Dierenambulance 2 | |
06-11-24 11:10:33 - Quote! - @allone | allone Oudgediende WMRindex: 52.137 OTindex: 93.693 |
07-11-24 16:03:28 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast WMRindex: 67.932 OTindex: 28.590 |
21.4: Met z’n tweeën Net na de koffie komt de eerste melding van de dag binnen. Er zijn twee heel jonge kittens gevonden. Of ik die kan ophalen en naar het asiel brengen. Welzeker, ik heb de koffie, met eigengebakken kruidcake, inmiddels door de hals. Eerst dan maar de melder bellen. Die komt heel enthousiast door: “Ja, prima. Met een half uurtje bent u er, tot zo”. Dan Domdommetje instellen. Vreemd. Het adres is midden op wat plaatselijk “het eiland” genoemd wordt. Niet dat het nog een eiland is, De laatste paar honderd jaar zijn er zoveel inpolderingen geweest het het de facto geen eiland meer is, maar de naam is gebleven. Op dat eiland is er één buurtschap en meerdere verspreide boerderijen. Kittens ophalen op een boerderij? Okee, dat zullen we dan maar doen. Vanuit mijn woonplaats is het een heel andere route dan de gebruikelijke, maar dat is geen punt. Op de grote provinciale weg die dwars over het eiland loopt halverwege naar links op een klein landweggetje. Dan op een gegeven moment rechts op een nóg kleiner landweggetje, maatje beide spiegels in de struiken, en dan ben ik er. Via de oprit naar de boerderij kom ik op het erf. Daar is een jong vrouw met een hek bezig. Ze steekt de hand op. Mooi zo, ik wordt verwacht. Ik stap uit en maak kennis met de vrouw. “Loop maar mee, m’n zus heeft opgebeld en die wil het verder afhandelen”. In de pompstraat maak ik eerst kennis met drie enorme Berner Sennenhonden, die luid blaffend te kennen geven dat vreemd volk gearriveerd is. Vermoedelijk zullen ze hier weinig last hebben van ongenode gasten. Daarna met zus, die het qua gewicht waarschijnlijk aflegt tegen elk van de drie honden. De honden worden de woonkamer in gebonjourd zodat we fatsoenlijk kunnen bewegen en praten. Zowel in geluid als in volume waren de drie nadrukkelijk aanwezig. De kittens waar het om gaat zijn ondergebracht in een aanpalend washok, in een ruime kooi. Water, voer, dekentje, er is goed voor de diertjes gezorgd. Zus vertelt dat een van de twee een vies oogje had en dat ze dat behandeld had met een oogzalf. Voor de rest zijn ze keurig in orde. Eten goed en poepen goed. Ik vertel dat ze op het asiel eerst beoordeeld worden, eventueel door een dierenarts. Dan komen ze bij een gastgezin tot ze oud genoeg zijn om op te gaan voor adoptie. Beide zussen vinden dat een prima oplossing. Ik ga op de knibbels bij de kooi, moet er half inkruipen op er bij te komen, en vis de beide kittens er uit. In de meegebrachte transportkooi en dat was klaar. Ik neem afscheid van de beide zussen en vertrek richting asiel. | |
09-11-24 12:40:19 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast WMRindex: 67.932 OTindex: 28.590 |
21.5: Laat op de avond Rond half acht ‘s avonds gaat de telefoon. Spoedgeval. Een hond is aangevallen door een andere hond en daardoor zodanig gewond dat spoedige hulp noodzakelijk is. Dat zegt tenminste de eigenaar van de hond die, volgens centrale, zodanig overstuur is dat er geen zinnig woord uit te krijgen is. Zoals gebruikelijk bel ik op naar de melder ter bevestiging. Inderdaad, melder is flink overstuur. Als ik zeg dat ik er met een half uur zal zijn is het: “Oh nee”! Dan komt een mannenstem aan de telefoon. Die is wat coherenter. Tijdens het rijden, ik ben inmiddels onderweg, overleg ik met mijnheer en geef als advies om de dierenarts te bellen. Die hebben over de nacht een antwoordapparaat met een bandje waarop aangegeven wordt wie er die nacht dienst heeft. In de paniek hadden ze daar blijkbaar nog niet aan gedacht. Als ik ruim halverwege ben, het gaat vlot, zaterdag ‘s avond is er weinig volk op de been, gaat de telefoon. Centrale. De eigenaar brengt de hond zelf naar een dierenarts. Mij hulp is niet langer nodig. Bij de eerstvolgende stoplichten slinger ik de bus in het rond en ga terug naar huis. | |
10-11-24 10:29:01 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast WMRindex: 67.932 OTindex: 28.590 |
21.6: Verlate duif Nog een stukkie later gaat weer de telefoon. Geen spoed dit keer, maar centrale wil intercollegiaal overleg. Dat kan. Probleem is een duif die niet vliegen en belaagd wordt door een kat. Één en ander speelt zich af in de stad. Even geharrewar over het adres, centrale controleert de postcode en merkt dat de bewuste straat niet bestaat. Echter een naam in de binnenstad die er veel op lijkt klopt met de postcode en nog een ander gegeven. Normaal is het advies in dit soort gevallen, als de opvang al dicht is, om het dier over de nacht in een doos te houden, dan kunnen we de andere dag het dier ophalen. In dit geval is het een probleem. Het betreft een horecagelegenheid en daar mogen geen beesten overnacht aanwezig zijn volgens de Voedsel en Warenautoriteit. Oplossing: Ik haal het dier op, houd het thuis over de nacht en breng het morgen naar de opvang. Ik ga onderweg. Het is stil op straat en ik kan een mooi behoud maken. Als ik er bijna ben zie ik dat de paaltjes naar beneden zijn. Het adres is in een voetgangersgebied dat normaal afgeschermd is met obstructiepaaltjes. Mooi, dat scheelt lopen. Ik kan tot voor de deur komen. Ik zet de bus neer en stuiter naar binnen. Direct komt iemand van het personeel, of de eigenaar, aanlopen. De duif zit in een kartonnen doos vlak bij de voordeur. Ik haal het dier er uit en inspecteer het. Volgens mijnheer heeft ‘ie mogelijk en gebroken vleugel. Ik bekijk beide maar zie geen ongerechtigheid. Maar als ‘ie niet kan vliegen zal ‘ie toch wel wat mankeren. Zeker als ‘ie door een kat wordt belaagd. Ik doe de duif in een transport bak en vertel mijnheer dat ik hem naar huis neem en morgen naar een opvang zal brengen. Dat is goed. Thuis aangekomen zet ik het dier in de keuken in een doos met een bakje water erbij. Ik moet morgen toch naar het asiel en kan dan gelijk de duif naar de opvang brengen. De volgende ochtend breng ik eerst de duif naar de opvang. Vervolgens naar het asiel. Daar kan ik de twee kittens van 21.4: Met z’n tweeën ophalen. Ik ben officieel gastgezin en stomtoevallig worden deze twee aan mij toegewezen. | |
11-11-24 16:21:09 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast WMRindex: 67.932 OTindex: 28.590 |
21.7: Raam versus duif Net als ik serieus begin na te denken over de aflossing gaat de telefoon. In een dorpje aan mijn kant van de rivier zit een gewonde duif. Al sinds vanochtend. Denkelijk volgens de standaard instructie zo’n beest eerst te laten betijen voordat er een ambulance wordt ingeschakeld. Goed, ik ga onderweg. Helaas heeft centrale geen telefoonnummer van de melder opgestuurd, dus ga ik maar op de bonnefooi. Het adres is aan een doodlopend straatje in een nieuwbouwwijk in aanbouw, voor zover je in dat dorp over “wijken” kunt spreken. Het hele dorp is kleiner dan een moderne stadswijk. Alle parkeerplekjes zijn vol. Daarom zet ik de bus maar op de stoep. Als ik uitstap komt mevrouw al naar buiten. Ze had me al zien aankomen. Mevrouw gaat me voor naar de achtertuin. In de schuur zit de duif onder een fiets. Vanonder de fiets kan ik de duif zo oppakken. Mevrouw verteld dat ze een vanochtend een forse knal hoorde, ging kijken en toen de duif op apegapen zag liggen. Uit voorzorg in het schuurtje gezet zodat de kat niet op vreemde ideeën zou komen. Maar na een uurtje of tien wilde het dier nog steeds niet vliegen. Ik bekijk het dier. Geen verwondingen, kop beweegt normaal. Veren zijn normaal, vleugels zijn zo te zien in orde. Zo op het oog niets mis met dat beest. Maar toch, gezien de voorgeschiedenis, toch maar even naar de opvang. Mevrouw put zich uit in superlatieven over het goede werk dat de dierenambulance doet. Altijd leuk om te horen, al wordt ik er wat verlegen onder. Maar goed. Ik neem afscheid en terug in de bus bel ik de duivenopvang in het dorp nabij de grote stad. “Zet maar in het hok ‘aanvliegers’”. Ik rijd erheen, plaats de duif in het bewuste hok, de duif die ik vanochtend gebracht had (21.6: Verlate duif) had inmiddels al een ander plekje gekregen, en bel naar de aflosser dat ik er aan zit te komen. Nog even tanken en dat was weer het einde van deze shift. | |
12-11-24 17:17:57 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast WMRindex: 67.932 OTindex: 28.590 |
22: Rode zwanen, zwarte zwanen Kinderlied: Witte zwanen, zwarte zwanen 22.1: Bloed aan de paal. Even voor de koffie komt de eerste melding van de dag. In een dorp aan de andere kant van de grote stad is een gewonde zwaan gezien. Het beest zit onder het bloed. Normaal rijdt daar de andere bus, maar die is niet beschikbaar. Maak niet uit, het alleen wat verder rijden. Melder had het over een adres en een wetering. Nabij dat adres zou de zwaan zitten, duidelijk zichtbaar. Ik heb in dit geval drie kwartier aanrijtijd, dus ik ben benieuwd of dat beest er na die tijd nog steeds zit. Maar ik ga onderweg. Halverwege de grote stad en het dorp wijst het Domdommetje met de krikkemikken in. Het is in het buitengebied. Smalle weggetjes met gelukkig weinig verkeer. Een paar keer stilzetten op een oprit naar een weiland omdat er anders geen ruimte is, maar dat is normaal in deze contreien. Na een paar kilometer kom ik op de weg die in het adres genoemd is. Ietsje verderop maakt de weg een bocht en loopt verder langs een wetering. Na nog een paar honderd meter is het adres, een boerderij. En daar zit, aan de overkant, een zwaan met flink wat rood op de veren. Bloed oxideert na verloop van tijd en wordt bruin. Helder rood is of vers bloed of helemaal geen bloed. Maar op deze afstand kan ik dat niet zien. Ik moet naar de andere kant zien te komen. Zowat een kilometer verderop is een brug. Omdat ik verder niets heb aan het adres navigeer ik verder op de kaart van het Domdommetje. Niet zo moeilijk, zoveel weggetjes zijn hier niet. Een goede honderd meter na de brug is een zijweg die parallel aan de wetering weer terug loopt. Die sla ik in. Kilometertje terug is een boerderij die aan de wetering ligt, met een lange oprit. Die oprit sla ik in. Ik zet de bus neer op de oprit en ga op snor naar volk. Het is wel zo netjes om even te vertellen wat je komt doen. Geen kip te bekennen, ook letterlijk niet. Wel een stal met koeien. Dan maar zo. Ik stap weer in de bus en rijd langs een van de bijgebouwen het dijkje naast de wetering op. Die dijk volg ik tot ik bij de zwaan kom. Het is niet echt een weg maar er is wel te rijden. Twintig meter voor de zwaan stop ik en pak mijn grote net uit de bus. Als ik op de zwaan toeloop kijkt hij me aan en begint te sissen. Nog een stap verder komt het dier in de benen, waggelt op de wijze der zwanen naar het water en plonst er in. Dan zwemt hij naar de overkant waar nog een volwassen zwaan en een stel jongen in het water drijven. Echtpaar met kinders. Tijdens het hele gebeuren zie ik verder niets bijzonders aan het dier. Hij zit alleen van top tot teen onder de helderrode vlekken. Dat kán haast geen bloed zijn. Lijkt mij eerder verf of een ander soort kleurstof waar het dier per ongeluk, of niet, er lopen ook hier verknipte figuren in de rond, in verzeild is geraakt. Hoe dan ook, het dier lijkt gezond genoeg. Ik sein naar de centrale dat het volgens mij loos alarm is, al is dat de melder niet te verwijten. Van een afstandje is de vergissing makkelijk te maken. Ik ga verder met de volgende opdracht, Een paar slotjes voor het asiel ophalen in de stad. Ik ben nu toch onderweg. | |
15-11-24 17:08:35 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast WMRindex: 67.932 OTindex: 28.590 |
22.2: Bij aankomst overleden. Op de weg terug van die slotjes komt de volgende melding binnen. In weer een ander dorp is een zieke egel aangetroffen. Melder had het diertje mee naar huis genomen. Ik kan het daar ophalen. Goed, ik gooi de bus even langs de kant en herprogrammeer Domdommetje. Het adres van de zieke egel is in de nieuwe wijk van het dorp. Beetje kruip door sluip door en dan aan het eind van een doodlopend straatje. Ik bel aan en mevrouw doet open. ‘Loop maar mee, via achterom is makkelijker”. Ik loop achter mevrouw aan door het poortje van de achtertuin. Op een tafeltje in een doos zit de egel. Ik open de doos. Klein egeltje, ligt er wel héél stil bij. Ik pak het op, geen beweging. Sterk vermoeden dat het dier al verscheiden is. Toch ben er niet gerust op. Op mijn opleiding is mij op het hart gedrukt dat een overlijden niet in alle gevallen makkelijk te constateren is. Zelfs ervaren artsen worden nog wel eens op het verkeerde been gezet. En op het gebied van egels ben ik verre van dat. Toch maar naar de opvang. Ver is het niet. Ik leg het beestje in de transportbox en neem afscheid van mevrouw. Terug in de bus bel ik de opvang. Ik kan langskomen. Het is een andere opvang dan waar ik normaal gesproken kom, maar ik ben er eerder geweest. Als ik het terrein kom oprijden zijn een aantal mensen bezig een bestelbusje uit te laden. Ik stap uit met m’n egel. Tussen de bedrijven door komt één van de uitladers naar me toe. Ik doe het verhalen en open de box. “Die is dood. Geef maar hier dan verzorg ik het wel”. Mevrouw pakt het egeltje en loopt er mee weg. Ik stap weer in de bus en bel met de centrale. Ondertussen was er alweer een melding binnengekomen. Weer over een zwaan. | |
18-11-24 12:46:30 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast WMRindex: 67.932 OTindex: 28.590 |
22.3: Moeilijk ter been Die nieuwe melding was door de centrale als vaag bestempeld. Al geruime tijd zat er een zwaan in het weiland. Beest bewoog wel maar moeizaam. Bovendien zat ‘ie, solitair, al meerdere dagen op dezelfde plek. Ik krijg een adres in een dorpje aan een kleine rivier. Ook dit is niet mijn regio maar ik ken het dorp wel. Naast het adres krijg ik ook nog een speld, een positielocatie in ‘Maps. Met beide is het wel te vinden, tenminste als die zwaan er nog zit. Ik rijd van de opvang naar het dorp. Het adres is een doodlopend straatje in een nieuwe wijk. Aan het eind is het adres. Er is parkeergelegenheid voor enkele auto’s, allemaal leeg. Ik zet de bus neer en bestudeer de speld. Aan het eind van dit straatje loopt een smal pad in de richting van de rivier, daar ergens zou de zwaan zitten. Het smalle paadje blijkt een fietspad. Ik volg het pad, groot net in de hand, tussen wat geboomte door en kom uit op een groot grasveld. Het pad loopt verder de dijk omhoog. Volgens de speld zou de zwaan op dat grasveld zitten. Niet echt een weiland, maar vooruit, gras is gras. Midden op het grasveld staan drie bosjes, bomen met wat struikgewas. Misschien zit ‘ie daar tussen, al zitten zwanen liever in het open. Niets te zien. Iets verderop laat een vrouw haar hond uit. Net als ik wil opgeven roept mevrouw me toe: “zoekt u de zwaan”? Het blijkt dat de zwaan aan de andere kant van de dijk zit, in de uiterwaard. Mevrouw is niet de melder maar had de zwaan al een paar keer zien zitten toen ze de hond uitliet. Ze wist niet of ze voor een dergelijk geval de dierenambulance kon bellen. Maar ze had wel gezien dat het dier zich moeilijk verplaatste en af en toe op z’n gat viel. Mevrouw vraagt of ik hulp nodig heb, maar ik wil het eerst alleen proberen. Ik loop met mijn net de dijk af naar de zwaan. Het dier komt in de benen maar, inderdaad, hij loopt moeilijk. Hij probeert in een plas water te komen maar ik ben hem te snel af en zwiep met een zwaai het net over hem heen. Makkie. Met de zwaan in het net loop ik terug de dijk omhoog. Mevrouw was inmiddels al verder gelopen maar komt terug als ze ziet dat ik het beest gevangen heb. We praten nog even en dan ga ik met m’n vangst terug naar de bus. Met de zwaan in de bus rijd ik naar de opvang in de grote stad. Dat is hier het dichtst bij. Op de opvang bekijkt een ervaren kracht de zwaan. Ze ziet niets verontrustends, behalve dan dat ‘ie slecht loopt. Vleugels zijn goed, poten zijn goed, paar kale plekjes maar dat kan van de rui komen. Hij blijft in observatie en krijgt voor alle zekerheid een wormenkuur. Daarmee is mijn taak ten einde. Maar de volgende wacht alweer. | |
19-11-24 13:43:04 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast WMRindex: 67.932 OTindex: 28.590 |
22.4: Kat en hond Er moet en katje van het asiel naar de dierenarts gebracht worden. Vanaf de opvang kan ik het qua tijd net redden. Komt mooi uit. Op het asiel moet ik heel even wachten op de kat. De dierenarts in kwestie zit maar een paar honderd meter van het asiel. Je zou het zonder moeite kunnen lopen. Als ik arriveer moet ik even wachten. Kat wordt bekeken, gedehydreerd. Teken dat er toch wat mis is, al is dat niet één twee drie duidelijk. Het dier krijgt een intraveneus infuus, alle bewondering voor de arts dat hij in zo’n smal kattenpootje een geschikte ader kan vinden, en wordt in observatie gehouden. Ik ga terug naar het asiel, verslag uitbrengen en wat aanvulling verzorgen voor de inventaris van de bus. Bij de receptie is er een discussie gaande over een hond. De hond zit in isolatie vanwege rabiës, hondsdolheid. Niet dat het dier wat mankeert, maar uit voorzorg. Het is een beest dat uit Oost-Europa afkomstig is en op het asiel in quarantaine zit. In Oost-Europa is rabiës endemisch, vandaar die isolatie. Mij wordt gevraagd of ik ben ingeënt. Nu ben ik voor mijn vorige vak zo vaak ingeënt dat ik zowat een vaste aansluiting heb, maar rabiës zit er niet bij. Daarmee val ik af als transporteur. Ook dit dier moet naar de dierenarts, ditmaal voor een inenting. Ik ga verder met mijn besognes en kom al doende de leidster tegen. Die vraagt of ik toch die hond kan doen. Het dier wordt in een bench geplaatst en bij de arts door personeel eruit gehaald. Ik hoef het dier niet aan te raken en daarmee vervalt de eis van vaccinatie. Oké, geen probleem dan. Het duurt nog een half uur voor de afspraak, heb nog even tijd voor een mok koffie. Mijn eerste vandaag. Inmiddels is het tegen drieën. Na een half uurtje haal ik de hond op. Het is een labradoodle pup, klein beessie. Past in een standaard transportkooi. Da’s makkelijk. Tijdens de, zeer korte, rit loopt het diertje te piepen en te janken dat het een lieve lust is. Zenuwpees. Bij de dierenarts is ‘ie even rustig en krijgt z’n prik. Maar dierarts en assistente zijn toch voorzichtig, het beest is niet voor niets in quarantaine, voorkomen is beter. Ik breng het diertje weer terug naar het asiel en ben dan klaar met het zure zootje. Kan ik eindelijk terug naar mijn tijdelijke huistijgers, ik heb twee kittens van het asiel ter socialisatie in huis. Kijken wat of ze nu weer gesloopt of ondergescheten hebben. Maar dat valt mee. Als ik de woonkamer binnenkom liggen ze gezamenlijk prinsheerlijk in mijn luie stoel en gapen wagenwijd als ze me zien. De vreugde van het weerzien spat er van af… | |
21-11-24 09:08:13 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast WMRindex: 67.932 OTindex: 28.590 |
22.5: Gevleugelde duif ‘s Avonds laat gaat de telefoon. Er is een duif tegen een deur gevlogen. Centrale heeft op het klokje gekeken en beslist dat het te laat was voor een opvang. Morgenochtend ophalen. De melder zou hem in een krat voor de deur zetten, daar kan ik hem weghalen. Melder moet vroeg naar z’n werk, vandaar. Met de centrale spreek ik af dat ik het dier tussen negen en tien zal ophalen. De andere dag vertrek ik om negen uur. Het is een half uur rijden. Het adres is in een flatgebouw aan de grote doorgaande weg dwars door de stad. Het is even zoeken, de nummering is weer eens met ambtelijke logica aangebracht, maar ik vind het adres op de onderste woonlaag. Ik hoef niet eens met de trap omhoog. Naast de voordeur staat een blauwe krat. In de krat een duif. Ik haal het dier er uit en bekijk het. Ziet er niet best uit bloedende wonden aan beide vleugels. De linkervleugel aan de voorzijde, de rechtervleugel aan de achterzijde. Ik vraag me af hoe dat kan zijn ontstaan bij een botsing met een deur. Maar dat is niet mijn opdracht. Ik hoef alleen maar te zorgen dat het beest in de meest geschikte opvang terecht komt. Dat is makkelijk. Onze standaard opvang hier in de stad. Ik bel op en krijg gelukkig direct antwoord. Na de beschrijving te hebben aangehoord zegt de opvang “Zet maar in een doos op het aanrecht. Ik kom toch direct naar de opvang, dan kan ik hem gelijk bekijken. Op de opvang staan dit keer ruim dozen klaar. Ik pak er eentje, duif erin, formuliertje erbij en klaar. Terug naar huis. | |
22-11-24 10:43:33 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast WMRindex: 67.932 OTindex: 28.590 |
22.6: Buizerd op de valreep Rond vieren gaat de telefoon. Melding. Het is rustig geweest vandaag, dit is de eerste en met een beetje goede wil de laatste. Mensen die aan de wandel in een klein bos aan de rivier hadden een buizerd aangetroffen, tenminste een soort roofvogel. Beest zat maar te zitten en bewoog amper. Ik krijg een adres en een route beschrijving van dat adres naar de plek waar de buizerd zou zitten. Het is voor mij aan de andere kant van de rivier, ik houd drie kwartier reistijd aan. Dat is te lang voor de melder. Zij heeft een klein kind bij zich en kan niet zo lang wachten. Logisch. Met die info ga ik onderweg. Als ik bij het dorp halverwege grote stad en stad ben zie ik in het Domdommetje dat er twee gelijkluidende adressen zijn. Ieders aan één kan van de rivier. Het zou toch niet…… Ik bel de melder. Wordt niet opgenomen. Ik keer de bus en rijd naar het nieuwe plekje. Dat ligt aan het weggetje naar het plaatselijke voetveer. Smal pad, meer een fietspad dan wat anders. Ik kom bij paaltjes. Inderdaad een fietspad. Ik zet de bus met de wielen in het gras, op die manier kan er nog wat langs, en doe de rest te voet. Ik loop door tot de dijk. Daar is één van de merktekens: een info-bord. De andere twee, bankje en zandpad, zijn er niet. Moet ik toch aan de andere kant van de rivier zijn. Ik loop terug naar de bus en rijd achteruit het pad af tot waar ik kan keren. Ik begin al wat handiger te worden in het achteruit rijden. Dan naar de andere kant. Kilometertje of zes, zeven, veel bruggen zijn er niet. Daar vind ik een paadje met dezelfde naam, en een bosje met óók dezelfde naam. Dat pad rijd ik af, tot ik warempel drie van de drie merktekens zie: zandpad, infobord en bankje. Kan niet missen. Ik zet de bus aan de kant, hopende dat er geen brede auto’s langs willen, want dan wordt het zeuren. Geheel volgens instructie loop ik het zandpad in. Volgens de volgende instructie moet ik linksaf het bos in, en dan bij wat plassen zou ‘ie zitten. Eerste bosje: geen zijpad en geen plassen. Tweede bosje, óók geen zijpaden, en dan houdt het pad op. Maar daarom niet getreurd, Het prikkeldraad tussen pad en bos is omlaag geduwd. Ik stap er overheen en struin verder. Dan kom ik bij een oude bomkrater uit de wereldoorlog. Er staat water onderin. Ander water is er niet te zien. Ik loop voorzichtig rond de krater, het is steil en glad. Geen vogel te zien, tenminste geen die stil op de grond zit. Ik ga terug naar het pad en loop een stukje terug richting bus. Probeer het nog een keer bij een ongebaand pad door de ruigte en kom uit bij diezelfde bomkrater. Ik geef het op en ga terug naar de bus. Voor alle zekerheid rijdt ik met de bus het oorspronkelijke pad af tot het einde. Daar is nog een bosje. Maar geen zandpad en geen bankje. Het enige water is de rivier. Het is inmiddels zo laat geworden dat ik beter direct naar de aflos kan. Het is te ver om nog bij huis langs te gaan. Ik sein de collega in dat ik een half uurtje eerder ben. Dat is geen probleem. | |
23-11-24 15:36:40 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast WMRindex: 67.932 OTindex: 28.590 |
23: Double trouble Engelse uitdrukking voor iets dat erg problematisch is. Ook: film met Bud Spencer en Terrence Hill 23.1: Gedeelde smart is halve smart Laat in de middag gaat de telefoon. Er is een egeltje aangetroffen met viezigheid aan de poeperd. De melder heeft het over maden. We zullen wel zien. Ik ga onderweg. Het adres is in een wijk met veel nauwe straatjes en doodlopende einden. Ik ben er vaker geweest. Hoewel, zo langzamerhand geldt dat voor zowat de hele stad. Ook hier is het in zo’n doodlopend straatje. Aan het begin is er een parkeerplaats voor een stuk of acht auto’s. Vrij smal, maar één open plek is (net) breed genoeg voor mijn wat bredere bus. Ik stap uit en pak een kleine transportbox. Als ik op het steegje toeloop waar het actuele adres zich bevind komen uit dat steegje een man en drie kleine kinderen. Één van de kinderen heeft in een doek de egel vast. Inderdaad een heel jong beestje. Ik bekijk het dier. Inderdaad wat viezigheid aan ’t gat, maar of het wormen of wat anders is durf ik niet te zeggen. Maar dat is voor mij niet zo belangrijk. Klantje voor de opvang en dat is wat ik mijnheer en kroost vertel. Ik betwijfel wel of zo’n jong beestje, later gewogen: 250 gram, het wel zal redden, maar daarvoor zijn ze op de opvang beter toegerust. Ik neem afscheid en ga terug naar de bus. Inmiddels is er weer een melding binnen gekomen. Alweer een jonge egel met vies aan de achterkant. Ook in de stad, maar een paar minuten rijden. Ook dit tweede adres is een beetje apart aangelegd. Parkeren op een terreintje in de buurt en dan lopen naar het adres. Als ik naar de huisnummers aan het kijken ben welk huis ik moet hebben gaat aan de overkant een deur open. “Komt u voor de egel”? Daar kom ik voor. Melder is een oudere man. Gaat me voor het huis in dat volledig leeg is, gerenoveerd of verhuisd, zo ziet het er uit. Op de vensterbank staat een kartonnen doos met daarin de egel. Nog kleiner dan de vorige: 150 gram. Maar ook hier vies aan de achterkant. Twee klantjes voor de prijs van één. Mijnheer prijst het goede werk van de dierenambulance en daarmee neem ik afscheid. Terug in de bus bel ik de opvang. Die vraagt of het de egel van het tweede adres betreft. Dat doet het. Denkelijk heeft mijnheer eerst de opvang gebeld en heeft die doorgepraaid dat hij daarvoor de dierenambulance kan bellen. Dat gebeurt wel vaker. Ik kan de beestjes afzonderlijk in een doos op het aanrecht zetten, zodat de opvang weet welk beest bij welk adres hoort. Hij zal daar beslist een goede reden voor hebben. Op de opvang, er is niemand aanwezig maar ik heb de sleutel, pak ik twee dozen uit de opslag. Elk een egeltje en het juiste formulier er bovenop. Klaar. | |
24-11-24 17:42:48 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast WMRindex: 67.932 OTindex: 28.590 |
23.2: Nekslag De volgende dag na de koffie gaat de telefoon. In de stad is er een gewonde duif aangetroffen. Goed, daar zijn we voor, onder andere. Ik trek de schoenen aan en ga onderweg. Het adres is in een oude arbeiderswijk, maar de wonderen zijn de wereld nog niet uit, schuin tegenover het adres waar ik zijn moet is een plekje vrij. Krap maar voldoende. Als ik aanbel doet een ouder echtpaar open. Ik had tevoren gebeld dus ze wisten dat ik kwam. De doos met de duif staat in de bijkeuken maar omdat het daar nogal krapjes is verplaatst mijnheer de doos naar de keuken. Op het aanrecht maak ik de doos open. De duif die er in zit is levendig genoeg, maar heeft een werkelijk afschuwelijke wond in de nek en op de rug. Aangevallen door een roofvogel, als je het mij vraagt. Ik praat even met mevrouw en mijnheer, en dan zegt mijnheer dat hij ook nog een egeltje heeft. Dood aangetroffen in het tuintje achter. Wat of daarmee moest gebeuren. De mensen zijn begaan met dieren dus zeg ik dat ik er wel voor kan zorgen. Ik kan natuurlijk zeggen dat hij in de kliko bij het organisch afval kan, maar dat is een beetje cru. Ik zeg dat ik hem zal teruggeven aan de natuur. In de bosjes gooien zodat de aaseters en nog wat aan hebben. Mijnheer en mevrouw draaien lang genoeg mee om daar de logica van in te zien. En zo keer ik terug naar de bus, duif in een transportbox en de egel in een kartonnen doosje. In de bus bel ik de beheerder en vertel van de duif. Beheerder zegt dat hij op de opvang is en dat hij er gelijk naar kan kijken. Zo tuf ik er naar toe. Op de opvang is de beheerder bezig aan het aanrecht. Hij opent de transportbox en bekijkt de duif. “Hij is nog best levendig. Ik doe er wat wondspray op en geef hem wat antibiotica tegen infectie. Dan kijken we of hij het red. Het zal wel een sperwer geweest zijn, rond deze tijd trekken die de stad in”. Het is in de herfst. Beheerder voegt de daad bij het woord spuit met een spuitbusje op de wond. Mijn taak zit erop. Ik leg het formulier op de groene kist en ga via het buitengebied op huis aan. Bij een bosje stop ik en haal de doos met het egeltje uit de bus. Met een flinke zwiep verdwijnt de egel tussen de bomen. Die heeft een passende uitvaart gehad. | |
25-11-24 15:48:02 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast WMRindex: 67.932 OTindex: 28.590 |
23.3: Gewilgde gans Even na de koffie komt het eerste telefoontje van de dag. Er is een gans gespot die in, of nabij, een treurwilg aan de over van de rivier vastzit. Melder kan er niet bijblijven, maar, dankzij de centrale, is het adres zeer duidelijk, niet in het minst omdat dit nabij één van oude stadspoorten uit de 14e eeuw is. Aan navigatiemerken geen gebrek. Ik besluit via de grote verkeersbrug te rijden en niet via de brug in de stad. Op die manier kom ik van een betere invalshoek en kan makkelijker de bus parkeren. Over de brug twee keer rechts en één keer links. En daar staat een bord dat doorgaand verkeer gestremd is. Andere route zoeken. Terug naar de hoofdader door de stad en een paar rotondes verder opnieuw proberen. De borden geven wat anders aan maar die kunnen opvliegen. Ik heb goed gegokt. Achter de brekerij kom ik op de weg langs de rivier. Linksaf de rivier stroomaf volgen. Een paar honderd meter verder kom ik bij de plaats van bestemming. Adres, poortgebouw en treurwilg. Alles klopt. Vijftig meter voor de wilg is een plekje vrij waar ik de bus neerzet. Ik stap de bus uit. Eerst maar eens kijken of ik dat beest kan vinden en dan afhankelijk van de situatie gereedschap ophalen. Bij de wilg vind ik wat omgewoelde grond en ganzenstront maar verder niets. Ik loop tot aan de rivier. Er is een soortement looppad door het riet gebaand. Maar ook daar is geen gans te zien. Een stukje verderop wel, maar die zitten niet vast. Conclusie: Het beest heeft ofwel zichzelf bevrijd of is in de tussentijd door een voorbijganger los geknipt. Het resultaat is hetzelfde: voor mij niets meer te doen. Ik kan weer op huis aan. | |
26-11-24 12:02:02 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast WMRindex: 67.932 OTindex: 28.590 |
23.4: Koffiekat Een tijd later komt de volgende melding door. Bij een horecagelegenheid, koffietentje, aan het plein in de binnenstad loopt al een tijd een kat in de rondte. Dat wil zeggen, hij (of zij) ligt prinsheerlijk in één van de stoelen te slapen. Om twee redenen is dat onvoordelig. Ten eerste hebben ze bij horecagelegenheden liever geen dieren. Ten tweede bestaat in dit geval de avondclientèle voornamelijk uit jongelui die, zo vreest de eigenaresse, in een door alcohol geïnduceerde overmoed het beest kunnen gaan treiteren. Het verzoek is dan ook om het dier te controleren op een chip en indien mogelijk de eigenaar te achterhalen. Zo niet handelen naar goeddunken. Als ik ik kom aanrijden zijn de paaltjes naar beneden. Het plein is een voetgangersgebied dat normaal beschermd is met paaltjes. De paaltjes zijn nu weg waardoor voor mij een nette gelegenheid ontstaat om dichtbij de bus kwijt te raken. Ik loop in de richting van de gelegenheid. Schuin tegenover van waar de bus staat. Als ik kom aanlopen springt de eigenaresse in de benen, toont me de kat die languit op een stoel op het terras ligt en vertelt het verhaal. Het dier is een fors beest, maar volledig aan mensen gewend. Heeft een rood bandje om met clipsluiting, maar helaas geen adres. Chip lezen is negatief: geen chip. Ik praat even met mevrouw. Standaard in dit soort gevallen is een belbandje, maar zowel voor de kat als voor de clientèle, lijkt mij in dit geval een meer toegespitste handeling beter van toepassing. Ik doe het dier een belbandje om. Dat had ik al bij me omdat ik deze optie aan de hand van het verhaal van de centrale al in het achterhoofd had. Dan neem ik het dier op de arm, geen probleem, en loop met de kat een paar straten verderop. Als ze begint te worstelen zet ik haar op de grond en kan ze verder buitenspelen. Komt ze weer terug naar het plein dan is dat haar eigen keus, maar veel meer kan ik niet doen. Gezien de halsband heeft ze een eigenaar en is alleen maar op het plein aan het sneupen en misschien vindt ze het wel gezellig met al dat volk. Maar als die eigenaar niet achterhaald kan worden, dan houdt het op. Tegen mevrouw van de horeca had ik gezegd dat als ze terug blijft komen en er is geen reactie op het belbandje ze met zaterdag of zo nog een keer moet bellen, dan nemen we het dier alsnog mee. Dan wordt het tijd voor de volgende melding die inmiddels is doorgekomen. | |
27-11-24 11:16:41 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast WMRindex: 67.932 OTindex: 28.590 |
23.5: Waggelende egel Die volgende melding gaat over een een egel die waggelend over straat liep. In eerste instantie denk je dan aan een zekere mate van intoxicatie, hoewel alcoholmisbruik onder egels niet echt een issue is. Ik ga onderweg naar de plaats des onheils in één van de nieuwbouwwijken van de stad. Voor ik kan aanbellen gaat de deur al open. Mevrouw komt naar buiten: “Loop maar even mee, achterom is het makkelijker”. Ik volg mevrouw rond het huis via het poortje de tuin in. Op een tuintafel staat een kartonnen doos met daarin de egel. Ik maak de doos open. Erin ligt een jonge egel op z’n zij. Oogjes open. Met andere woorden: zo dood als een pier. Mevrouw had zo te zien best voor het diertje willen zorgen, water en kattenvoer waren aanwezig, maar ja, je weet niet wat het beestje onder de leden gehad heeft en waar het aan doodgegaan is. Ik doe het diertje in de meegebrachte transportbox en zeg dat ik er verder voor zal zorgen. Een mooi plekje in de natuur. Daar heeft mevrouw begrip voor. Daarmee neem ik afscheid en ga ga af op de volgende melding. Dat is een gans met een visdraad om de hals. Die zou in het park zitten. Vraagje: welk park en waar ongeveer? Terwijl centrale dat probeert uit te vissen rijd ik alvast in de richting van de meest waarschijnlijke plaats aan de oude stadswallen. Onderweg belt centrale. ‘t Is niet meer nodig. Melder heeft de gans zelf bevrijd. Dan rijd ik maar via de polder terug naar huis. Halverwege is een vijvertje en wat struikgewas. Daar gooi ik de dode egel tussen de struiken. De één z’n dood is de ander zijn brood. | |
28-11-24 12:48:48 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast WMRindex: 67.932 OTindex: 28.590 |
23.6: Verzorgde kat ‘s Avonds laat gaat weer de telefoon. Bij een verzorgingshuis ergens in de stad is een kat komen aanlopen. Dat kunnen ze daar niet hebben in verband met de patiënten die daar verpleegd worden. Probleem voor ons, centrale en mij, is dat de opgegeven naam slaat op diverse vestigingen en dat we onzeker zijn welke vestiging het betreft. Met de beschikbare informatie proberen we, centrale en ik, ieders aan een kant van de telefoon vanachter de computer de locatie te achterhalen. Uiteindelijk, met wat vijven en zessen, lukt dat. Ik ga onderweg. Ik kan een goed behoud maken, zo laat ‘s avonds is er weinig verkeer. Voor de instelling is een kleine parkeergelegenheid. Daar zet ik de bus neer. Ik stap uit en loop naar binnen. Volop licht maar geen hond te bekennen. In zo’n instelling is er gegarandeerd een nachtbezetting, punt is die te vinden. Als ik een paar gangen ben doorgelopen hoor ik vanachter een deur stemmen. Daar wacht ik. Een paar tellen later gaat de deur open en een verpleegster komt naar buiten. “Ah, u komt voor de kat”. Dat klopt. Verpleegster gaat me voor maar weet niet precies waar de kat opgesloten is. Maar als we een kantoortje voorbij lopen horen we gemiauw. Daar zit dat gekke beest. Verpleegster maakt de deur open, alle deuren hebben een elektronisch slot dat de verpleegster met een hangertje om haar hals kan ontsluiten, en daar zit op de vloer de kat. Lief beest. Ik laat haar snuffelen en dan pak ik haar op en doe haar met een beetje gespartel in de transportbox. Het was al bekend dat ze geen chip had. Ondertussen komt meer van het personeel kijken. Verpleegster had via haar telefoontje de rest opgetrommeld: “Dierenambulance is er om de kat op halen”. Ik praat nog even met het personeel over wat er verder met het dier gaat gebeuren. Het dier gaat in het asiel in de nachtopvang. Dan wordt ze gepubliceerd op Amivedi en diverse sociale media in de hoop dat een eigenaar haar herkent. Lukt dat niet dan gaat ze voor adoptie. Krijgt alle vaccinaties, een chip en een grondig onderzoek door de dierenarts. Dan ga ik terug met de kat naar de bus, stap in en rijd naar het asiel. Beest in de nachtopvang en formuliertje in de daarvoor bestemde bus. Laatste edit 28-11-2024 12:49 | |
29-11-24 17:17:33 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast WMRindex: 67.932 OTindex: 28.590 |
24: Dood of levend In Westerns voorkomende mededeling op opsporingsbiljetten 24.1: Dode duif De andere dag gaat even na de koffie de telefoon weer. Ditmaal een jonge duif die steeds maar weer omvalt. Dat klinkt niet zoals het hoort, duiven horen op hun pootjes te blijven staan. Mevrouw de melder is, volgens de centrale bezorgd. Goed, iemand met hart voor de beestjes, dat komen we vaker tegen. Iemand die dat niet heeft is minder geneigd de dierenambulance te bellen. Het adres is in een wat oudere nieuwbouwwijk aan de rand van de binnenstad. Vlak bij is een parkeerplekje open waar ik de bus met wat moeite in kan schuiven. Als ik uitstap en de transportkooi pak komt mevrouw al naar buiten. Ze had me al aan zien komen. Mevrouw gaat me voor naar de achtertuin. Daar zit onder een afdak op een tafeltje in een doos de duif. Ik doe de doos open en zie dat de duif permanent omgevallen is. Hij is dood. Niets meer aan te doen. Ik praat nog even met mevrouw. Zij vertelt dat ze in de boom altijd een nest hadden met elk jaar jonge duiven. Nu waren ineens de ouders vertrokken. Twee jonge duiven waren achtergebleven. Ik heb onvoldoende verstand van duiven om hieruit conclusies te trekken. Ik heb een dode jonge duif in de handen, maar het dier zit wel al in de veren. Logischerwijze zou het dier vliegvaardig moeten zijn en zijn eigen voedsel moeten kunnen vinden. Waarom hij overleden is? Goede vraag. Maar mevrouw zit ook met het dier. Maar daar ben ik voor. Ik zeg dat ik het een mooi plekje in de natuur zal geven. Mevrouw moet daar even over nadenken maar dan begrijpt ze het. Aaseters moeten ook leven. Ik rijd terug via de polder, net als met melding 23.5 Waggelende egel, en ga dan op huis aan. | |
30-11-24 09:53:28 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast WMRindex: 67.932 OTindex: 28.590 |
24.2: Dikke jongen Als ik goed en wel thuis ben gaat de telefoon. Er is een taxirit gepland. Een hond heeft euthanasie gekregen bij een dierenarts in het dorp halverwege de stad en de grote stad. Ik moet de dode hond ophalen en wegbrengen. Waarheen, dat hoor ik wel van de dierenarts. Tussen half twee en twee wordt ik bij de arts verwacht. Dan heb ik nog even. Ietsje na enen ga ik onderweg. Naar het dorp in kwestie is het van mij uit krap twintig minuten rijden. Het adres is een omgebouwde boerderij met een krappe inrit. Door de bomen kan ik niet zien wat er achter die inrit zit dus zet ik de bus in de berm. Als ik uitstap en de oprit in loop komt de dierenarts me al tegemoet. “Mooi dat u er bent. Komt u maar met de bus de oprit op”. Dat doe ik, er is ruimte zat. Naast het voormalig stalgebouw ligt een deken met zo te zien iets eronder. Ik stap weer uit en vraag of dat de hond is. Dat is het. We halen de deken weg. Eronder ligt een reus van een Duitse Herder. Geen schoothondje. Goed, dat wordt dan de brancard. Ik haal dat ding uit de bus, wieltjes en poten uitvouwen en hij is klaar voor gebruik. Getweeën leggen we het dier er op, flaps erover en vastzetten met riemen. Doet me denken aan de medische oefeningen die ik in mijn vorige leven deed. Dan tillen we het in de bus. Vastsjorren in een hoek met een dubbele hondenriem, die gaat geen kant meer op. Voor een oud-zeeman een flutje. Arts staat er met alle verstand naar te kijken. Dan: waar moet het beest heen. Van de centrale had ik meegekregen dat ik die instructie van de arts zou krijgen. Arts weet van niets. Dan is het simpel. Eigenaar heeft afstand gedaan, arts draagt het beest over aan mij als dierenambulance. Dan gaan we voor de goedkoopste oplossing: de kadaverbak van de milieustraat. Niet erg ethisch, maar het beest heeft er geen last meer van. Verder: de kosten. Van centrale had ik te horen gekregen dat voor het vervoer het taxitarief van €30 gerekend moest worden. Dat is geen punt. Arts betaalt kas. Geld gaat in de safe in de bus en de transactie schrijf ik in het kasboek. Klaar. Ik neem afscheid en rijd naar de milieustraat in de stad. Daar is het nogal een geworstel. Het is een dier van ca 50 kg (geschat) en die moet ik boven m’n macht boven de bak tillen. Eerst de ene helft van de brancard op de rand zetten, dan de andere kant optillen, riempjes los en het gevaarte glijd zonder omhaal van de brancard de kliko in. Het lijk is slap en komt opgevouwen onderin te liggen. Brancard schoonmaken, niet dat het beest vies was, maar het is toch een lijk. Dan opbergen, formuliertjes invullen en klaar. Terwijl ik met de dooie hond aan het worstelen ben komt de nieuwe melding door. | |
01-12-24 11:25:39 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast WMRindex: 67.932 OTindex: 28.590 |
24.3: Lamme reiger Die nieuwe melding gaat over een reiger die met een lamme vleugel langs de weg gezien is. De plek is aan de overkant van de rivier aan een dijkdorpje. De weg is welbekend, we hebben daar in het verleden eens achttien katten mogen ophalen en weer terugbrengen in het kader van de TNR. Alleen is het een lange weg en de melder had alleen de naam van een bedrijf en blauw-witte vlaggen als referentie gegeven. Dat kan lastig zoeken zijn, want wat voor een melder duidelijk is hoeft dat voor een ambulance-chauffeur niet te zijn. Met dat soort referenties loop je nog wel eens te klooien. Maar ik ga onderweg. Rondweg rond de stad, brug over en naar de bewuste weg. Bijna aan het einde zie ik inderdaad een bedrijf met blauw-witte vlaggen. Geen bedrijfsnaam te zien, maar de vlaggen zijn duidelijk. Ik zet de bus in de berm, flitsertjes aan. Eerst maar eens kijken of we dat beest kunnen vinden en bekijken hoe de situatie is. Ik kijk hier en daar in slootjes en als ik terugloop in de richting vanwaar ik gekomen ben zie ik inderdaad een reiger naast de sloot zitten. Als ik dichterbij kom kan ik zien dat de rechtervleugel er verdacht bijhangt. Gevonden. Nu nog vangen. Ik haal de twee grootste netten uit de bus. Geen idee hoe mobiel het beest is, maar met een net in elke hand kun je hem van twee kanten klem zetten. Ik loop op het dier toe. Inmiddels probeert hij zich te verstoppen tegen een heg die de afscheiding vormt tussen het parkeerterrein en de sloot. Mooi zo, daar zit ‘ie nog meer klem. Ik kan dicht genoeg bij hem komen en gooi hem het grootste net over de kop. Half raak, maar met de tweede poging zit ‘ie eronder. Ik laat het dier in het net zitten, beducht voor de snavel, en draag hem met net en al naar de bus. Uit het net en in de grootste transportbak. Dekseltje erop en klaar. Dan bel ik de opvang. Die vraagt of het de reiger in dat dorp en aan die weg betreft. Klopt, dat is ‘m. Waarschijnlijk zijn er al meer meldingen over doorgekomen. Volgens opvang heeft het dier een gebroken vleugel en is er niets meer aan te doen: euthanasie, volgens de regels door een dierenarts. Tenslotte moet die beoordelen of die euthanasie terecht is. Zomaar beesten afmaken doe je niet. Centrale gebeld. Die neemt contact op met de leiding. Als een dierenarts ingeschakeld wordt komen er kosten bij kijken. Maar het is in orde, ik kan naar de dierenarts in het dorp. Ik ga onderweg en centrale belt de arts om door te geven dat ik er aan zit te komen. Ik ben koud onderweg of centrale belt. Dierenarts is niet beschikbaar, het is na drieën en ze heeft de deur al dicht. Tweede optie: andere dierenarts in een ander dorp, ditmaal bij de grote stad. Daar kan ik wel terecht, maar dan moet ik er wel voor vieren zijn. Dat is te doen. Zo ver is het nu ook weer niet. Als ik er aankom is het spreekuur bezig. Ik meld me bij de receptie en praat tijdens het wachten met een klein meisje dat samen met haar moeder een hondje komt brengen. Zij vertelt over haar hond en ik over de reiger. Dan kan ik doorkomen. Ik wordt ontvangen door een leerling. Dierenarts komt erbij en laat de leerling zien hoe één en ander in z’n werk gaat. Spuitje in de hersenstam direct achter de schedel en van de ene tel op de andere is het dier dood. Dan: wat te doen met het lijk. Milieustraat is al dicht, op zaterdagavond en over het weekend wordt het zeuren. Arts moet kosten rekenen om een dood dier af te voeren terwijl het voor ons gratis is. Dan gaat ‘ie naar het asiel, in de vriezer met de kadavers. In een plastic zak en dan kan het beest maandag bij gelegenheid weggebracht worden. | |
02-12-24 12:55:36 - Quote! - @Emmo | Emmo Stamgast WMRindex: 67.932 OTindex: 28.590 |
24.4: Levende duif Laat in de middag gat de telefoon. Weer een melding. Weer een duif. Op hetzelfde adres als de vorige (24.1: Dode duif). Mevrouw had toen gezegd dat er twee duiven in de rondte vlogen, maar dat de tweede vertrokken was toen ik er was om de eerste op te halen. Schijnbaar was die tweede weer op komen dagen. Schijnbaar was de tweede duif weer komen opdagen. Ik zet de bus weer neer, ditmaal aan de overkant, m’n oude plekje is bezet. Als ik uitstap komt mevrouw al naar buiten. Ik loop weer met haar mee naar de achtertuin. Daar zit, beetje verstopt in een hoekje, een jonge duif. Deze leeft, zit goed in de veren. En, zo te zien, weinig mis met het dier. Alleen is het wel een slecht teken dat je een wilde duif gewoon kan oppakken. Er moet toch wat loos wezen met het beest. Mevrouw vertelt nog even van de duiven die elk jaar in de boom achter het huis nestelen. De ouders zijn weg en de jongen zijn achtergebleven, vertelt ze. Te vroeg achtergelaten door de ouders? Ik weet het niet. Maar daar hebben we de opvang voor. Ik ga met de duif terug naar de bus en daar bel ik de opvang. Even vertellen dat ik er aan kom. Beheerder is aanwezig, ik kan langskomen. Op de opvang haalt de beheerder het dier uit de box. Kijkt vleugels en poten na en zegt: “Dat beest is veel te mager, die heeft al tijden niet te eten gehad”. Het beest wordt in een kooi onder een warmtelamp met een bak voer en water gezet. “Kijken hoe het daarmee gaat werken”. Ik kan terug naar huis. | |