Voetballen kon hij voor geen meter, maar toch slaagde Carlos Henrique Raposo (55) erin om een profcarrière van ruim 26 jaar op te bouwen. Met smoesjes, valse documenten en de juiste connecties werkte de Braziliaanse oplichter zich steevast naar binnen bij clubs met naam en faam, in binnen- en buitenland. ,,Ik deed er alles aan om mijn luxeleventje te behouden."
Carlos Henrique Raposo bleek in de favela's van Jacarezinho in Rio de Janeiro al snel minder talent te hebben dan zijn vrienden. Een lucratieve voetbalcarrière in het buitenland leek aan hem dus niet besteed, maar Raposo was geen opgever. Er waren namelijk specifieke eigenschappen die hij wél onder de knie bleek te hebben. Raposo was sluw en kon met een vlotte babbel bijna iedereen overtuigen van zijn talenten als voetballer. Met een opmerkelijk plan slaagde hij er tóch in om het droomwereldje van het voetbal binnen te dringen.
Zijn eerste doel: bevriend raken met toekomstige Braziliaanse sterren. Met pak en das die hij leende van vrienden kwam hij in de hipste bars en restaurants van Rio, op zoek naar voetballers die te boek stonden als grote talenten. Het lukte hem binnen de korste keren om jongens als Ricardo Rocha (38 interlands voor Brazilië), Renato Gaúcho (41 interlands) en Romário (70 interlands) naar zijn hand te zetten. Op zijn twintigste was Raposo graag gezien in de Braziliaanse spelerskringen.
Raposo zorgde voor geslaagde feestavondjes en in ruil daarvoor lieten zijn voetballende vrienden zijn naam wel eens vallen bij profclubs. Raposo liet niets aan het toeval over: hij knutselde met hulp van een lookalike die wél met een bal overweg kon valse compilatievideo’s in elkaar en betaalde mensen om een goed woordje voor hem te doen. Mét succes. Seizoen na seizoen slaagde hij in zijn opzet. Onder meer de Braziliaanse topclubs Botafogo, Flamengo, Fluminese, Vasco da Gama, het Mexicaanse Puebla en het Franse Ajaccio trapten in de trucs van Raposo.
,,Het enige probleem van Carlos was de bal”, zegt Ricardo Rocha, voormalig speler van Real Madrid en het Braziliaanse nationale team. ,,Carlos zei tegen iedereen dat hij een aanvaller was, maar had in zijn carrière nog nooit een goal of assist gemaakt. Hij kon er echt niks van. Hij had totaal geen talent, maar het was een leuke gozer en zorgde voor een leuke sfeer bij elke club waar hij kwam.”
Voormalig spits Bebeto (75 interlands voor Brazilië), was ook bekend met de praktijken van 'Kaiser' Raposo. ,,Hij was geen voetballer, maar hij kon het zo goed uitleggen. Hij liet je met de mond vol tanden staan. Dat was het grote probleem. Hij pakte je helemaal in met z’n praatjes. Keer op keer kon hij wel ergens een contract afdwingen. Ongelofelijk."
Raposo deed er bij de clubs waar hij onder contract stond wel alles aan om zo min mogelijk te hoeven voetballen, om zijn onkunde aan de bal te verbergen. De ene keer veinsde hij een blessure, hij kocht er zelfs clubartsen voor om, de andere keer zorgde hij ervoor dat hij al na één minuut van het veld werd gestuurd met een rode kaart. Ook ging hij meermaals op de vuist en het excuus dat zijn oma was overleden toverde hij regelmatig uit de hoge hoed. ,,En zo kon ik altijd wel iets verzinnen”, aldus Raposo.
Journalisten die zijn onkunde opmerkten zette hij naar zijn hand door inside-informatie door te spelen en zijn teamgenoten kozen ook zijn kant, omdat hij er telkens voor zorgde dat er vrouwen logeerden in het hotel waar de spelers overnachtten. ,,Door hun steun viel ik nooit door de mand, zo was het eigenlijk onmogelijk om mij te ontslaan," zegt Raposo. ,,Eén keer brak me wel het angstzweet wel uit. Bij mijn presentatie bij Ajaccio moest ik plots voor een grote menigte mijn voetbalkunsten tonen. Ik redde me uit die situatie door alle ballen snel de tribunes in te rammen, zogezegd om de fans daar te vermaken. Er was daarna ook een open training gepland, maar omdat ik alle ballen had weg gekeild werd die gelukkig afgelast. Daar ontsnapte ik.”
Duizend vrouwen
Liefst 26 jaar hield hij zo de grote leugen in stand. Na tien clubs in 26 jaar ging Raposo met een goed gevulde bankrekening op pensioen. ,,Het was altijd feest bij mij. Ik verdiende miljoenen en werd door mijn bestaan als profvoetballer omringd door de mooiste vrouwen. Ik was verslaafd aan seks en door mijn plan kon ik met wel duizend vrouwen slapen. Elke nacht ging ik naar de mooiste restaurants en discotheken. Ik was helemaal niet fit om te trainen of te spelen. Het enige wat ik moest doen was smoesjes bedenken om dat luxeleventje te behouden. Ik moest er alles aandoen om ervoor te zorgen dat ik niet tegen een bal moest trappen.”
Hoe kijkt Raposo nu terug om zijn grote leugen? ,,Ik ga nergens sorry voor zeggen. In die tijd maakten de clubs nog misbruik van spelers, en dat gebeurt vandaag de dag nog steeds. Ze verdienden het om zelf ook eens op hun plek gezet te worden.”