Dierenambulance 5 | |
| 15-10-25 09:47:40 | Emmo Stamgast WMRindex: 70.971 OTindex: 28.783 |
19.4: Ritje Milieustraat Terug op het asiel zoek en vind ik de leidster. Samen lopen we naar het schuurtje waar de vriezer staat. Zij bekijkt de bakken, controleert de datum en mikt de dode beesten, allemaal katten, in een vuilniszak die ik omhoog houd. Twee zakken en nog een zak met geïnfecteerde, althans daarvan verdachte, gevallen. Daarmee kan ik naar de milieustraat. Halverwege de rit krijg ik een paniekerig telefoontje. In eerste instantie niet duidelijk, ik moet ook nog de aandacht bij de weg houden, maar in tweede instantie is de instructie omkeren omdat ik een verkeerde kat bij me heb. Receptie had, zoals gebruikelijk, de papieren van de verwijderde katten gecontroleerd en had gezien dat één van de dieren juist die middag zou worden opgehaald door een eigenaar. Ik neem de eerstvolgende afslag en rijd via een woonwijk terug naar de doorgaande weg richting asiel. Als ik aankom staan ze me al op te wachten. Ze hadden me verteld om welke kleur kat het ging. Daarom weet ik welke zak ik hebben moet. Zak open, kat eruit, controle: “ja, dat is ‘m”, zak weer dicht en ik kon weer naar de milieustraat. Daar staat weer een rijtje auto’s te wachten, zoals meestal. Als ik aan de beurt ben wordt de bus gewogen, ik kan doorrijden. Bij de kadaverbak de beesten afgeleverd, plastic zakken in de kliko ernaast. Weer over de weegbrug, kadavers afleveren is gratis, en hop naar het volgende adres. | |
| 16-10-25 15:36:56 | Emmo Stamgast WMRindex: 70.971 OTindex: 28.783 |
19.5: Twee kittens #1 Op dat volgende adres zijn twee kittens gevangen, wild spul volgens de melder. Het is in het stadje aan mijn kant van de rivier, goed twintig minuten rijden. Ik bel, zoals gewoonlijk, op naar de melder om door te geven dat ik onderweg ben en wanneer ik er zal zijn. Mijnheer zal niet thuis zijn maar mevrouw kan het wel afhandelen. Het adres is in een nieuwbouwwijk, twee straten diep vanaf de doorgaande weg. Ik zet de bus neer tegenover het adres waar ik zijn moet en als ik uitstap staat mevrouw al op de oprit. Ze gaat me voor de garage in. Daar staat een draadkooi met daarin twee kittens van een week of acht, zo op het oog. Mevrouw waarschuwt, vooral die grijze, dat is een wilde. De witte, die is wat timide. Goed. Kittens van die leeftijd, ik heb er vaker mee van doen, wat voor schade kunnen die toebrengen. In ‘t nekvel grijpen en klaar. Als eerste pak ik de grijze. En dan merk ik dat een kitten van die leeftijd toch redelijk wat mans is. In plaats van min of meer willoos te hangen worstelt hij als een gek. Snel in de bak en klap dicht. Dan de volgende. Een zwart-witte. Ook die blaast als een gek, maar worstelt minder. Als ik nummer twee in de bak mik schiet nummer één net onder de deksel door eruit. Joepie. Beestje verstopt zich achter een keukentrap die in een hoek staat. Achter de keukentrap staat een kartonnen doos op z’n kant. Daar zit ‘ie wantrouwig me aan te kijken. Het is een donker hoekje en ik steek de lamp van m’n mobieltje aan. Daarmee kan ik beter zien wat er gebeurt. Beestje is afgeleid door de lamp in m’n ene hand waardoor ik hem met de andere kan grijpen. Niet helemaal goed in het nekvel en het beest bijt me hard in de vinger. Klauwt met de achterpoten maar daar krijgt ‘ie geen houvast mee. Bij z’n collega in de bak. Dit keer gaat het wel goed. Mevrouw vraagt of ik een pleister nodig heb. Dit keer lijkt me dat wel verstandig. Het bloedt als het rund dat ik ben. De handschoenen voor dit soort gevallen liggen nog in de bus. Maar ik dacht, “ach, een paar kittens, wat kunnen die nou uitrichten”. Twee pleisters later bedank ik mevrouw en ga met de kittens in de bak terug naar de bus. Tijdens de rit krijg ik alweer de volgende melding door. Alweer twee kittens. Het jongt aardig aan op die manier. | |
| 17-10-25 10:28:56 | Emmo Stamgast WMRindex: 70.971 OTindex: 28.783 |
19.6: Twee kittens #2 Ook hier bel ik van te voren op. Ik krijg direct te horen dat het lastig te vinden is en dat ik als ik er ben moet bellen voor nadere instructies. Anders kom ik midden in een weiland terecht. Bedankt voor de waarschuwing. Het zou niet de eerste keer zijn. Ik rijd naar het adres en via steeds kleinere binnenweggetjes kom ik ter plaatse. Als laatste moet ik linksaf een brugje over en dan nog een tweehonderd meter. Net als ik het brugje over rijd zie ik een bordje in de berm met het juiste huisnummer. Een grindpad leidt de bush in. Ik stop en bel naar de melder. Ik ben precies op het juiste plekje. Het grindpad volgen en aan het eind moet ik zijn. Ik draai het grindpad op en hobbel een paar honderd meter door tot ik bij een boerderij kom. Daar moet ik wezen. Een vrij jonge man staat al te wachten. Hij gaat me voor richting woonhuis. Het blijkt een meerdere generaties complex te zijn. De jonge man gaat zijns weegs en een oudere dame, ze zegt tachtig te zijn maar ik zou haar geen dag ouder dan zeventig geven, doet het woord. Bij een picknickbank een stuk verderop hadden ze tijdens het uitlaten van de hond twee heel jonge katjes gevonden. Op de boerderij waren al zat katten aanwezig, meer was niet gewenst. Bovendien zijn ze zo jong, ik schat ze op drie weken, dat ze nog aan de flesvoeding zitten. Mevrouw kon er niet over uit wat of een schande ze het niet vond dat twee van die hummeltjes daar gedumpt waren. Ze vertelde dat het een populaire dumpplaats was. Ze hadden er al vaker beesten gevonden, waaronder een toom kippen. Die waren naar de buurman gegaan die er wel emplooi voor had. Een tijdlang de oraties aangehoord en toen werd het tijd om naar de volgende melding te gaan, twee egeltjes in dezelfde gemeente. Met wat moeite kan ik me van mevrouw losscheuren, ze was nog niet uitgepraat, waarbij ik het donkerbruine vermoeden heb dat mevrouw nog wel de nodige gespreksstof voorradig had. Met de katjes stap ik in de bus en rijd naar het volgende adres. Dat is in het dorp zelf. | |
| 18-10-25 11:09:15 | Emmo Stamgast WMRindex: 70.971 OTindex: 28.783 |
19.7: Twee egels Op het volgende adres waren twee egels gemeld. Vol met vliegeitjes, maden en rondcirkelende vleesvliegen. Geen goed vooruitzicht. Ik bereid mezelf al voor op op een tweevoudige euthanasie. Als er eenmaal maden en vleesvliegen aan te pas komen is dat geen best teken. Het adres is aan de rand van een nieuwbouwwijk. Geen parkeerplek te vinden, dan maar half op de stoep. Dat wordt wel de “Canadese methode” genoemd. Ik ben niet de enige, dat scheelt. Ik stap uit en bel aan. Mijnheer doet open. Omlopen is makkelijker dus ik volg mijnheer over de oprit via een tuinhekje naar de tuin. Daar ligt tegen een heg een stapeltje dakpannen. Mijnheer verwijdert de dakpannen en zegt: “Daar zitten ze”. Ik moet even goed kijken, maar inderdaad daar zitten twee egels, dicht tegen elkaar aan. Om maar eens een bekende kreet te slaken: “Dat doen ze anders nooit”. Egels zijn solitair. Zelfs in de paartijd zijn ze maar kortstondig samen. Na gedane zaken gaat elk zijns of haars weegs. Mijnheer vertelt van de vleesvliegen. Daarvan is nu een enkele te zien. Geen zwermen. Maden zie ik ook niet, maar dat is misschien omdat ze zich bij aanraking direct stijf oprollen. Iets wat een normale gezonde egel doet. Vliegeneitjes tussen de stekels, sporadisch. Dat heb ik wel eens erger gezien. Voor mij zijn de verschijnselen verwarrend. Mijnheer is serieus, maar van zijn waarneming is nu niets te zien. Hijzelf verklaart dat de vleesvliegen misschien van een ander dood beest in de buurt kwamen. Is mogelijk natuurlijk. En wat doe je als je het niet snapt? Je gaat voor meer deskundig advies. Ik vraag mijnheer of ze, als ze gezond blijken te zijn, weer teruggeplaatst kunnen worden. Het antwoord is een volmondig “ja”. Graag zelfs, want ze vreten de slakken op. Dan doe ik de egels in twee meegebrachte transportbakjes. Elk in één, want egels zijn solitair en ik wil geen ruzie in de tent. Dan neem ik afscheid en vertrek naar de opvang van deze regio. Ik bel tevoren op om te zeggen dat ik er aan zit te komen met twee egels. Beheerder heeft andere plannen maar als ik doorgeef wanneer ik er zal zijn valt het in te passen. Bij de opvang aangekomen stuiter ik naar binnen met m’n twee egels. Die worden gelijk onder handen genomen. Vliegeneitjes worden met een pincet verwijderd, ze worden gewogen, normaal gewicht. En van maden of vliegen geen spoor. Zo op het oog twee gewone, gezonde egels. Toch maar even in observatie houden. Er wordt notitie gemaakt dat ze terug kunnen naar het vindadres en dan kan ik weg. Inmiddels is het tegen zessen ‘s avonds. Zeven uur is normaal overdracht. Ik bel de collega of het erg is als ik wat eerder kom. Geen probleem. Dus ga ik welgemoed onderweg naar de collega. Tien minuten voor aankomst gaat de telefoon. Een gewonde appelvink, weer helemaal de andere kant op. Ik rij door naar de collega. Daar overleg ik met haar wat te doen met die appelvink. Samen oplossen is de conclusie. | |
| 19-10-25 10:12:48 | Emmo Stamgast WMRindex: 70.971 OTindex: 28.783 |
19.8: Misadres Dus gaan we met z’n tweetjes richting appelvink. Weer drie kwartier rijden. Het begint al met het invoeren van het adres. Postcode invoeren: postcode bestaat niet. Straatnaam invoeren: straatnaam bestaat niet, wel een weggetje van die naam met als achtervoegsel “pad” in plaats van “straat”. Dan zal dat wel verkeerd opgegeven zijn. Het pad ingevoerd en we gaan onderweg. Vanaf de rivierdijk de binnenlanden in. Kleine kronkelweggetjes volgend totdat het pad opduikt. Dat pad is niets teveel gezegd. Het is een onverhard pad dat in de richting van een paar boerderijen loopt. Goed beschouwd niets bijzonders in de buitengebieden. We komen wel vaker op zulke stekjes. Halverwege geeft Domdommetje aan dat we er zijn. Links een bos, rechts een weiland. We kijken elkaar aan en halen de schouders op. Toch maar even verder rijden tot de boerderijen, misschien is daar een nummeraanduiding. Die is er, maar niet het nummer dat we zoeken. Iets verderop is een vrouw een hek aan het repareren. We rijden door tot dwars van de vrouw, raampje open en vragen naar het nummer. Mevrouw antwoordt dat het nummer hier niet bestaat. Misschien aan de overkant van de straat, in het verlengde van het pad? Maar dat is alleen maar een fietspad, daar kun je alleen maar komen als je een flink stuk omrijd. We bedanken mevrouw, keren om en rijden terug tot aan de grote weg. Aan de overkant is er inderdaad alleen een fietspad en zijn er geen huizen te bekennen. We controleren de diverse posities maar komen steeds op hetzelfde uit. Bellen naar de melder, wordt niet opgenomen. Appen en bellen naar de centrale. Geen reactie. Dan geven we het op. Sturen bericht via de app dat we het niet hebben kunnen vinden en gaan weer op huis aan. Ik rijd naar mijn huis en daar neemt collega het over. De volgende dag krijgt de bus van de andere regio een melding van een appelvink in dezelfde plaats. Dat kan haast niet anders een herhaling zijn van diezelfde melding. Ik geef aan dat ik dat adres niet heb kunnen vinden. De chauffeur van de andere bus zegt dat hij er zo naar toe kon rijden. Maar wat wij met dat adres fout hebben gedaan? Ik weet het nu nog niet. | |
| 20-10-25 11:52:09 | Emmo Stamgast WMRindex: 70.971 OTindex: 28.783 |
20: Elektriek 20.1: Jonge merel met rugslag Mijn eerste melding met de nieuwe bus. Onze oude bus is door een niet nader te noemen persoon op een smal weggetje in het holst van de nacht in een scherpe bocht tussen twee boompjes klem geparkeerd. Total loss. Sindsdien hebben we met een leenauto gereden. Nu hebben we sinds afgelopen woensdag een gloednieuwe. Het is even wennen, waarbij dat “even wennen” als eufemisme beschouwd mag worden. Het nieuwe ding is honderd procent elektriek met een schuif toeters en bellen waar ik mij in de verste verte geen voorstelling van kan maken. Groot nadeel is het rijbereik en de laadtijd. Van half vol naar vol duurde bij de eerste laadsessie zowat twee uren, terwijl het volledige bereik in de buurt van de driehonderd kilometer ligt. Ruim voldoende voor een incidentele melding, maar als je er een stuk of wat achter elkaar krijgt en twee regio’s moet bedienen, zoals in het vorige hoofdstuk, dan wordt dat snel minder. Wat ook wat minder prettig is, is dat de dichtstbijzijnde publieke laadpaal op een kwartier lopen van m’n huis ligt. Dan is een dieseltje met een bereik van duizend kilometer en in drie minuten voltanken toch praktischer. Maar daar gaat het niet over. De melding betreft een jonge merel die al dagen eenzaam en alleen in de tuin zit. Nou is daar wat op af te dingen. De melder kan het voeden door de ouders gemist hebben. En als ‘ie normaal in de tuin zit zal ‘ie nog net niet vliegvaardig zijn. Kwestie van tijd en goed oefenen. Maar dergelijke overwegingen heeft centrale natuurlijk ook gemaakt. Er moet dan ook meer aan de hand zijn al ben ik daar niet van op de hoogte. Maar dat zie ik wel als ik er ben. Na mijn eerste gevecht met de start/stop inrichting, gewoon een sleuteltje omdraaien is te ingewikkeld voor een elektrieke bus, ga ik welgemoed op weg. Het adres is in een nieuwbouwwijk in het stadje aan mijn kant van de rivier. Ik moet onderweg wel het gaspedaal in de gaten houden. Ondanks het grotere gewicht gaat het busje er als een speer van tussen. Op het adres aangekomen zet ik de bus op een vrije plek en loop naar het juiste huis. Aanbellen en een man van middelbare leeftijd doet open.. “Kom maar mee, hier zit ‘ie”. Het dier zit in een bakje naast de oprit. Bakje voorzichtig open, je wil niet dat het beest er in een onbewaakt ogenblik uit fladdert, hand er in en beest vastpakken. Inderdaad een jonge merel, maar al wel in de veren. Die is er na aan toe om uit te vliegen. Beetje poep aan het kontje maar dan kan zijn omdat ‘ie opgesloten heeft gezeten. Enige is dat mijnheer hem zonder moeite heeft kunnen pakken. Twijfelgeval. Ik praat nog even met mijnheer over hoe hij het beest heeft aangetroffen. Een buurman mengt zich, nieuwsgierig, ook in het gesprek. Met de twijfel in het achterhoofd neem ik afscheid van de beide heren. Terug in de bus probeer ik de opvang te bellen. Na een aantal mislukte pogingen via de stembesturing doe ik het maar gewoon op de telefoon. Uiteraard heeft de opvang dezelfde bemerkingen als ikzelf hiervoor gaf. Alleen wat beter gefundeerd. Gevolg is dat ik op ‘Maps kijk en een vrij plekje vlakbij, zowat in de achtertuin van de melder, vind. Op advies van de opvang ga ik daar het dier uitzetten. Op dat plekje haal ik het diertje uit de transportbak. De vogel ziet er vreemd uit. Hals honderdtachtig graden gedraaid, compleet achterstevoren. Vleugels staan erbij of ze niet bij het beest horen. Idioot gezicht. Ik zet het diertje in het gras in de hoop dat het weer normaal wordt. Hij valt om en gaat zowat op z’n rug liggen. Iets dergelijks heb ik nog nooit bij een vogel gezien. Na drie pogingen het beest te fatsoeneren bel ik maar weer met de opvang en vertel wat ik heb waargenomen. Die oppert als mogelijkheden “tegen een ruit gevlogen” en “stress”. Geen van beide lijkt mij van toepassing maar opvang heeft meer verstand van beesten. Ik uit mijn twijfels en dan mag ik het diertje langs brengen. Weer een gevecht met de stembesturing van de navigatie, hij vindt steeds het verkeerde adres, dan maar zo, inmiddels ben ik voldoende bekend om ook zonder Navi de opvang te vinden. Als ik op de opvang het diertje in het aangegeven hok stop valt ‘ie weer om en blijft op z’n zij liggen. Toch zit er nog best leven in. Goed beschouwd snap ik er niets van. Ik ben bekend met het Usutu-virus, dat onder lijsterachtigen voorkomt, maar dit ziet er volgens mij toch anders uit. Uiteindelijk ga ik terug naar huis. | |
| 21-10-25 18:31:21 | Emmo Stamgast WMRindex: 70.971 OTindex: 28.783 |
20.2: De duif gevlogen In de loop van de middag komt er weer eens een melding door. De hele ochtend is het rustig geweest. Een duif zit al dagenlang op een balkonnetje en wil niet van z’n plaats komen. Nou hebben vogels over het algemeen best een hoge stofwisseling. Houdt in dat ze regelmatig moeten eten anders vallen ze van hun stokje. Een duif kan wat langer toe omdat ‘ie reserve voorraad heeft in z’n krop, maar ook daarvan kan je verwachten dat ‘ie na een dag (24 uur) toch wel van z’n plaats komt. Vreemde situatie, maar daar zijn we voor. Ik ga onderweg. In de melding is in tegenstelling tot gebruikelijk geen nadere informatie gegeven, zoals telefoonnummers en dergelijke. Ik ga dan ook op de bonnefooi op pad. Halverwege de passage van het eerste stadje, op ca zeven kilometer rijden, gaat de telefoon. Centrale aan de lijn. Die zit een beetje met het bericht dat ze moet doorgeven. Ze is nieuw op de centrale, daarvoor heeft ze voornamelijk als bijrijder gefunctioneerd. In ieder geval, de duif is weggevlogen. Omdat ik me de situatie, en vooral de verlegenheid van de centrale, goed kan voorstellen schiet ik in de lach. Een vogel die dágenlang op een balkonnetje zit en dan, als de dierenambulance eindelijk onderweg is, het op een vliegen zet. ‘t Is niet de eerste keer. In ieder geval was de melder wel zo fatsoenlijk om op te bellen om door te geven dat het beest foetsie is. Ik praat nog even met centrale, ga op de eerstvolgende rotonde in de rondte en kachel weer terug naar huis. Omdat ik er alweer een paar kilometer op heb zitten zoek ik in de buurt een laadpaal op. Aansluiten, rood lampje. Ik heb geen vergunning om aan die laadpaal te mogen laden. Joepie. Dan maar weer naar die paal op een kwartier lopen. Beestje aangesloten en ga lopend onderweg richting huis. Ik ben net de straat over als de telefoon gaat. Volgende melding. | |
| 22-10-25 17:25:08 | Emmo Stamgast WMRindex: 70.971 OTindex: 28.783 |
20.3: Een hek in de weg Die melding gaat over twee jonge zwanen die vastzitten in een hek. Eentje heeft een gewonde vleugel en de ander kan niet voort. Plaats des onheils is een buurtschap in het buitengebied aan de overzijde van de rivier. Half uurtje rijden voor mij. Ik haal de bus van de laadpaal, vrijwel niets geladen, uiteraard, en ga onderweg richting zwanen. Ik had een adres opgekregen van een bedrijf. Bij dat bedrijf aangekomen slier ik het terrein op en vraag naar de zwanen. Onbekend. Maar mevrouw wijst naar de kolk naast de oprit en zegt dat ze daar normaal gesproken zitten. Tegelijk zie ik aan de overzijde van de kolk iemand zwaaien. Ik stap weer in de bus en rijd de kolk rond. Daar staan twee fietsers, man en vrouw, die de echte melders zijn. Het bedrijf hadden ze alleen, terecht, als referentie opgegeven. Bij de melders zit een familie zwanen. Vader, moeder en zes jongen. Deze zwanen wilden naar de kolk. De kolk, echter, was afgeschermd met een mobiel hek bestaande uit scepters met gaas omdat rond de kolk schapen aan het grazen waren. Die schapen mochten, uiteraard, niet de weg op. De mazen van het gaas waren zodanig dat de zwanen er nét doorheen konden, maar zo krap dat ze met de vleugels konden blijven steken. Met de vleugels plat tegen het lichaam kon het, maar zie dat die beesten maar eens aan het verstand te krijgen. Eerst maar eens de vastzittende zwanen bevrijd, twee stuks. Dat ging goed. Alleen proberen ze van weeromstuit, weer naar de weg te komen. Weer losmaken en hier en daar een zwaan over het net getild. Ondertussen met de melders overlegd. Op een gegeven moment zijn alle zwanen los en waggelen naar het slootje aan de overkant van de weg. Één van de volwassen zwanen blijft achter en krijgt het aan de stok met één van de schapen. Zwaan verliest en duikt de kolk in. Mevrouw de melder wijst op één van de jongen. De rechter vleugel hangt er een beetje vreemd bij. Ik pak het dier. Manipuleer de vleugel, maar zo te zien is er niets mis mee. Het is een jonge vogel en misschien zit alles nog niet helemaal op de juiste plek. In ieder geval zijn de vleugels onvolgroeid dus misschien zit er nog verbetering in. Mij lijkt het niet serieus genoeg om het dier van de ouders te scheiden. Als ‘ie vliegvaardig is, of zou moeten zijn, dan zien we wel weer. We lopen terug naar de bus en de fietsen. Dan zien we in de berm nog een jonge zwaan liggen. Met een beetje porren komt ‘ie overeind maar gaat gelijk weer door de hoeven. Dat is niet pluis. Inmiddels is de rest van de familie een meter of veertig verderop. Een gezonde jonge zwaan heeft geen moeite met zo’n afstand, maar deze wel. Dan is ‘ie dus niet gezond. Ik stop het dier in één van de transportbakken. Past precies en het dier laat zich zonder tegenspartelen manipuleren. Alweer een teken dat er iets niet in orde is. Ik praat nog even met de melders. Dan stappen zij weer op de fiets en ik stap de bus in om de opvang te verwittigen. Telefoon wordt niet opgenomen. Dan maar een appje. Vervolgens ga ik richting opvang. Tijdens het rijden komt een antwoord binnen. De bus vraagt of hij het kan voorlezen. Oké, doe maar. Het binnengekomen appje wordt voorgelezen door het systeem. Dan vraagt het of ik wil antwoorden. Dat doe ik in gesproken woord tijdens het rijden. Systeem leest het antwoord terug en vraagt of het verstuurd kan worden. Dat kan, het is correct opgenomen. Ik sta versteld van de effectiviteit van het systeem. Er zitten wat hikjes in, maar in het algemeen is het best bruikbaar. Ik kan de jonge zwaan bij de vijver in de opvang zetten. De sleutel ligt in een bakje op de tafel. Ik antwoord dat ik het begrepen heb en dat ik de instructies zal opvolgen. Ik heb dat al vaker zo gedaan. Bij de opvang zet ik de zwaan naast de vijver. Die gaat gelijk weer liggen en verroerd verder niet. Sleutel weer terug op de plek en informatieformulier op het aanrecht. Daar vindt de beheerder het wel. Inmiddels is het tegen zessen. Zeven uur is de overdracht. Ik bel de volgende chauffeur of ik wat eerder kan komen. Dat kan. Ik rijd naar zijn adres en samen rijden we naar mijn huis. Onderweg natuurlijk gesproken over de voors en tegens van de nieuwe bus. Bij mijn huis aangekomen is er nog goed honderd kilometer bereik over. Zaak voor de collega om zo vlot mogelijk een paal op te zoeken. | |
| 24-10-25 19:22:22 | Emmo Stamgast WMRindex: 70.971 OTindex: 28.783 |
20.4: Verdronken duif Vroeg in de avond belt de collega. Hij is op het moment in de grote stad. Hij brengt zijn bijrijder naar het station en komt dan mijn kant op. Voorstel is om bij een snellader langs te gaan, daar een mok koffie te nuttigen en tegelijk het karretje terug te brengen. Collega had in opdracht van het asiel een aanhanger gehuurd om wat spullen te kunnen bezorgen. De nieuwe bus is voorzien van trekhaak. Een half uurtje later is collega daar en we gaan welgemoed naar het snellaadstation in de stad. Daar sluiten we met wat vijven en zessen de prik aan (éérst aanmelden en dán pas de kabel aansluiten, in eerste instantie deden we het andersom), koppelen de kar af, rijden die op de plek en gaan dan naar binnen om af te rekenen en een mok koffie. Laden zou een half uurtje tot drie kwartier duren. Bij het afrekenen krijgen we zowaar een bonnetje voor gratis koffie van een vriendelijke jongedame. We halen koffie bij de automaat, in tegenstelling tot gebruikelijk geen ruzie gekregen met dat hebbeding, en strijken neer aan een tafeltje. Even later gaat de telefoon. Collega heeft een dubbele functie, zowel centrale als chauffeur. Aan de gracht in de stad is een duif te water geraakt. Melder geeft zo goed mogelijk de positie op, wij drainen de koffie, halen de bus van de lader, die al weer aardig vol zit en gaan richting plaats ongeval. Het is precies bij een vrij brede brug over de gracht. Collega zet de bus op de brede stoep en we kijken waar of dat beest drijft. Collega ziet hem het eerste. Half verzopen tussen het kroos. De kade is hoog en daarom pak ik gelijk de telescopische stok van vier meter. Collega gaat op zoek naar ducttape. Onze activiteit zorgt voor wat bekijks van diverse mensen die met goedbedoelde adviezen uit de hoek komen. Collega kan de ducttape niet vinden en komt met twee hondenriemen aan. Daarmee zetten we net en lange steel aan elkaar. Met een beetje vissen krijgen we de duif in het net en trekken hem aan wal. Hij leeft nog maar ziet er niet zo jofel uit. Net een verzopen kat. Hijgt als een gek, mogelijk wat water binnen gekregen in de longen en daardoor wat minder longcapaciteit. Wie zal het zeggen? Collega haalt wat handdoeken en daarmee wordt het beest ingepakt. We overleggen. Voor de gebruikelijke opvang is het al te laten, na negenen. Daarom besluiten we het beest mee naar huis te nemen. We maken de couveuse klaar, in de vorige bus had die een vaste plek, maar hier zijn ze bij aflevering de extra elektrische aansluiting vergeten. Duif in de couveuse, warmte op half, helaas geen gradenindeling dus wanneer het beest gebraden is, geen idee. Couveuse tussen ons in. Collega rijdt naar huis en daar neem ik de dienst over. Half uurtje later ben ik thuis. Couveuse met duif in de woonkamer gezet, bakje water erbij en klaar voor de nacht. De volgende ochtend ziet de duif er al een stuk vrolijker uit. Met couveuse weer in de bus en op naar de opvang. Eerst bellen. Beheerder is net een waterhoentje aan het uitzetten die was genezen van een gebroken poot. Maar ik kan doorkomen. Waarschijnlijk ben ik er als beheerder weer terug is van dat uitzetten. Als ik aankom is beheerder inderdaad weer aanwezig. Hij neemt het dier uit de couveuse en bekijkt het. “Alweer de zoveelste. Er zitten daar een paar nesten en het jong volk wil wel eens te water raken”. Maar met een beetje goede wil komt deze er wel weer bovenop. Hij is de nacht goed doorgekomen. Nog een beetje nadrogen, wat voer en water doen wonderen. Daarmee ben ik klaar en kan terug naar huis. | |
| 26-10-25 17:17:48 | Emmo Stamgast WMRindex: 70.971 OTindex: 28.783 |
20.5: Gebeten kat En dan gaat weer eens de telefoon. Of ik een dode kat kan ophalen. Dat kan, het hoort ook bij de taakomschrijving tenslotte. Ik krijg een adres, een naam en een telefoonnummer. Met dat adres krijg ik ruzie met het ingebouwde Domdommetje van de nieuwe bus. In de display geeft het hebbeding de naam van het industrieterrein, terwijl ik een specifiek adres en huisnummer wil hebben. Uiteindelijk blijkt het wel te kloppen, maar waarom alleen de straatnaam wél goed wordt weergegeven en straatnaam + huisnummer niet, ontgaat mijn beperkte verstandelijke vermogens. Het gaat om een straatje waar ik al vaker ben geweest, onder meer wegens perikelen met een vangkooi. Een bewoonster vond dat zij last had van een kat, de rest van de omwonenden vond dat niet. Ik moest toen voorzichtig manoeuvreren om niet twoblocks komen te zitten tussen beide partijen. Dit keer kom ik aanrijden en, zoals voorheen, staat het vol geparkeerd met auto’s. Ik kan er met mijn, vrij brede, bus maar net doorheen. Bij één van de huisnummers is een plekje vrij. Het is nauw en ik moet een paar keer steken, maar het lukt. Iets verderop is een opstootje aan de gang. Hoop volk op de been, politie erbij. Ziet er redelijk serieus uit. Ik loop in de richting, het is ongeveer waar waar ik zijn moet. Bij de plaats aangekomen wordt ik direct gewezen door één van de omstanders: “daar ligt ‘ie”. Op een lege pallet ligt een dode kat. Zo’n meerkleuren beest waarvan ik nog nooit heb kunnen ontwaren wat nu een lapjeskat en wat nou een schildpad is. Ik leg de chiplezer in de nek en krijg gelijk commentaar: “Het is een zwerver”. In ieder geval is het beest niet gechipt. Dan doe ik het dier in een meegebracht dode beesten bakje. Ik vraag of het dier aangereden is, er zijn geen duidelijke verwondingen. Het dier blijkt te zijn doodgebeten. Een bijtincident dus. Vandaar de politie. Hoewel, als voor elke doodgebeten kat de politie moet komen opdraven, dan zal de hermandad toch wel uitgebreid moeten worden. Er zal dus wel wat meer aan het handje zijn. Maar dat is mijn zaak niet. Ik vraag aan de agenten of ze me verder nog nodig hebben. Dat is niet zo. Daarmee loop ik terug naar de bus, laad de boel in en vertrek voorzichtig en langzaam naar het asiel. Voorzichtig en langzaam omdat ik maar nét voldoende ruimte heb en er een hoop volk in de weg staat. Die overigens direct plaats maken voor de bus. Ik handel volgens de regels voor gevonden overleden katten zonder chip. Formuliertje en foto opsturen en in de vriezer ermee. | |
| 27-10-25 11:49:01 | Emmo Stamgast WMRindex: 70.971 OTindex: 28.783 |
20.6: Kitten met zere ogen Weer een nieuwe dag. Vandaag weer eens een bijrijder. In de loop van de ochtend komt de eerste melding van de dag binnen. Een kitten is komen aanlopen en kan niet blijven wegens de al aanwezige katten. Eerst haal ik de bijrijder op. Zoals gewoonlijk fungeer ik als chauffeur. Ik vraag wel of ze ervaring heeft met dit elektrieke gevaarte, maar dat heeft ze. Vorige week was zij chauffeur met iemand anders als bijrijder. Onderweg naar het kitten praten we weer over de verschillende functies van de nieuwe bus en hoe deze aan te zetten en anderszins te gebruiken. Geen van ons beide weten nog volledig met het ding om te gaan. Daarvoor zitten er stomweg te veel knopjes en schakelaars op, die in een aantal gevallen, zoals de ruitenwisser, anders geplaatst en te bedienen zijn dan wij gewend zijn. Het adres is in een gewone woonwijk. We bellen aan en een jonge vrouw doet open. Armen vol met plakplaatjes, maar dat is iets dat eenieder voor zichzelf moet weten. Ik vind het geen kijk, maar andere mensen hebben andere ideeën. De jongejuffrouw produceert het kitten. Hele gewone cyperse die een beetje lodderig uit de ogen kijkt. Verder vind ‘ie het maar niks om in een mand gestopt te worden. Maar bijrijder is voldoende beknijsd in de omgang met katten en propt het beest resoluut in de bak. Nog even chip controleren maar dat is negatief. Geen chip. We praten even met de jongedame. Het beest is komen aanlopen, ze heeft berichten gepost op Amivedi en Facebook maar zonder succes. Ze heeft twee eigen katten die de indringer argwanend bekijken, Op naar het asiel ermee. Daar komen we net tijdens lunchtijd aan. Een van de helpers komt naar beneden en neemt het beestje van ons over. Briefje erbij en klaar. | |
| 28-10-25 23:47:55 | Emmo Stamgast WMRindex: 70.971 OTindex: 28.783 |
20.7: Pootbezwaren Dit keer is de melding een duif met een gebroken poot en een gewonde vleugel. Ik bel m’n bijrijder en haal haar op van haar huisadres. Alles zoals gebruikelijk. We zijn nog lang niet uitgepraat over de diverse (on)hebbelijkheden van de moderne techniek, al zijn we het eens dat alle verandering nog geen verbetering behelst. Het adres dat we zoeken is in een gewone woonwijk in de stad. We bellen aan en mijnheer doet open. Een doos met de duif erin heeft hij al in de handen. We halen de duif uit de doos en bekijken het dier. Weinig aan te zien. De vleugels lijken in orde, maar bij nadere inspectie lijkt er toch wat mis met de rechterpoot. De poot staat er niet recht onder en er zit een dikke kluit aan van het één of ander. Of het daadwerkelijk gebroken is kunnen we niet beoordelen. Toch maar naar de opvang met het beest. Terug in de bus bellen we de opvang. We kunnen doorkomen. Zet maar in hok “B”. | |
| 29-10-25 09:51:29 | Emmo Stamgast WMRindex: 70.971 OTindex: 28.783 |
20.8: Kat tussen de vogels Een goed uur voor het einde van de dienst gaat weer de telefoon. Alweer een kitten. Ditmaal aan komen lopen op een adres waar ook vogels aanwezig zijn die, zeer voorstelbaar, ietwat onrustig worden onder katachtige interesse. Een gewone moderne woonwijk, waarbij het woord “modern” zich vertaald naar een schromelijk gebrek aan parkeergelegenheid. Ik moet dan ook met de grootst mogelijke voorzichtigheid tussen de buitenspiegels door manoeuvreren en vind als enige parkeer een dubbele inrit. De helft van de inrit is geblokkeerd door een betonmixer, dus ik waag het er maar op. Veel ruimte is er niet zodat ik drie keer moet steken voordat ik min of meer fatsoenlijk sta. Achter me staat al een auto te wachten tot ze eindelijk bij mij voorbij kunnen. Ik loop naar de voordeur van m’n adres, transportbakje mee. Mijnheer doet open en ik mag verder komen. In de woonkamer krijg ik de kat overhandigd. Een rooie, dus denkelijk een katertje. Een kitten van een week of tien dat nieuwsgierig uit de ogen kijkt. Ik heb de chiplezer vergeten in de bus. Dat doen we zo direct wel. Mijnheer vertelt dat hij het beestje niet kan houden en wijst op een grote vogelkooi die pontificaal in de woonkamer staat. Een jonge kat en een stelletje vogels, dat gaat inderdaad niet zo goed samen. Dan neem ik afscheid en ga met kat in ‘t bakkie terug naar de bus. Daar probeer ik de chip uit te lezen. En wat ik bij zo’n jong beestje niet verwacht, hij is inderdaad gechipt. Ik toets het nummer in, in de website van Chipnummer.nl. Geen registratie. Gek. Meestal is wel één of andere vorm van registratie, maar hier niks, helemaal noppes. Dan toch maar naar het asiel. Kunnen ze daar verder kijken. Tegelijk bel ik naar mijn aflosser. Tegen de tijd dat ik op het asiel ben is het tegen zevenen, de normale aflostijd. Die gaat nu wat later worden. Op het asiel stop ik het diertje in de noodopvang, briefje in de brievenbus. Dan naar de collega die me vervolgens naar huis brengt. Weer klaar voor een week. | |
| 30-10-25 13:05:00 | Emmo Stamgast WMRindex: 70.971 OTindex: 28.783 |
21: Zes keer is scheepsrecht Gezegde: Driemaal is scheepsrecht 21.1: Gegrepen duif Anderhalf uur voor de aflos gaat de telefoon. Een duif is gegrepen door een kat en is daarvan zodanig onder de indruk dat ‘ie niet meer kan vliegen. Volgens de melder een beschadigde poot, maar voor de rest oppervlakkig beschouwd in orde. Centrale en ik bespreken even de opties. Centrale is vanavond om 19:00 mijn aflosser en waarschijnlijk ga ik direct van de melding naar zijn huis om hem op te pikken. Dan ga ik op weg. Melder woont in een moderne wijk met gelukkig ruim parkeergelegenheid. Schuin tegenover zet ik de bus neer. Ik stap uit, loop naar de voordeur en bel aan. Mijnheer doet open, “Kom verder”. In de keuken heeft mijnheer de duif in een transportkooi voor katten gedaan. Ik vraag naar het gebeurde. Mijn heer is laconiek, maar was niet zeker wat er eerder was: de kat of de ruit. Optie één: Duif is tegen de ruit gevlogen en toen is de kat er bovenop gesprongen, of optie twee: de kat heeft de duif opgejaagd waarna deze tegen de ruit kwam. Voor de afhandeling maakt dat uiteraard niet uit. Ik haal het dier uit de box en bekijk het. Geen duidelijke schade. Vleugels doen het nog en de poten lijken in orde. Op basis van wat mijnheer vertelt ga ik uit dat het dier danig onder de indruk is van het gebeurde en nog steeds in de stress zit. Om mijnheer te ontlasten neem ik de duif mee naar de opvang. Daar kan ‘ie tot rust komen en, als ‘ie gezond blijkt, gewoon wegvliegen. Zo gezegd zo gedaan. | |
| 31-10-25 16:39:54 | Emmo Stamgast WMRindex: 70.971 OTindex: 28.783 |
21.2: Met z’n zessen Tijdens de vorige rit (hier niet als hoofdstuk ingevoerd) een melding over 6 jonge egeltjes in het buitengebied van de stad. Het adres was een soortement van boerderij. Zat egels rondom. De melder had er diverse zien lopen. In dit geval had ze een nest gevonden onder een houtstapel voor de open haard. De moeder was foetsie en was niet meer gezien. De jongen liepen piepend in het rond. Melder had daarop een deel van het nest in een doos gedaan en de jongen daarin gezet. Vervolgens de dierenambulance gebeld. Bij aankomst was dat de situatie. Ik rijd eerst de oprit voorbij, de nummering was weer eens onnavolgbaar. Maar in de tweede aanloop was het nummer wel leesbaar. Ik zet de bus neer op een stukje gras, de normaal beschikbare plaatsen zijn bezet. Als ik uitstap komen beide melders me al tegemoet. Gezamenlijk vertellen ze het verhaal. Dan wijzen ze eerst een verlaten nest en vervolgens het nest waar de jongen zaten. Ik sta in dubio. Meenemen of niet. Toch maar eerst de opvang bellen, die heeft er meer verstand van dan ik. Ik laat de telefoon op luidspreker staan zodat mevrouw kan meeluisteren. Opvang is niet blij. Het nest had beter niet verstoord kunnen worden. Waarschijnlijk is het nu al te laat en zal moeder haar jongen niet meer accepteren. Dan toch maar brengen. Ik praat nog even na en neem dan de jongen nog steeds in de doos mee naar de bus. In de opvang worden ze gezamenlijk in één kooi gezet bovenop het originele nestmateriaal. Hopelijk gaat het daarmee goed. Als ze uit zichzelf gaan eten, natvoer voor katten, dan zal het wel gaan. | |
| 01-11-25 11:53:55 | Emmo Stamgast WMRindex: 70.971 OTindex: 28.783 |
21.3: Aanlopertje Ik ben net thuis van de egeltjes van het vorige verhaal als de volgende melding alweer doorkomt. Dat gaat over een kat die is aan komen lopen. Ik trek de stekker van de bus weer uit het stopcontact rijd naar melder. Die woont in een villa-achtig huis dat lijkt alsof het pas sinds kort is ingericht. Muziekinstrumenten liggen her en der. Ik vraag en mijnheer vertelt dat hij inderdaad musicus is. Gezien de instrumenten vermoedelijk klassiek. De kat waar het om gaat loopt in de keuken. Naar mij is hij, of zij, wantrouwig maar mijnheer heeft het beest zo op schoot. Ik controleer de chip, geen chip. Een tamme zwerver. Beest was volgens de melder broodmager aan komen lopen. Eerst wegjagen maar het beest was persistent. Wegens die magerte toch maar te eten gegeven waardoor het dier steeds vertrouwelijker werd. Mijnheer kan, volgens zeggen, het beest niet permanent houden omdat hij door zijn werk veel van huis is. Daarnaast was hij in het verleden allergisch geweest en bang dat dit zou terugkomen. Normaal zou ik het beest bij de melder laten, maar gezien het verhaal toch maar naar het asiel. Belbandjes gebruiken we voorlopig niet meer omdat we dan het dier op moeten komen halen. Dat is minder geschikt wegens de kattenziekte die nog steeds heerst. Dan maar zo naar het asiel. Daar aangekomen kon ik direct door naar de vaste dierenarts om het dier te laten vaccineren. Dat werden twee ritjes omdat er een kitten geopereerd was en terug kon naar het asiel. Samen was niet aanbevelenswaardig vanwege besmettingsgevaar. Inmiddels was de batterij van de bus aardig leeg. Daarom een half uurtje aan de snellader. Vlakbij het asiel is een laadstation dus kan ik tijdens het laden op het asiel een bakje doen. Met een nagenoeg volle batterij naar huis. | |
| 03-11-25 13:01:55 | Emmo Stamgast WMRindex: 70.971 OTindex: 28.783 |
21.4: Puberende merel Weer een nieuwe dag. Net na de overdracht op weg naar huis komt er een melding binnen. Beetje verward verhaal, maar wat ik uit kan destilleren was dat het gaat om merel die niet kan vliegen en belaagd wordt door een kat. Een situatie die goed beschouwd niet ongebruikelijk is. Ik keer de bus en rijd richting merel. Als ik aanbel op het adres doet mevrouw open. De merel in kwestie zit in een doos naast de voordeur. Ik open de doos en zie een jonge merel. Zo te zien zo gezond als wat, alleen nog net niet vliegvaardig. Ik kijk in de snavel: nog aardig rood. Die moet nog door de ouders verzorgd worden tot hij het onder de vleugels heeft. Ik kan het beestje natuurlijk meenemen maar daarmee doe ik waarschijnlijk meer kwaad dan dan goed. Ik vraag mevrouw naar een nest. In de boom voor het huis zit er gewoonlijk een. Dan weet ik het goed gemaakt. In overleg met mevrouw zet ik het diertje onder de boom en doe een paar stappen terug. Het beestje hipt een stukje vooruit en gaat vervolgens zitten. Niks aan de hand met dat beest. En die katten, dat is helaas het risico van het vak. Ik neem afscheid van mevrouw en terug op huis aan. | |
| 03-11-25 13:35:43 | allone Oudgediende WMRindex: 53.882 OTindex: 96.616 |
Jonge merels in november? Is dat niet laat? … oh ja: klimaatverandering ![]() Laatste edit 03-11-2025 13:38 | |
| 05-11-25 17:31:21 | Emmo Stamgast WMRindex: 70.971 OTindex: 28.783 |
Het verhaal is al wat ouder. Een paar maand. Ik schrijf nu aan hoofdstuk 27 en meestentijds doe ik één hoofdstuk per week. Nu wat minder omdat er in de late herfst en winter minder meldingen zijn. | |
| 05-11-25 17:32:05 | Emmo Stamgast WMRindex: 70.971 OTindex: 28.783 |
21.5: Verklemde egel ‘s Avonds nog wat later komt er bij de centrale een melding binnen over een egel die in een klem is gelopen en gewond is aan een poot. In overleg met de centrale blijft het dier bij de melder. De andere ochtend kan ik het ophalen. Die ochtend ga ik onderweg. Het adres is in één van de nieuwbouwwijken in de stad. Als ik aanbel doet mevrouw open. De egel zit in een doos naast de voordeur. De vorige avond was het dier in een klem gelopen, met de klem aan zijn poot de straat overgestoken en daar door mevrouw opgeraapt. Ik pak het dier uit de doos en bekijk het. Het dier rolt normaal op, maar zover ik kan bekijken valt de schade mee. Met een beetje goede wil is het een schampschot geweest. Toch voor alle zekerheid maar naar de opvang. Daar aangekomen wordt het beest geïnspecteerd. De conclusie komt overeen met mijn schatting: het beest is er waarschijnlijk goed vanaf gekomen. Hij blijft voor alle zekerheid op de opvang voor observatie, maar waarschijnlijk is ‘ie alleen maar met de schrik vrij gebleven. Ik kan weer naar huis. | |
| 07-11-25 11:53:56 | allone Oudgediende WMRindex: 53.882 OTindex: 96.616 |
@Emmo: ah okay 👍 | |
| 07-11-25 16:46:49 | Emmo Stamgast WMRindex: 70.971 OTindex: 28.783 |
21.6: Geplette haas Dan komt een melding door van een aangereden kat die dood midden op straat op het industrieterrein ligt. In de hoop dat er tegen de tijd dat ik er ben nog wat van over is ga ik onderweg. Als ik een half uur later aan kom rijden ligt er een straat eerder een dood dier op de weg. Ernstig beschadigd maar nog wel herkenbaar. Ik stop en stap uit. Het dier is deels plat en ik steek het met de schop van het asfalt. Het is een haas, geen kat. Ik rijd door naar de straat waar de kat zou liggen. Niets te vinden. Denkelijk heeft de melder de haas voor een kat aangezien en de verkeerde straatnaam opgegeven. Allebei begrijpelijk. Die haas kan in ieder geval terug naar de natuur. Dan krijg ik van de centrale het verzoek om langs te rijden bij een adres in een nieuwbouwwijk. Daar zou een vogel door een kat gegrepen zijn. Toen de centrale de melder terugbelde werd er niet opgenomen. Ik mag gaan kijken of de mensen al dan niet thuis zijn. Ze blijken inderdaad niet thuis. Onderweg naar “de natuur” om de haas terug te brengen komt alweer een nieuwe melding binnen. | |
| 08-11-25 17:51:23 | Emmo Stamgast WMRindex: 70.971 OTindex: 28.783 |
21.7: Loslopend konijn In het stadje aan mijn kant van de rivier hadden een paar kinderen een tam konijn onder een auto gevonden. Het beest had daar beschutting gezocht. Papa had in de buurt rondvraag gedaan, maar niemand miste een zwart konijn. Toen maar de dierenambulance gebeld. Ik kom aanrijden en kan de bus voor het huis neerzetten. Ik bel aan en papa doet open. Samen met papa loop ik rond via de oprit naar de achtertuin. Daar zijn de kinderen. Zoontje haalt het konijn op. Die kan in de transportbox die ik meegenomen had. Het is een flink beest, het past maar net. Voor even kan dat wel. Ik vertel waar ik het dier heen ga brengen. Papa had dat op internet ook al gevonden. Ik neem afscheid en ga onderweg. Dan belt de centrale weer. Het adres van de vogel is nu wel thuis. Ik keer de bus en rijd er heen. De vogel blijkt een jonge ekster. Ik moet hem een paar keer heen en weer jagen voor ik hem het net over de oren kan trekken. Beestje is best vlug, maar kan blijkbaar niet vliegen. Qua leeftijd zou hij het wel moeten kunnen. Toch maar voor alle zekerheid naar de opvang in de stad. Vervolgens het konijn naar de opvang in de grote stad. Dan is het bereik van de bus tot onder de honderd kilometer gezakt. Vlakbij het asiel de bus aan de snellader gezet. Bakje koffie op het asiel en gelijk de handdoeken aangevuld. Dat gaat in één moeite door. | |
| 10-11-25 15:20:19 | Emmo Stamgast WMRindex: 70.971 OTindex: 28.783 |
22: Beetje drukjes 22.1: Van katten en hazen De volgende dag begint met drie meldingen tegelijk. De eerste is een dier dat is aangereden op de grote provinciale weg langs de stad. Het dier zou op een vluchthaven liggen. De melder had niet kunnen zien of het nog leefde of dood was. Het leek op een kat, volgens de melder. De andere twee meldingen gingen beide over een dode kat. Vandaag heb ik een bijrijder, dus die eerst opgehaald. Een mogelijk nog levend dier gaat voor twee dode. Eerst naar de provinciale weg. De beschrijving van de positie is duidelijk. We vinden de vluchthaven dan ook zonder moeite. We zoeken een stuk de berm af maar vinden niets. Of iemand, Rijkswaterstaat bijvoorbeeld, heeft het dier weggehaald of het is op eigen kracht vertrokken. We rijden verder en bij de eerste gelegenheid keren we en rijden terug in de richting van de twee dode katten. De eerste daarvan ligt op een trap naar de rivierdijk. Achter ons rijdt een wit autootje al vanaf de provinciale weg opvallend achter ons aan. Als we bij de rivierdijk stoppen stopt het autootje ook. Het blijkt dat deze mensen een gewonde haas hebben gevonden, precies aan de overkant waar wij zochten. Ze hadden ons zien zoeken, hebben de haas meegenomen en zijn achter ons aangereden om de haas te overhandigen. Het heeft er alle schijn van dat dit het dier was dat we zochten. Het dier heeft een open wond aan de rechter achterpoot. We nemen de haas over, bedanken de vinders en zoeken verder naar de dode kat. Niet te vinden, dat beest. Dan met de haas naar de opvang. We proberen de beheerder te bellen en te appen maar hij geeft geen antwoord. Als we de haas hebben afgeleverd gaan we door naar de tweede dode kat. Onderweg komen we de beheerder van de opvang tegen. We stoppen en vertellen van de haas. Beheerder heeft zijn bedenkingen maar wil het toch wel proberen. Lukt het niet, dan moet de haas naar de opvang in de grote stad. Daar hebben ze meer en betere faciliteiten. We rijden door naar de volgende dode kat. Die ligt in een bocht na de sluis. Die vinden we vlot genoeg in de berm. Als we daarmee bezig zijn komen twee wandelaars langs. Die vertellen dat honderd meter verderop nóg een dode kat ligt. Als we de huidige geadministreerd en ingeladen hebben keren we de bus, zoeken en vinden de volgende dode kat. Ook die gaat in een bakje. Als we onderweg zijn om onze lading af te leveren krijgen we bericht van de beheerder van de opvang. De haas heeft hersenschade en het is niet verantwoord om hem naar de opvang in de grote stad te transporteren. Dan rijden we verder om de twee dode katten af te leveren bij het asiel. | |
| 11-11-25 11:34:32 | Emmo Stamgast WMRindex: 70.971 OTindex: 28.783 |
22.2: Zorgkat Als we bijna bij het asiel zijn komt de volgende melding binnen. Bij een zorginstelling in de andere regio is een kat naar binnen gesprongen. Het dier is er niet van overtuigd dat zijn aanwezigheid niet gewenst is en blijft terugkomen. We leveren de twee dode katten af en vervolgen de rit naar de zorginstelling. Daar zijn een paar verpleegkundigen bezig met de kat. Het beest is opgesloten in de wc. We halen het beest er uit. Lief beest maar niet gewenst. Het blijkt dat het dier al overal komt aanlopen. De eigenaar is bekend en zegt dat een emmer water wonderen doet. De verpleegkundigen vinden dat weer zielig. Maar ja, hoe overtuig je een kat? Het beest heeft zich op meerdere plaatsen kenbaar gemaakt en probeert overal te schooien. Het dier is nog vrij jong, misschien een jaar, schat ik. Op Facebook staat al een heel verhaal. Het is inmiddels een bekende persoonlijkheid. Maar wat te doen? Het speelt al meerdere weken. Dan toch maar naar het asiel. Als de eigenaar hem terug wil hebben zal ‘ie moeten dokken. Reis en verblijfkosten, zeg maar. Als we hiermee bezig zijn komt de volgende melding binnen. Weer een dode kat bij een plaatsje niet ver van de zorginstelling. Die eerst maar oppikken. Als we in de buurt van de plaats van de dode kat zijn, zien we twee wandelaars. Ik stop en vraag of ze ook een dode kat hebben zien liggen. Jazeker, twee bomen verderop in het hoge gras, daar ligt er één. Ook deze is niet gechipt. We laden het dier in en vervolgen de reis. | |