Paardenfokkers en -trainers kunnen van tevoren weten of hun renpaarden in de toekomst succesvol zullen zijn. Bij veulens kan dat al na vier weken worden vastgesteld door de ontlasting van het dier onder de loep te nemen, blijkt uit onderzoek naar de darmbacteriën van volbloedpaarden.

Hoe meer soorten darmmicroben een veulen heeft, hoe gezonder en succesvoller het in de toekomst is. Dat hebben Engelse onderzoekers ontdekt tijdens een veterinair onderzoek naar de ontlasting van paarden, schrijft de Britse omroep BBC op zijn website.

De onderzoekers hebben een verband vastgesteld tussen het aantal verschillende typen darmmicroben en het succes van een paard op de renbaan. "De gezondheid van de darmen is absoluut cruciaal", zegt Chris Proudman, hoofdonderzoeker en hoogleraar klinische diergeneeskunde aan de Universiteit van Surrey. "Wat er gebeurt in de darmen van mensen en dieren, heeft een grote invloed op veel aspecten van gezondheid en ziekte."

De onderzoekers hielden drie jaar lang de bacteriën in het spijsverteringsstelsel bij van meer dan vijftig volbloedveulens. Ook maakten ze een 'DNA-vingerafdruk' van de dieren. Intussen hielden de eigenaren en trainers bij hoe de paarden presteerden tijdens de races.

De onderzoekers konden zien dat de diversiteit aan darmbacteriën in een vier weken oud veulen een positief verband heeft met de gezondheid van het veulen op latere leeftijd. Hoe gevarieerder darmbacteriën zijn, hoe minder gezondheidsproblemen (met name luchtwegaandoeningen) het paard later in zijn leven krijgt.

"Het gaat ook om timing", zegt de hoofdonderzoeker Proudman. "De aard van de darmbacteriën in die eerste paar weken van het leven voorspelt de toekomstige gezondheid én de toekomstige prestaties van deze paarden."

De wetenschappers keken ook naar de gevolgen van het behandelen van jonge veulens met antibiotica op de lange termijn. Veulens die op jonge leeftijd met antibiotica waren behandeld, hadden minder variatie aan bacteriën in hun darmen. Ook wonnen ze minder prijzen in vergelijking met veulens die geen antibiotica kregen.

Volgens Proudman biedt deze ontdekking nieuwe inzichten over het gebruik van antibiotica, zowel bij dieren als bij mensen, in de vroege levensfase. "Om ervoor te zorgen dat de darmbacteriën van dieren en mensen in een goede staat zijn, moeten we nadenken over dingen die gebeuren in de eerste levensweken."