Fantasy Roleplay- | |
08-08-14 18:32:28 | Madarian![]() Oudgediende ![]() WMRindex: 2.597 OTindex: 5.605 |
Madarian, Sjurd en Shyla luisteren naar het verhaal. Shyla wordt zichtbaar en zegt: "Arme Vàilan. Ik denk dat hij getroost moet worden." Daarbij geeft ze een knipoog naar Fyona. Madarian: "Shyla..." Shyla: "Oké, ik hou me in." Ze wordt weer onzichtbaar. Madarian: "Ik bedoelde meer zoiets zoals... Wat zijn de sterke en zwakke plekken? Tactieken? Normale wolven denken als dieren, maar zo'n Direwolf heeft meer intelligentie dan een normale wolf lijkt me. In de trend van 'ken je vijand'. Ik weet niet tegen wie of wat ik morgen moet vechten. Als het die Direwolf is..." | |
08-08-14 20:02:40 | nietmeer |
Dat kan ik je alleen vertellen als ik ervaring heb met vechten tegen zulke beesten, en die ervaring heb ik niet. Ik kan je daar niet mee helpen. Het enige advies dat ik je kan geven is: pas op voor tanden en klauwen. Kijk, bij mij hoef je je alleen voor klauwen zorgen te maken, dus dat scheelt al weer. Een wolf kan niet vliegen, ik wel, dus je hebt daar weer een andere tactiek voor nodig. Het mag duidelijk zijn dat je helemaal de klos bent als je iets tegenkomt dat én groot is, én tanden dan wel klauwen heeft én ook nog eens kan vliegen. Fyona komt weer bij de groep staan en gaat zitten. Riep je me? vraagt ze. Dat dus. Tegen Fyona win je het niet in je eentje, en hoe donkerder het is hoe minder kans je maakt. Vàilan begint met zijn voorpoot tegen Fyona te slaan, maar ze geeft geen kik. Hij richt zich weer tot Madarian. Je hebt hoe dan ook je formaat mee. Maar ben je ook snel genoeg? Ik weet van mezelf dat ik bliksemsnel kan zijn als het moet, en zo'n wolf zal zeker ook snel zijn. Sorry dat ik verder niks weet...al ben ik wel blij dat ik geen ervaring heb. | |
09-08-14 11:03:22 | Madarian![]() Oudgediende ![]() WMRindex: 2.597 OTindex: 5.605 |
Madarian: "Dus dan maar van een afstandje proberen zo'n tegenstander uit te schakelen." Madarian voelt iemand licht trekken aan z'n arm. Als hij kijkt, ziet hij niemand. Madarian: "Oké. het wordt tijd om naar het kamp te gaan. Prettige avond, en pas op voor die jagers op speciale dieren. Als jullie aangevallen worden, geef dan een schreeuw. We zitten hier vlakbij en dan komen we er zo snel mogelijk aan." | |
09-08-14 20:50:24 | nietmeer |
Fyona voelt zich ietwat beledigd door Madarian's laatste opmerking, en gromt hard in zijn richting. Als iemand ons probeert aan te vallen zal hij z'n ergste nachtmerrie tegemoet zien. Als iemand ook maar één vinger of poot naar mij of Vàilan durft uit te steken, zet ik het halve bos in brand om de onverlaat te grazen te nemen. Als ik mezelf niet kon redden had ik niet al 395 jaar op deze wereld rondgelopen. Waag het niet om ook maar héél even te twijfelen aan mij of Vàilan! Ze wacht verder geen antwoord af en loopt weg. Vàilan draait zich ook om en loopt mee. | |
11-08-14 16:18:38 | Madarian![]() Oudgediende ![]() WMRindex: 2.597 OTindex: 5.605 |
Madarian: "Het was niet als belediging bedoelt! Het.. Ach, laat ook maar. Kom, we gaan naar het kamp." Sjurd knikt. Even later komen ze aan bij het kamp, eten wat en maken zich klaar voor de nacht. Intussen sluipen 20 jagers van de zwarte klauw op Vàilan en Fyona af, stuk voor stuk ervaren jagers. Ze dachten voor één trofee te gaan, maar als ze Fyona zien, besluiten ze te gaan voor twee. Ze zitten uit de wind, en zijn muisstil. Hun eerste doel: Fyona. Ze is de sterkste... | |
11-08-14 17:27:22 | nietmeer |
Het wordt met gang donkerder, en Fyona lijkt steeds meer op te gaan in de nacht. Het lijkt net alsof je verdwijnt, merkt Vàilan op. Ja, daar kan ik helaas weinig aan doen. Maar helemaal verdwijnen zal pas gebeuren als ik daar zelf voor kies, al ben ik dat nu niet van plan. Kom, laten we ergens een goed plekje zoeken. Ze lopen nog een stukje door en vinden dan een goede, vlakke plek, met alleen wat gras en mos als begroeiing. Vàilan maakt het zich meteen comfortabel en gaat liggen. Fyona kijkt om zich heen en snuffelt her en der in de lucht. Is er iets? vraagt Vàilan. Ik weet het niet, ik dacht wat te horen, antwoordt Fyona. Ze gaat naast Vàilan liggen en strekt een vleugel over hem heen. Is dat nodig? vraagt Vàilan. Je zit zo warm, nagenoeg droog en uit het zicht. Wat wil je nog meer? Vàilan reageert niet, en sluit zijn ogen. Het duurt niet lang voordat slaap hem begint te overmeesteren. Fyona blijft echter wakker en waakzaam terwijl Vàilan al ligt te snurken. Ze blijft muisstil zitten waardoor ze nauwelijks meer opvalt. Aandachtig luistert ze naar de omgeving, zelfs naar de schaduw en de duisternis zelf die over het bos is gevallen. De twintig jagers zitten niet eens zo heel ver weg. Lange tijd blijven ze stil, totdat een toch besluit om fluisterend te praten. "Waar zijn ze?" vraagt hij. "Ik zie niks meer. Het lijkt wel alsof ze in het niets zijn verdwenen." "Stil!" sist een andere, maar de jager kan zich niet inhouden. "Straks zitten ze nog achter ons ook!" Hij krijgt vervolgens een corrigerende tik van een ander, maar deze laat daardoor wel wat zwaars vallen op een kleine steen. Het geluid is niet hard, maar Fyona pikt het wel op. Ze bestookt Vàilan met mentale prikkels om hem wakker te maken. Mag ik slapen? antwoordt hij gepikeerd. Een metaalachtig geluid, niet ver van hier, is het enige dat Fyona zegt. Stemmen, stemmen in de duisternis. We hebben bezoek. Zeg maar dat ze later terugkomen, ik ben moe antwoordt Vàilan. Fyona staat op en loopt een stukje naar voren. Vàilan besluit toch maar om dicht bij haar te blijven, voor het geval dat. Wat gaan we doen? vraagt hij. Ze hebben de grootste fout in hun leven gemaakt. Mij willen aanvallen in het donker. Ze zullen me niet zien, zelfs niet horen. Totdat het te laat is. Ik word een met de nacht. Wees maar blij met zulke krachten. Kom ik aan met m'n zilveren veren, zegt Vàilan. Heb je nog wat energie om rond te vliegen? vraagt Fyona. Alleen als het echt moet, antwoordt Vàilan. Doe dat dan. Vlieg rond, boven de boomtoppen. Niemand die jou vanaf de grond gaat zien, daar zorg ik wel voor. Vàilan heeft echter andere plannen. Als iemand het op ons voorzien heeft, wil ik graag eens kennis maken met die persoon. Bovendien kan ik prima zien in het donker. Niet in de duisternis die ik voort ga brengen, zegt Fyona. Wat moet ik dan doen? Stilzitten of rondvliegen? antwoordt Vàilan. Hm, als je zo graag mee wil doen, vooruit dan maar. Per slot van rekening heb je er wel recht op. Ik ga eerst! Fyona loopt naar waar het geluid vandaan kwam, en Vàilan kan haar ondanks zijn goede zicht moeilijk waarnemen. Slierten duisternis, zwarter dan de wat de natuurlijke nacht zelf kan voortbrengen, vormen zich aan Fyona's zijden. Vàilan kan ze waarnemen, maar blijft gefixeerd op Fyona zelf. We gaan ze de nachtmerrie van hun leven bezorgen, en alleen als ze geluk hebben kunnen ze het nog navertellen zegt Fyona. | |
15-08-14 09:22:05 | Madarian![]() Oudgediende ![]() WMRindex: 2.597 OTindex: 5.605 |
Sjurd haalt een boek tevoorschijn en begint te lezen. Madarian: "Wat is dat voor een boek?" Sjurd: "Het is een van mijn favoriete boeken. Dit is al de zoveelste keer dat ik hem lees. De titel is 'Het ultieme verraad.' Het gaat over een groep van vier personen die een schat willen stelen. Het groepje bestaat uit een dief, een krijger en twee magiërs. Uiteindelijk blijven de twee magiërs over met één helingsdrankje, en ze hebben weinig mana meer." Madarian: "Mana? Wat was dat ook al weer?" Sjurd: "Laten we het toverkracht noemen. Als je een spreuk gooit kost dat mana. Is het op, dan zal het weer bijgevuld moeten worden. Door een drankje bijvoorbeeld, of door wat rust te nemen." Madarian: "Ah. Ik begrijp het. Ga verder." Sjurd: "Waar was ik ook al weer? O ja. De magiërs bespreken dan wat ze zouden doen tegen elkaar. Welke spreuken ze zouden gooien als ze tegen elkaar zouden vechten om alleen de beloning op te strijken. Het eind is goed doordacht." Madarian: "Misschien dat ik het ooit zal lezen, maar het lijkt me een te lang verhaal. Ik kan dat nog niet zo goed. Wat is het eind dan?" Sjurd: "De een zegt dat hij de ander zwaar zou verwonden, en dan het drankje hoog in een boom zou achterlaten zodat de ander met schaamte kan terugdenken over z'n nederlaag. De ander zei dat hij de ene ook zwaar zou verwonden, maar het drankje dan mee zou nemen. Rekening houdend met het feit dat de terugreis nog lang niet over was. Dan gooien ze hun spreuken. Degene eerste wint. De tweede is zwaar gewond, klimt in een boom en zet daar het helingsdrankje neer. Dan gaat hij er vandoor. Een tijdje later is die eerste ernstig verzwakt. en komt een paar bandieten tegen. Hij kan niets doen. Dan komt de ander volledig fit en met veel mana langs en vernietigt de bandieten. Blijkt dat de tweede een spreuk heeft gegooid die de tegenstander langzaam van levensenergie en mana beroofd en geeft aan degene die de spreuk heeft gegooid. En de tweede magiër laat de eerste creperen en neemt het helingsdrankje mee." Madarian: "Dat is een goed verzonnen eind. En een belangrijke les." Heb je een ander verhaal voor me om te lezen die minder lang is? Sjurd: "Misschien. Even zoeken in m'n tas..." | |
17-08-14 14:59:02 | nietmeer |
Het duister begint zo dicht te worden, dat ook Vàilan maar moeizaam kan zien. Hij gaat af op zijn gehoor en zijn reukvermogen, en houdt Fyona scherp in de gaten. Ze tikt hem telkens even aan met haar staart om te laten weten dat ze nog in de buurt is. Ze zijn dichtbij zegt ze, en Vàilan maakt zich klaar voor een confrontatie. Hij sluipt langzaam dichtbij, terwijl Fyona zich eveneens behendig voortbeweegt. Dan stopt ze, snuffelt wat in de lucht, en gromt. Ze kijkt Vàilan aan, maar hij kan slechts haar silhouet waarnemen. Jij rechts, ik links. zegt ze. Komt voor elkaar, maar ik zie te weinig... antwoordt hij. Dat trekt zo wel bij, wacht maar af. is het antwoord. De jagers zijn intussen ook in opperste staat van paraatheid, en een van hen klaagt over de wel heel erg donkere nacht. "Daar heb ik wat voor," fluistert een van hen, de grootste van het stel en iemand met vreemde symbolen op zijn kleding. Hij begint wat te mompelen en roept een felle lichtbol op die meteen de omgeving verlicht. Vàilan schrikt terug, en Fyona is nu eveneens goed zichtbaar. Ze gromt hard en is niet gediend van deze verrassing. Er is geen licht dat de duisternis kan verslaan! roept ze, waarbij ze haar gedachten ook hoorbaar maakt voor de jagers. Direct daarop zet ze de aanval in, deels in fysieke en deels in ontastbare, schaduwachtige vorm, waarbij ze probeert om het licht zoveel mogelijk te doven. De jagers nemen positie in, maar voordat ze wat kunnen doen zet Fyona een deel van hen en het bos eromheen in lichterlaaie met haar paarse vlammen. Ze brult hard, een teken dat het menens is. Vàilan maakt van de verwarring die bij de jagers ontstaan is gebruik om ook de aanval in te zetten. Hij stort zich boven op een van hen, slaat hem bewusteloos maar spaart zijn leven, ook al zou de jager dat bij hem nooit gedaan hebben. Zonder na te denken pakt hij een volgende, en een volgende, maar houdt daarbij niet de omgeving in de gaten. Een van de jagers richt zijn kruisboog woedend op Vàilan. "Dan toch tenminste één," sist hij. Fyona ziet het, waarschuwt hem, maar kan niet voorkomen dat de jager zijn pijl afvuurt. Vàilan wordt net onder zijn zij getroffen, en krijst hard. Hij zet een paar stappen opzij, en laat alle controle die hij over zichzelf had gelijk los. De beroemde en gevreesde furie van het griffioenenras maakt zich meester over hem en hij valt aan. De jager kan zich niet op tijd uit de voeten maken en Vàilan grijpt hem beet, waarna hij zijn klauwen diep in het lichaam van de jager drukt. De magiër-jager probeert uit alle macht zichzelf te verdedigen, maar zijn licht dooft naarmate Fyona de duisternis meer en meer inzet tegen hem. Uiteindelijk valt hij bewusteloos neer en wordt hij onder Fyona's voorpoot doodgedrukt. De overgebleven jagers maken zich uit de voeten, wetende dat het geen zin meer heeft. Nogmaals brult Fyona. Vàilan hijgt, en valt op zijn zij, terwijl hij zo min mogelijk aan de pijn probeert te denken. Nou, dat was het dan... denkt hij. Fyona komt op hem af, en begint aan hem te snuffelen. Die moet eruit, zegt ze. Doe het dan wel voorzichtig...ga ik dood? Nee, nee! Dat ga ik niet laten gebeuren. antwoordt Fyona. Ze verandert naar mensvorm en knielt naast Vàilan. | |
18-08-14 10:58:47 | Madarian![]() Oudgediende ![]() WMRindex: 2.597 OTindex: 5.605 |
Plotseling is er een felle lichtflits, klinkt er luid gebrul en staat een gedeelte van het bos in vuur en vlam. Madarian en Sjurd pakken in een reflex hun spullen en gaan meteen naar Vàilan en Fyona toe. De tien van het leger van de Cirkel komen er ook aan. In de verte rennen een aantal personen weg. Er klinken alarmbellen in de stad. Meerdere wachters komen de poort uit, samen met een aantal burgers. Allemaal met emmers om het vuur uit te maken. Als Madarian en Sjurd als eerst rondkijken zien ze meteen wat er gebeurd is. Dan arriveren de 10 'lijfwachten'. Madarian: "Is er een dokter onder jullie? Zo ja, help Vàilan! Anderen: maak een draagbaar voor hem!" Dan arriveert de eerste wachter van de stad. Madarian: "De situatie is als volgt: Zij werden aangevallen en ze hebben zich verdedigd. De aanval is afgeslagen, maar jullie eregast Vàilan is gewond. Wij zijn al bezig om hem te helpen. Aan jullie om het vuur de baas te worden." Laatste edit 18-08-2014 10:59 | |
18-08-14 13:20:05 | nietmeer |
Het...brandt! kermt Vàilan. Fyona kijkt bezorgd om zich heen. "Gifpijlen, natuurlijk..." mompelt ze. "Houd je sterk, Veertje. Dit overleef je wel." Intussen is er een enorme commotie ontstaan. Fyona hoort stemmen, iemand die 'help Vàilan' roept en ze draait zich om, klaar voor een confrontatie. Ze staat oog in oog met Madarian, Sjurd en tien vreemd geklede personen. Vanuit een soort oerinstinct vormt ze een blokkade tussen hen en Vàilan, met als doel om haar maatje te beschermen. Het duister neemt weer enorm toe op haar bevel, en ze probeert een barrière te scheppen om iedereen tegen te houden. Niet doen! roept Vàilan. Ze willen helpen! Laat ze door! Fyona kijkt hem even aan en knikt. De nacht keert weer terug naar normaal, en het zicht neemt voor iedereen weer toe. Fyona gaat nog wat schuil in de duisternis, maar is verder wel te zien. Ze gaat weer bij Vàilan zitten en laat een paar helers van de Cirkel toe om hem te onderzoeken. "Even aan de kant, mevrouw," zegt een van hen. Fyona doet met tegenzin wat van haar gevraagd wordt en ze zet een paar stappen terug. Haar inktzwarte jurk wappert in de koele wind en lijkt op te gaan in de nacht. Een van de helers mompelt wat, terwijl de ander langzaam de pijl verwijdert. Vàilan houdt zich zo stil mogelijk, maar trapt af en toe met een poot. Fyona vindt het te lang duren, en loopt zenuwachtig heen en weer. "Die is eruit," zegt een van de helers. "Breng me een buisje, ik wil meteen wat...." "NEE!" roept Fyona, die vermoedt dat de heler stiekem wat bloed van Vàilan wil aftappen. Ze houdt het Cirkel-lid met het buisje tegen, grijpt hem bij zijn kleding en tilt hem op, klaar om hem weg te smijten. "Over mijn lijk," sist ze en ze duwt de man enkele meters achteruit. Meteen daarop gaat ze pal achter de heler die de 'opdracht' gaf staan, en houdt ze hem in de gaten. "Raak hem niet aan, behalve met het werk dat je nu doet, of moet ik me kwaad maken?" zegt ze dreigend. Ze wijst naar het vuur en de verschroeide jagers. "Dat gebeurt er als ik me kwaad maak," zegt ze. Vàilan bemoeit zich er niet mee, en laat alles maar gewoon gebeuren. Het duurt niet lang voordat Vàilan redelijk is opgelapt, maar hij voelt nog steeds een branderige tinteling in zijn poten. "Dat wordt even rust houden," zegt de tweede heler. Beschamend, zegt Vàilan tegen Fyona. Slechts één pijl al genoeg om mij te vellen. Fyona glimlacht naar hem. Zelfs de sterkste helden en wezens uit het verleden konden met één pijl worden uitgeschakeld. Zo erg is dat nou ook weer niet. Bovendien...dat gif zou een mens hebben gedood, maar jij bent sterk, en dat weet je! Vàilan moppert nog wat, en slaat wat met zijn staart heen en weer. Laatste edit 18-08-2014 13:23 | |
18-08-14 16:51:55 | Madarian![]() Oudgediende ![]() WMRindex: 2.597 OTindex: 5.605 |
Madarian: "Fyona, wil je Vàilan dood hebben?!? Hij heeft dat buisje nodig om na te gaan wat voor gif er op de pijl zit! Gif op de pijl? Gif op de pijl!" De heler kijkt naar Madarian en zegt: "Natuurlijk!" De heler pakt de pijl op. "Breng m'n set!" Meerdere buisjes worden gebracht. De heler haalt voorzichtig wat gif van de pijl af en begint vloeistoffen te mengen om achter het gif te komen. Madarian: "Nadat het gif bekend is mag je dat allemaal hebben en vernietigen." De heler: "Moet dat echt? Ik heb deze set al lang in m'n bezit." Madarian naar Fyona: "Is schoonbranden van de set genoeg?" Intussen is er snel een draagbaar gemaakt. Madarian wacht het antwoord van Fyona niet af. Madarian: "Hoeveel zijn er nodig om hem te dragen denken jullie?" Sjurd: "Zo'n 8 man denk ik." Madarian: "Oké. De zeven sterkste wil ik graag bij de draagbaar hebben. Sjurd, jij ook. Jij bent de achtste. Hou me op de hoogte over Vàilan. De andere twee helpen met het blussen. Als jullie hem hebben gebracht naar het hospitaal, kom dan helpen met het blussen, behalve u natuurlijk, dokter. Sjurd, ik wil graag dat jij bij Vàilan in de buurt blijft. Hou me op de hoogte van z'n situatie." Ze knikken allemaal en doen meteen wat van ze verwacht wordt. De stadwachters en de burgers hebben een paar rijen gemaakt en geven emmers door. Madarian zondert zich iets af en probeert wat bewegingen uit. Eén persoon ziet Madarian 'niets doen', loopt naar hem toe, gaat voor hem staan en wil net zeggen dat hij z'n handen uit z'n mouwen moet steken, als Madarian lukt wat hij probeerde te doen. Een straal kou komt uit z'n handen, en degene die hem wou aanspreken is licht wit van de sneeuw. Madarian: "Ja! Gelukt... Euh... Sorry." Hij draait zich naar de vuurhaard en probeert met z'n redelijk zwakke vriesstraal wat vlammen te doven. De anderen wachten op de goedkeuring van de arts om Vailan te mogen verplaatsen. | |
18-08-14 17:15:25 | nietmeer |
Het duurt even voordat Vàilan beseft dat ze hem op een brancard mee willen nemen. Dat gaat hem toch net iets te ver, en zijn trots verbiedt hem om zichzelf ergens heen te laten dragen. Hij spartelt wild met zijn poten en ontvouwt een vleugel. Ik wil NIET gedragen worden! Ik kan best zelf lopen! roept hij, waarbij hij probeert zoveel mogelijk aanwezigen te bereiken. Fyona is intussen wat gekalmeerd en komt naast hem staan. Ze stemt in met het gifonderzoek, maar kijkt wel aandachtig toe om er zeker van te zijn dat er niks gebeurt. Doe eens rustig! zegt ze tegen hem, alleen voor hem hoorbaar. Het is voor je eigen bestwil. Wat wil je dan, dat je hier blijft liggen? Als het even kan wel, antwoordt Vàilan. Kunnen ze nou niet hier met de juiste middelen komen? "Zet je trots nou eens opzij en laat deze mensen je helpen!" zegt Fyona. Geen woord hierover tegen wie dan ook, is het antwoord. De helers gaan een stapje op zij om ruimte te maken voor de draagbaar. Vàilan wacht niet en krabbelt overeind. Zijn poten trillen als een gek en het branderige gevoel is nog niet verdwenen. Hij ploft gelijk weer neer en zucht. Ze waren voorbereid, jammert hij. Waarom nou zulk kwaadaardig spul? Ik ga nooit meer op reis. Ik zal nooit meer de stad verlaten. Ik blijf voor altijd thuis. Rafaël had gelijk: de buitenwereld is alleen maar slecht en gevaarlijk. "Je stelt je aan," zegt Fyona. De helers ronden het belangrijkste deel af en houden hun spullen onder toezicht van Fyona in het vuur. De paarse vlammen verhitten het spul sneller dan normaal vuur, en al gauw moeten ze het materiaal terugtrekken om te voorkomen dat het smelt. "Wat is dit voor vuur?" vraagt een van hen. Fyona lacht om die opmerking. "Sorry, dat is mijn werk...," zegt ze. Vàilan protesteert hevig terwijl hij op de draagbaar wordt getild. Fyona komt weer naar hem toe en helpt met het laatste stuk. "Het lijkt erop dat het gif niet al te sterk is," zegt een van de helers. Dat is makkelijk gezegd als je het niet door je lijf hebt stromen, moppert Vàilan, hoorbaar voor de heler. "Ik bedoel dat het goed te genezen is, maar niet hier," is het antwoord. Doe iets, Fyona! "Ik kan geen magie gebruiken," zegt ze. "Hoe verklaar je dan dat vuur?" zegt een van de helers. Fyona grijnst. "Dat truukje laat ik nu niet zien, tussen al de aanwezigen," zegt ze. "Het is niet menselijk, en dat klopt precies. Ik zit nu even in een menselijke verpakking, maar dat hoort niet zo." Op commando van de helers wordt de draagbaar opgetild. Er schijnt nog wat moeite mee te zijn gezien Vàilan's gewicht, en Fyona besluit om mee te helpen. "Vier mogen helpen blussen," zegt ze. "Ik neem deze kant wel voor mijn rekening." In haar eentje tilt ze een kant van de draagbaar op terwijl vier anderen, Sjurd incluis, de andere helft tillen. Samen dragen ze Vàilan naar een betere plek voor behandeling, terwijl het blussen voortgaat. Fyona voelt zich lichtelijk schuldig voor het in brand zetten van het bos, maar kan er niks meer aan doen. Wat ga ik Irina vertellen? vraagt Vàilan. Ze wacht thuis op mij, ik moét nu weg. "Nog niet, Veertje, nog niet. Nog even geduld hebben," antwoordt Fyona. Laatste edit 18-08-2014 17:16 | |
19-08-14 09:21:20 | Madarian![]() Oudgediende ![]() WMRindex: 2.597 OTindex: 5.605 |
Het vuur gaat maar moeizaam uit. Madarian: "Dit gaat te langzaam. Dit is speciaal vuur. Ik stel een vuurpad voor!" De hoofdwachter: "Wat bedoel je?" Madarian: "Een pad maken waar geen brandstof is voor het vuur, zodat het niet verder kan verspreiden." Madarian tekent snel een plattegrondje op de grond. Madarian: "Dit is de vuurhaard. Links en rechts maken we twee paden. Het vuur kan zich dan niet verder verspreiden dan dat stuk bos. Het moet wel een paar meter breed zijn, anders slaat het vuur alsnog over. En natuurlijk eerst de kant van de stad. Je wilt niet dat de stad in de fik vliegt, toch?" De hoofdwachter geeft orders om te beginnen. Madarian: Is het al bekend wat voor gif het is? Sjurd: We... zijn nog... aan het sjouwen! Wat is... hij zwaar... over zo'n eind. Zijn bijna... bij het hos... pitaal in... het kasteel. Madarian: Nog even volhouden. Hij gaat helpen met het vuurpad. Als hij daar aan komt, zijn de eerste meters al bosvrij. Maar hij ziet een aantal bomen staan die gekapt zullen moeten worden. Madarian: "Bijlen! We hebben bijlen nodig!" Een paar personen gaat bijlen halen. Madarian probeert intussen z'n drakenzwaard uit op een boom. Deze gaat verbazingwekkend makkelijk door de kleinere boomstammen heen. Alle kleine beetjes helpen. Madarian halt zoveel mogelijk bomen en planten om dat hij kan. Even later krijgt hij een bijl aangereikt en beginnen meerdere personen te hakken. Dan valt er een boom om die bijna een paar andere hakkers bedelft. Madarian: "Als er een boom dreigt om te vallen, roep dan 'Van onderen!', zodat anderen aan de kant kunnen springen! Kom op allemaal! We hebben weinig tijd, maar het gaat ons lukken!" | |
19-08-14 09:38:04 | nietmeer |
Nieuws over de gebeurtenissen is tot in de kleinste kiertjes van het kasteel doorgedrongen. Lilim en Gladys komen als de bliksem de dragers van de brancard tegemoet en gaan ieder aan een kant lopen. "Onze helers staan paraat," zegt Lilim. "De koningin is eveneens aanwezig. Hey, wie is dat?" "Dat leg ik zo wel uit," zegt Fyona. "We hebben eerst belangrijker werk te verrichten." Dat is Fyona, zegt Vàilan tegen Lilim en Gladys. Hij voelt zich slaperig, maar probeert wakker te blijven. Af en toe sluit hij zijn ogen, maar Lilim port hem steeds wakker - met zijn toestemming. Vàilan wordt het hospitaal binnengedragen, en meteen wordt er ruimte gemaakt. Ze leggen hem voorzichtig op een soort tafel. De koningin komt erbij staan en kijkt bezorgd naar hem. "Vanaf nu zal de Zwarte Klauw worden aangemerkt als misdadige organisatie, die met gepaste middelen zal worden bestreden. Niemand mag zoiets ongestraft doen!" Gelijk daarna beginnen de Dracon-helers hun werk te doen, en ook Gladys en Lilim dragen hun steentje bij. Fyona staat in een hoek toe te kijken. Sjurd en de andere dragers willen ook meehelpen, maar krijgen daar niet de kans toe. Ik ben moe.... zegt Vàilan. Blijf wakker. Wat je ook doet, blijf wakker, zegt Fyona. | |
21-08-14 16:49:24 | Madarian![]() Oudgediende ![]() WMRindex: 2.597 OTindex: 5.605 |
De artsen van de Cirkel geven de symptomen door aan het medisch personeel van het kasteel, en ook wat ze tot nog toe hebben kunnen achterhalen, zodat ze snel het gif kunnen identificeren. De pijl wordt afgegeven. De dragers gaan terug om mee te helpen. Sjurd en de artsen blijven achter. Intussen wordt met drie man tegelijk de laatste grote boom omgehakt voor de eerste brandgang. Als de boom omvalt is deze klaar. Het vuur komt langzaam dichterbij. Een groot deel van de personen gaat nu aan de andere kant beginnen met een brandgang. Madarian en de paar soldaten van het leger van de Cirkel doen hun best met de dikke bomen omhakken. Een paar burgers die doodop zijn krijgen de opdracht om de eerste brandgang in de gaten te houden, hoewel deze het vuur goed tegen houdt. Dan hoort Madarian een schreeuw. Hij kijkt in de richting en ziet dat de kleren van een vrouw in brand staan. Hij snelt ernaar toe en roept: "Liggen en rollen!" De vrouw hoort het en doet dit. Intussen pakt Madarian een deken, dekt het vuur toe en wrijft het uit. Dan probeert hij voorzichtig de deken weer weg te halen. De vlammen blijven uit. Hij neemt haar op de rug en rent naar het kasteel. Gelukkig heeft hij een flinke conditie. Daar aangekomen geeft hij de vrouw af. Even kijkt hij of hij Vàilan kan zien. Er staan meerdere artsen vlakbij elkaar en Fyona staat erbij, maar Vàilan ziet hij niet liggen. Madarian besluit terug te gaan naar de brandhaard. Laatste edit 21-08-2014 16:50 | |
21-08-14 18:02:14 | nietmeer |
Het is koud, zegt Vàilan. De artsen werken koortsachtig, en de hofmagiër is inmiddels ook ter plekke om assistentie te verlenen. Samen met haar hulp zetten ze grote stappen in de goede richting, en Vàilan krijgt het al weer warmer, en merkt dat zijn energie terug begint te komen. "Er woedt nog een aardige brand in het bos," zegt Fyona tegen de magiër. "En dat is mijn schuld. U zult daar van pas kunnen komen nadat uw werk hier is gedaan." "U bedient zich van een zeer duistere magie," zegt de hofmagiër, terwijl ze de artsen wat kruiden geeft. "Dat is geen magie," zegt Fyona. "Het is meer een gave...., al zijn vuurspuwende draken nou ook weer niet zo heel uitzonderlijk. Nou ja, ik ben wel een uniek exemplaar binnen die categorie." De hofmagiër kijkt haar vreemd aan, en Fyona grijnst. "Lang verhaal," zegt ze. Vàilan kwispelt met zijn staart en strekt zijn poten. De artsen lijken hun werk afgerond te hebben, en de hofmagiër neemt de laatste loodjes voor haar rekening. "Volledig herstel zal nog even op zich laten wachten," zegt ze. "Dat zal u echter weinig in de weg zitten." Vàilan komt overeind en strekt zich nogmaals. De wond is nog zichtbaar omdat zijn vacht daar wat is gesnoeid. Zodra Vàilan dat in een spiegel ziet, laat hij zijn kop zakken. Mijn mooie jasje... jammert hij. Fyona lacht. "Daar heb ik gelukkig geen last van, nou ja...niet helemaal." Vàilan strekt zijn vleugels en wil naar buiten. "Ik weet de weg," zegt Fyona. "Hoho," zegt Lilim. "Eerst vertellen wie je bent." "En vooral ook...wat je bent," zegt Gladys. "Is het nu tijd voor verhalen? Er staat nog een bos in brand. Ga daar eerst naartoe, dan vertel ik wel hoe en wat," zegt Fyona. Iedereen blijft haar echter aanstaren, en Fyona zucht diep. "Kort dan," zegt ze. "Elke vierhonderd jaar schuift de Schaduwmaan voor de zon en veroorzaakt daarmee een totale verduistering, waarbij de aarde zó donker wordt dat het duister bijna tastbaar is. Men zegt dat wezens die tijdens het hoogtepunt van die eclips worden geboren, uitverkozen worden door de Schaduwgodin Malassa, en haar 'kinderen' worden. Nou, ik kroop uit mijn ei precies op zo'n moment, met als gevolg dat ik nu ben wat ik ben. Ik zou anders blauw zijn geweest, niet zwart. Het is niet altijd even makkelijk om mij te zijn, maar ik leer ermee leven, al 395 jaar. Zo goed?" Iedereen neemt er voor nu genoegen mee, en direct gaat de hofmagiër naar het bos om daar assistentie te verlenen. Ik wil nu echt naar huis, zegt Vàilan. We gaan eerst nog even een poging doen om te slapen, antwoordt Fyona. "Waar vinden we een geschikte, en vooral ook veilige slaapplek?" vraagt ze aan Lilim. "Geschikt voor grote gasten? Eenvoudig," zegt ze. Vàilan bedankt alle aanwezigen nog even en zegt ze dan gedag, waarna hij en Fyona worden begeleid naar hun slaapplaats. Onderweg wordt besloten dat Gladys en Lilim op wacht zullen staan. Ik heb nu wel genoeg meegemaakt... merkt Vàilan op. "Dat is het leven," antwoordt Fyona. "Soms krijg je er genoeg van." | |
22-08-14 09:18:39 | Madarian![]() Oudgediende ![]() WMRindex: 2.597 OTindex: 5.605 |
Sjurd gaat nog even naar Vàilan toe voordat ze naar hun slaapplaats gaan. Sjurd: "Ik ben blij dat het gevaar geweken is. Sterkte met de wond en veel beterschap. Ik ga weer naar de brand toe." Sjurd wacht een eventueel antwoord niet af. Hij en de artsen van de Cirkel gaan weer naar de brand. Intussen seint Sjurd de status door naar Madarian. Madarian slaakt een zucht van verlichting. Na flink wat werk en flink wat tijd zijn de brandgangen af. Het stuk bos tussen de brandgangen brandt volledig af. Madarian en Sjurd gaan naar hun kamp toe en gaan proberen slapen. Als ze bijna slapen, gaat de bel van de klokkentoren af. Het is ochtend. En Madarian is als eerste aan de beurt op het toernooi. Moe en smerig van het roet gaat hij en Sjurd naar de arena. Madarian: "Dit wordt niks." Sjurd: "Ik weet het. Het was een zware nacht." Als eerst wordt z'n tegenstander aangekondigd. Madarian let niet op en wil liever slapen. Het enige wat hij hoort is dat het één of andere Dracon is. Dan betreedt Madarian de arena en wordt hij aangekondigd. Dan klinkt er applaus. Iedereen staat ook nog eens op. Madarian weet niet wat hij moet doen. Het enige wat hij kan bedenken is beduusd een buiging maken. Dan begint de wedstrijd. Nog voor Madarian kan reageren staat de dracon achter hem met het zwaard op de keel. "Zwakkeling!" hoort Madarian. Madarian: "Ik heb u of de andere deelnemers niet gezien bij het bestrijden van het vuur vannacht. Maar gefeliciteerd met uw overwinning." De Dracon schaamt zich en laat Madarian los. Madarian: "En nu EINDELIJK naar bed!" Hij draait zich om. Er klinkt een oproep vanuit het publiek: "Dit is niet eerlijk! Madarian moet door! Madarian moet door!" Steeds meer personen in het publiek beginnen mee te roepen. De scheidsrechters kijken elkaar aan en overleggen met elkaar. Dan komt een scheidsrechter naar Madarian toe: "Wilt u doorgaan?" Madarian: "Ik ben doodop. De andere gevechten zijn vandaag gepland. Bij de eerstvolgende wedstrijd val ik toch weer uit. Zal ik het publiek even toespreken?" Scheidsrechter: "Graag. Het is uw beslissing." Madarian gaat naar het midden van de arena: "Geacht publiek. Ik dank u voor de steun en het gebaar, maar ik ben eerlijk verslagen, en ik zal niet op tijd hersteld zijn voor de eerstvolgende wedstrijd. Mijn dank is groot dat ik hier heb mogen strijden. Ik wens mijn tegenstander veel succes met z'n komende wedstrijden. Ik dank u allen." Madarian krijgt weer een staande ovatie. Hij buigt nog een keer en verlaat de arena. Madarian tegen Sjurd: "En nu naar bed. Ik hoop dat ik het nog haal voordat ik in slaap val." Laatste edit 22-08-2014 09:21 | |
22-08-14 09:47:50 | nietmeer |
De 'slaapplek' is niet een kamer, maar een binnenplaats van het kasteel. Vàilan merkt op dat het veel op thuis lijkt en zoekt meteen een comfortabel plekje uit, waar hij prompt in slaap valt. Gladys en Lilim nemen ieder hun posities in, en Fyona verandert weer naar haar ware vorm. "Wauw," zegt Lilim. Ook Gladys blijft een tijd lang naar Fyona staren, voordat ze zich haar taak weer herinnert en met patrouilleren verder gaat. Fyona gaat voorzichtig naast Vàilan liggen en sluit haar ogen. De ochtend wordt aangekondigd door klokgelui, en Vàilan ontwaakt langzaam. Ondanks dat hij maar enkele uren heeft geslapen, minder dan gebruikelijk, voelt hij zich prima. Hij staat op en begint met zijn dagelijkse ochtendritueel: alles strekken, en veren in orde brengen. Terwijl hij zich druk poetst en opmaakt, wordt Fyona eveneens wakker. Ze blijft wat duf voor zich uit kijken, loopt naar de fontein en drinkt wat. Gaat dat lang duren? vraagt ze aan Vàilan. Zo lang als ik maar nodig vind, is het antwoord. Na ongeveer drie kwartier is hij zover, en het tweetal besluit om afscheid te nemen van Draconia. Fyona verandert om praktische redenen weer even naar mensvorm, maar Vàilan niet. Samen begeven ze zich, onder begeleiding van Gladys en Lilim, naar de troonzaal. Daar aangekomen worden ze hartelijk ontvangen. "Het was me een genoegen, ondanks wat er is voorgevallen," zegt de koningin. Insgelijks, zeggen Fyona en Vàilan tegelijk. "Voordat u vertrekt...eet eerst nog wat. En neem dit mee voor uw koningin." Vàilan krijgt weer wat omgehangen, en nadat ze wat gegeten hebben maken ze zich klaar voor vertrek. "Kom nog eens langs," zegt Gladys, die een traan wegpinkt. "Of wij komen eens langs," zegt Lilim. Dat tweede klinkt beter..., zegt Vàilan, en hij wrijft met zijn kop tegen hen aan. Vàilan verlaat het kasteel via het balkon, en Fyona besluit om pas ver buiten de stad de achtervolging in te zetten, om te voorkomen dat er paniek ontstaat. | |
22-08-14 10:49:03 | Madarian![]() Oudgediende ![]() WMRindex: 2.597 OTindex: 5.605 |
Bij het kamp aangekomen, maken Madarian en Sjurd snel een paar slaapplekken in orde, kruipen erin, en vallen meteen doodop in slaap. Een tijdje later worden ze weer kreunend wakker. Madarian: "Oooooooh. M'n kop!" Sjurd heeft hetzelfde gevoel. Sjurd: "Oké. Water!" Ze waggelen beide slaapdronken naar het meer en drinken flink wat water. Langzaam verdwijnt de hoofdpijn. Sjurd voelt flink wat spierpijn. Madarian niet. Sjurd: "Ik begrijp niet dat je geen last hebt van je spieren." Madarian: "Als je dertig jaar dwangarbeid in een mijn moet uitvoeren raak je gewend aan zwaar werk." Sjurd: "O ja. Dat was ik even vergeten." Madarian: "Oké. Op naar de koningin. We moeten die drakensteen nog gaan halen." Shyla wordt even zichtbaar: "Zoals jullie eruit zien?" Madarian en Sjurd kijken naar elkaar. Nog steeds onder het roet. Shyla glimlachend: "Jullie kunnen je beter weer wassen. Ik zal het zaakje in de gaten houden." De dubbelzinnigheid was duidelijk te horen in haar stem. Dan wordt ze weer onzichtbaar. Madarian trekt z'n harnas uit en begint zich te wassen. Dan voelt hij wat op z'n rug. Madarian: Shyla? Shyla: Ik help je wel even met je gespierde rug. Madarian kijkt naar Sjurd, die zich ook aan het wassen is. Het lijkt niet op te vallen, maar toch voelt hij zich er niet lekker bij. Madarian: Binnenkort krijg je de mogelijkheid, maar niet nu. Shyla: Daar hou ik je aan. Jammer voor nu. Madarian voelt een kus op z'n rug, en dan houdt het op. Hij wast zich verder. Nadat Madarian en Sjurd klaar zijn, poetsen ze hun harnas en spullen. Daarna gaan ze op weg naar de koningin. Laatste edit 22-08-2014 10:49 | |
22-08-14 11:00:34 | nietmeer |
Het idee dat thuis weer dichterbij komt lijkt Vàilan een enorme energie te geven, maar hij beseft zich dat hij toch rustig aan moet doen. Af en toe kijkt hij om zich heen, maar Fyona is nog niet te zien. Ze rent zo snel als ze kan, en zodra de bewoonde wereld goed en wel achter hen ligt, verandert ze, trekt ze nog een sprintje en lanceert zichzelf vervolgens de lucht in. Het zou tijd worden! zegt Vàilan. Jij hebt makkelijk praten, antwoordt Fyona. Al snel heeft ze hem ingehaald, en samen vliegen ze verder. Laatste edit 22-08-2014 11:01 | |
22-08-14 11:45:55 | Madarian![]() Oudgediende ![]() WMRindex: 2.597 OTindex: 5.605 |
Madarian: "Op naar het kasteel." Sjurd: "Ik dacht dat je naar de koningin wou? Ze zit bij het toernooi." Madarian: "O ja. Oké. Dan die kant maar op." Als ze bij de arena komen vragen ze of ze de koningin mogen spreken. Ze worden doorgelaten, en uitgenodigd om op de lagere stoel naast haar plaats te nemen. Madarian wacht rustig af totdat hij aangesproken wordt. Nadat een wedstrijd net is afgelopen, zegt de koningin: "Ah, daar is de redder van de stad. Een beetje uitgerust?" Madarian: "Goed genoeg Majesteit. Dank u voor de belangstelling." Koningin: "De tegenstander die jou 'verslagen heeft' is inmiddels uitgeschakeld." Madarian kan een lichte glimlach niet onderdrukken. Madarian: "Bedankt voor die mededeling." De volgende wedstrijd begint. De koningin maant Madarian tot stilte bij het voorstellen van de strijders. Daarna houdt ze haar blik op de wedstrijd gericht om niets te missen. Koningin: "Madarian, de slachter van Thylis. Dertig jaar in de mijnen moeten werken wat normaal niemand overleeft. Je moet de goden aan jou kant hebben. En nu vraag je op de Drakensteen. Thorkel heeft zo'n twintig jaar geleden de drakensteen hier in bewaring gegeven en heeft het verborgen in een kluis diep onder het kasteel. Dat gedeelte, en de weg er naartoe is beveiligd door vallen, maar hij heeft het ook beveiligd met magie. Meerdere personen hebben geprobeerd de drakensteen te bemachtigen maar hebben gefaald. Wil je het echt proberen?" Madarian: "Ik vrees dat ik geen keus heb Majesteit." Koningin: "Je hebt mijn toestemming om het te proberen. Wil je nog naar een paar wedstrijden kijken, of wil je het meteen proberen?" Madarian: "Het kijken naar de wedstrijden is verleidelijk, maar de tijd dringt." Koningin: "Ik begrijp het. Als het je lukt om de drakensteen te bemachtigen, praat dan eerst met onze minister van Defensie. Wachters, begeleid deze heren naar de ingang van 'de kluis'." Madarian: "Dank u wel." Madarian maakt een buiging en laat de koningin verder kijken. Dan worden hij en Sjurd begeleid. Als ze aangekomen zijn, wordt de deur geopend. Een lange gang met standbeelden en verschillende nissen is zichtbaar. Ze krijgen een aantal fakkels mee. Wachter: "Wij gaan niet verder mee." De wachters sluiten de deur achter zich en draaien deze op slot." Wachter: "Ik blijf hier totdat jullie terugkomen, of totdat de dag om is. Succes." Sjurd: "Dat belooft veel goeds." Madarian: "Sjurd, Shyla, jullie blijven achter me. Sjurd, er zijn ook magische vallen, dus hou dat goed in de gaten." In het begin zien ze geen vallen dus ze beginnen de gang uit te lopen. | |
25-08-14 09:16:42 | nietmeer |
Er komt slecht weer aan, zegt Vàilan. Recht voor hen doemt een donkergrijze lucht op, en in de verte zijn flitsen te zien. We zullen ergens moeten schuilen. Ik denk niet dat het zo'n goed idee is om boven de wolken te gaan vliegen, is Fyona's antwoord. Ze besluiten zo lang mogelijk door te vliegen, maar de bui komt snel dichterbij. Als het onweer hoorbaar wordt, en de eerste druppels beginnen te vallen, besluiten ze te landen. We vangen in deze vorm teveel regen, ik denk dat we maar even moeten veranderen, vind je niet? vraagt Fyona. Het moet dan maar... antwoordt Vàilan. Beiden veranderen ze terug, en lopen snel naar een nabijgelegen taverne. "Haast in het midden van niets zo'n herberg," mompelt Vàilan. "Ergens die kant op ligt een dorpje. Zo afgelegen is het nou ook weer niet," zegt Fyona terwijl ze een kant op wijst. Ze betreedt de herberg eerst, Vàilan direct daarna. Hij stopt het tasje dat hij omgehangen had gekregen onder zijn kleding. In de herberg zitten een paar mensen, en ze kijken vreemd op bij het zien van Fyona. "Nu maar hopen dat ze je niet voor heks aanzien of zo," fluistert Vàilan. "Dat zou niet de eerste keer zijn," antwoordt Fyona. De herbergier komt uit een kamertje en gaat bij de bar staan. "Kan ik u ergens mee helpen?" vraagt hij beleefd. "We komen even schuilen voor de regen, dan gaan we weer verder," zegt Vàilan. "Deze streken zijn 's nachts niet veilig," zegt de herbergier. "Het is beter om hier te blijven." "Oh, wij redden ons wel," zegt Fyona. Ze kijkt wat rond. Ze wordt continu aangestaard en mensen beginnen tegen elkaar te fluisteren. Fyona merkt dat en reageert ietwat verontwaardigd. "Nog nooit iemand in het zwart gezien?" vraagt ze. "Waar is je raaf? Of heb je ergens een kat rondlopen?" zegt iemand terug. "Een duidelijk stereotiep beeld van heksen, nietwaar?" antwoordt Fyona. "Ik heb geen huisdieren." Dan barst de bui in volle hevigheid los. "Hier staan we nog wel even," zegt Vàilan. Een van de aanwezigen staat op en loopt naar hen toe. "We zien hier niet zoveel dames in deze buurt," zegt hij. "En wat zou dat?" vraagt Fyona. "Hoeveel wil je?" vraagt de man. Fyona begrijpt het niet en kijkt Vàilan aan. "Waarvoor?" vraagt ze. Vàilan moet zijn lach inhouden. "Er is vast nog wel een kamertje vrij," zegt de man. Dan dringt het tot Fyona door en ze schudt haar hoofd. "Mooi niet dus, he. Ik val niet op jouw soort," antwoordt ze. De man, die niet van plan is om 'nee' te accepteren, besluit om het dan maar over een andere boeg te gooien. Zijn maten maken zich gereed. "Je hebt toch geen keuze," zegt hij dreigend. Fyona lacht hem uit. "Doe maar niet," zegt ze. "Het zal je bezuren." | |
25-08-14 12:10:23 | Madarian![]() Oudgediende ![]() WMRindex: 2.597 OTindex: 5.605 |
Meerdere vloertegels zijn iets hoger. Ook ziet Madarian af en toe een draad die over de vloer gespannen is. En elke keer is er wel een apart iets dichtbij: een beeld, een rare constructie aan het plafond of de muur... Maar tot nog toe geen magie. Dan komen ze bij een deur. Madarian controleert op vallen. Hij kan er geen ontdekken. Madarian: "Ga aan de zijkant staan. Als er een val is, dan worden we hopelijk niet geraakt. Als Madarian voorzichtig de deur open maakt, wordt er een draad geraakt die achter de deur gespannen is. Ze horen een kleine tik. Dan komt er een puntige boomstam door de deuropening heen die aan draden hangt. Madarian: "Dat is nog eens een gemene val!" Madarian kijkt voorzichtig vanachter de muur door de deuropening. Het lijkt veilig. Hij kan op dit moment geen val zien. Madarian: "Sjurd, zie jij wat?" | |
25-08-14 14:27:39 | Madarian![]() Oudgediende ![]() WMRindex: 2.597 OTindex: 5.605 |
Offtopic: Sjurd kijkt ook om het hoekje. Sjurd: "Ik zie meerdere magische dingen. Linksachter achter een hekwerk, en iets kleins in de verte. Zo te zien een beeldje. Meer nie... Wat is dat?" Sjurd gelooft z'n ogen niet. Een wolk wat normaal niet te zien is komt uit het beeldje. Dan wordt er een drakenskelet zichtbaar. Sjurd: "Magische vallen oké. Maar een magische bewaker? Een drakenskelet!" Madarian: "Wat?" Hij kijkt ook weer even om het hoekje. Sjurd: "Ik zie een vage connectie tussen het wezen en het beeldje." Madarian: "Eens kijken wat ik kan doen. Ik ga voor het beeldje. Welke is het? Waar staat het?" Sjurd: "Zie je die verhoging? Daar staan links en rechts twee beeldjes op een sokkel. Het gaat om het rechterbeeldje. Maar pas wel op! Zie je die hoopjes daarvoor? Dat zijn skeletten." Madarian: "Van personen die geen magische dingen kunnen zien, zoals ik. Ik zou die draak aangevallen hebben als je die connectie niet gezien had, maar ik vermoed dat ik het beeldje moet vernietigen. Eens kijken..." Madarian pakt een paar stenen en wat puin. Madarian: "Jullie gaan een goede verstopplek zoeken." Dan gaat Madarian naar binnen. Sjurd en Shyla gaan wat terug, zodat ze alles goed kunnen zien wat er gebeurt. Madarian gooit een steen naar de andere kant van de kamer. Het skelet gaat het geluid onderzoeken. Madarian sluipt naar rechts achter een paar pilaren. Het skelet kijkt om zich heen. Dan gooit Madarian weer een steen naar een andere hoek. Het skelet gaat ook daar naartoe. Zo komt Madarian steeds dichterbij. Dan gooit hij een steen tegen het beeldje in de hoop deze kapot te gooien. Het beeldje blijft echter heel, en de draak komt eraan. Dan ziet de draak Madarian. Madarian pakt z'n zwaard, rent op het beeldje af en slaat deze in gruzelementen. Net als het draakskelet wil toebijten, valt het uiteen in het niets. Madarian: "Sjurd? Is het over?" Sjurd kijkt, maar ziet geen magie meer, behalve hetgene linksachter achter een hek.Helaas geen edit knopje meer. Sorry voor de dubbelpost. Laatste edit 25-08-2014 15:05 | |
25-08-14 14:54:06 | nietmeer |
Offtopic: Vàilan gaat achter de bar zitten en gebaart de herbergier om hetzelfde te doen. Die gaat aarzelend zitten en kijkt hem vragend aan.Geeft niet ![]() "Moet je haar niet helpen?" fluistert de herbergier. "Dat zal niet nodig zijn," antwoordt Vàilan. Fyona kijkt om het hoekje en knipoogt naar hem. De man maakt van dat moment gebruik om handtastelijk te worden, waar Fyona meteen op reageert. Ze slaat de man naar de achterkant van de herberg, waardoor twee tafeltjes en wat stoelen sneuvelen. "Niemand komt ongestraft aan mijn lijf!" roept ze. "Laat dat een waarschuwing zijn." De man komt luid vloekend overeind en beveelt zijn kornuiten om haar een kopje kleiner te maken. "Vecht dat maar buiten uit!" roept de herbergier, die vreest voor zijn spullen. Hij blijft echter zitten, en ook Vàilan verroert zich niet. Fyona opent de deur van het gebouw en smijt haar belagers een voor een de regen in, zonder verder geweld te gebruiken. "Nou, ronde twee?" zegt ze spottend tegen de man. "Wat ben jij?" zegt hij luid. "Jouw nachtmerrie," antwoordt Fyona. Het plafond, de muren en zelfs de vloer worden verduisterd, en slierten schaduw kringelen rondom de man, die in paniek om zich heen begint te slaan en naar buiten rent. Hij glijdt uit en valt bovenop zijn maten. Fyona doet de deur weer dicht. De nog aanwezige mensen maken zich ook meteen uit de voeten, ondanks het weer. De herbergier gluurt over de rand van de bar en ziet nog net hoe Fyona de schaduwen weer laat verdwijnen. "Ga weg, duivel!" roept hij. "Het is nog niet droog," zegt Fyona. De herbergier gaat echter op zoek naar een wapen. "Ik zal jullie verdrijven zoals mijn voorvaderen het deden!" roept hij. "Die heeft zeker ook een religieuze functie ergens in de buurt," zegt Vàilan. Fyona slaat een arm om hem heen en omhelst hem dan volledig. De herbergier keert terug met een dolk en houdt die boven zijn hoofd. "Vort! Weg!" roept hij, en hij maakt stekende bewegingen. "Werkelijk? Een dolk?" zegt Fyona spottend. Ze wil de man ontwapenen, maar Vàilan houdt haar tegen. "Laat hem, we gaan wel....een nat pak halen," zegt hij. Ze lopen de herberg uit en rennen naar een stel bomen. Het onweer houdt echter aan, en dwingt hen om een andere plek te zoeken. "Ginds, wat lichtjes!" zegt Fyona. "Tegen de tijd dat we daar zijn, zijn we toch al drijfnat," antwoordt Vàilan. "Dat wordt dus rennen!" zegt Fyona. Zo snel als ze kunnen begeven ze zich naar een stel gebouwen, die net voor een dorp liggen. Daar aangekomen lopen ze het eerste gebouw binnen dat ze tegenkomen. De geur van rozen en parfum komt hen tegemoet, en het interieur heeft een warme, rode uitstraling. De deur sluit achter hen, en ze lopen aarzelend door. "Wat is dit voor plek?" vraagt Vàilan. Dan worden ze onthaald door een vriendelijk uitziende man. "Ach leuk, een nieuwe klant," zegt hij. "Klant?" vraagt Vàilan. "Kom verder, kom verder, het is zulk slecht weer. Hier hebben we alles wat u nodig heeft." "Dat betwijfel ik," zegt Fyona. De man bekijkt haar goed en knikt instemmend. "Jij zal ook van pas kunnen komen," mompelt hij. Ze worden naar een grotere ruimte geleid, waar een handjevol dames rondlopen. Gangetjes met deuren zijn her en der te zien, en af en toe komt er een kerel uit een van de kamers gelopen, gevolgd door een vrouw. "Waar zijn we terecht gekomen?" vraagt Fyona. "Een bordeel," zegt Vàilan. "Van alle gebouwen die we moesten uitkiezen..." Ze willen weglopen, maar worden tegengehouden door hun gastheer. "Geld moet rollen, nietwaar? Kom, betaal eens wat en kies uit!" Enkele van de dames komen om hen heen staan en glimlachen ondeugend. "Is dat de nieuwe?" vraagt een van hen, doelend op Fyona. Laatste edit 25-08-2014 14:56 | |