Het is voer voor discussies en levert nog dagelijks boze klanten op: het laptopverbod in koffiezaken. Toch zijn er genoeg horecaondernemers die er écht klaar mee zijn. "Het is een verademing, een plek zonder al die schermen", vertelt café-eigenaar Elianne Alblas.

Hoe een gezellige koffiebar in hartje Utrecht in rap tempo kan veranderen in een jungle vol laptops. Minder gesprekken, meer gestaar naar schermen. Personeel dat steeds vaker aangeeft dat het 'niet leuk meer werken is' omdat werkende mensen nou eenmaal niet graag gestoord worden.

Bij Lewis Book Cafe in Utrecht hadden ze er genoeg van. En dus besloot ondernemer Alblas twee weken geleden dat het tijd was om de laptop te verbannen uit haar zaak. "Het is een verademing, een plek zonder al die schermen. Vanaf de eerste keer dat ik binnen kwam, was het anders. Levendiger."

Ze spreekt van een missie. "We willen een sociale plek zijn met aandacht voor elkaar, en er ook zijn voor mensen die alleen zijn. Maar het werd gewoon te erg."

Al snel na de opening een jaar geleden ontstonden er verschillende soorten laptopgebruikers in het café, zag Alblas. "Je had twee groepen: mensen die geconcentreerd aan het werk zijn - die wil je liever niet lastig vallen - en studenten. Die geven weinig tot niets uit, maar nemen wel veel ruimte in beslag. Minimaal de helft van onze gasten zat achter een scherm en maakte geen praatjes meer."

Dirk-Jan Stip, eigenaar van Coffee Corazon in Amersfoort, kan erover meepraten. Want Alblas is zeker niet de eerste horeca-ondernemer die de toch rigoureuze stap naar een verbod nam. "Wij voeren dit beleid nu een half jaar en ik hoop dat het een trend is. Je kunt het een laptopverbod noemen, maar om het wat vriendelijk te laten ogen spreken we zelf liever van een laptop- en tabletvrije omgeving", vertelt hij met een kwinkslag.

Dat vriendelijke is hard nodig, want veel gasten kunnen er maar moeilijk mee omgaan. "Ik heb al een aantal fikse gesprekken moeten voeren", zegt Stip. "Er is soms totaal geen begrip voor. Mensen voelen zich beperkt in hun persoonlijke vrijheid. Sommigen worden echt boos. Ik ga er dan even bij zitten, stel me vriendelijk voor, en leg dan rustig uit dat ik geen koffiezaak ben begonnen om flexwerkplek te worden."

Ook Alblas moet veel gasten erop wijzen. "De meesten hebben begrip, maar een enkeling vindt het vervelend. Zij hadden een fijne plek die ze nu kwijt zijn. Maar ik merk ook dat er een groeiende behoefte is om niet alleen naar je laptop- of telefoonscherm te zitten kijken."

De keerzijde is dat een verbod omzet kan kosten. Stip: "Ik moet nog dagelijks de discussie aangaan en zeker twee mensen wegsturen. Als zij een tientje per persoon uitgeven, heb je het over ruim 7000 euro per jaar die je misloopt."

Toch blijft hij volledig achter zijn keuze staan. "Het is geen porem als je een zaak binnenloopt en tegen alleen maar logo's van Apple en Sony aankijkt. Al die ratelende toetsenborden. Ik kies voor sfeer. Als je het vooral moet hebben van flexwerkers heb je sowieso geen goed concept."