hr
jaargang -24 - laatste artikel 20-9 18:00 - 76650 artikelen -

Home
Forum
Lid worden

Leden
Gebruikersnaam:

Wachtwoord:

Login onthouden

Login via:
Wachtwoord vergeten.

Het Forum

· [MED] Mededelingen
· [SUG] Suggesties
· [M&S] Moppen/Spelletjes
· [CUL] Kunst & Cultuur
· [OFT] Offtopic
· [G&C] Games & Computers
· [WMO] Wat me is overkomen
· [VDS] Vragen des levens
· [POL] Politiek
· [CON] Consumenten forum


Consumenten Forum, met welk bedrijf moet je wel/niet zaken doen


1 2 3 [4] 5

Dierenambulance 5

14-08-25 16:00:22
Emmo
Stamgast


WMRindex: 70.268
OTindex: 28.726
11.4: Gänsespiel
De volgende melding gaat over een gewonde gans nabij de kinderboerderij in de stad. Ik ben er vaker geweest. De kinderboerderij ligt aan het stadspark dat vroeger de oude stadswal was. Ik tuf erheen via de voor mij gebruikelijke route. De melder zou ter plaatse blijven om mij het dier aan te wijzen.
Tijden de rit gaat de telefoon. Melder is het dier uit het oog verloren. Ik besluit toch maar door te rijden. Ik ben al halverwege. Wie weet komt het dier weer boven water. Een gewonde gans is gewoonlijk solitair en is op die manier redelijk makkelijk te herkennen.
Het is druk. Op de kinderboerderij zijn festiviteiten aan de gang en alles staat vol geparkeerd. Toch weet ik nog een plekje te vinden waar ik in ieder geval niet in de weg sta. Als ik uitstap en in de richting van de vijver loop wordt ik aangesproken door een BOA. Of ik wel weet dat ik een verschrikkelijke overtreding begaan heb. Ik heb met een niet-prioriteiten voertuig een fietspad bereden. Oeps. De afgelopen drie jaar mocht je daar gewoon rijden, maar schijnbaar is dat sinds kort veranderd.
Ik beken schuld, de borden staan er en die had ik moeten zien. Maar ja, ik was meer bezig op te letten of ik geen fietsers ondersteboven zou rijden dan of een gewone weg opeens een fietspad was geworden. De dreigende boete van tweehonderd euro wordt omgezet in een officiële waarschuwing. Ik vraag nog hoe de aanwezig auto’s hier gekomen moeten zijn. BOA vertelt dat dit via de andere kant dient te gebeuren. Volgens mij was dát nu juist een fietspad, maar ja, de goede man zal beter op de hoogte met de recente wijzigingen zijn dan ik.
Ik loop verder met m’n net richting vijver. Dan gaat de telefoon. De leidster van het asiel. Zij woont in de stad en was toevallig in de buurt. Ze geeft nader aanwijzingen. Het gaat om een Canadese gans, inderdaad solitair en is het laatst gezien net voorbij het brugje. Dat is al een stuk duidelijker dan de oorspronkelijk melder. Op de aangegeven plaats is inderdaad een groep ganzen aanwezig.
Ik loop er naar toe en jaag ze op die manier het water in. Ze blijven als groep bij elkaar. Geen eenzame gans te bekennen. Ik loop nog wat heen en weer maar wel veel ganzen, maar zonder een eenzame.
Ik loop terug naar de bus. Vanaf het terrein van de kinderboerderij komt een jonge man op me toe. “Zoekt u de gans”? Inderdaad, die zocht ik. Volgens de jonge man zat het dier niet in het park maar aan de andere kan van de kinderboerderij. “Loop maar mee”.
Ik volg de jonge man door de kinderboerderij naar een soortement parkje aan de achterzijde. Wat geboomte en wat slootjes, maar geen gans. We lopen de paadjes af tot aan de weg en via een ander pad terug naar de kinderboerderij. Geen gans te bekennen.
Dan geef ik het op. Als het dier weer boven water komt mogen ze nog een keer bellen. Terug in de bus sein ik de centrale in dat het niets geworden is. Dan rijd ik met de bus in de richting die me door de BOA gewezen is. De man had gelijk. Het lijkt een fietspad, maar ik kom uit op een rotonde op een uitvalsweg. Vandaar kan ik gewoon naar huis rijden.

14-08-25 19:42:35
allone
Oudgediende


WMRindex: 53.446
OTindex: 96.158
Poeh poeh
“Er zit een kat in mijn tuin”
Welterusten 8-)

15-08-25 18:28:48
Emmo
Stamgast


WMRindex: 70.268
OTindex: 28.726
11.5: Waterhoen te water
Dan is er weer een melding. Dat gaat over een waterhoentje dat niet voort kan. Het adres is in een wijk net achter de grote flats langs de centrale weg door de stad. Geen idee wat dat nu weer te betekenen heeft maar dat zien we wel als we er zijn.
Er is geen fatsoenlijke parkeergelegenheid, dan maar onfatsoenlijk. Met de wielen half op de stoep, net als de rest van de plaatselijke bevolking. Als ik de bus neerzet wordt er vanachter het raam al gezwaaid. Ze hebben me al gezien. Ik stap uit en pak een bakje. Tegelijk komen een vrouw en een jongetje via de garage naar buiten. Mevrouw met een doos in de handen.
In de doos zit het waterhoen. Een wel héél erg jong beestje. Ik vraag, en volgens het jongetje, ik schat hem op een jaar of zeven, heeft hij het diertje gevonden op een gemaaid stuk. Een nest was volgens hem niet te zien. Ik kan me daar wel wat bij voorstellen. Plantsoenendienst maait tot vlak aan het water waarbij het nest hetzij beschadigd raakt, hetzij ondergesneeuwd raakt door gemaaid gras, hetzij losraakt van de oever en wegdrijft. Legio mogelijkheden.
Daarbij zijn waterhoenen nestvlieders. Zo gauw ze kunnen gaan ze het nest uit en met hun grote poten kunnen ze flink lopen, zo klein als ze zijn. Het is hun verdediging tegen rovers. Alleen zit ik er mee. Volgens mijn volstrekt ondeskundologische kennis is het beestje veel te jong om het alleen te kunnen redden. Dus accepteer ik het beestje en zeg dat ik het naar de opvang zal brengen.
Terug in de bus bel ik de opvang en krijg vervolgens van onder uit de zak. Waterhoentjes kunnen, juist omdat het nestvlieders zijn, zichzelf prima redden. Bovendien kun je ze niet houden, ze gaan dood van de stress. Terugzetten in de buurt van het nest is de aangewezen weg. Maar ja, de enige duidelijke info die ik dienaangaande had was dat het een gemaaid stuk betrof. Ver weg van het huis kon het overigens niet wezen.
De beheerder van de opvang is beter op de hoogte van de plaatselijke geografie en geeft me een aantal aanwijzingen en straatnamen. Een aantal herken ik. Die zijn inderdaad kort in de buurt. En inderdaad, als ik in de richting van één van die straten rijd zie ik langs een brede sloot een aantal gemaaide stukken. Plantsoenendienst heeft verschervend gemaaid: stukje maaien, stukje laten staan, enzovoorts.
Op een plekje waar het maaien het dichtst bij het water gekomen is kies ik als de uitzetplaats. Iets verderop zet ik de bus op een parkeerplaats. Dan loop ik terug met m’n waterhoentje naar het gemaaide gedeelte. Op hoop van zegen zet ik het diertje aan de rand van het gemaaide stuk vlak aan het water in het gras. Kan hij kiezen. Voor de rest weet ik het ook niet. Ik ga weer op huis aan na mij bij de centrale te hebben afgemeld.

16-08-25 12:58:20
Emmo
Stamgast


WMRindex: 70.268
OTindex: 28.726
11.6: Geen spekje voor een kattenbekje
De volgende dag komt er een melding door van een merel die gewond zou zijn. Gewonde beesten, daar zijn we voor. Ik heb de koffie met zelfgebakken blauwebessentaart al op dus we gaan onderweg. Zo af en toe heb ik last van de pluralis majestatis, het koninklijke meervoud. Ook vandaag heb ik geen bijrijder. Zij is vakantie aan het vieren in Hoek van Holland.
Het adres is in een nieuwbouwwijk waar we wel vaker komen. Ook een voormalige collega woont in deze wijk. De wijk bestaat voor een groot gedeelte uit nauwe kronkelstraatjes en doodlopende stukken, maar er is gewoonlijk voldoende parkeergelegenheid.
Ook hier. Ik kan de bus zowat direct voor de deur neerzetten. Ik bel aan, mevrouw doet open “Komt u verder, hij zit achter”. Binnen is ook het mannelijke gedeelte van het echtpaar aanwezig. Samen doen ze het woord. Het blijkt dat de merel te grazen is genomen door de huiskat. Huiskat is een notoire jager die regelmatig muizen en vogels mee naar huis neemt. Sommige katten zijn zo. Ideaal op een boerderij tegen ongedierte, maar in een rijtjeshuis enigszins overbodig.
Kat is ook aanwezig en is zo op het oog, voor mensen, een lief beest. Ik bekijk de vogel. Geen ernstige beschadigingen te zien. Goed beschouwd geen lichte ook. Denkelijk is het beest zich doodgeschrokken van de kat en daarvan nog steeds danig onder de indruk. Maar zo te zien heeft de kat de merel alleen bij de veren gehad. Maar omdat het diertje nog steeds flink beduusd is toch maar naar de opvang. Daar kan ‘ie tot rust komen en als ‘ie bekomen is van het avontuur weer vrijgelaten worden. Hij zit goed in de veren en is beslist vliegvaardig.
Ik praat nog even met het echtpaar en neem dan afscheid. Terug in de bus bel ik de opvang. “Kom maar langs” zegt de beheerder. “Ik ben er toch en dan kan ik ‘m gelijk bekijken”.
Bij de opvang aangekomen bekijkt de beheerder de merel en ziet ook geen ongerechtigheid. “Toch maar even tot rust laten komen”. En zo wordt de merel in één van de vrije kooien geparkeerd. Ik kan weer naar huis.

17-08-25 09:52:55
Emmo
Stamgast


WMRindex: 70.268
OTindex: 28.726
11.7: Duif zonder post
Tijdje later komt de volgende melding. Een duif dit keer. Een geringde. Het is op een bekend adres in het stadje aan mijn kant van de rivier. Het is een soortement manege. De man geeft paardrijlessen en heeft een aantal paarden op stal, al maakt het geheel meer de indruk van een boerderij dan van een echte manege.
Ik ben er al vaker geweest, ook voor een duif. Als ik aan kom rijden en de bus neerzet op het erf gebaart de man me door te rijden tot achter het stalgebouw. Daar stap ik uit. Mijnheer komt me tegemoet met de duif in de handen.
Het is een geringde postduif. Omdat mijnheer al vaker met het bijltje had gehakt had hij zelf via het ringnummer de eigenaar proberen te traceren. Die zou in het westen des lands zitten. Telefoon werd alleen niet opgenomen. Bovendien was de duif nogal verzwakt en zat al een paar dagen op de mestbult. Uit voorgaande ervaring wist de man al dat dit soort gevallen naar een duivenopvang in een dorp nabij de grote stad gaan.
Ook in dit geval is dit de aangewezen weg. We praten nog even. Mijnheer verteld dat hij al veel te weten was gekomen via een kennis die ook duivenmelker is. Maar in dit geval was toch hulp geboden.. en daar was ik voor.
Duif in een bakje en terug in de bus bel ik de duivenopvang. Geen verbinding. Heeft zeker z’n telefoontje uitstaan of zo. Dan doen we het maar zo.
Bij de opvang aangekomen plaats ik de duif in het hok met aanvliegers en schrijf een appje met de meest relevante gegevens. Klaar.

19-08-25 12:39:55
Emmo
Stamgast


WMRindex: 70.268
OTindex: 28.726
12: Broken wings
Lied van Mr Mister (1985)
12.1: Gans gevist
Tijdens de overdracht kregen we een melding door over een gans die zou vastzitten met een visdraad. Enige discussie over de plaats van de gans. Collega, al jaren een ingezetene van de stad, wist het ook niet. Tot we een straatnaam doorkregen die we in ‘Maps konden vinden. Dat bleek een paadje in het stadspark op nog geen honderd meter van de woonstee van de collega.
De melder zou op ons wachten. Aangekomen op het begin van het pad geen melder te bekennen. Geen gans ook, tenzij je een groepje meetelt een stuk verderop. Melder opgebeld. Die is bij het uiteinde van het doodlopende paadje en is aan het oog onttrokken door wat geboomte.
We lopen op elkaar toe en praten even. Volgens de melder is het een vrij jonge vogel in het groepje een stuk verderop. Gezamenlijk lopen we er op toe. Ik aan de waterkant en collega aan de straatkant, zodat we de dieren min of meer insluiten. Terwijl we dat doen zien we één van de ganzen, een vrij jong exemplaar, wat ongelukkig lopen. Dat moet ‘m zijn.
Ondanks pogingen van melder en collega steken de ganzen de weg over. Gelukkig is het een zijweggetje en niet druk. Op het grasveld aan de andere kant van de weg weten we de mankepoot te isoleren en krijgt ‘ie van collega het net over de kop. Ik houd daarop het dier in bedwang en samen lggen we de gans op de zij, zodat we beter bij de poten kunnen. Collega neemt over en ik haal mijn zakmes met schaartje uit de broekzak.
De rechterpoot zit heel strak ingesnoerd met een fijne nylon visdraad. Makkelijk knippen, al moet ik wel eerst het schaartje onder de draad wurmen. Maar als dat gebeurt is, is het dier bevrijd. Dan laten we het dier vrij, dat direct naar z’n kameraden waggelt. Het ongelukkig lopen is niet meer te zien. Succes gehad.
Een ouder echtpaar dat een rondje aan het lopen was heeft van een afstandje de operatie gadegeslagen. Ze vragen wat of we gedaan hebben. Collega geeft uitleg en wij krijgen het compliment dat we op deze manier goed werk verrichten.
Terug in de bus melden we ons af en dan rijden we naar de stee van collega. Daar neem ik de dienst over en ga naar huis.

20-08-25 16:30:19
Emmo
Stamgast


WMRindex: 70.268
OTindex: 28.726
12.2: Ongechipt
De volgende ochtend vroeg gaat de telefoon. Ik ben net bezig wakker te worden. Volgens de centrale was de eerste melding al om vijf uur doorgekomen, maar even afgewacht of er geen eigenaar komt opdraven. Melder had de hond, daar gaat de melding over, al op Facebook gezet als “verloren hond”.
Het adres is in een smal straatje parallel aan de rivier. Zo vroeg op de ochtend is dat nog wel te doen. Twee huizen van het adres waar ik wezen moet is een plekje vrij, weliswaar met een kruis van “Niet Parkeren”, maar dat moet maar even. Zaterdagochtend om half zeven is er toch nog geen sterveling wakker.
Ik loop terug met chiplezer en hondenriem naar het adres waar ik wezen moet. De onderste bel, dat had de melder me tijdens het eerste telefoongesprek weten te vertellen. Een jonge vrouw in nachtgewaad doet open. Zwart-witte hond aan een dun kettinkje. Dat kettinkje is van haar tas, vertelt ze. Ze had zo gauw niets anders om het dier mee te nemen. Het dier heeft een gewone slipketting of wurgketting om de hals. Daar zit haar kettinkje aan vast.
Ik haak het dier aan mijn riem en mevrouw maakt haar ketting los. Ik lees de chip uit. Geen contact. Vreemd. Normaal zijn alle honden, verplicht, gechipt, en deze is nog niet zo oud dat ‘ie buiten de regeling valt. Ik vertel mevrouw dat ik het dier naar het asiel in de grote stad zal brengen. Daar zullen ze verder zoeken naar een eigenaar.
Dan neem ik afscheid en ga terug naar de bus. Deurtje open, hond springt er in alsof het de gewoonste zaak van de wereld is. Ik sein de centrale in dat ik de hond naar het asiel zal brengen en ga onderweg.
Op het asiel staat net de allereerste medewerker met haar fiets voor het hek. Ik heb de sleutel dus doe ik het hek voor haar open en rijd achter haar aan naar de nachtopvang. Ik zet de hond in de nachtopvang en vul het begeleidende formulier in. Terwijl ik bezig ben komen nog wat medewerkers op de fiets het terrein op. Als ik klaar ben ga ik op huis aan. Nog even zwaaien naar de medewerkers en dat was dat.

21-08-25 12:35:32
Emmo
Stamgast


WMRindex: 70.268
OTindex: 28.726
12.3: Gebroken vleugel
Dezelfde ochtend alweer een melding. Over een niet vliegende zwaluw. Nu kunnen zwaluwen prima vliegen. Ze doen bijna niet anders. Alleen met opstijgen hebben ze een probleem. Dat gaat niet, de pootjes zitten verkeerd. Een zwaluw moet zich laten vallen en dan kan hij de vleugels eronder krijgen. Vanaf de grond lukt niet.
De techniek om een gevonden zwaluw aan het vliegen te krijgen is dan ook buitengemeen simpel. Gewoon omhoog gooien. Niet veel, als ‘ie maar goed een meter van de grond is heeft ‘ie voldoende tijd om het vallen om te zetten in vliegen. Als dat niet lukt is het einde oefening voor het arme beest. Zelf voeden is onbegonnen werk. Een zwaluw eet meerdere duizenden muggen en vliegen per dag. Daar kan geen vliegenmepper tegenop. Een zwaluw die niet kan vliegen is rijp voor euthanasie. Doe je dat niet sterft ‘ie de hongerdood.
Via de centrale gaf ik dan ook het advies aan de melder om het dier in de lucht te gooien. Ik heb dat niet van mezelf, maar geleerd in melding 3.3 “Gierende merel” en in melding 4.3 “Een ei hoort er bij”. Via de centrale kreeg ik te horen dat deze techniek ditmaal niet werkt. Het beestje stortte steeds ter aarde.
Dan zit er niet anders op om er heen te gaan en het diertje op te halen. Ik mag en kan geen euthanasie uitvoeren, maar ik heb wel adressen waar dat op een diervriendelijke methode wél kan. Eerst bel ik de melder om door te geven wanneer ik er zal zijn en krijg van weeromstuit opnieuw het verhaal te horen van het in de lucht gooien. Melder heeft in ieder geval zijn best gedaan.
Als ik aankom komt melder me al halverwege tegemoet. Via de garage is het vlotst, het beestje zit in een doos op een tafel in de achtertuin. Ik krijg opnieuw het gooi-verhaal. Ik geloof mijnheer op zijn woord. Het geeft geen zin om het dier nogmaals te treiteren. Wel vertel ik het hele verhaal over het hoe en waarom van het vliegen en waarom euthanasie. Mijnheer vindt het jammer voor het beestje, maar gezien de verklaring zit er niets anders op.
Terug in de bus bel ik de opvang en doe het verhaal. Beheerder is aanwezig. “Kom maar door, dan zal ik er direct naar kijken”. Als ik aankom is de beheerder bezig met schoonmaken. Ook dat is onderdeel van het werk. Beheerder neemt de zwaluw van me over en inspecteert het diertje. “Ik zie het al, gebroken vleugel. Die vliegt nooit meer”. Beheerder toont mij de veel te grote beweeglijkheid die duidt op een fractuur. “Die zal ik zo uit z’n lijden verlossen”.
Daarmee zit mijn taak er op. Ik ga weer op huis aan.

22-08-25 10:15:59
Emmo
Stamgast


WMRindex: 70.268
OTindex: 28.726
12.4: Dode meeuw
Na de middag komt er een nieuwe melding binnen. Dit keer een vreemde. Op de brug over de rivier ligt een dode meeuw. Op zich niet zo uitzonderlijk, er worden vaker vogels aangereden. Maar in dit geval is het niet ons pakkie-an. Dode wilde dieren zijn de verantwoordelijkheid van de eigenaar van de grond waar het dier ligt en, in het geval van een weg, de wegbeheerder. In sommige gevallen doen wij dat wel, maar dat is afhankelijk van ons contract met de gemeente. En in deze gemeente hebben we niet dat contract.
Maar ja, het is zaterdag, en dan zijn de gemeentelijke burelen hermetisch gesloten. De ambtenaren hébben het al zo zwaar. De meeuw ligt wel midden op straat en de automobilisten vinden het geen prettig idee om over zo’n beest heen te rijden. Er wordt dan ook het nodige gezigzagd. Geen situatie die je wilt laten voortduren.
Ik mag er dan ook heen om het dier van de straat te plukken, aangenomen dat er over een half uur, mijn aanrijtijd, nog wat te plukken valt. Maar in overleg met de centrale ga ik onderweg.
Van te voren had ik gevraagd aan welke zijde het dier zou liggen. Dit in verband met aan welke zijde van de rivier ik de bus kan neerzetten. Dat was aan mijn zijde van de rivier en dan kan ik de bus het best kwijt aan het station. Ruim plek en uit de weg.
Ik zet de bus neer op een plekje voor uitzwaaiers. Er gaat maar één treintje per uur naar de grote stad en daar staat bijna nooit wat. Loopafstand naar de brug is nog geen honderd meter. Even de straat over en je bent er al.
Ik loop de brug op langs het gedeelte van het autoverkeer. Het voetpad is afgeschermd met een hek en ik moet wel op de rijbaan wezen als ik de meeuw vind, platgereden of niet. Op een derde van de brug ligt de meeuw. Niet op de rijbaan maar op mijn looppaadje. Denkelijk heeft in de tussentijd een zorgzame ziel het dier opgeraapt en aan de kant gelegd. Netjes. Ik leg het beest in een plastic bakje dat we voor dode dieren gebruiken en ga terug naar de bus.
Daar sein ik de centrale in dat ik de vogel gevonden heb en dat ik het dier volgens alle regelen der kunst zal teruggeven aan de natuur. Het gebruikelijke werk. Ik rijd terug via de polder. Daar weet ik een prima plekje voor zoiets.

22-08-25 11:28:39
allone
Oudgediende


WMRindex: 53.446
OTindex: 96.158
Quote:
een zwaluw eet meerdere duizenden muggen en vliegen per dag
daar zal @Mamsie hem dankbaar voor zijn. En niet alleen @Mamsie.  ;)

23-08-25 14:16:53
Emmo
Stamgast


WMRindex: 70.268
OTindex: 28.726
12.5: Aangevallen duif
De volgende dag komt er weer een melding binnen. Een duif is aangevallen door kraaien in daardoor gewond geraakt. Begeleidend verzoek van de centrale om de melder vijf minuten van tevoren op te bellen zodat zij ter plaatse kan zijn. Dat komt wel vaker voor als het dier op een andere plaats gevangen is dan waar de melder is.
Ik ga onderweg. Ik moet even voor de brug wachten en neem de gelegenheid te baat om de melder te bellen met de ETA (Estimated Time of Arrival = verwachtte aankomsttijd). Die is meestal vrij zuiver. Het is nog wel dik twintig minuten gaans, maar dan weet den melder wat ze kan verwachten. Die vind dat prima “Dan kan ik nog net even boodschappen doen”.
Het adres van de duif is om een vrij nieuw industrieterrein in het stadje aan mijn kant van de rivier. Domdommetje heeft ‘t allemaal niet zo goed begrepen en wijst me twee bedrijven verder dan waar ik wezen moet. Als ik keer zie ik de melder al zwaaien. Die had me natuurlijk al voorbij zien kachelen.
Ik stop bij het juiste adres, stap uit en maak kennis met de melder. Die heeft de sleutel van de loods waar de duif zit. Mevrouw vertelt dat de duif al een paar dagen in de struiken zat en opeens werd aangevallen door kraaien. Haar vader heeft toen de duif ontzet en in een doos in de loods gezet.
In de loods staat de doos met de duif op een tafel. Ik kijk er in. Een jonge duif met een flink gat in de kop en een zwaar bebloed linkeroog. Zodanig dat ik vermoed dat het wel eens permanente schade zou kunnen betekenen. De verwondingen kloppen in ieder geval met het verhaal van de kraaienaanval.
Mevrouw vraagt wat of e kansen zijn van de duif. Daar kan ik niets over zeggen. Het is een jong beest. Dat gat in de kop, dat zal wel helen. Maar dat oog? Als het dier half blind is weet ik niet of ‘ie wel een volwaardig duivenleven kan leiden. Tenslotte heb je twee ogen nodig om diepte te kunnen schatten en dat lijkt me vrij belangrijk voor een vogel die op smalle richeltjes moet kunnen landen.
Ik vertel dat ik hem naar de opvang zal brengen. Daar wordt ‘ie nagekeken en aan de hand van de bevindingen daar wordt een beslissing genomen. Meer weet ik ook niet. Mevrouw begrijpt het en daarmee neem ik afscheid.
Terug in de bus bel ik de opvang. “Zet maar op het aanrecht, dan zal ik er zo direct wel naar kijken”. Beheerder woont niet aan de opvang maar komt er zeker tweemaal daags om van alles te doen. Een gebruikelijke instructie.
Op de opvang zoek en vind ik een doos, duif er in en op het aanrecht. Informatieformulier er bovenop en daar weer bovenop een verzwaring om te voor komen dat de duif uit de doos raakt. Dan kan ik weer op huis aan.

24-08-25 09:35:22
Emmo
Stamgast


WMRindex: 70.268
OTindex: 28.726
13: Heer der Vliegen
Naar “Lord of the Flies”van William Golding
13.1: Twee honden en zes pups
Gisteravond kreeg ik een opdracht door voor vandaag: twee volwassen honden en zes pups moeten naar de dierenarts. Die waren gisteren binnengebracht en moeten nagekeken worden en de nodige vaccinaties krijgen.
Het gaat om grote honden dus worden er twee ambulances gecharterd. Ik mag één ervan rijden. We worden laat in de ochtend besteld. Zal wel te maken hebben met de beschikbare tijd bij de dierenarts. Acht honden in één keer is een behoorlijke hoeveelheid.
De beide bussen zijn ruim op tijd. Een dierverzorger wordt opgeroepen en komt. De beesten kunnen ingeladen worden. Van een collega had ik gehoord hoe die het eerste transport had aangepakt, dus nu op dezelfde manier. De beide grote honden elk in een opvouwbare draadkooi in een bus en de zes pups drie aan drie in de vaste bench in de bussen. Dus vier handen per bus.
De eerste, de grootste, wil niet. Mijn collega heeft ervaring met dit ras en besluit dat het beter zonder de draadkooi kan. Met drie man lukt het om de hond van goed vijftig kilo in de bus te krijgen. Hij wordt vastgelegd aan de vaste bench. Nummer twee, ietsje kleiner van een zogeheten “gevaarlijk” ras, geeft geen enkel probleem. Zij (het is een teef) wil alleen alle kanten op en omdat ze sterk is moet je flink tegenwicht geven. Maar als de bus en de draadkooi opengaan springt ze er zonder een enkel probleem in. De pups zitten met z’n zessen in één kooi. Twee keer lopen met drie man.
Dan in konvooi naar de dierenarts. We komen met de eerste hond binnen, collega heeft ‘haar’ kalf van een beest goed onder controle en ik heb alvast de papieren en de medicijnen mee. Die medicijnen hadden we van het asiel meegekregen: vaccinaties en chips. Dierenarts weet van niets. Bellen naar het asiel. Bleek de verkeerde dierenarts.
Kalf weer ingeladen, dit keer lukt de collega het in haar uppie waar we eerst met drie man aan het worstelen waren, en op naar de volgende. Daar aangekomen bleek dat we hier wel goed zijn. We worden tussen de andere patiënten door geholpen, maar er zijn meerdere artsen aanwezig, dus gaat het best vlot.
Eerst het kalf van goed vijftig kilo. Met hangen en wurgen op de weegschaal. Er zit totaal geen kwaad bloed bij, hij is alleen zo bang als de dood voor van alles. Dan op de behandeltafel: tillen met z’n allen. Standaard onderzoek, vaccinaties geven en chip inbrengen. Ondertussen haal ik de volgende, de teef. Die komt bij een andere arts, ook daar van hetzelfde pak een laken.
De volwassen honden weer terug in de bus en de pups er uit. In overleg met de twee artsen twee aan twee. Ondertussen hadden de pups in beide bussen de hele bench ondergescheten. Onvoorstelbaar hoeveel poep uit zulke kleine beestjes komen kan.
Maar ook die krijgen dezelfde behandeling. Alleen krijgen ze geen vaccinatie, ze zijn te jong. De leeftijd in onbekend maar wordt door de artsen op zes weken geschat en vaccinaties gaan pas bij acht of negen. Dat heeft te maken met de natuurlijke weerstand die de beestjes meekrijgen met de moedermelk. Zolang ze gezoogd worden krijgen ze de nodige antistoffen binnen en pas als die antistoffen verdwenen zijn heeft een vaccinatie effect.
We laden de boel weer in en rijden terug naar het asiel. Daar laden we de boel samen met de dierverzorger weer uit en brengen ze naar hun respectievelijke kooien. Dierverzorger vraagt of er nog bijzonderheden waren. Ik zeg dat de pups geen vaccinatie gehad hebben. Dat was dus wel de bedoeling. Op het asiel heerst een besmetting en om die zoveel mogelijk tegen te gaan hadden ze die pups ondanks de jonge leeftijd wel gevaccineerd willen hebben onder het motto beter mee verlegen dan om verlegen. Maar ja, als wij als chauffeur niet op de hoogte zijn van de bijzondere omstandigheden en overwegingen gaan wij uit van het oordeel van de dierenarts.
En toen was het schoonmaken geblazen. We hebben rollen papier en handdoeken in de bus. En daarna met speciaal ontsmettingsmiddel vanwege die besmetting. Standaard desinfectie, die we altijd toepassen is onvoldoende. Een goed uur later zijn we klaar.
Collega heeft inmiddels alweer een melding binnen en ik kan terug naar huis.

25-08-25 18:42:38
Emmo
Stamgast


WMRindex: 70.268
OTindex: 28.726
13.2: De duif die niet vloog
Als ik van de vorige rit thuiskom maak ik een kom soep. Van die Thaise nooddlesoep uit een zakje. Heet water er op en klaar. Ik ben net halverwege en daar gaat de telefoon. Een duif zit al een paar dagen op een galerij te zitten en gaat geen kant op. Een geringde postduif. Die is natuurlijk met een lossing de weg kwijtgeraakt en weet niet meer waar hij heen moet.
Ik bel op dat ik er aan zit te komen en krijg instructies hoe om te gaan met het belsysteem van de flat. Als ik aan kom zet ik de bus neer op een vrij plekje en loop naar de ingang. Vrij modern en goed aangegeven. Ik bel aan en krijg te horen dat ik naar dek zeven moet. Zeven dekken is me net even te veel en ga met de lift.
Boven wordt ik al opgewacht door een oudere dame. Ze vertelt dat ze schrik heeft van vogels maar dat een vriendelijke buurman het dier gepakt en onder een mandje geplaatst heeft. Compleet met wat voer en water. Prima verzorgd.
Ik pak het dier vanonder het mandje. Zo op het oog niets mis mee. Op de ring een NL nummer van 2025. een Nederlandse duif die in 2025 uit het ei gekomen is. Ik heb inmiddels al twee nieuwe meldingen te pakken en daarom niet veel tijd. Ik praat even met mevrouw en vertel wat ik ga doen met het dier. Dan neem ik afscheid en ga naar beneden.
Terug in de bus controleer ik het nummer van de duif. Krap honderd kilometer is me te ver. Die duif breng ik naar de opvang, dan kan die het verder afwikkelen. De twee volgende meldingen betreffen een aangereden kat die overleden is en een gewonde scholekster. Levende dieren gaan voor dode, dus eerst die scholekster. Tweede punt is dat de scholekster bij een bedrijf is waar de werknemers op het punt staan naar huis te gaan.

26-08-25 09:09:04
Emmo
Stamgast


WMRindex: 70.268
OTindex: 28.726
13.3: Fractuur
Ik ga richting scholekster. De brug over, stadje door en in het buitengebied tussen de tuinderijen is een grote loods. De nummering is weer zoals gebruikelijk in dit gebied, dus ik moet eerst vragen waar ik moet zijn. Één loods verderop.
Daar spreek ik een man aan die net naar buiten komt “Please English”. In het Engels vertel ik dat ik een gewonde vogel kom ophalen. De man weet nergens van maar gaat binnen vragen. Een paar tellen later komt iemand anders naar buiten. Die weet er wel van.
De vogel in kwestie zit onder een kratje naast de loods. Kratje opgetild en ik bekijk de vogel. Vers bloed aan de vleugel en een poot die er niet helemaal jofel bij hangt.
Ik vraag of het dier aangereden is. Mijnheer weet dat niet. Alleen dat ‘ie naast de straat, waar nog wel eens harder dan de toegestane 60 km/u wordt gereden, is gevonden. Één en ander wordt belangstellend gevolgd, min of meer, door enkele buitenlandse werknemers.
Ik doe het dier in één van de transportboxen, bedank mijnheer voor de melding en rijd weg. Krijg zeer galant alle ruimte van de buitenlandse werknemers die ook op vertrek stonden.
Dan wordt het hóóg tijd om de dieseltank te vullen. Volgens de display in de bus had ik nog voor een heel dikke honderd kilometer prut in de tank, maar nu staat ‘ie op minder dan zestig. Als ik op die manier de nog openstaande melding doe en breng tegelijk de bijbehorende dieren naar de opvang, dan sta ik halverwege droog.
Gelukkig is één van de goedkopere tankstations waar ik met ons pasje kan tanken niet ver, maar als ik eenmaal aan de pomp sta heb ik nog 35 kilometer over. De volgende melding is een aangereden kat. In verband met de logistiek daar eerst maar naar toe. Onderweg naar de opvang van de scholekster kom ik er zowat langs, en die duif heeft niet zo’n haast.

28-08-25 18:04:56
Emmo
Stamgast


WMRindex: 70.268
OTindex: 28.726
13.4: Aangereden
De melding van de kat was een beetje verwarrend, anders dan gebruikelijk. Dat het gaat om een doodgereden kat is wel duidelijk, maar hoe het nu zit met de melder en de situatie ter plekke, daar kan ik niet helemaal chocola van maken. Maar dat zie ik wel als ik er ben.
Het adres is in een min of meer op zichzelf staande nieuwbouwwijk in de stad. Na het, zeer noodzakelijke, bijvullen van de dieseltank naar het adres gereden. Van te voren, zoals gebruikelijk, opgebeld.
Al ik aan kom rijden en de bus nagenoeg voor de deur parkeer komt een man op klompen naar buiten. De melder en eveneens de eigenaar. Voor mij een ongebruikelijke situatie. Maar mijnheer vertelt dat het dier door een passerende buurjongen (reed veel te hard, volgens mijnheer) was doodgereden.
Mijnheer gaat me voor naar de oprit. Op een tafeltje half naast de garagedeur staat een doos. In de doos een dode kat. Gezien de beschadigingen inderdaad waarschijnlijk aangereden. Mijnheer is aardig laconiek. Hij wil alleen liefst dat de kat weg is voordat de kinderen thuiskomen. Gezien de aard van de beschadigingen kan ik me daar wel wat bij voorstellen.
Dat is uiteraard geen probleem. Aangereden dode katten, daar hebben we wel vaker mee te maken. Ik leg het dier in een kratje en mijnheer pint drieëndertig Euro, het tarief voor afstand doen van een dier.
Terug in de bus bel ik de centrale. Wat te doen met het dier? Voor de kadaverbak is het te laat, die is inmiddels dicht. Er is geen bewaarplicht omdat de eigenaar bekend is en afstand heeft gedaan. Een tamme kat teruggeven aan de natuur? Dat voelt ook niet jofel aan. Gezamenlijk besluiten we dat ik het dier net als alle aangereden katten naar de vriezer op het asiel breng. Op het begeleidend formulier terdege vermelden dat de kat afgestaan is door de eigenaar.
Zo gezegd zo gedaan. De procedure gevolgd van aangereden katten.

29-08-25 12:22:56
Emmo
Stamgast


WMRindex: 70.268
OTindex: 28.726
13.5: Eenzaam en alleen
Een volgende dag, na de overdracht om 19:00, gaat, als ik onderweg naar huis ben, de telefoon. Een aangereden kat, leeft nog. Het adres is van de melder, die zal me het dier wijzen. Hij ligt in de berm.
Lastige opdracht, tenminste, dat kan het zijn. Je weet maar nooit of een in de berm liggende kat er over een half uur nog steeds ligt. Ik slinger de bus in de rondte en rijd richting het aangegeven adres. Het is in het buitengebied aan de andere kant van de grote doorgaande weg.
Het blijkt een boerderij waar ik al eens eerder ben geweest om een verwilderde kat op te halen in het kader van de TNR-actie. Ik kreeg het dier toen niet te pakken en heb mevrouw geadviseerd om een vangkooi aan te vragen.
In dit geval kwam, toen ik de oprit indraaide, de boer al aanlopen. “Ik rijd wel voor je uit op de fiets”. Ik rijd een rondje over het erf en zie dat mijnheer al voor me uit op de fiets zit. Ik er langzaam achteraan.
Mijnheer rijd het dijkje af en slaat dan een doodlopende weg in. Een aangereden kat in het buitengebied aan een doodlopende weg? De wonderen zijn de wereld nog niet uit. Een stuk verder, in een bocht, stapt mijnheer van de fiets. En daar ligt in de berm de kat.
Rot gezicht. Kat leeft, maar daar is het meeste mee gezegd. Het dier kan, mogelijk verzwakt, niet in de benen komen en zit onder de vleesvliegen. Alsof die vinden dat het dier al dood is. Mét handschoenen aan haal ik het dier aan. Eerst kennis maken. Het dier is vertrouwd met mensen, of het kan hem absoluut niet meer schelen. Ik vermoed het eerste. Dan de chip uitlezen: geen chip.
Transportbak er naast en het dier in de bak getild. Het dier laat rustig met zich sollen. In ieder geval zijn de meeste van die vliegen weg. Beest is broodmager en duidelijk in een slechte conditie.
Ik praat nog even met mijnheer over wat er met de kat zal gebeuren. Eerst ga ik centrale inlichten en, afhankelijk van wat die beslist gaat het dier naar het asiel of naar een dierenarts. Als het aan mij ligt stante pede naar een dierenarts.
Ik bedank mijnheer en neem afscheid. Dan bel ik centrale met als resultaat dat we naar een bekende dierenarts gaan. Een stuk verderop, maar hij is wel open.
Bij de dierenarts aangekomen zijn er, ondanks het relatief late uur, nog steeds patiënten aanwezig. Ik stuiter naar binnen en ben gelijk aan de beurt. Centrale had “spoed” voor me geregeld. Één van de artsen bekijkt het dier. “Dat is een oudje, waarschijnlijk last van nierfalen. Zwaar gedehydreerd (uitgedroogd) en ondervoed”. Geen beste prognose. Ik vertel de omstandigheden waaronder ik het dier heb aangetroffen en wat de melder mij heeft verteld. De arts schud zijn hoofd. Dat dacht ik ook al. De arts vraagt nog even de grote baas of die wil kijken, maar ook die heeft er geen fiducie meer in.
Aan mij de beslissing, want ik heb het dier binnengebracht. Op basis van wat de arts zei: oud beestje met nierfalen, is die beslissing eenvoudig: inslapen. Beest krijgt eerst een prik ter verdoving en terwijl dat zijn werk doet wordt ik met de kat naar een zijkamertje gedirigeerd. In de tussentijd kan de arts weer een andere patiënt helpen.
Als de arts daarmee klaar is krijgt de kat het verlossende spuitje en is binnen no time vertrokken. Die was duidelijk al aan het eind van zijn latijn. Ik doe de kat weer in de transportbak, bedank de arts en ga terug naar de bus. Nog even het papierwerk afhandelen met een secretaresse die voor het eerst met een dierenambulance te maken had, maar dat was uiteindelijk ook afgehandeld.
Dan naar het asiel om het beest naar de vriezer te brengen. Zelfde procedure als de vorige. Tien uur ‘s avonds was ik thuis.

30-08-25 10:58:18
Emmo
Stamgast


WMRindex: 70.268
OTindex: 28.726
14: And you run, and you run
Strofe uit “Time” van Pink Floyd (album: “Dark Side of the Moon”)
14.1: Buitenboordduif
De volgende dag krijg ik een wel héél eigenaardige melding. Een duif die in de schroef van een buitenboordmotor terecht was gekomen. Nou staan duiven niet echt bekend om hun aquatisch vermogen, dus hoe in de lieve vrede een duif in een buitenboordmotor verzeild kan raken? Maar dat horen we wel als we er zijn.
Ik volg het Domdommetje naar het adres. Ik had als instructie gekregen dat ik bij de slagboom kon wachten. Dan opbellen en dan zou er iemand komen om voor me open te doen. “Klopt en er zal voor u worden opengedaan”, maar dan anders.
Ik kom uit bij een camping met een slagboom, ik stop en bel op. Tegelijk gaat de boom omhoog en komt er een man op me toe “wat komt u doen”? Tegelijk wordt ook de telefoon opgenomen en gedrieën proberen we wijs te worden uit de situatie.
Het blijkt dat ik nog vóór de camping rechtsaf had gemoeten, een smal weggetje in dat ik had aangezien voor een fietspad. Ik krijg van mijnheer duidelijke instructies aan de hand van een kaart, keer de bus en rijd dit keer wél de goede weg in. Domdommetje had het best goed, alleen lag de boel zo kort bij elkaar dat ik het kaartje verkeerd gelezen had.
Een stuk verderop zegt Domdommetje dat ik er ben. Iets verderop is een groot hek. Bij dat hek stop ik en bel weer. Ik ben er nog niet, maar de mevrouw die de telefoon opnam kan de bus van haar standplaats zien. Ik haar niet, zo tussen de bomen door. Ik moet nog een stuk verderop zijn, daar staat iemand op me te wachten.
Ik rijd door en de instructies kloppen. Een stuk verderop staan een man en een jonge vrouw te wachten. De man met een doos in de handen. Ik stop en stap uit. In de doos zit de duif. Kleddernat en met een afschuwelijke wond op de rug. De man vertelt dat de duif per ongeluk in het water terecht was gekomen en toen gegrepen was door de schroef van een buitenboordmotor. Zoals het verteld werd behoorlijk logisch. Duiven kunnen soms best onhandig uit de hoek komen.
Ik controleer het dier en zie, behalve die wond, weinig ongerechtigheid. Wel heeft het dier een ring. Op de ring een NL-nummer. Ik controleer op de website van de duivensportvereniging dat nummer en kom uit op een dorp in het midden van het land. Ruim honderd kilometer, zowat anderhalf uur rijden. Ik besluit dat het dier naar de opvang gaat. Eerst maar eens opkalfateren en dan maar kijken wat de eigenaar wil. De opvang in kwestie is de bekende duivenmelker waar we de geringde duiven gewoonlijk naar toe brengen.
Ik laat mijnheer en de jonge vrouw zien hoe één en ander in z’n werk gaat en wat ik ga doen. Meeste mensen, en ook deze, vinden zoiets best interessant. Dan neem ik afscheid en ga met de duif richting opvang. Onderweg bel ik op en krijg de voicemail. Ik spreek een bericht in over wat ik heb aangetroffen.
Op de opvang zit de beheerder met vrouw en nog wat mensen prinsheerlijk op het terras achter een biertje. Als ik stop komt mijnheer in de benen en loopt op me toe. “Heb je ‘n duif voor me”? Duidelijk niet de voicemail gehoord.
Hij bekijkt de duif. “Da’s een beste” en loopt met de duif naar het hok met “aanvliegers”. Ondertussen desinfecteer ik de transportbak en reinig deze. Net als ik klaar ben komt de beheerder op me toe. “Hij is al aan het drinken. Die komt er wel weer bovenop”. Daarmee heb ik m’n werk gedaan. Ik stap in de bus, doe de administratie en ga op huis aan.

01-09-25 10:05:51
Emmo
Stamgast


WMRindex: 70.268
OTindex: 28.726
14.2: Hardloopkauw
In de loop van de avond gaat de telefoon weer. Dit keer een kauwtje dat werd aangevallen door meeuwen. Plaats des onheils het stadspark. Nu is dat stadspark een langgerekt stuk op de plaats waar vroeger de stadswallen lagen.
Door het park heen loopt een breed asfaltpad wat sinds kort gepromoveerd is tot fietspad, hetgeen ik tot mijn schade en schande kortgeleden ondervonden heb (melding 11.4: Gänsespiel). Zaak is dus van te voren uit te pielen waar die kauw zit, zodat je niet van de verkeerde kant komt aanrijden. Maar gelukkig is de beschrijving voldoende nauwkeurig.
Eerst de bijrijder opgehaald, die is terug van haar vakantie, en dan op naar de stad waar de kauw zit. Melder had aangegeven dat ze ter plekke zou blijven. Het beest is niet gevangen maar wordt nog steeds af en toe belaagd. Volgens de melder vliegt ‘ie niet maar is lopend te snel op te pakken te krijgen.
Als we aan komen rijden draai ik een parkeerplaats op. Tezelfdertijd ziet bijrijder een vrouw zwaaien, een eindje verderop. Ik zet de bus in een parkeerhaven, we stappen uit en pakken gelijk een transportbox en twee netten mee. Een niet vliegende kauw die wel hard kan lopen zou wel eens avontuurlijk kunnen worden.
Bij mevrouw aangekomen wijst ze het dier. Midden op een driehoekig grasveldje tussen de weg, de vijver en wat struikgewas. Volgens mevrouw was hij vooral genegen dat struikgewas op te zoeken. Ook een stel ganzen zijn aanwezig. Bijrijder pakt het kleine net en positioneert tussen vijver en kauw, terwijl ik met het grote net tussen struiken en kauw ga staan. Langzaam drijft bijrijder de kauw naar mij toe. Kauw ziet me staan en probeert zijdelings langs bijrijder te ontvluchten. Bijrijder rent erachteraan en weet het kleine net over de kauw te plaatsen. In één keer raak.
Samen halen we het tegenspartelende dier uit het net, gadegeslagen door de melder. We bekijken het dier. Weinig aan te zien, een kale plek op de rug en bovenop de rechtervleugel. Dat mag geen naam hebben. Maar als het dier periodiek wordt aangevallen door meeuwen dan kan ‘ie maar beter een andere locatie krijgen.
Ook omdat ‘ie niet kan vliegen besluiten we het beestje naar een opvang te brengen. De gebruikelijke is dicht, het is na 21:00 ‘s avonds, dus wordt het de opvang in de grote stad. We nemen afscheid van de melder en lopen terug naar de bus.
Bij de opvang aangekomen bekijkt de beheerder het beest. Ook hij ziet weinig problemen. “We zullen hem in observatie houden”. En daarmee kunnen we terug op huis aan.

02-09-25 13:05:21
Emmo
Stamgast


WMRindex: 70.268
OTindex: 28.726
14.3: Stinkende kat
De volgende dag krijgen we zo rond de middag weer een melding. Bij iemand in de stad zit op een grasveldje een onverzorgde kat. Het dier is niet bekend in de buurt maar loopt al een paar dagen rond. Wordt door de melder af en toe gevoerd, maar niet binnengelaten vanwege zijn eigen katten.
Probleem is de toestand van het dier. Volgens het verhaal van de melder is “onverzorgd” een understatement. Het dier hinkt, heeft troep in de ogen en een halve staart. Bovendien stinkt ‘ie.
Ik haal weer de bijrijder op en gezamenlijk gaan we naar het adres. In een nieuwe wijk waar je zonder draad van Ariadne nooit weer uit komt. Maar ja, Ariadne had geen Domdommetje. Wij wel.
Dankzij de wonderen der moderne techniek vinden we het adres zonder al te veel moeite. Nog even een parkeerplekje en als dat gevonden is komt de melder al naar buiten. Een wat jongere man met een reus van een baard.
Hij verteld dat het beest kort nadat wij gebeld hadden dat we er aan zaten te komen aan de kuierlatten had genomen en was verdwenen. Waar? Goede vraag. Melder verteld dat het dier al enkele dagen in de wijk zat maar dat niemand hem kende. Vanwege de staat van het dier had melder hem af en toe gevoerd zodat ‘ie in de buurt bleef. Maar nu was ‘ie toch van tussen.
Samen met de melder zoeken we tussen de struiken en lopen uiteindelijk het hele woonblok rond. Niets te vinden, en ook niets te ruiken. Volgens de melder rook ‘ie een uur in de wind. Bijrijder en ik kijken elkaar aan. Vragen de melder: “wat voor lucht”? Geen urine of poep maar een rottingslucht. Wij beiden denken gelijk aan gangreen. Melder had eerder een halve staart gesproken. Als daar vieze bacteriën in komen is wondkoorts of gangreen zeker een optie. Geen best vooruitzicht.
Maar na gedrieën het hele blok rondgelopen te hebben en met diverse buren gesproken te hebben vinden we toch geen spoor van het beest. Het enige dat we kunnen bedenken is het advies aan de melder om te blijven voeren, en als ‘ie weer komt opdagen maar weer bellen in de loop dat het beest dan wat langer op z’n plek blijft. Maar voor hetzelfde geld is het dier op z’n laatste krachten de bosjes ingekropen om daar eenzaam te sterven.
Onverrichter zake gaan we weer op huis aan.

03-09-25 17:26:29
Emmo
Stamgast


WMRindex: 70.268
OTindex: 28.726
14.4: Schouder en rug
Net voor de koffie, zo rond negen uur, gaat de telefoon weer. Weer eens een duif. Aan een lange slingerweg door een moderne wijk is een gewonde duif aangetroffen. Dit keer heb ik geen bijrijder dus ga ik er alleen op af.
Tegenover het adres waar ik zijn moet is een plekje vrij waar ik fatsoenlijk de bus kwijt kan. Als ik uitstap en een transportbox pak komt mijnheer de melder al de voordeur uit, doos in de handen.
In de doos zit een duif. Een gewone stadsduif. Het dier heeft een wond op de rug en bovenop de vleugel waar bij een mens de schouder zit. Voor mij is dat consistent met een roofvogel aanval.
Mijnheer denkt meer aan een hond. Sommige mensen schijnen hun hond op dergelijke vogels op te hitsen. Lijkt mij dat dan de beschadigingen anders zouden zijn. Een hond heeft een grotere bek, tenzij het om een Maltezer Leeuwtje of iets dergelijks gaat, en minder scherpe tanden dan de snavel van een roofvogel. Bij een hondenaanval zou ik meer verwondingen verwachten en minder diep, maar alla, echt ervaren ben ik ook niet op dit gebied.
We praten even over mensen die hun hond ophitsen en dan neem ik afscheid. Terug in de bus bel ik de opvang. Beheerder vraagt wat voor soort duif. Geen idee, gewoon een duif, maar of het een holenduif, rotsduif, stadsduif is of nog wat anders, daar heb ik geen verstand van. Ik kan het dier langs brengen. Reden voor de vraag is dat de beheerder alleen wilde vogels “doet”. Tamme duiven moeten naar een ander adres.
Ik kan het dier in hok “A” zetten. Op de tafel staat nog een bakje met voer, dat mag ‘ie ook hebben. Dat doe ik, met ook nog een bakje water erbij. Dan ga ik weer op huis aan.

04-09-25 15:19:57
Emmo
Stamgast


WMRindex: 70.268
OTindex: 28.726
14.5: Kitten met bel
Halverwege de middag komt er een nieuwe melding door. Een beetje verwarrend, want eigenlijk zou dit geen melding mogen zijn. Bij een supermarkt in het stadje aan mijn kant van de rivier is een kitten, jonge kat, gevonden van naar schatting een week of tien.
Het dier loopt er al een dag of twee rond. Aan mij de vraag of ik er heen wil gaan om te kijken of het dier gechipt is en eventueel een eigenaar te lokaliseren. Tot zover een normale melding. Punt is dat er tegelijk een Facebook bericht is met een, voor mij, vrij onduidelijke foto van een katje waarbij vermeld wordt dat het dier door iemand in de buurt verzorgd en opgevangen wordt. Aan mij om te beoordelen of het dezelfde kat betreft.
Helaas is de afbeelding op de werktelefoon, klein schermpje, en is het de foto van een foto van een foto en daardoor onduidelijk. Het originele bericht kan ik niet bereiken omdat de werktelefoon geen Facebook account heeft, en mijn privételefoon ook niet.
Maar ik heb een adres en een opdracht en daarmee ga ik onderweg. Het adres is een rijtje nieuwgebouwde huizen in de binnenstad van het stadje, die hetzelfde adres delen met een letteraanduiding. Die letteraanduiding heb ik niet meegekregen.
Ik bel daarom de melder en vraag welk huis ik moet hebben. Blijkt dat melder bij de supermarkt in kwestie staat. Dat had ik van de centrale niet meegekregen, en ook niet met het eerste contact waarmee ik aangegeven heb wanneer ik er zou zijn. Maar melder zou naar me toekomen, het is niet ver.
En inderdaad, na een paar minuten komt er een jonge vrouw, haast een meisje nog, aanlopen met een katje op de arm. Ik neem het diertje over en bekijk het. Niks mis mee. Ik lees de chip uit, geen chip. Controleer de foto, wel een oppervlakkige gelijkenis, zwart met wit gevlekt, maar de kat die ik in de vingers heb heeft, lijkt me, toch wat meer bruin in de vacht.
Maar alles bij elkaar genomen: gezond beest, ziet er verzorgd uit en heeft zelfs een halsbandje om, die hoort ergens thuis. Voor hetzelfde geld loopt ‘ie alleen maar uit pure nieuwsgierigheid bij de super te sneupen en gaat als ‘ie honger krijgt gewoon weer naar huis.
Conclusie in dit soort gevallen: een belbandje. Daarop staat een telefoonnummer dat een eventuele eigenaar kan bellen zodat we weten dat het dier niet zoek is. Het is een beetje geworstel om het dier het bandje om te doen, maar het lukt. Dan geef ik het diertje terug aan de jongejuffrouw. De standaard instructie is het dier laten lopen. Heeft zich na een dag of twee drie niemand gemeld dan kunnen we het beestje alsnog komen ophalen en komt ze in het asiel.
Veel later krijg ik via de app mee dat het dier naderhand toch opgenomen is door iemand die het belbandje verwijderd heeft en in de buurt gaat flyeren.

05-09-25 10:18:13
Emmo
Stamgast


WMRindex: 70.268
OTindex: 28.726
14.6: Hernia Hond
Een half uur na de vorige melding heb ik een taxirit voor een hond die naar de dierenarts moet. Om een aantal redenen is eigen vervoer niet beschikbaar dus mag de dierenambulance dat doen. Hoort er ook bij.
Dat halve uur moet ik ergens zoekbrengen en ik besluit een collega, die vlak in de buut woont, met een bezoek te verblijden. Dat kan, desgevraagd, en dat halve uur verbrengen we onder genoeglijke kout achter een mok koffie.
Dan onderweg naar de hond. De schoondochter van de eigenaar zou me opwachten. De eigenaar durft zelf niet, bang voor het resultaat van het onderzoek. Althans, zo begrijp ik het. Van te voren had ik al één en ander doorgesproken tijdens de koffie met collega. Schoondochter is zijn buurvrouw en hij is bekend met de situatie. Hond kan slecht lopen, probleem met de achterpoten, mogelijk gebruik van brancard of andere hulpmiddelen.
Als ik aan kom rijden staat mevrouw al, mét hond, buiten op een binnenpleintje te wachten. Misschien valt het mee met de achterpoten. Samen dirigeren we de hond naar de bus. Zij, het is een teef, heeft geen kracht om te springen, dus tillen we. Bij de dierenarts blijkt het beest krap veertig kilo te zijn. Véél te zwaar voor haar lichaamsbouw.
Dan naar de dierenarts. Ver is het niet en we zijn ruim op tijd. Eerst de nodige administratie en dergelijke. En dan kunnen we geholpen worden. Beest heeft geen zin om op de onderzoekstafel te komen. De arts gaat er daarom maar op de knietjes bij. Onderzoek poten, rug en tasten op de zijden.
Uiteindelijke conclusie: waarschijnlijk een hernia. Voorzichtig met lopen en andere bewegingen, niet springen en meer van dat soort adviezen. De hond krijgt pijnstilling en daar vrolijkt ze zichtbaar van op. Dan krijgt de hond medicijnen en een geschreven instructie mee, en we kunnen weer terug.
Terug in de bus gaat een stuk makkelijker. Terug bij het appartement lopen we samen naar de deur. We praten even over het wel en wee en vooral over de noodzaak dat de hond gewicht verliest. Met wat minder kilootjes zal ze makkelijker kunnen bewegen. Maar daar gaat de baas over. Schoondochter en ik geven alleen advies.
Dan neem ik afscheid en loop terug naar de bus. Daar doe ik de administratie en bel mijn aflosser dat ik er aan zit te komen. Ik ben iets vroeger, maar dat is geen probleem.
Precies op dat moment gaat de telefoon. Weer een melding.

06-09-25 11:30:32
Emmo
Stamgast


WMRindex: 70.268
OTindex: 28.726
14.7: Havik achter ‘t raam
Die melding betreft een roofvogel in de problemen, mogelijk een buizerd. Hij kan niet voort. Goed, dan zullen we dat maar eerst afhandelen. Ik bel met de melder. Zij is doorgereden en weet niet of het beest er nog zit. Leuk.
Ik ga er op af, het is nog geen tien minuten. Het opgegeven adres is diep in de binnenstad, aan de oude stadsgracht. Als ik aan kom rijden staan bij het aangegeven adres drie vrouwen van uiteenlopende leeftijden op de stoep te praten. Ze zien me aankomen en beginnen te zwaaien.
Ik parkeer de bus en stap uit. Één van de vrouwen: “Komt u voor de vogel”? En wijst omhoog. Ik kom inderdaad voor een vogel en kijk in de richting. Daar zit ineengedoken op een vensterbank een béste roofvogel. Wat of het merk is, geen idee, ik heb geen verstand van die beesten, maar het is een forse.
Het beest zit vrij hoog en op een manier die volgens mij niet hoort bij een roofvogel. Bovendien is de binnenstad van een middelgrote stad niet echt het meest aangewezen territoir voor zo’n dier.
Gelukkig heeft één van de collega’s eens een lange, vier meter, telescopische steel gedoneerd. Het grote net met ducttape aan de steel, steel uitschuiven tot maximale lengte, en we kunnen beginnen.
Ik ben vaker op deze manier achter roofvogels aan geweest (boek 2: “Komt een hond bij de dokter”: melding 2.5 “Verdwaalde buizerd”), en dat heeft toen menig zweetdruppeltje gekost. Toch maar weer proberen. En warempel. Beest fladdert een beetje, probeert te ontwijken en blundert regelrecht het net in. Snel het net naar beneden en met de opening omlaag op de stoep gelegd. Het verzamelde vrouwvolk staat bewonderend toe te kijken.
Ik kijk even en besluit dan de lashandschoenen aan te trekken. De klauwen zien er vervaarlijk uit. Ik haal de handschoenen uit de bus en met wat hulp van één van de dames haal ik de vogel uit het net. Mooi beest. Ondertussen is er nog een vrouw met een zoontje aan komen fietsen. Zij had de originele melding gedaan en was teruggekomen om te zien hoe het zou aflopen.
Ik breng de vogel naar de bus en doe het dier in een transportbox. De melder en haar zoontje lopen mee. Ze vertelt dat ze vroeger op de boerderij een tamme had gehad. Die was uit het nest gevallen en was met de hand grootgebracht. Ik vraag haar wat voor één het was. “Een buizerd”, zegt ze.
Ondertussen was één van de andere dames het net aan het demonteren en in elkaar aan het schuiven. Daar heb je wat aan, zo’n hulp. Ik krijg de gedemonteerde delen aangereikt en ik praat nog even met de diverse dames. Dan terug in de bus bel ik de opvang. Die is net thuis aan het eten. “Zet maar in de box bij mijn huisadres, dan zal ik er direct naar kijken”.
Zowat tegelijkertijd komt er een appje binnen van de melder, de vrouw die me bezworen had dat het een buizerd was. Ze had het mis, zegt ze. Het was een havik. Goed. Dan staat ‘ie vanaf nu te boek als een havik.
Zo gezegd, zo gedaan. Dan bel ik de aflosser dat ik er nu écht aan zit te komen en rijd naar haar huis. Vervolgens brengt zij me naar huis en neemt de dienst over.

07-09-25 10:49:59
Emmo
Stamgast


WMRindex: 70.268
OTindex: 28.726
15: Geen koe die een haas vangt
Hoe een koe een haas vangt: gezegde.
15.1: Ongevlogen duif
Laat in de middag, zo’n anderhalf uur voor de aflossing, gaat de telefoon. In één van de wijken van de stad zit al twee dagen, de melder heeft het over achtenveertig uur, een duif op het balkon. Beetje lang vond de melder en pakt het dier met de hand van de balustrade.
Dat zijn direct al twee indicaties dat er wat mis is. Een duif die twee dagen op een balkonnetje zit kan nog een misinterpretatie zijn van de waarnemer. Geen enkele melder zit achtenveertig uur aan één stuk naar zo’n vogel te koekeloeren, het kan dus best zijn dat ‘ie tussendoor even aan z’n stutten is getrokken.
Maar een duif die met de hand van een balustrade te plukken is? Dat stinkt naar de misdaad. Ik ga dan ook onderweg. Het blijkt in een flat waar ik al vaker ben geweest voor een héél ander akkefietje op een ander adres.
Als ik de lobby binnenkom zijn een man en een vrouw twee aanwezige rieten stoelen aan een tafel te verankeren. “U komt voor de duif? Dat is voor onze buren”. Voor ik uitgevogeld heb hoe de knoppen werken heeft mevrouw al op de juiste knop gedrukt. “Dierenambulance. Ik kom voor de duif”. Een vrouwenstem: “Oké, ik kom naar beneden”.
Het aanwezige echtpaar verklaart ongevraagd dat ze bezig zijn de stoelen te fixeren omdat de dag er voor de kussens uit de stoelen ontvreemd zijn. “Volgende keer nemen ze misschien de hele stoel mee”.
Dan komt de melder naar beneden, vergezeld van echtgenoot die een emmer met een handdoek erover draagt. In de emmer zit de duif. Als ik het dier er uit haal klapwiekt ze als een gek. Naar mijn volstrekt ondeskundologische waarneming mankeert het beest niets. Maar ik heb wel het verhaal van de melder en die zuigt zoiets niet uit de dikke duim. Verwarring dus.
En wat doe je als je het niet weet? Je kiest het zekerst voor het onzekerst. Toch maar naar de opvang. Duif in m’n bakje, melders vertellen dat ik het beest naar een opvang breng en dat is dat.
Terug in de bus vertel ik zo goed en zo kwaad als het gaat wat ik heb waargenomen. Ook de opvang twijfelt. “Is het een postduif”? “Nee, niet geringd”. “Zet ‘m dan maar in hok “A”, dan zal ik er zo direct wel naar kijken. Trouwens, die havik van gisteren, die heb ik weer laten vliegen”.
Beest in hok “A” gezet, bakje water er bij en ik ben er weer klaar mee. Het is bijna tijd voor de aflos. Dus aflosser krijgt een berichtje dat ik een melding had en dat ik er per omgaande aan zit te komen.

08-09-25 17:36:37
Emmo
Stamgast


WMRindex: 70.268
OTindex: 28.726
15.2: Haas zonder haast
‘s Avonds, een week later dan de vorige melding, na de overdracht, komt de eerste melding alweer binnen. Een haas die wat aan de achterpoten mankeert. Ik vraag de centrale of de melder bekend is met mijn aanrijtijd van een half uur. Dat is ze.
Dan stap ik in de bus en voer de gegevens van het adres in in het Domdommetje. Althans, dat probeer ik. Postcode wordt niet geaccepteerd. Straatnaam bestaat alleen in andere plaatsen. Interessant. Maar tijdens het invoeren van de postcode zie ik een naam van een dorp (of wijk, de meningen zijn verdeeld) dat vlak bij de stad momenteel in aanbouw is. Een nieuwe straat die nog niet opgenomen is in het, bijgewerkte, bestand van Domdommetje.
Ik bel de melder. Inderdaad, het is in dat nieuwe dorp. Mevrouw geeft instructies en vermeld ook dat een buurman langs de kant van de weg zal staan wachten. Dat heeft geen haast, het duurt nog een half uur voor ik er ben.
Dan krijg ik een brainwave. Vaak is ‘Maps beter bijgewerkt dan Domdom, misschien heeft die het adres. En ja hoor, precies waar ik het verwachten kan. Met de instructies van mevrouw en ‘Maps is het wel te vinden. Ik ga onderweg.
Een half uurtje later rijd ik het dorp binnen. Flink slalommen rond de diverse verkeersremmende obstakels en net op het moment dat ik het straatje wil indraaien zie ik een man staan, fiets aan de hand. Hij steekt zijn andere hand op. Dat moet haast wel de buurman zijn. Tegelijk komt uit het straatje een auto. Die stopt en een vrouw stapt uit.
Ik gooi de alarmlichten en de flitsers aan en zet de bus in de berm. Niet dat er hier zoveel verkeer te verwachten is, maar “better be safe than be sorry”. Ik stap uit.
Ik maak kennis met mijnheer en mevrouw. Mevrouw is de melder en de man inderdaad de buurman. Hij wijst op de haas, die twee meter verderop in de berm ligt. Ik loop er op toe. Het dier beweegt maar niet fanatiek. Duidelijk wat mis mee. Indachtig een vorige ervaring (melding 7.3: Haas aan de dijk) probeer ik niet het dier met de hand te pakken, maar haal een net uit de auto. Dat net gooi ik van een metertje afstand over de haas. Die probeert wel weg te komen maar het is wel duidelijk dat het dier niet gezond is.
Ik haal het dier uit het net. Tegenspartelen lukt nog wel. Dan snel en vluchtig bekijken. Geen directe ongerechtigheid. Dan in de transportbox. Ik vertel beide mensen dat ik het dier naar de opvang in de grote stad ga brengen. Mevrouw zegt dat ze morgen daarnaartoe zal opbellen om te informeren hoe of het met het dier staat.
Dan neem ik afscheid en bel naar de opvang om te vertellen dat ik langskom met een haas die niet uit de voeten kan. Dat kan. Ik krijg de instructie om het dier in een specifieke couveuse te plaatsen. De beheerder is waarschijnlijk niet thuis, maar dat is geen probleem.
Als ik aankom bij de opvang is alles donker. Zelfs de honden blaffen niet. Ik doe met minimaal licht de haas in de aangewezen couveuse en klem het informatieformulier aan het deurtje. Klaar. Ik kan op huis aan.

Je moet ingelogd zijn om te kunnen reageren!

1 2 3 [4] 5

WMRphp ver. 7.1 secs - Smalle versie - terug naar boven