ik had begrepen vanaf het stadje. Vandaar het misverstand. In de berm ligt een bruinzwarte kat. Goed in het vel, goed verzorgd. Maar wel zo dood als een pier. Geen zwerver. Ik praat even met de melders en controleer dan of het dier gechipt is. Negatief. Geen chip. Beide melders hebben in de tussentijd al foto’s gemaakt en op Facebook gezet in de hoop dat iemand zou reageren. Tot nu toe niet. Voor mij is het een standaard situatie. Beest in een bakje en naar de vriezer op het asiel. Foto’s en rapport maken. Vanuit het asiel wordt dan één en ander gepubliceerd op diverse sites. Dit vertel ik ook aan de melders. Dan neem ik afscheid. Onderweg naar het asiel het overleden vogeltje teruggegeven aan de natuur. Op het asiel volgens de procedure foto gemaakt van de kat en het informatie-formulier. Bakje met de kat in de vriezer, origineel van het formulier er bovenop en beide foto’s per e-mail naar het asiel verstuurd. Klaar. Ik kan naar huis. | |
02-06-25 14:03:04 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast ![]() WMRindex: 69.406 OTindex: 28.661 |
5.3: Aanlopertje Onderweg gaat de telefoon. Met de handsfree neem ik op. Mensen in de stad hebben een kat gevonden. Beest is met ze meegelopen. Ze hebben het dier in huis gehaald en vervolgens de dierenambulance gebeld. Ik pas mijn route aan en rijd terug naar de stad. Schuin tegenover het adres waar ik zijn moet is een plekje vrij en daar schuif ik de bus in. Transportbox mee, chiplezer mee en hop naar de voordeur. Voordat ik kan aanbellen gaat die al open. Twee vrouwen, zo te zien moeder en dochter, staan in de deuropening. Dochter heeft een rode langhaar in de armen. Flink beest, maar zeker geen wilde. Ik lees de chip uit: contact. Het dier worstelt een beetje en samen stoppen we het dier in de meegebrachte transportbox. Terwijl ik het nummer van de chip aan het invoeren ben. Wordt er geroepen. Een man op een bakfiets vraagt of we een kat, een rooie, gevonden hebben. “Een rode langhaar”? “Ja”. Mijnheer blijkt de eigenaar. Hij woont een straat verderop en het dier gaat, zoals katten eigen, nog wel eens op sjouw. Maar zo tam als ‘ie is loopt hij met iedereen mee in de hoop dat er wat te sneupen valt. Maar beest, of beter gezegd de eigenaar, is terecht. Ik laat de kat uit de box en die loopt kalmpjes zijn eigenaar straal voorbij naar de overkant van de straat. Eigenaar er achteraan. Ik vraag of ik moet helpen. Is niet nodig. Hij woont vlak in de buurt en als eigenaar hem niet te pakken krijgt vindt ‘ie z’n eigen weg wel. Terug in de bus werk ik de administratie bij en ga op huis aan. | |
02-06-25 14:11:05 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast ![]() WMRindex: 69.406 OTindex: 28.661 |
Overigens, M'n laatste boek, nummer 4 (de grote oversteek) van de dierenambulance is uit. Heb er nog geen epub van gemaakt, maar belangstellenden kunnen al wel een pdf krijgen. De stukjes van dit boek zijn hier gepubliceerd als het laatste deel van Dierenambulance #2, vanaf pagina 14. | |
04-06-25 16:30:23 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast ![]() WMRindex: 69.406 OTindex: 28.661 |
5.4: Hinkende egel Als ik bij huis ben aangekomen moet ik inparkeren. Één van de buren heeft zijn of haar autootje bijzonder economisch neergezet. Ik kan ertussen maar het houdt niet over. Net als ik met dat inparkeren bezig ben gaat de telefoon. Ik mompel in mezelf wat minder welvoeglijke woorden en neem op. Een melding. Een egel gevonden met een mogelijke verwonding aan de achterpoot. Melder had gezien dat het dier met een achterpoot liep te trekken. Ik ga er heen. Het adres is aan de rand van een moderne nieuwbouwwijk. Als ik aanbel doet mevrouw open. De egel zit in een doos in de gang in afwachting van mijn komst. Ik haal het dier uit de doos terwijl mevrouw haar verhaal doet. Het dier zat onder een struik en verwikte of verweegde niet. Bovendien stak één achterpootje er op een vreemde manier onderuit. Tijdens het oppakken rolt het dier op. Geen kans om die achterpoot te inspecteren. Voor de rest kan ik er geen gekke dingen aan zien, gewoon een egel. Op basis van het verhaal toch maar naar de opvang. Ik neem afscheid en terug in de bus de opvang gebeld. Geen gehoor. Dan maar een appje en gelijk maar naar de opvang. Als ik daar arriveer is er nog steeds geen antwoord. Ik stop het dier in een lege kooi, infoformulier onder de magneet en verstuur weer een appje met wat ik gedaan heb. Terug naar huis. Een goede drie uur en tweehonderd kilometer inclusief de overdracht later. De volgende ochtend is er een reactie van de opvang: Egels vluchten niet, als die bedreigd worden of onzeker zijn blijven ze stil zitten. En de achterpoot, die stond er inderdaad scheef onder. Waarschijnlijk een oude, geheelde breuk. Conclusie: niks mis met het beest. Via de app overleggen we even. Resultaat: We gaan het beest weer terugbrengen naar de vindplaats. Dat moet, volgens opvang, alleen met de schemering gebeuren, want dan gaan de egels op sjouw. Ik houd het in beraad, afhankelijk van wat er vandaag verder nog langskomt. | |
05-06-25 09:31:53 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast ![]() WMRindex: 69.406 OTindex: 28.661 |
5.5: Aangereden eend Even later komt er nog een melding binnen. Er is een eend met kuikens aangereden bij een afrit van de grote provinciale weg. Moeder eend dood. Of ik de pulletjes kan ophalen. Ik kan een poging wagen, maar of die pulletjes er over een half uur nog zitten, een half uur is mijn aanrijtijd, is natuurlijk de vraag. Centrale beseft dit terdege maar laat het aan mij of ik ervoor wil rijden. De kans is buitengewoon klein of ik nog wat zal vinden, maar niet geschoten is altijd mis. Ik ga onderweg. De beschrijving van het gebeurde is prima en ik volg de route zoals die beschreven is. Op de afrit waar het gebeurd is zet ik alarmlichten en flitsers aan. Een strook van ongeveer een meter breed is gemaaid, de rest is hoog gras. Ik begin het donker in te zien. Met matige vaart de afrit afrijdend heb ik geen dode eend zien liggen, maar voor alle zekerheid stap ik uit, via de rechter deur, pak een net en loop via de berm terug richting de hoofdweg. Ook lopend niets te zien. Dan de andere kant op. Ook noppes. Ik ga een stuk verder van de weg af door het hoge gras, luisterend naar eendengekwaak. Niets te horen. Ik ga terug naar de bus en bel de centrale. Niets gevonden. “Had ik al wel gedacht” zegt de centrale. | |
09-06-25 12:00:43 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast ![]() WMRindex: 69.406 OTindex: 28.661 |
6: Knienechien Drents voor “Konijntje” 6.1: Op de terugweg Vandaag samen met een collega een leenbus opgehaald. De reguliere bus is door een ongeval niet meer inzetbaar. Met andere woorden “Total Loss”. Voor zolang als het duurt krijgen wij van de eigenaar van alle dierenambulances een leenbus, totdat er een nieuwe beschikbaar is. Hoe lang dat gaat duren weet nog helemaal niemand, maar voorlopig kunnen we weer voort. Op de terugweg, mijn collega met zijn eigen auto en ik in de leenbus, krijgt de collega (Hij heeft vandaag officieel dienst) een bericht dat er een gewond konijn gevonden is. Ergens in de stad in een nieuwe wijk. Tijdens het overbrengen van de inventaris, de leenbus is “kaal” afgeleverd, krijg ik het verhaal te horen. De melding is in de woonplaats van mijn collega. Omdat mijn collega dienst heeft gaat de bus naar zijn huis. Dat doen we samen. Mijn auto staat bij de collega, en daarmee rijd ik dan naar mijn huis. Onderweg overleggen we. Beslissing is dat we samen naar dat konijn gaan. Dan rijden we naar het woonhuis van de collega. Collega brengt dan konijn naar de meest geschikte opvang en ik ga naar huis. Het is net tijdens etenstijd. Omdat je zo’n beest niet te lang in een bak wilt laten zitten instrueert collega zijn dochter om als avondmaaltijd een vette hap te halen. Snel eten, dan kan dat konijn snel naar de juiste opvang. Tweede overweging is natuurlijk dat je ook niet te laat bij een opvang aan wil komen. Ook een opvang heeft een sluitingstijd. We rijden naar het adres van het konijn. Mevrouw ziet ons al het plaatsje opdraaien en doet de deur open op het moment dat wij willen aanbellen. “Kom maar mee, het konijn zit in de achtertuin in een emmer”. Daar vinden we het diertje. Een jong wild konijn. Geen uitwendige beschadigingen. Mevrouw had het diertje liggend in de achtertuin gevonden. Meegenomen door een kat? Nog wat anders? We doen het diertje in een transportbox. Dan ziet collega dat het diertje dat de achterpootjes er wel erg vreemd bijliggen. Toen ik het uit de emmer pakte was mij dat niet opgevallen. Het is niet ongebruikelijk dat vooral jonge dieren volledig verstijfd blijven. Dat is hun verdediging tegen rovers. Als je niet beweegt ben je voor een rover minder makkelijk te herkennen. Maar als de achterpootjes er vreemd onder staan denk je al gauw aan een dwarslaesie, een gebroken ruggengraat, of iets met het bekken. Als het diertje inderdaad door een kat gepakt is, mevrouw heeft vier katten, is dat zeer wel mogelijk. Als een kat het diertje, het is echt een klein beestje, bij de rug of de achterkant grijpt dan kan dat maar zo. Maar dat maakt het voor ons wat lastiger. De meest gebruikelijke opvang valt af. Die kan zoiets niet aan. Blijft over de grote opvang in de grote stad en nog een andere opvang iets verder weg. Die heeft de mogelijkheid en de vergunning om euthanasie toe te passen. We praten nog even met mevrouw en nemen dan afscheid. Onderweg naar het huisadres van collega belt collega naar de centrale. Centrale gaat de verder weg gelegen opvang bellen om te vragen of we daar nog terecht kunnen. Voor we daarover uitsluitsel hebben zijn we al bij het huis van collega. Die gaat snel eten en dan afhankelijk van wat centrale zegt het konijn wegbrengen. Ik stap in mijn eigen auto en rijd naar huis. | |
10-06-25 12:27:58 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast ![]() WMRindex: 69.406 OTindex: 28.661 |
6.2: Kraaienkoet Op een schappelijk tijdstip, na de koffie, gaat de telefoon. Een man in een scootmobiel heeft naast de grote doorgaande weg door de stad een kraai gevonden. Volgens de melder met een gebroken poot. Melder blijft wachten tot ik er ben. Hij weet dat het een half uurtje gaat duren. Ik leg mijn privéwerkzaamheden neer, stap in de bus en ga onderweg. Ik vraag om een nadere positie-indicatie. De doorgaande weg is vrij lang en als ik een nabijgelegen zijweg weet is het makkelijker zoeken. Via de app krijg ik de naam van een parallelstraat. Daarmee kan ik uit de voeten. Nog steeds onderweg gaat weer de telefoon. Nog een melding. In het stadje aan mijn kant van de rivier, bij de jachthaven, is een zieke meerkoet gevonden. Ik rijd inmiddels op de oprit naar de grote verkeersbrug en zeg tegen de centrale dat ik eerst de kraai ga doen en dan de meerkoet. Vanaf nu is het naar de meerkoet ongeveer 15 à 20 minuten, afhankelijk hoe lang het duurt om die kraai aan boord te nemen. Als ik op het rak (weggedeelte) tussen twee rotondes kom waar de kraai zou zijn minder ik vaart en zet alarmlichten en flitsers aan om de achterliggers te waarschuwen dat ik bijzondere toeren ga uithalen. In de spiegels zie ik dat ze gelijk meer afstand gaan houden. Vrijwel op hetzelfde moment zie ik op het naastgelegen fietspad twee mannen zwaaien. Één in een scootmobiel, de ander met een fiets. Dat moet de melder zijn. Ik rijd de berm in, stop naast beide mannen en stap via het rechterportier uit. Veiligheid voor alles. De man in de scootmobiel is inderdaad de melder. De man met de fiets is een voorbijganger die een praatje maakte en de ander gezelschap biedt. Ietsje verderop zit aan de rand van het fietspad een kraai. Een kleintje. Ik loop op het dier toe en pak het op. Verbazend simpel. Op die manier krijg je normaal geen kraai te pakken. Melder vraagt of het inderdaad een kraai is. Dat is het. Een kauw heeft een grijze kop. Er zijn meer kenmerken, maar die grijze kop is het duidelijkst. Ik bekijk het dier. Geen gebroken poot te herkennen. Wel poep aan z’n achterste. Dat kan duiden op een parasitaire infectie. Ik praat nog even met beide mannen, doe de kraai in een transportbox en stap in. Dan bel ik de opvang. “Kom maar door”, zegt die. “Ik ben op de opvang, dan kan ik er gelijk naar kijken”. Tegelijk krijg ik een telefoontje van de centrale. De meerkoet van de tweede melding is in het water gesprongen en weg gezwommen. Hulp daar is niet meer vereist. Op de opvang lever ik de kraai in. Beheerder bekijkt het beest wat beter dan ik kan. Het is nog een jonge. Mogelijk een tik gekregen van een voorbijgaande auto. Beheerder zou hem in observatie houden. Daarmee kan ik weer op huis aan. | |
11-06-25 11:23:44 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast ![]() WMRindex: 69.406 OTindex: 28.661 |
6.3: Gewonde vleugel Tijdje later weer een melding. Wéér een kraai, ditmaal met een gewonde vleugel. Opgeraapt door de melder en mee naar huis genomen. Goed, gewonde beesten, daar zijn we voor. Ik trek m’n jas aan, spring in de bus en ga onderweg. Het adres is in een vrij ontoegankelijke nieuwbouwwijk in de stad. Blij dat ik niet met een verhuiswagen rijd. Maar vlak bij het adres waar ik wezen moet zijn er nog een paar open plekjes. Ik steek de bus er in, pak een transportbox en bel aan. Een jonge man doet open. Ik mag binnenkomen. In de woonkamer is ook mevrouw aanwezig. De kraai zit in een kartonnen doos op de eettafel. Ik pak het dier er uit en inspecteer de vleugels. Niets mis mee. Mevrouw merkt op dat ‘ie er wel mee kon flapperen maar niet van de grond kwam. Geen wonder. Het is een jong dier dat nog maar net uit het nest is. Die moet nog flink oefenen met flapperen voordat ‘ie hogere sferen op kan zoeken. Ik verbijt m’n kritiek, mensen zijn van goede wil en alleen maar bezorgd, maar dit beest had gewoon op z’n plek moeten blijven. Dat is helemáál duidelijk als mevrouw vertelt dat tijdens het oprapen er een boze kraai aan het rondcirkelen was. Dat is natuurlijk papa of mama kraai geweest. Ik vraag mevrouw naar de precieze locatie. Mevrouw duidt het uit en met wat gerichte vragen weet ik vrij precies waar het geweest is. Ik zeg nog wel dat ik het zal opnemen met de opvang maar dat de kans groot is dat ‘ie weer op dezelfde plaats weer uitgezet zal worden. Mevrouw knikt alsof ze het begrijpt. Kraai in de transportbox, ik neem afscheid en ga terug naar de bus. Daar bel ik toch maar de opvang, tenslotte ligt mijn veld van expertise niet op het gebied van jonge kraaien. Maar opvang is eenduidig met wat ik ook al in het snotje had. Het beest moet gewoon terug naar de vindplaats. Ik rijd er naar toe, het is in het stadspark en er zijn met dit mooie weer veel fietsers en voetgangers op de been. Beetje laveren en langzaam rijden is geboden. Maar nabij de vindplaats zet ik de bus in het gras, stap uit en haal de kraai uit de bus. Een paar meter verderop zet ik de box neer en doe hem open. Kraai er uit en onder een boom in het gras gezet. Het beest begint gelijk om eten te gillen. Rode vlek binnen de snavel duidelijk zichtbaar. Zo. die moet nog even hard gillen en dan zullen papa en mama kraai hem wel vinden. Ik stap weer in de bus, keer en ga op huis aan. | |