hr
jaargang -24 - laatste artikel 12-5 10:00 - 76073 artikelen -

Home
Forum
Lid worden

Leden
Gebruikersnaam:

Wachtwoord:

Login onthouden

Login via:
Wachtwoord vergeten.

Het Forum

· [MED] Mededelingen
· [SUG] Suggesties
· [M&S] Moppen/Spelletjes
· [CUL] Kunst & Cultuur
· [OFT] Offtopic
· [G&C] Games & Computers
· [WMO] Wat me is overkomen
· [VDS] Vragen des levens
· [POL] Politiek
· [CON] Consumenten forum


Consumenten Forum, met welk bedrijf moet je wel/niet zaken doen


[1]

Dierenambulance #5

28-04-25 16:29:04 - Quote! - @Emmo
Emmo
Stamgast


WMRindex: 69.009
OTindex: 28.643
1: Hals und Beinbruch
Duitse heilwens
1.1: Gebroken konijn
De telefoon gaat. Het is zaterdagochtend nog voor koffietijd. Het is een melding van een aangereden konijn dat een kapotte poot zou hebben. “Verbrijzeld” was de term van de melder. Medisch gesproken is een verbrijzeling een meervoudige breuk, dus één waar een bot in meerdere stukken ligt. Of de melder een medische achtergrond heeft weet ik niet, maar het is wel duidelijk dat het om een mogelijk ernstige verwonding gaat.
Het dier was aangetroffen aan de kant van een uitvalsweg uit de stad. Wegnummer was genoemd, net als het hectometerpaaltje waar het konijn zou liggen. Onder een boom, was er nog bij vermeld. Met die informatie moet de plek te vinden zijn. Ik ken niet alle wegnummers uit de kop, maar via ‘maps is dat snel gevonden.
Eerst de bijrijder opgebeld. Die was beschikbaar, dus die eerst opgehaald. Die woont zowat op mijn route naar de stad, omrijden is het haast niet. Bijrijder staat al klaar als ik aankom en springt in de bus. Op naar het konijn.
Eerst de brug over de grote rivier, dan over de dijk langs de nieuwe wijk en we zitten op de gewenste weg. We tellen de hectometerpaaltjes. Als de weg de dijk af gaat komen rechts wat bomen langs de weg. Het is ter hoogte van een buurtschap. Daar is het juiste nummer. Alarmlichten aan, er zit verkeer achter me, vaart minderen en de bus in de berm tussen weg en fietspad.
Het bewuste hectometerpaaltje staat vlak voor ons. We stappen uit en lopen naar het paaltje. Vandaar ziet bijrijder een bruine vlek onder een boom: “daar ligt ‘ie”. We lopen er op toe en inderdaad, precies op de aangegeven plaats ligt een wild konijn in de berm. Als we het dier benaderen wordt het angstig, komt overeind en strompelt met een flinke vaart het fietspad over, de sloot in en zwemt naar de overkant. Daar blijft ‘ie op de wallekant zitten.
Ik loop terug naar de bus voor een net. Dat zal wel nodig zijn, het dier is ondanks de verwonding nog aardig mobiel. Met het net loop ik om via een dammetje in de sloot naar het weiland waar het dier nu zit. Bijrijder blijft ter plekke om de positie van het dier aan te geven.
Net als ik aan kom lopen is het dier weer op krachten gekomen en klimt bij de wallekant omhoog. Net over de kop en ik heb hem. Bijrijder komt met een transportbox in de hand ook mijn kant op.
Samen leggen we het dier in de box. Melder had niets teveel gezegd. Één van de achterpoten ligt er half af en stukken bot steken naar buiten. Volgens mij is er geen redden meer aan, maar een dergelijke beslissing mogen wij niet nemen. Eerst maar opbellen naar een hogere autoriteit met advies dat een dierenarts gewenst is. Autoriteit neemt het advies over en zoekt en vind een dierenarts die, op zaterdagochtend, bereid is naar het beestje te kijken. Daarmee gaan we onderweg.
De dierenarts in kwestie zit de grote stad. Waarschijnlijk zijn er festiviteiten gaande want we komen dik in de file. Ik probeer een sluiproute, maar even later staan we toch weer. Niets aan te doen. Na een paar minuten kunnen we weer voort en komen aan bij de dierenarts.
Die bekijkt het dier en bevestigd mijn vermoeden. Voor een tam konijn waar een eigenaar een fors bedrag (drie nullen) voor over heeft zou de arts wel een poging wagen, al zou het dier de achterpoot moeten missen. Maar een wild konijn met een geamputeerde achterpoot? Die kan geen volwaardig konijnenleven meer leiden. Die is binnen de kortste keren prooi voor een vos of een buizerd.
Het dier krijgt een verdoving en als die ingepikt is het verlossende spuitje. Het dode dier nemen we mee. Die gaat in de dode dierenvriezer van het asiel. Als er gelegenheid is, op zaterdag is de kadaverafvoer maar beperkt open en daarvoor zijn we al te laat, kan het dier afgevoerd worden. Dieren die ingeslapen zijn kunnen niet terug naar de natuur. Er zit nog een residu van gif in en dat wil je niet in de natuur.

29-04-25 17:57:40 - Quote! - @Emmo
Emmo
Stamgast


WMRindex: 69.009
OTindex: 28.643
1.2: Vluchtige kat
Net de overdracht gedaan, om 19:00 vrijdagavond en zit net aan de eerste bak koffie van de avond. Dan gaat de telefoon. In de stad is een gewonde kat aangetroffen. Mogelijk is het dier aangereden. Als extra informatie krijg ik te horen dat het op een woonwagenkamp is. Dat zegt niets. Ook daar wonen mensen en er zijn in de stad twee kampjes. Bij beide ben ik al eens langs geweest.
De bijrijder is vandaag niet beschikbaar dus ik ga in m’n uppie de kant van de stad op. Centrale had al doorgegeven dat het even zou duren, maar melder zou wachten.
Als ik bij het woonwagenkampje, iets van zes of acht wagens, aankom staan een vrouw en een jong meisje te wachten. Koud en motregen. Alle respect voor melder en haar dochtertje. Als ik uitstap zie ik een bench. Als de kat daar in zit dan wordt het makkelijk.
Maar nee. Mevrouw had van haar tante de bench geleend om de kat eventueel in toe doen. De kat zelf zat onder een auto. Ik pak m’n net en vraag mevrouw om aan de andere kant van de auto te gaan staan. Ik probeer de kat onder de auto in het net te krijgen maar het dier schiet zijwaarts door een omheining de tuin van één van de woonwagens in. Die krijg ik nooit meer te pakken. Bovendien lijkt het er op dat het met de verwonding wel meevalt.
Mevrouw waarschuwt de eigenaar van de woonwagen en gevieren, mevrouw, dochter, eigenaar en ik lopen rond de woonwagen en kijken op alle mogelijke plaatsen. Ondertussen had ik ook de zaklantaarn voorgaats gehaald. Maar geen kat te bekennen. Dat beest kan overal zitten.
Volgens mevrouw hoorde het hier in de buurt thuis, ze had hem vaker gezien. Uiteindelijk geven we het op. We praten nog even na en dan stap ik weer in de bus, vul een rapportje in en meld de centrale dat het niets geworden is. Terug naar huis.

03-05-25 01:18:16 - Quote! - @Emmo
Emmo
Stamgast


WMRindex: 69.009
OTindex: 28.643
1.3: Ongechipte hond
Even na half twee ‘s nachts gaat de telefoon. Op de kade langs de rivier is een hond aan komen lopen. Melder zit op een woonark en geeft het adres op van het pand tegenover zijn ligplaats. Goed. Als we het maar vinden kunnen. Maar dat zal geen probleem zijn, de positie-indicatie is ruim voldoende.
Ik geef aan de centrale door dat ik er met drie kwartier kan zijn. Dat is ruim, maar mensen zijn gewoonlijk blij als je eerder dan verwacht aan komt tuffen dan dat je later bent. Een kwartier om mezelf toonbaar te maken en de kar op te starten en dan een half uur rijden.
Als ik mezelf voor zover mogelijk toonbaar gemaakt heb spring ik in de bus en ga onderweg. Het is begin april en de nachten zijn nog koud. Ramen beslaan, blazer vol bij en de eerste paar honderd meter voorzichtig rijden omdat je ondanks die blazer en een doekje toch nog weinig ziet.
In de stad aangekomen kom ik via de brug in het centrum op de kade. Precies op de plek waar ik zijn moet is een plekje vrij waar ik de bus insteek. Ik pak de chiplezer en open de bus aan de achterzijde om een hondenriem te pakken. Ondertussen staat de melder al achter me. Een typische vertegenwoordiger van de bruine vloot: Vooraan de middelbare leeftijd en een woeste baard. Maar de man is vriendelijk genoeg.
Samen lopen we naar botter, of wat het ook wezen mag, en tegelijk komt mevrouw met de hond in kwestie aandragen. Kwiek springt mevrouw aan de wal en laat mij de chip uitlezen. Geen contact. Vreemd. Vrijwel alle honden zijn tegenwoordig gechipt. De chipplicht is ingegaan in 2013. misschien is het dier ouder, al lijkt het me van niet. Kan natuurlijk zijn dat de chip kaduuk is.
Maar voor mij is de situatie duidelijk. Die gaat naar het asiel en dan kunnen ze het daar verder uitzoeken. Dat bestaat normaal uit foto’s nemen en publiceren op Amivedi en diverse sociale media in de hoop dat er een eigenaar zich meldt.
Dit vertel ik aan de melders. Dan breng ik het dier naar de bus en laad het dier met enige moeite in. Groot is het dier niet maar hij is een beetje terughoudend de donkere bus in te springen. Maar met een beetje geduld en een zetje lukt dat.
Ik geef het resultaat door aan de centrale, zodat die ook weet wat er aan de hand is en vertrek richting asiel. Daar aangekomen plaats ik het dier in de nachtopvang. Geen probleem, dier is gezeggelijk genoeg. Formuliertje in de daarvoor bestemde brievenbus en klaar. Terug naar huis en knorren.

05-05-25 09:53:55 - Quote! - @Emmo
Emmo
Stamgast


WMRindex: 69.009
OTindex: 28.643
1.4: Waar is de baas?
Rond de middag dezelfde dag gaat weer de telefoon. Alweer een hond gevonden. Mensen zagen een hond verdwaasd lopen en concludeerden dan het dier de weg kwijt was. Vervolgens mee naar huis genomen en de dierenambulance gebeld.
Ik bel de bijrijder dat we een melding hebben en spring in de bus en, in tegenstelling tot vanochtend vroeg, haal ik de bijrijder van huis. Zij belt als we weer onderweg zijn de melder op dat we er aan zitten te komen en geeft de ETA door.
We komen aan in een nieuwbouwwijk en moeten een paar meter lopen van de parkeer naar het woonhuis. De deur van de berging staat open en ik zie zo gauw geen bel. Dus roep ik “vollek”. Tenslotte worden we verwacht.
Een paar tellen later komt mevrouw via de berging naar buiten. “Kom maar mee, hij zit achter”. Wij lopen via de berging mee naar de achtertuin. Daar zit een schapendoes. Man en een stel kinderen zijn ook aanwezig. Drukke bedoening.
Maar dat geeft niet. Bijrijder had de chiplezer meegenomen en strijkt het dier ermee over de schouderbladen. “Bliep”, contact.
Bijrijder leest het nummer en ik noteer het. Invoeren op de website van Chipnummer.nl en we krijgen telefoonnummer en een plaats. Op forse afstand van waar we zijn. Vreemd. Maar telefoonnummer gebeld. “Heeft u een hond die vermist is”? “Nee”. Het telefoonnummer blijkt van een vrouw die voorheen honden fokte maar ermee was opgehouden.
Ik leg de situatie uit en we praten even heen en weer. Zij vraagt het chipnummer. Misschien kan zij in haar oude administratie nog wat vinden. Hoe lang dat zoeken zou duren kon zij niet zeggen. Met die onzekere situatie neem ik het besluit alvast onderweg te gaan naar het asiel. Als mevrouw de fokker vlot is kunnen we onderweg omkeren en de hond brengen. Zo niet dan is het pech maar dan komt het dier in het asiel terecht.
We nemen afscheid van de familie, kinderen moeten nog even extra afscheid nemen van de hond, lief beest, en dan gaan we onderweg. Ruim halverwege, uiteraard op een plek waar we niet kunnen keren, belt de centrale. De fokker had naar de centrale gebeld en de bekende gegevens doorgegeven. Die bestonden uit een adres, inderdaad in de stad waar we het dier hadden opgepikt, maar helaas geen telefoonnummer. Zo in het weekend, het is zaterdag, weet je nooit of de mensen thuis zijn. Bovendien, als we eenmaal kunnen keren zijn we al vlakbij het asiel.
We rijden dan ook door. Bij het asiel leveren we het dier in, samen met alle gegevens waarover we beschikken. Ze zijn er niet echt blij mee. Zonder naam of telefoonnummer is het lastig zoeken dankzij de privacywetgeving. Maar onze taak zit er op en we gaan weer huiswaarts.

06-05-25 16:28:01 - Quote! - @Emmo
Emmo
Stamgast


WMRindex: 69.009
OTindex: 28.643
2: Blauw-blauw in de buurt
Blauw-blauw voor de zwaailichten van politie, brandweer en ambulance.
2.1: Twee ganse duiven
Een paar weken verder. Wegens familieomstandigheden, m’n (niet zo) kleine neefje werd veertig, ben ik er een weekendje tussenuit geweest. Maar de dag begint met een duif. Die was gewond door een aanval van een meeuw. Hoe erg? Dat zullen we wel zien als we er zijn.
Ik trek de jas aan, spring in de bus en ga onderweg. Het adres is vaag. Alleen een straat opgegeven en een specifiek huis, zonder nummer. Maar als je een straat binnen komt rijden en er staat iemand te zwaaien dan zal dat de melder wel zijn. Dat is meestal zo.
Als ik er halverwege ben gaat de telefoon. Ik neem op, handsfree natuurlijk, er er blijkt een tweede duif in nood. Lusteloos gedrag, zit al een week op een balkon en weigert eten. Beetje vaag, een duif die een week zonder voer zit is geen duif meer, maar ook dat zullen we wel zien als we er zijn.
Nog iets verder gaat de telefoon weer. De melder van duif één is doorgelopen en zit nu, met duif in een doosje, op de kinderboerderij. Dat is voor mij makkelijker, want de kinderboerderij weet ik te vinden. Ben er al een paar keer geweest voor een melding en één keer samen met een collega aanwezig geweest in het kader van dierendag.
Onderwijl ben ik al op een plaats waarbij ik, ook al rijd ik naar de kinderboerderij, tóch al door de aanvankelijk genoemde straat rijd. Dankzij de rivier en een uitgebreid net van eenrichtings-straten zijn de opties beperkt. In de straat, die ik in vrijwel de gehele lengte doorrijd, is er, uiteraard, geen zwaaiende melder te zien. In het verlengde ligt de kinderboerderij, maar vanwege de voormalige stadswallen, nu een park, moet ik omrijden.
Als ik aankom en uitstap komt al gelijk vrouw op me toe. Niet de melder maar een vrijwilligster van de kinderboerderij. Samen met de melder heeft zij de duif bewaakt. De duif zit in een doos op een tafeltje. Ik bekijk het dier terwijl de melder haar verhaal doet. De duif heeft een diepe wond op de rug. Die is flink te grazen genomen. Klopt met het verhaal van mevrouw, dat het beest is aangevallen door een meeuw.
Ik doe de duif in een bakje, beetje opgestopt tegen de bewegingen van de auto, en praat nog even met beide dames. Dan neem ik afscheid en vertrek.
Eerst naar een plaatselijke dierenarts. Daar was door een collega gisteren een gans ingeleverd die werd verdacht van vogelgriep. Er was geen tijd meer om het dier na het inslapen nog naar de kadaverbak van de milieustraat te brengen, dat mocht ik vandaag doen. De milieustraat is vandaag, zaterdag, tot 12:00 geopend.
Als ik aankom bij de dierenarts is deze gesloten, maar de dierenarts is, samen met haar dochtertje, bezig in de paardenstallen achter de praktijk. Ik zeg dat ik voor de gans kom die gisteren zou worden ingeslapen. Verrassing. Het dier is niet ingeslapen. De dierenarts heeft het beest een tijdje in observatie gehouden en geconcludeerd dat het ondanks een aantal symptomen tóch geen vogelgriep was. Vervolgens het dier in een lege paardenstal opgesloten. En daar zit, middenin de stal, prinsheerlijk een ogenschijnlijk gezonde gans.
Ik praat even met de dierenarts en we beslissen dat het beest maar het beste uitgezet kan worden nabij de vindplaats, een straatje aan de rand van een nieuwbouwwijk. Ik pak de gans, het dier is halftam, en doe haar in dezelfde kist waar mijn collega het dier gebracht heeft. Die kist stond nog in een hoekje van de stal.
In verband met de kortste route eerst maar naar duif nummer twee. Ik bel op om te melden dat ik er aan zit te komen. Dat mag, ik wordt verwacht.
Het adres is in een nieuwe flat in een oude wijk, waar nog steeds gebouwd wordt. Hierdoor is juist het straatje waar ik zijn moet afgesloten. Ik zet de bus neer op een vrije parkeerplaats en loop met transportbak in de handen rond de flat op zoek naar de ingang. Ik vraag aan een vrouw met de fiets aan de hand of dit het juiste adres is. Dat is het. Tezelfdertijd hangt een andere vrouw over de leuning van een balkon op één hoog en roept dat ik hier moet zijn. Dubbele bevestiging. De balkonmevrouw doet op afstand de deur open en ik stuiter samen met de fietsmevrouw naar binnen. Fietsmevrouw woont in dezelfde flat.
Boven aangekomen staat de deur al open. “Komt u verder”. Binnen een duif in een doos. Mevrouw doet haar verhaal. Duif zat al een week heen en weer te vliegen tussen de diverse balkons en werd steeds zwakker. Nam geen voer aan en was uiteindelijk met de hand op te pakken. Ik haal het dier uit de doos en bekijk het. Geen ongerechtigheid te bekennen maar wel twee ringen. Eentje met een nummer dat voor mij abracadabra was, maar de ander een regulier nummer. Een landcode en in vier cijfers het geboortejaar. Echter de landcode is FR voor Frankrijk. Daar heb ik geen info over. Misschien is er een Franse site, maar die zal in het Frans zijn en Frans kent mij beter dan dat ik Frans ken. De tijd op de middelbare school waar ik ooit pogingen heb ondernomen Frans te leren ligt reeds lang achter me.
Maar er is een opvang met internationale duivenconnecties die daar wel raad mee weet. Ik vertel mevrouw dat ik het dier daar naar toe zal brengen. Daarmee neem ik afscheid.
Intussen heb ik een complete menagerie in de bus. Twee duiven en een gans. Eerst maar naar de opvang voor duif één, die met het open ruggetje. Ik bel naar de beheerder die zegt dat ik het dier in de fameuze groene kist kan plaatsen. Standaard. Daarna ga ik naar de uitzetplaats voor de gans. Aan de rand van een nieuwbouwwijk. Daar is een watertje en daar zet ik de kist met de gans neer. Gans blijft zitten. Kist op de zij gelegd en toen moest ze wel. Luid gakkend loopt ze een eindje verder. Missie volbracht. Als laatste naar naar de duivenopvang voor duif twee. Eerst maar opbellen. Ik kan de duif in het hok met “aanvliegers” plaatsen. Ook dat is standaard.
Dan kan ik uiteindelijk naar huis voor een verlate bak koffie. Ruim drie uren onderweg geweest.

06-05-25 16:55:19 - Quote! - @allone
allone
Oudgediende


WMRindex: 52.726
OTindex: 95.104
Jammer dat zo’n vogelambulance niet kan vliegen  ;)

06-05-25 23:50:26 - Quote! - @allone
allone
Oudgediende


WMRindex: 52.726
OTindex: 95.104
Wat een verschil trouwens. Mijn neefje is pas 25…

07-05-25 12:55:01 - Quote! - @Emmo
Emmo
Stamgast


WMRindex: 69.009
OTindex: 28.643
2.2: Uit het nest
Ik ben nog maar net thuis of de telefoon gaat weer. Een jong vogeltje behoeft hulp. Meestal is de beste hulp die je kunt bieden bij jonge vogels géén hulp. In de natuur geraken de kuikens uit het nest en worden afhankelijk van de soort op de grond verder verzorgt door de ouders. Anders moeten ze hun eigen kostje opscharrelen. Soms gaat dat mis, natuurlijk, maar zo is de natuur nou eenmaal.
Wat de situatie hier is weet ik niet. Ik overleg even met de melder. Het duurt een half uur voor ik ter plaatse ben en ik geef als advies om het diertje in de tuin, beschermd tegen katten, te zetten. Volgens de melder kruiste een vogel over de tuin, schijnbaar op zoek. Als dat één van de ouders is, dan kan het maar zo dat verdere hulp niet meer nodig is.
Maar gezien de zenuwachtigheid van de melder lijkt het me toch maar beter een kijkje te gaan nemen. Ik stap in de bus en tijg herwaarts. Het adres is in een gewone nieuwbouwwijk. Ik bel aan en de deur gaat open. Mevrouw heeft het vogeltje in een doos in de gang staan. Ik vraag naar de bevindingen in de tuin. Het bleek toch niet een ouder te zijn, vandaar dat ze het diertje maar weer in de doos had gedaan. We praten nog even over hoe met jonge vogels om te gaan en dan pak ik het diertje. Half in de veren, duidelijk uit het nest gedonderd. Zo op het oog een merel of een spreeuw of zoiets.
Mevrouw verteld dat een stel kinderen het gevonden hadden bij een speeltuintje een stukje verderop. Die waren er eerst mee aan het todden geweest. Geprobeerd uit te zetten in de buurt, maar dat was geen succes. Toen maar naar huis gebracht en dierenambulance gebeld. Geprobeerd te voeren en water te geven, maar zonder succes.
Met een vogeltje van deze leeftijd kan ik bij de opvang hier in de stad niet aankomen. Die heeft daarvoor geen mogelijkheden. Zo’n beestje heeft regelmatige verzorging nodig die de beheerder niet kan bieden. Dan maar naar de grote opvang in de grote stad, daar hebben ze meer vrijwilligers en maakt het diertje een betere kans. Ik vertel dit aan mevrouw. Die vindt het vooral heel zielig en hoopt dat het diertje nog een kans maakt. Gezien de leeftijd, half in de veren, lijkt het me een twijfelgeval, maar op de opvang zullen ze het zeker proberen.
Dan neem ik afscheid en ga met het vogeltje terug naar de bus. Ik bel naar de opvang, after office, want het is al na sluitingstijd. Ik kan langskomen.
Op de opvang lever ik het vogeltje in en praat met de beheerder. Het is een jonge lijster, zegt hij. Niet willen eten en drinken heeft duidelijk te maken met stress. Er is te veel met het diertje heen en weer gedragen. Of ‘ie het gaat redden? Beheerder kan er ook niets van zeggen. Eigenlijk heeft het al te lang geduurd voor het beestje. Maar hij gaat in een couveuse en dan zullen we wel zien.
Daarmee ga ik weer op huis aan.

09-05-25 11:04:35 - Quote! - @Emmo
Emmo
Stamgast


WMRindex: 69.009
OTindex: 28.643
2.3: Wankele gans
Vroeg in de avond, ik ben net weer thuis, weer een melding. Alweer een gans. Van dezelfde melder op hetzelfde stekje waar mijn collega gisteren de zieke gans opgehaald heeft die niet ziek bleek. Ook hier alleen een straat gegeven, geen huisnummer. Maar als er iemand staat te zwaaien dan is dat de melder.
Ik spring weer in de bus en rijd naar de bewuste straat. Niet de straat waar ik de vorige gans heb uitgezet, maar wel in dezelfde wijk.
Als ik de straat inrijd, parallel aan een watergang, is er niets te zien. Ik rijd dan ook door, en inderdaad, aan het einde, waar de straat overgaat in een fietspad, staan twee jonge vrouwen. Nog iets verderop een koppeltje ganzen.
De jonge vrouwen blijken de melding te hebben gedaan. Van het koppeltje ganzen zit er één wat apart. Veeg teken. Als een kuddedier, zoals ganzen zijn, zich afzonderen van de groep is het een teken dat er wat mee loos is. En inderdaad. Een van beide jongedames wijst me die gans aan als zijnde degene die ik hebben moet. Wel krijg ik de waarschuwing dat het dier nog aardig mobiel is.
Ik er achteraan. Net in stelling gebracht en eroverheen meppen. Mis. Het beest was toch nog ietsje mobieler dan ik geanticipeerd had. Ik loop achter de gans aan en zorg dat ik tussen het water en de gans in kom. Ik vraag de beide melders om het dier in te sluiten. Als je van drie kanten tegelijk komt weet het dier niet meer waar ze heen moet en heb je meer kans om haar te pakken.
Dat lukte. Met veel misbaar van de zijde van de gans kreeg ik het net over haar heen. Één van de melders kwam met de transportbox aandragen. Beest uit het net en in de box. Klaar. Ik praat nog even na en vertel dat de gans die ze gisteren gemeld hadden en die was opgehaald bij de dierenarts was geweest. Niets mis met het dier en vanochtend uitgezet.
De beide jongedames gaan verder en ik ga met m’n gans in de box terug naar de bus. Daar bel ik de opvang en vertel het verhaal. Ik kan langskomen. De gans kan in dezelfde groene kist waar ik eerder duif nummer 1 van de eerste melding (2.1: Twee ganse duiven) van vandaag in geparkeerd had.

10-05-25 14:51:15 - Quote! - @Emmo
Emmo
Stamgast


WMRindex: 69.009
OTindex: 28.643
2.4: Twee honden
De andere dag komt rond de middag met groot vertoon van zwaailichten de brandweer voorbij. Iets later politie en ziekenwagen. Zeker wat aan ‘t handje. Diverse buren komen naar buiten en filosoferen over wat er gaande is. Het gebeurt niet vaak in deze rustige wijk dat het bevoegd gezag met enorm laweit komt opdraven.
Een tijd later, een paar uur, wordt er bij mij aangebeld. Politie aan de deur. “Die dierenambulance hier tegenover, is die van u”? Ik zeg dat ik de chauffeur ben.
Het blijkt dat in een straat verderop een situatie is ontstaan waarbij de bewoner is afgevoerd naar het ziekenhuis. Niet aanspreekbaar. In het huis waren twee honden aanwezig die voorlopig in een schuurtje waren opgesloten maar omdat één en ander enige tijd duurde vond de politie dat de beesten daar niet te lang moesten verblijven. Het is een warme dag in het voorjaar.
Daarop is de dierenambulance gewaarschuwd voor deze regio. Ik rijd voor een naburige regio, niet voor die van mijn woonplaats. De reguliere dierenambu kon niet komen of het zou te lang duren. De wijkagent komt bij mij door de straat en ziet daar pontificaal een dierenambulance staan. Natuurlijk enige vraagtekens. Dierenambulance kan niet of duurt te lang en één straatje verderop, nog geen honderd meter, staat zo’n ding.
Ik leg de situatie uit, is al eens eerder voorgekomen met de aalscholver die vastzat in een sluis (Derde boek “Hoge nood” hoofdstuk 23.1 “Aalscholver in de sluis”). Ik praat even met de agent en bel vervolgens mijn coördinator. Hulp verlenen buiten de regio kan, maar de coördinator wil wel het naadje van de kous weten. De beide honden moeten naar een asiel, maar welke? Coördinator wil niet dat ze naar ons asiel in de grote stad gaan, ik vermoed omdat er dan geen capaciteit meer overblijft voor andere spoedgevallen.
Er wordt zowel door de politie, twee man sterk, de coördinator en nog wat mensen driftig in de rondte gebeld. Uiteindelijke conclusie is dat ik de dieren naar een ander asiel kan brengen in een stadje goed twintig kilometer om de noord. Ik zoek op internet het adres en zie dat ze binnenkort gaan sluiten. Dan haal ik met beide agenten de honden uit de schuurtjes. Grote Duitse herders, allebei. Ze zaten apart. Riem omgedaan en één voor één naar de bus gebracht.
Trekken als een gek, maar wel te sturen. De bus in was geen probleem. Mogelijk hadden ze het al eens eerder meegemaakt. Vooral de wijkagent stond te kijken dat het zo gemakkelijk ging. Ik zelf ook, eerlijk gezegd, al liet ik dat niet blijken. De eerste hond in de vaste kooi, de tweede er naast, vastgebonden.
Dan bel ik op naar het asiel waar ze heen gaan en zeg dat ik er een kwartier na sluitingstijd zal zijn. ETA is makkelijk af te lezen op het Domdommetje. Dat is in orde, ik kan komen.
Ik neem afscheid van beide agenten en ga onderweg naar het asiel. Daar aangekomen is de voordeur op slot. Ik loop even heen en weer en zie dat een zijdeur nog open is. Logisch. Klanten komen niet meer maar er is nog wel volk om schoon te maken en klaar te maken voor de nacht. Die gaan via de zijdeur. Dat is op “ons” asiel in de grote stad precies zo.
Ik stuiter naar binnen en roep “vollek”. Komt er een pittig dametje aangelopen en veegt me de mantel uit omdat ik via de voordeur had moeten komen. Prima, met een stormram? Nee, er was een bel. We lopen naar buiten en zij wijst de bel, die bestaat uit een metalen plaat met daarin een ronde schijf zonder verdere aanduiding. Helemaal overheen gekeken. Ook niet op gelet overigens.
Maar ik werd verwacht dus ik kan, één voor één, de honden brengen. De eerste gaat zonder probleem. Dametje neemt de riem over en brengt haar, het is een teef, naar de kooi. Ik haal ondertussen de volgende.
Als ik met het tweede dier naar binnen ga, weer via de fameuze zijdeur, komt dametje me al tegemoet. Hond is onrustig en snuffelt naar alle kanten. Ruikt haar maatje maar kan haar niet lokaliseren. Dan begint ze verwoed te blaffen en springt tegen de deur op waardoor het dametje mijn kant op wil komen. Op de achterpoten is de hond groter dan het dametje. Ze deinst achteruit, het ziet er ook vervaarlijk uit al is de hond alleen maar op zoek naar haar maatje. Maar deze mag ik zelf naar de kooi brengen, naast die van haar maatje.
Ik geleid het dier met wat moeite, ze is nog steeds aan het blaffen en trekken, de kooi in en probeer de halsband af te doen. Dat lukt niet dus laat ik die maar zitten. Halsbanden zat in de bus. De riem zit met een mousqueton aan de halsband en die krijg ik wel los.
Voor, bij de receptie, geef ik de gegevens van de eigenaar door. Die had ik voor zover deze bekend zijn van de wijkagent gekregen. Dan kan ik weer op huis aan. Diezelfde gegevens, samen met de ritgegevens, sein ik door naar mijn coördinator. Die had daarom gevraagd. Dan fietsje inladen en de bus wegbrengen naar de volgende chauffeur. Op ‘t fietsje, het is prachtig weer, terug naar huis.

11-05-25 11:01:20 - Quote! - @Emmo
Emmo
Stamgast


WMRindex: 69.009
OTindex: 28.643
3: Beklemde snavel
Beklemde breuk: Liesbreuk waarbij een deel van het ingewand wordt afgeklemd.
3.1: Snavelklem
Ik heb nog maar net de dienst overgenomen van de collega als de telefoon gaat. Het gaat over een zwaan. Die ligt op straat met een klem, melder heeft het over een mollenklem, op de snavel. Als ik de melder bel vertelt hij dat het dier op het industrieterrein ligt op een doodlopend stuk waar er nu geen verkeer is. Kans dat ‘ie wordt aangereden is, volgens melder, minimaal. Ik zeg dat ik onderweg ga, maar dat het een half uurtje gaat duren. Melder was er niet bij blijven wachten.
Als ik aan kom rijden is het niet direct duidelijk. De weg vormt een T-splitsing waarbij beide poten doodlopen. Ik kies links en dan zie ik gelijk ook iets wits op straat liggen. Vlak erbij staat een man. De man maakt een beweging of hij aan het telefoneren is tot hij mij ziet. Dan breekt hij af. Ik rijdt er op toe en zet de bus aan de overkant van de straat neer. Flitsers aan voor jekannieweten. Nooit te dicht bij het dier gaan staan. Kans is te groot dat het op een lopen zet.
Ik stap uit. Mijnheer komt op me toe.
Vraagt gelijk wat we met de zwaan kunnen doen. Net over de kop trekken en de klem weghalen. Dan kijken wat we verder kunnen doen.
Ik pak een net en positioneer mezelf tussen de zwaan en een nabijgelegen sloot. Dan haal ik uit met m’n net. Zwaan probeert weg te waggelen maar is te langzaam. Hebbes in één keer. Mijnheer heeft intussen gezelschap gekregen van twee collega’s. Als ik de zwaan uit het net wurm komen ze gedrieën naderbij. Vragen of ze kunnen helpen. “Zeker. Als jullie die klem weghalen houd ik het dier in bedwang”. Na wat geworstel en geheenenweer over de constructie en “Hoe werkt zo’n ding in vredesnaam” weten twee van de heren de klem zo ver open te krijgen dat de zwaan bevrijd is. De snavel is flink ingedeukt en er druppelt bloed op de straat.
afbeelding
Op mijn verzoek haalt één van de mannen een transportbox uit de bus. Ik zit nog steeds op de knieën naast de zwaan met één hand om de hals. Als je een zwaan onderaan de hals beetpakt is ‘ie gelijk rustig. Overpakken en met de andere hand onder het lijf de zwaan optillen. Bak eronder en met een beetje fochelen kan ik de zwaan in de bak laten zakken. Past precies alleen steekt de hals met de kop erbovenuit.
Daarmee is het eigenlijk wel klaar. Ik breng de zwaan naar de bus. Bak in de hondenbench. Die gaat geen kant meer op.
Ik praat nog even na met de heren en vertel dat de zwaan naar een opvang gaat en daar verder wordt beoordeeld.
Dan bel ik naar de opvang. Geen gehoor. Dan maar een appje. Daarna ga ik onderweg. Al rijdend komt er een antwoord binnen van de opvang. Beheerder vraagt om een foto.. Ik probeer weer te bellen. Weer geen contact. Dan komt er een bericht binnen dat de beheerder niet kan telefoneren. Eerstvolgende parkeerplaats zet ik de bus aan de kant maak een foto en stuur deze op naar de beheerder.
Die reageert dat ‘ie wel erger gezien heeft en dat ik de zwaan bij de vijver kan zetten. Op het terrein van de opvang is een kleine omheinde vijver. Ik ga verder naar de opvang en zet de zwaan naast de vijver. Die waggelt er gelijk van tussen. Een stuk minder apathisch dan toen ‘ie nog in de bus zat. Begeleidend papierwerk op het aanrecht en een appje naar de beheerder dat één en ander volgens instructie is uitgevoerd.
Half tien ben ik thuis.

12-05-25 09:44:02 - Quote! - @Emmo
Emmo
Stamgast


WMRindex: 69.009
OTindex: 28.643
3.2: Gesnavelde duif
De volgende ochtend gaat om kwart voor acht de telefoon. Volgende melding. Vandaag heb ik een bijrijder ter beschikking. De melding gaat over een gewonde duif. De duif was al gevangen en beschikbaar in een kartonnen doos.
Ik ben me net aan het aankleden. Dus eerst maar de rest van het ochtendritueel afgewerkt. De duif zit in een doos dus is er geen brand bij. Dan de bus in en de bijrijder ophalen. Die woont in een buurtschap langs de weg waar ik toch langs moet. Hooguit een paar honderd meter omrijden.
Samen gaan we onderweg naar de melding. Die komt van een boerderij in het buitengebied die alleen bereikbaar is via weggetjes die nauwelijks breder zijn dan de bus. Beide wielen aan weerskanten in de berm, zowat. Het is in een gebied dat plaatselijk bekend staat als “het eiland”. In vroeger dagen een daadwerkelijk buitendijks eiland. De oudere boerderijen staan op duidelijke terpen. De reguliere weg wordt gerepareerd, dus moeten we omrijden via de polder. Ver om is dat niet.
Als we aankomen staat er wel een auto maar is er geen levende ziel te bekennen. Even rondneuzen door de stallen waar de paarden staan en hard “vollek” roepen, maar dat helpt niet. In de laatste van de drie stallen is in het verste deel een deur. Bij de deur roep ik weer. En dan is er antwoord.
Een man komt via de deur de stal in. Hij gaat ons voor naar de voormalige hooiberg die nu in gebruik is als opslagplaats. Hier staat een kruiwagen en in de kruiwagen een doos met daarin de duif. Mijnheer pakt de duif uit de doos en laat hem zien. Beetje ongerechtigheid aan de snavel, sporen van bloed. Lijkt erop dat ‘ie ergens tegenaan gevlogen is en daar nog de naweeën van heeft.
We praten nog even met mijnheer en doen de duif in het meegebrachte bakje. Terug in de bus bellen we de opvang. Beheerder is aanwezig en we kunnen langskomen. Dan kan ‘ie er gelijk naar kijken. Wij naar de opvang.
Daar aangekomen stuiteren we met de duif en al naar binnen, deur staat open, beheerder is bezig. “Ah, daar is de duif. Laat zien”. Duif uit het bakje en beheerder bekijkt hem. Een holenduif. “Die laten we eerst tot rust komen en dan kijken we wel wat er te doen valt”.
We vragen naar de zwaan van gisteravond. Die doet het prima met zijn twee collega’s in de ren met de vijver. Alle hoop dat het goed zal komen met het dier. We lopen nog even langs de vijver. Het dier zwemt pontificaal in het midden, herkenbaar aan de deuk in de snavel.
Dan stappen we in de bus en gaan weer terug op huis aan.

Je moet ingelogd zijn om te kunnen reageren!

[1]

WMRphp ver. 7.1 secs - Smalle versie - terug naar boven