hr
jaargang -23 - laatste artikel 28-3 16:00 - 74299 artikelen - nu online 25 bezoekers -

Home
Forum
Lid worden

Leden
Gebruikersnaam:

Wachtwoord:

Login onthouden

Login via:
Wachtwoord vergeten.

Het Forum

· [MED] Mededelingen
· [SUG] Suggesties
· [M&S] Moppen/Spelletjes
· [CUL] Kunst & Cultuur
· [OFT] Offtopic
· [G&C] Games & Computers
· [WMO] Wat me is overkomen
· [VDS] Vragen des levens
· [POL] Politiek
· [CON] Consumenten forum


Consumenten Forum, met welk bedrijf moet je wel/niet zaken doen


1 2 3 4 5 6 [7] 8 9 10 11 12 13

Dierenambulance 2

25-05-23 14:22:49
Emmo
Stamgast


WMRindex: 65.330
OTindex: 28.406
27.4: Vrijzinnige kat
Laat in de middag gaat de telefoon weer eens. Centrale is een beetje weifelend, weet niet goed wat ze ermee aanmoet. Het gaat om een schijnbaar verwilderde kat die moeilijk te vangen is en uiteindelijk toch bij mensen binnen is gelokt. Tenminste, zo begrijp ik het verhaal.
Één en ander speelde zich gisteravond al af, toen kwam de eerste melding hierover binnen. Omdat de kat in kwestie toen nog niet in huis was en een verwilderde kat moeilijk vangen is, zeker in het donker, had centrale één en ander uitgesteld.
Nu echter was de kat in het huis gelokt en zou wat makkelijker te pakken te krijgen zijn. Nou is een tegenstribbelende kat in huis ook niet altijd een pretje. De kat die in de gordijnen zit is niet voor niets een gevleugeld woord. Maar we kunnen het altijd proberen.
Ik ben net halverwege de polder als de telefoon gaat. Weer de centrale. De kat is weer ontsnapt dankzij een buurvrouw die de deur open liet staan. Vraag is, wat nu te doen. Doorrijden of opgeven. Centrale twijfelt. Ik stem voor doorgaan. Dan kan ik in ieder geval in ogenschouw nemen hoe de situatie werkelijk is en eventueel de kat in kwestie beoordelen. Centrale gaat akkoord.
Ik zet de bus weer in gang, tijdens het overleg had ik de bus even aan de kant gegooid. Telefoongesprekken en autorijden gaan, zelfs mét handsfree, maar beperkt samen en vervolg de reis.
Aangekomen bij de straat waar ik wezen moest blijkt dat het straatje in tegenstelling tot wat op domdommetje aangegeven werd eenrichting was. Natuurlijk sta ik aan de verkeerde zijde. Omrijden dan maar. Eerst rijd ik mezelf klem op het parkeerterrein van een supermarkt en vervolgens blijkt het parallelstraatje óók eenrichting. De volgende, daar mocht ik wel in.
Bij het adres aangekomen zet ik de bus neer op een vrij plekje aan de overkant. Ik maak een belbandje klaar en pak een transportbox uit de bus. Je weet maar nooit hoe een dierenambulance een kat vangt. Dit als parafrase op een bekend spreekwoord over een koe en een haas.
Als ik in de richting van het adres loop komt mevrouw al naar buiten. In de voortuin zit een kat. Schonkig, mager, matig verzorgd. Dat moet de kat in kwestie zijn. Ik vraag, en inderdaad, dat is de kat.
Mevrouw vertelt wat van de geschiedenis en ik probeer de kat te benaderen. Het beest is zo schuw als wat. Wil wel komen maar niet dichterbij dan op een meter afstand. Ik heb er een hard hoofd in, maar niet geschoten is altijd mis. Ik haal een doosje natvoer en een groot net uit de bus. Het natvoer is lokmiddel en het net voor als ik het beest niet in de vingers kan krijgen.
Beetje voer aan de vinger. Beest ruikt het duidelijk en is zeer geïnteresseerd maar is veel te wantrouwig. Ik gooi een kloddertje tot vlakbij de kat. Die schrokt het op alsof haar leven ervan af hangt. Goed teken, maar nog niet genoeg. Die procedure herhaal ik een paar keer. Beest komt steeds een beetje dichterbij. Uiteindelijk knaagt, niet likt wat je normaal zou verwachten, zij het voer van mijn vinger.
Maar zo gauw ik een beweging maak schiet ze weer achteruit, buiten bereik. Zo neemt ze een paar keer wat van mijn vinger. Ik leg het net klaar, maar daar wordt ze weer meer wantrouwig van en komt niet meer binnen bereik. Uiteindelijk is het doosje half leeg. Ik probeer het nog een laatste keer maar dan geef ik op. Beest heeft de buik gedeeltelijk vol en vindt het wel welletjes geweest. Die komt niet meer al heeft ze nog best honger.
Al die tijd heeft mevrouw achter me staan wachten. Mevrouw verteld me nog een paar details en ik leg uit dat dit waarschijnlijk het beste met een vangkooi opgelost kan worden. Mevrouw wil al direct in de auto springen om zo’n kooi op te halen. Ik vraag of ze ermee kan omgaan. Ze weet desgevraagd niet hoe je zo’n ding scherp moet stellen. Dat kan best lastig zijn. Dus zeg ik dat ik contact op zal nemen met de centrale en zal proberen zo’n ding te regelen. Die brengen we dan aan huis en mevrouw krijgt instructie hoe ermee om te gaan.
Ik neem afscheid en in de bus bel ik de centrale. Ik vertel het hele verhaal en centrale verteld me dat mevrouw de kooi zelf moet bestellen. Het is dan wel kosteloos maar schijnbaar zit er nog een papierwinkel aan vast. Dat wist ik dan weer niet. Maar centrale zou mevrouw bellen en uitleg geven hoe een kooi te bestellen.
Ik kon weer op huis aan.

26-05-23 13:41:26
Emmo
Stamgast


WMRindex: 65.330
OTindex: 28.406
27.5: Transitie van parkiet naar twee katten
Alweer een nieuwe dag. Ik moet om negen uur op het asiel zijn om twee katten op te halen die uitgezet moeten worden in het kader van de TNR-regeling. TNR staat voor Trap – Neuter – Release, waarbij verwilderde katten worden gevangen, gesteriliseerd en vervolgens weer worden vrijgelaten. De bedoeling daarvan is dat er geen jonge katjes bijkomen.
Kort voor ik onderweg ga komt er een melding binnen. Iemand heeft een loslopende parkiet gevangen. Of ik die kan ophalen en naar de opvang brengen. Ik riposteer dat ik op het asiel wordt verwacht voor die katten, maar volgens centrale heeft dat helemaal geen haast. Natuurlijk niet. Die katten zitten best op het asiel en als ze nou een uurtje later worden uitgezet maakt niet uit.
Ik bel naar de parkietenvanger dat ik onderweg ga en dat ik met een half uurtje bij haar zal zijn. Ik ga onderweg. Na een minuut of tien, ik ben nog net niet halverwege, gaat de telefoon. Met de handsfree neem ik op. De melder van de parkiet. Die wil het beestje toch houden en als het niet gaat brengt ze het zelf naar de opvang. Ze is daarmee bekend. Prima, dan kan ik in enen door naar het asiel om de katten op te halen. Ik stuur een appje naar de centrale om één en ander uit te leggen en ga door naar het asiel.
Daar aangekomen gaat een van de vrijwilligers direct de katten ophalen: liefst zo kort mogelijk in een transportkooi. Een ander komt aandragen met een vangkooi. Die moet ook ergens afgeleverd worden.
Het blijkt dat de vangkooi en één van de katten naar hetzelfde adres moeten. Denkelijk zijn op dat adres nog niet alle katten gevangen. Ik ben eerder op dat adres geweest. Dat waren de meldingen 23.5: Gevangen kat #1, 24.1: Gevangen kat #2 en 24.6: Terugplaatsing. De tweede kat moet naar een ander adres, een heel stuk verderop.
Terugplaatsingen worden gewoonlijk dichtbij de vangplaats gedaan. Katten hechten in het algemeen aan hun omgeving en daarmee verminder je de stress voor zo’n beest. We gaan uit van het belang van het beest en niet dat van de mens.
Eerst maar de vangkooi afleveren. Dan kan ik een half straatje verder, uit het zicht van de betrokkenen, de kat uitzetten.
Dat loopt allemaal gesmeerd. Mevrouw neemt de kooi in ontvangst. Ze had nog doeken om het blinde gedeelte af te dekken en lokvoer had ze ook nog. Dat kon zo weer terug de bus in. Mevrouw had vaker met het bijltje gehakt.
Dan een straatje verder, uit het zicht, de bus weer aan de kant. Er is daar voldoende ruigte voor de katten om zich in te verschuilen en het is hemelsbreed nog geen honderd meter van de vangplaats. Kooi uit de bus, neerzetten, deurtje open en als een raket schiet de kat de kooi uit. Zo. Die is weer thuis.
Dan adres nummer twee. Dat is in een buurtschap aan de extreme noordzijde van de grote stad. Ik zit even te plussen over de kortste route, maar er liggen wat riviertjes en kanalen tussen en hoe de binnenweggetjes daar lopen weet ik niet exact. Dan maar op de Domdom. De snelste weg is wegens werkzaamheden geblokkeerd waardoor al het verkeer door de stad moet. Ik ook. Het is mooi weer en er zijn veel fietsers op de been. Fietsers hebben voorrang in de stad met als gevolg dat er een dikke file staat, de hele stad door.
Uiteindelijk wordt ik via de snelweg gerouteerd. De buurtschap waar ik moet wezen ligt aan een andere snelweg, dus als ik daar de snelweg af rijd ben ik al zowat op de plaats van bestemming. Even zoeken naar een goed plekje om uit te zetten. Dat vind ik op een achterafweggetje. Weer hetzelfde liedje en de kat kiest weer met een reuzenvaart de vrijheid.
Vanaf dat punt kan ik met een beetje goede wil binnendoor naar huis. Domdommetje geprogrammeerd en onderweg. Het blijken wel érge achterafweggetjes te zijn. Maar via twee zandpaden kom ik op een jaagpad langs een kanaal en via dat jaagpad kom ik weer in de bewoonde wereld.

27-05-23 12:00:28
Emmo
Stamgast


WMRindex: 65.330
OTindex: 28.406
28: Reiger zonder ijs
Spreekwoord: Hij voelt zich als een reiger op het ijs (Hij voelt zich niet op zijn gemak )

28.1: Vogel in de boom
Mijn eerste reactie op deze melding was: “Nou èn”. Maar het verhaal was toch anders. Voorbijgangers hadden in een boom langs een wandel- annex fietspad een vogel zien hangen. Aan een draadje, zo te zien. Dat is natuurlijk niet zoals het hoort.
Volgens de centrale was het lastig te vinden. Ik kreeg dan ook het telefoonnummer van de melder mee voor als ik hulp nodig zou hebben. Dat is overigens niet ongebruikelijk. Mensen melden iets omdat ze zich zorgen maken over een situatie en zijn meestal best geneigd om assistentie te verlenen.
Ik ga onderweg. Positie was min of meer aangegeven met een speld, maar volgens centrale was die wat minder nauwkeurig. Ik rijd in eerste instantie voorbij. In een woonwijk op een parkeerplaats gekeerd, teruggereden en de auto op een vrij plekje in de buurt neergezet.
Als ik uitstap loopt een echtpaar langs die de hond aan het uitlaten zijn. Mevrouw vraagt: “Komt u voor die vogel die in een boom hangt”? Inderdaad daar kwam ik voor. Mevrouw vraagt of zij de plaats wil wijzen. Ik: “Als u doen wilt, graag”. Mijnheer wordt met de hond naar huis gestuurd: “De hond kan niet zo ver lopen”, en samen gaan we richting boom.
Het is nagenoeg op dezelfde plek waar ik ooit eens achter een eend heb aangezeten (21.5: Wankele eend). Samen lopen we een paadje op langs één van de sloten. Ietsje verderop staat een grote, statige treurwilg. Dat is de boom waar het om gaat.
Als we eronder staan wijst mevrouw en inderdaad, daar hangt een vogel. Op naar schatting een metertje of tien hoogte. Niet bij te komen, ook niet met mijn verlengde stok. Die is hooguit zes meter. Volgens mevrouw hadden andere mensen gezegd dat het een Vlaamse Gaai zou zijn. Voor mij is het niet te herkennen. Qua formaat zou het kunnen, maar ik herken niet de duidelijke kleuren van een gaai. Wat mij betreft zou het voor hetzelfde geld een kraai of een roek kunnen zijn. De afstand is gewoon te groot.
Bovendien lijkt het me toe dat het beest er al een tijdje hangt. En of hij vastzit aan en touwtje of dat hij vast is komen te zitten aan de boomtakken van de treurwilg durf ik ook niet te zeggen. Duidelijk is wel dat het beest morsdood is.
Vanuit de boom is wel het gekwetter te horen van een nest merels. Niet te zien dat ding, maar wel te horen. Natuurlijk is een gaai een rover vanjewelste en zou het best kunnen dat hij het op dat merelnest voorzien had. Vervolgens aangevallen door de merels en dan verstrengeld geraakt in de boom. Kan, maar is wel pure theorie.
Mevrouw en ik overleggen nog even. Mijn suggestie is niets aan doen. Het beest is al dood dus erger kan het niet worden. Erbij komen met normale middelen gaat niet. Misschien dat de brandweer wat zou kunnen doen, maar het is de vraag of die daar met een hoogwerker kunnen komen, tenminste één die zo hoog kan reiken. De hoogwerkers waar ik ervaring mee heb, de kleintjes, komen niet zo hoog. En om de brandweer te roepen voor een dooie vogel? Een levende is wat anders, maar dood?
Uiteindelijk zijn we het eens en samen lopen we terug naar de bus. Mevrouw vertelt dat ze al eens vaker de dierenambulance ingeschakeld heeft via een bekende hier uit de buurt. Dat ging over een eend die moeilijk liep. Inderdaad, de wankele eend van 21.5. Mevrouw had de kennis gewaarschuwd, mijn collega, en die collega had toen de centrale gebeld.

28-05-23 12:51:57
Emmo
Stamgast


WMRindex: 65.330
OTindex: 28.406
28.2: Reiger in de tuin
Onderweg naar huis gaat de telefoon. Ik zit net op de grote doorgaande weg door de stad, met legio rotondes en fietsers die allemaal voorrang hebben. Een telefoongesprek voeren is dan wat lastig, al is het handsfree.
Er was een melding binnengekomen van een reiger die bij mensen in de achtertuin zat en daar niet van weg kon komen. Een reiger heeft nogal wat ruimte nodig om op te stijgen en misschien is dat tuintje te klein. In mijn vorige boek (Zwanenzang) heb ik zoiets met een gans beleefd.
Centrale vertelde door de telefoon de naam van de wijk. Precies in mijn richting, dat kwam mooi uit. Adres zou volgen via de app. Die kwam met een paar tellen, maar appen tijdens het rijden doe je maar beter niet.
Ik steek de laatste rotonde over en zet de kar neer op een kleine parkeerhaven aan het begin van de wijk. Toets het adres in en dan blijkt dat ik een heel andere kant op moet. De wijk heeft twee ingangen, één in het verlengde van de weg waar ik oorspronkelijk reed en de andere aan de rivierdijk. Volgens domdommetje moest ik omrijden.
Bus gekeerd en via de rivierdijk naar de andere ingang. Daar was het adres vlot gevonden. Ik zet de bus aan de kant van de weg en loop terug naar het adres. Daar wil een vrouw net de garage binnengaan. Ik roep haar aan. Zij blijkt de melder.
Via de garage word ik naar de achtertuin geleid. In de tuin zijn nog drie mannen aanwezig. Echtgenoot en twee zoons vermoed ik.
Bij het kippenhok zit in een hoekje een doodsbange jonge reiger. Het dier heeft nog niet eens z’n volledig verenpakket. Hier en daar zijn nog plukken dons te zien.
Het dier zit in een hoekje tussen dat kippenhok en een struik en kan geen kant op. Kans voor mij. Ik grijp het dier met één hand bij de hals. Voor de snavel moet je donders goed uitkijken. Met de andere hand rond de vleugels zodat ‘ie weinig kans heeft om te gaan fladderen. Te pakken.
Mevrouw grijpt haar mobieltje en wil direct een foto maken. Ze is lerares en wil dit voor haar kinderen vereeuwigen. Dat kan uiteraard. Na het poseren toont een van de mannen dat ik via een hekje langs de garage weer op de weg kan komen.
Twintig meter verderop is een vrij brede sloot met een rietkraag. In optocht gaan we met z’n allen richting sloot. Daar wil ik het dier vrijlaten. Als hij al vliegvaardig is heeft hij daar op het grasveld zat ruimte om op de wieken te komen. Zo niet, dan kan hij zich in dat riet mooi verstoppen en eventueel nog wat vis vangen. Net zolang tot hij wél kan vliegen.
Ook deze manoeuvre wordt vereeuwigd voor het nageslacht. Het beest wandelt eenmaal vrijgelaten doodkalm richting rietkraag. Maakt geen aanstalten om op de wieken te gaan. Na een paar stappen zit hij met de poten in het water tussen het riet en is al bijna niet meer te herkennen. Daar zit ‘ie goed, in iedere geval voor de komende tijd. Voor de rest moet ‘ie het zelf maar uitzoeken.
We lopen terug naar de bus. De mensen bedanken voor de assistentie en ik bedank voor de melding. ‘k Ben d’r weer klaar mee.

29-05-23 15:44:34
Emmo
Stamgast


WMRindex: 65.330
OTindex: 28.406
28.3: Twee dode katten #2
De volgende dag komt er rond achten een nieuwe melding binnen. In eerste instantie nogal verward, maar uiteindelijk gaat het om een ritje naar de dierenarts. Die was vergeten op de planning te zetten dus daar werd iemand van het asiel mee opgezadeld. Bleef over twee meldingen van katten die dood aan de kant van de weg waren gevonden. Beide in het stadje aan mijn kant van de rivier. De eerste in het buitengebied en de tweede in de buurt van de brandweerkazerne.
Eerst maar het buitengebied. Dat is aan mijn kant van het stadje en daar ben ik dan ook het snelst. Niet dat het wat uitmaakt, beide beesten zijn al dood.
Ik ga onderweg, mijn gewone weg door de polder is nu helemaal de aangewezen route. Via een aantal verkavelingsweggetjes kom ik op de weg waar het eerste dier zou liggen. Vlak voordat ik bij de positie van de speld ben zie ik een vrouw in de berm staan met aan haar voeten een dode kat. Kan haast niet anders dan dat dit het beest in kwestie is.
Een paar meter verderop is een autoreparatiebedrijf. Daar is ruim plek waar ik de bus voor eventjes kwijt kan. De aanwezige werklui kijken even op maar gaan dan gewoon door met hun werkzaamheden. Ik stap uit, pak de chiplezer en een plastic zak en loop in de richting van de wachtende vrouw.
Mevrouw blijkt niet de melder maar woont vlakbij. Ze stond stomtoevallig net naar het beest te kijken toen ik aan kwam rijden.
Ik probeer de chip te lezen. Geen chip. Maar verwonderlijk is dat niet zo in het buitengebied tussen de boerderijen en kwekerijen. Het dier is al een tijdje dood. Er is gedeeltelijke lijkstijfheid. Ik vertel dat zo aan mevrouw. Die zegt dat haar man over de nacht wakker was geworden van wat verkeersrumoer. Piepende banden en zo. Zou best kunnen dat dit ermee te maken heeft. Lijkstijfheid begint bij normale temperaturen na een uur of zes.
Dan maak ik een paar foto’s voor de sociale media. Kans is klein dat het wat oplevert, maar niet geschoten is altijd mis. En een eventuele eigenaar wil best wel weten dat zijn of haar kat omgekomen is.
Ik pak het beest in de plastic zak. Het beest is nog best toonbaar en normaal zou ik het in een kratje doen, maar er ligt op het moment geen kratje in de bus. Die pak ik dan wel over als ik in het asiel ben. Ik vertel mevrouw wat ik ga doen: naar het asiel in de grote stad en daar wordt het dier veertien dagen bewaard in de hoop dat er nog een eigenaar voorbij komt.
Dan neem ik afscheid, leg de zak met de kat in de auto en ga onderweg naar het volgende adres. Dat is geen adres maar een positie aan een weg. Er is alleen een beetje verwarring over de naam van de straat. Er zijn twee namen opgegeven die erg op elkaar lijken maar toch een paar honderd meter uit elkaar liggen. Maar er was ook sprake van een brandweerkazerne en een rotonde. De tweede straat heeft geen rotonde, daar ben ik kortgeleden nog geweest, dus moet het de eerste zijn.
De beschrijving was letterlijk “vanaf de rotonde voorbij de bocht”. Als ik kom aanrijden zie ik daar de brandweerkazerne. Dubbele bevestiging dat ik op de juiste stek zit. Ik zet de bus neer op een plekje vlakbij de rotonde en ga op zoek. De rotonde heeft vier aansluitingen waarvan er drie een bocht hebben. Ik loop ze alle drie aan beide kanten af tot aan de eerstvolgende kruising. Ver is dat niet, gelukkig. Niets te vinden. Ik ga terug naar de bus en meld aan de centrale dat de eerste kat wel en de tweede niet gevonden is. Dan ga ik naar het asiel om de eerste kat in de vriezer te leggen.

02-06-23 09:12:35
Emmo
Stamgast


WMRindex: 65.330
OTindex: 28.406
28.4: Gat in de kop
De volgende melding is ook weer wat bijzonders. Bij de groenteboer in het stadje aan mijn kant van de rivier heeft zich een vogel onder een toonbank verstopt. Melder weet niet wat het is voor beest maar vermoed wel dat het gewond is.
Ik bel op om door te geven dat ik er aan zit te komen. Geen gehoor. Dan maar zo. Ik rijd er heen. Onderweg gaat de telefoon. Zij: “Heeft u gebeld”? Ik: “Met de dierenambulance. Spreek ik met de groentewinkel”? Zij: “Eh…. Ja”. Ik: “Heeft u een gewonde vogel in de winkel”? Zij: “Ja. Beestje zit achter een toonbank en we durven het er niet achter weg te halen”. Ik: “Goed, met tien minuten ben ik bij u”.
Parkeer naast de winkel is vrij, dus dat is geen probleem. Ik neem een kleine transportbox mee en stuiter de winkel in. Daar word ik gewezen waar het beest zit. Inderdaad achter een toonbank. Ik op de knibbels er bij en zie dat het ding op wieltjes staat. “Kan die toonbank ook naar voren”? Een sterke vent wordt opgetrommeld die de complete installatie naar voren trekt. Ik kan er nu met gemak achter komen.
Ik pak het beestje op. Voor zover mijn zeer beperkte verstand van vogels strekt moet dit een jonge duif zijn. Zo’n grote haaksnavel als deze heeft alleen een duif. Het dier heeft een bloedende wond boven op de kop. Ik denk van een roofvogel, maar het kan natuurlijk van alles zijn. Het diertje probeert te fladderen, maar kan goed beschouwd nog niets. Zit nog vrijwel volledig in de dons.
Ik laat het aan het winkelpersoneel zien en vertel wat ik van plan ben: Naar de opvang in de stad.
Terug in de bus bel ik de opvang en beschrijf wat ik aangetroffen heb. Opvang is ook van mening dat het een houtduif moet zijn met zo’n snavel. “Zet hem maar in een kartonnen doos op het aanrecht, dan zal ik er zo wel naar kijken. Geen water erbij. Als hij er inspringt wordt ‘ie nat en kan onderkoeld raken. En voer heeft ‘ie denkelijk nog wel zat in de krop zitten. Zo lang zal het niet duren”.
Terwijl ik aan het bellen ben zie ik iemand van het winkelpersoneel met een emmer en een dweil bezig achter de toonbank. Nu dat ding eenmaal aan de kant is gelijk van de gelegenheid gebruik maken om schoon te maken.

03-06-23 15:08:44
Emmo
Stamgast


WMRindex: 65.330
OTindex: 28.406
28.5: Verhuizing
Volgende melding van de dag. In vergelijk met de voorgaande paar weken loopt het storm met de meldingen. In het stadje aan mijn kant van de rivier heeft iemand een eend met elf kuikens in de achtertuin. Hij heeft niet de beschikking over een net om de beestjes te vangen en vraagt of de dierenambulance kan assisteren met het verhuizen van de eenden van de achtertuin naar een nabijgelegen sloot.
Zoals gebruikelijk bel ik op om te laten weten dat ik eraan kom en hoe laat. Aan de andere kant wordt zo te horen wel opgenomen maar schijnbaar horen ze me niet. Dan maar zo.
Het adres is in een gewone nieuwbouwwijk. Tegenover het huis zet ik de bus neer. Assembleer het grote schepnet en neem uit voorzorg een transportkooi mee. Je weet maar nooit. Als ik aanbel komt een man naar de deur.
Duizend verontschuldigingen. Hij had nog geprobeerd op te bellen maar kon er niet doorheen komen. Misschien had de centrale het net op dat moment druk. Maar in ieder geval was het probleem opgelost. Hij vond het zo zielig voor de beestjes. Moeder eend met kuikens in de tuin en vader eend aan de andere kant van de schutting luid aan het kwaken. Hij heeft toen de schutting, bestaande uit een aantal planken, afgebroken.
Via de aldus ontstane opening herenigde het gezinnetje en ging luid kwakend richting sloot. Hierdoor was de inzet van de toesnellende dierenambulance overbodig geworden. Nog even met de man gepraat. Erg begaan met dieren. Hij vertelde dat hij op een bouwplaats een kievitsnest met eier had gevonden en dat als gevolg daarvan de bouw van een winkelcentrum dikke vertraging had opgelopen.
Ik ging weer terug naar de bus, haalde het net weer uit elkaar en verwittigde de centrale dat het probleem door adequaat handelen van mijnheer was opgelost.

04-06-23 07:09:30
Emmo
Stamgast


WMRindex: 65.330
OTindex: 28.406
29: Kom van dat dak af!
Lied van Peter Koelewijn
29.1: Missing Cat
In de redelijk vroege ochtend, voor een pensionado althans, gaat de telefoon. Een melding. Het betreft een kat die in de berm is gevonden ergens in de polder. Relatief dichtbij voor mij. Ik zit net aan het ontbijt als de melding binnenkomt. Ik geef door aan de centrale dat ik eerst mijn ontbijt af eet, lang duurt dat niet, en dan onderweg ga. Centrale gaat akkoord.
Als ik vijf minuten laten het brood op heb ga ik onderweg. Het is in de polder waar ik normaal gesproken door rijd onderweg naar de stad. Alleen is het adres in één van de dwarswegen. Ik heb een duidelijk adres opgekregen, en bij de juiste boerderij, het zijn bijna allemaal boerderijen hier, zet ik de bus in de berm naast de oprit.
Plastic zak en chiplezer mee en zoeken maar. Het grootste deel van de berm in kwestie is gemaaid. Dat maakt het makkelijk. Ik loop aan de ene kant van de weg naar de oprit van de buurman. Krap honderd meter. Geen kat. Oversteken en aan de andere kant weer terug tot de oprit van de buurman aan de andere kant. Een goede honderd meter. Weer oversteken en weer terug. Over het fietspad, want ook daar kan ‘ie liggen. Weer noppes.
Denkelijk heeft iemand het beest in de tussentijd al gevonden, er is verkeer van boerenarbeiders op trekkers, fietsers en gewone auto’s, en een ander plekje gegeven. Ik stuur een berichtje naar de centrale dat het niets geworden is en ga weer terug.
Als ik voor het huis sta neem ik de jerrycan met water uit de bus. Die is inmiddels half leeg en kan wel wat vulling gebruiken. Ook heeft de houder van de Domdom een krom contactje. Kan ik gelijk wat aan doen. Zo met de handen vol loop ik naar huis. Daar blijkt dat ik per ongeluk het toetsje van de telefoon ingedrukt gehouden heb, waardoor het beest aan het resetten geslagen is. Kan ik weer op en neer dansen voor de map waar de pincode instaat.

06-06-23 11:43:29
Emmo
Stamgast


WMRindex: 65.330
OTindex: 28.406
29.2: Ontsnappingsartiest
Ik ben net bezig met het wisselen van het water als mijn privé telefoon gaat. Centrale. Ik kan je niet te pakken krijgen op de andere telefoon. Blijkt dat de telefoon die gereset is, zie vorige melding, zichzelf in de vliegtuigmodus gezet heeft. Techniek staat voor niets. Geen wonder dat er geen berichten doorkomen.
Maar als ik dat in orde heb gemaakt kan ik de binnengekomen meldingen lezen. Op een adres in de stad loopt er al twee weken, volgens de melder, een kat te schooien. Niemand weet waar dat beest thuishoort, al is ‘ie best tam. Hij wil alleen niet opgesloten zitten. Maar mevrouw de melder is er toch in geslaagd hem in de schuur op te sluiten en heeft vervolgens de dierenambulance gebeld.
Ik bel op dat ik er aan zit komen en krijg het hele verhaal, wat ik van de centrale al gehoord heb, met nog wat extra details opgedist. Geeft niks. Mensen willen zoveel mogelijk informatie geven voor het geval dat. Ik geef door dat ik er met een half uurtje ben.
Als ik bij het adres kom blijkt het een soort hofje te zijn met parkeerplaatsen op het binnenplein. Echter waar de ingang is, is mij niet in enen duidelijk. Dan maar op een ander plekje. Geen gebrek daaraan, gelukkig.
Even rondkijken hoe de boel is georganiseerd, maar gelukkig is dat dat heel overzichtelijk. De huisjes staan in een vierkant met de nummering tegen de klok in. Op die manier is het huis gauw gevonden.
Ik bel aan en direct komt mevrouw, de melder, naar de deur. Beest zit in de schuur. Voorzichtig opendoen, want hij wil er graag uit. Maar dat valt mee. Het beest zit doodgemoedereerd hoog bovenop een plank. Ik stap erop toe en kan hem er zo vanaf plukken. Dat valt mee.
Samen met mevrouw bekijk ik het beest en controleer ik op een chip. Geen chip. Tevoren had ik met centrale overlegd met als conclusie dat een belbandje de meest aanbevolen oplossing zou zijn. Tenzij er duidelijk indicatie is dat er een andere oplossing gezocht moet worden. Een belbandje is een papieren bandje om de hals van het dier. Daarop staat een telefoonnummer. Bedoeling is dat een eventuele eigenaar dat nummer belt waardoor het asiel weet dat het beest gewoon een baas heeft en alleen maar aan het sneupen is.
Geen chip betekent geen duidelijke eigenaar. Het beest is goed gezond en flink levendig. Niks mis mee, dus een belbandje. Ik vertel dit aan mevrouw en leg uit dat dit te maken heeft met de capaciteit, zowel fysiek als financieel, van het asiel. Mevrouw heeft daar alle begrip voor. Gezamenlijk, het beest stribbelt flink tegen, doen we het dier het bandje om. Maar dan blijkt dat het nummer niet goed leesbaar is.
Conclusie: ik haal een nieuw bandje uit de bus en zorgen er voor dat het nieuwe bandje wél leesbaar is. In de tussentijd gaat het beest weer even in de schuur. Beest in de schuur en net als ik de deur dicht wil doen sprint ‘ie over mijn been heen en zet hem op een lopen. Die krijgen we niet meer te pakken.
Ik overleg met mevrouw en we beslissen dat zij een nieuw bandje krijgt. Als het beest weer komt opdagen, ze voert hem regelmatig, doet ze hem alsnog het bandje om. Maandag, vandaag is vrijdag, zal ze opbellen naar het asiel. Is er dan geen melding binnengekomen, dan komen we dinsdag om het dier op te halen.

06-06-23 18:12:14
Emmo
Stamgast


WMRindex: 65.330
OTindex: 28.406

06-06-23 18:18:30
Sjaak
Moderator


WMRindex: 21.226
OTindex: 53.099
@Emmo: Hartstikke leuk man! Eindelijk hoorde ik je stem nu ook eens.

06-06-23 19:58:56
Buick
Oudgediende


WMRindex: 5.038
OTindex: 1.090
@Emmo, je bent nu al bijna wereldberoemd :)
Ik kom niet verder dan die foto dat je voorleest uit eigen werk :D

06-06-23 23:10:03
Emmo
Stamgast


WMRindex: 65.330
OTindex: 28.406
@Buick: Morgenochtend heb ik een interview bij Veronica. Vanaf 08:35.

07-06-23 00:24:00
Buick
Oudgediende


WMRindex: 5.038
OTindex: 1.090
@Emmo, dat ga ik kijken dan :D

07-06-23 00:24:09
Mamsie
Oudgediende


WMRindex: 45.471
OTindex: 94.212
@Emmo: op de televisie?

07-06-23 05:21:09
allone
Oudgediende


WMRindex: 50.718
OTindex: 90.297

07-06-23 08:32:48
Sjaak
Moderator


WMRindex: 21.226
OTindex: 53.099

07-06-23 08:42:56
allone
Oudgediende


WMRindex: 50.718
OTindex: 90.297

07-06-23 17:59:49
Emmo
Stamgast


WMRindex: 65.330
OTindex: 28.406
29.3: Dakvlieders
Op de weg terug naar huis van de vorige melding gaat halverwege de polder de telefoon. Beetje gecompliceerde melding, dus zet ik met flitsers de bus aan de kant zodat alle aandacht bij het telefoongesprek kan hebben.
In het kort komt het er op neer dat er twee jonge scholeksters van een dak zijn gevallen waarvan er één ongedeerd is en de andere een pootje heeft gebroken. Naar mijn, beperkte, ervaring is een dergelijk dier met een gebroken poot rijp voor euthanasie. Maar dat beslis ik niet, daar mogen andere, meer deskundige, mensen een oordeel over vellen.
Ik bel aan de hand van dat gesprek met de centrale de meest aangewezen opvang en vraag of hij dat kan behandelen. Wedervraag: “waar is het? In de stad of buiten”? Dat weet ik niet, centrale zou zo direct met het adres komen. Opvang: “Als je ze allebei kunt meenemen doe dat dan, en zet ze in hok “B”. daar zitten al twee andere in”.
Inmiddels is het adres ook binnengekomen. In de stad. Niet bepaald een plek waar je een jonge scholekster wilt hebben. Maar die beesten broeden nog wel eens op platte daken. En omdat het nestvlieders zijn rennen ze eenmaal uit het ei alle kanten op. Rennen ze een stukje te ver kukelen ze van het dak af. Meestal gaat dat goed, maar niet altijd.
Ik keer de bus en rijd richting stad. Aangekomen op het adres zet ik de bus neer en stap uit. Terwijl ik de schuifdeur opendoe om een bakje te pakken komt een man met een kloft kinders eromheen op me toe. Kartonnen doos in de handen.
De melder met de gewonde vogel. Inderdaad een jonge scholekster met een gebroken poot. Onmiskenbaar. Mijnheer had zelf een tijdje op de dierenambulance gereden en wist van de hoed en de rand. Daar hoefde ik weinig aan toe te voegen. ”Breng je hem naar de opvang”? Inderdaad. Mijnheer kende de beheerder bij naam.
Ik haal de vogel uit de doos en doe hem in een bakje. De andere vogel zou mijnheer zelf trachten groot te brengen. Mooi project voor de verzamelde jeugd. Ik neem afscheid en tuf naar de opvang. Gewonde vogel in hok “B” waar er al twee inzitten. Ook weer klaar.

08-06-23 12:52:19
Emmo
Stamgast


WMRindex: 65.330
OTindex: 28.406
29.4: Blij met een dode mees
In de loop van de middag gaat de telefoon. Een melding. Volgens de centrale wordt ‘ie zo’n beetje platgebeld door mensen die een zielig vogeltje vinden dat uit het nest is gemieterd. In zo’n geval zijn er drie mogelijkheden, met daarop natuurlijk de mogelijke uitzonderingen.
1: Er is niets aan de hand. Jonge vogels verlaten het nest nu één keer en door de bank genomen doen ze dat vrij regelmatig eerder dan verstandig is. Gewoon pubergedrag dus. In dat geval gaan de ouders gewoon door met voeren zolang die ouders dat veilig achten. Als er mensen rond zo’n vogeltje staan vinden die ouders dat niet veilig. Voor de aanwezige mensen is het dan ook zaak een gepaste afstand in acht te nemen en de natuur gewoon zijn loop laten gaan. Dit komt het meeste voor.
2: De ouders vinden dat er iets mis is met het jong en donderen het uit het nest en kijken er verder niet naar om. Ook dat is natuur. Een plaatselijke kat, kraai of ekster weet er wel weg mee en zorgt ervoor dat het minkukel snel uit zijn lijden is. Ook gebeurt het dat het nest gewoon te vol is en dat de zwakste uit het nest over de muur gaat. Gewoonlijk doen de broertjes of zusjes dat. Zielig, maar niets aan te doen.
3: Het nest wordt verstoord door een rover (kat, marter, kraai, ekster, etc.) en de overlevende jongen raken letterlijk verstrooid. Indien de ouders zich verder niet om hun kroost bekommeren èn de jongen zijn voldoende oud, dan kan eventueel hulp worden geboden. Ook variaties op dit thema kunnen plaatsvinden.
Zaak is dan ook te weten wat er aan de hand is. Negen van de tien keer is hulp bieden uit den boze. De ouders kunnen dat veel beter dan wij lompe mensen. Dat is het probleem van de centrale. Die probeert naar eer en geweten zo goed mogelijk advies te geven, en vaak is dat advies: “Blijf er met je botte klauwen vanaf”. Uiteraard wordt dat, in meer diplomatieke taal omschreven, advies niet altijd geapprecieerd. Mensen zien een zielig vogeltje en vinden dat hulp geboden is. Die hulp bieden we als vrijwilliger graag, anders waren we geen vrijwilliger. Maar wel als het nodig is. Het gebeurt gewoon te vaak dat je aan komt zeilen en er blijkt niets loos.
Met de huidige melding vertrouwd centrale het toch niet. Centrale moet afgaan op het verhaal van de melder, dat in dit geval behelst dat een jong vogeltje, half in de veren, amechtig in de tuin ligt te hijgen. Ouders worden niet waargenomen. Denkelijk is dit een klasse twee (zie hiervoor), maar de centrale kiest het zekere voor het onzekere en laat mij opdraven.
Als ik aankom op het adres doet mevrouw de deur open en gaat voor naar de achtertuin. Daar ligt een zielig vogeltje te zieltogen in de achtertuin. Beestje is meer dood dan levend en volgens mevrouw kijken de ouders er niet meer naar om.
Ik houd het diplomatiek en zeg dat ik contact op zal nemen met de vogelopvang en zal handelen naar dat advies. Ik doe het beestje, zieltogend op z’n zij, in de meegebrachte transportbox en ga naar de volgende melding. Die was inmiddels ook binnengekomen. Goed beschouwd hetzelfde verhaal maar nu op een ander adres.
Op dat adres aangekomen doen mijnheer en mevrouw gezamenlijk de deur open. Mijnheer heeft een kartonnen doos in de handen. We openen de doos om te kijken en daar ligt een jonge koolmees. Zo dood als een pier. Oh, wat jammer, toch doodgegaan. Mijnheer verontschuldigd zich dat ik goed beschouwd om niet ben gekomen. Ik zeg dat ik voor een andere melding toch onderweg was. Niet ver bezijden de waarheid. Ook dit beestje doe ik in een box. “Ik zal er voor zorgen”.
Ik bel voor alle zekerheid toch nog de opvang. Die geeft het advies dat ik goedbeschouwd zelf had kunnen bedenken.
Op weg terug naar huis stop ik op een rustig weggetje en geef beide beestjes terug aan de natuur.

09-06-23 09:55:45
Emmo
Stamgast


WMRindex: 65.330
OTindex: 28.406
29.5: Merel in de pijp
De volgende dag tegen een uur of vier in de middag komt de volgende melding. Mensen hadden een gek geluid uit de regenpijp horen komen. Regenpijp gesloopt en daar kwam een verzwakte jonge merel uit. Klantje voor de dierenambulance.
Ik bel op en zeg dat ik er met een half uurtje zal zijn. De mensen zijn gewoon thuis, geen probleem.
Als ik aan kom rijden zwaaien een paar kinderen naar me. Ik zwaai terug en parkeer de bus. De kinderen komen op me toe. Vast van de melder. Ik vraag of ze een vogel uit de regenpijp gehaald hadden. Dat was zo. De kinderen, vier stuks, gaan me voor via het steegje naar de achtertuin. Daar wordt ik geïntroduceerd: “Hij is er”.
Man en vrouw zitten lekker in het zonnetje in de achtertuin. De vrouw doet voornamelijk het woord. Het beestje zit in een kartonnen doos onder een boom. Ik open de doos en daar zit een jonge merel. Klein maar al wel in de veren. Ik bekijk het beestje, niks mis mee. Pootjes zijn goed en het beest fladdert dat het een lieve lust heeft. Geel snaveltje, een teken dat ‘ie nog gevoerd wordt, maar merels doen dat sowieso lang. Soms zie je jonge merels die groter zijn dan de ouders die nog steeds gevoerd worden, de luiaards.
Ik laat het beestje zien aan de verzamelde personen en overleg met mevrouw. Die verteld hoe ze het beest ik de regenpijp hoorde en dat mijnheer haar vroeg: “Wat ben je nu met die regenpijp aan het praten”?
Ik krijg sterk de indruk dat het beestje alweer aardig bekomen is van het angstig avontuur. Ik zet het in het gras en onmiddellijk vliegt ‘ie via de schutting onder de tafel. Als ik op hem toeloop komt ‘ie onder de tafel weg en vliegt, een beetje onbeholpen, in een boom op de erfscheiding.
Als ‘ie dat allemaal kan heeft ‘ie mijn hulp niet meer nodig. Hij zal wel een keel op gaan zetten en de ouders zullen dan met gezwinde spoed met pieren aan komen vliegen. Dat vertel ik zo aan de verzameling. Mevrouw verklaart dat tijdens de reddingsoperatie merels flink aan het herrie maken waren. Dat waren vast de ouders die hun spruit zochten.
Ik pak m’n bakje, dat ik al meegenomen had, neem afscheid en ga terug naar de bus. Klaar.

18-06-23 11:34:49
Emmo
Stamgast


WMRindex: 65.330
OTindex: 28.406
30: Geen kraaienmars voor een kraai
Gezegde: De kraaienmars blazen = sterven
30.1: Van daken en pannen
‘s Ochtends vroeg, kort na zeven, komt een appje binnen. Ik lig net te contempleren of ik de benen uit bed zal steken. Die beslissing wordt me op deze wijze uit handen genomen. De plicht roept. Een paar tellen later gaat de telefoon en krijg ik te horen waar het helemaal om gaat. Gisteren is er met groot geschut een vogel van een dak gehaald. Die zat daar vast in de schoorsteen. Brandweer heeft het beestje met een hoogwerker bevrijd.
Omdat het een jonge vogel betrof werd toen besloten het beestje achter in de tuin te laten om te zien of de ouders er bij zouden komen om te voeren en verder te verzorgen. Maar in de loop van de avond bleek dat het beestje, hoewel in de veren, nog niet vliegvaardig was. Bovendien zwierven de ouders er wel omheen maar gingen niet voeren.
Toen is maar besloten om het beestje naar de opvang te brengen. Dat mocht ik doen. Probleem was dat de familie naar school of werk moest en in verband daarmee om acht uur weg zou zijn. Voor mij het een half uur draaien die kant op. Kwartier om toilet te maken, half uur rijden, dat zou net gaan.
Ik bel op om te vertellen wanneer ik er zal zijn. Natuurlijk heeft WhatsApp weer eens ruzie met de handsfree dus gladjes gaat dat gesprek niet. Maar mevrouw weet in ieder geval dat ik eraan kom.
Ik ben koud onderweg of er wordt gebeld. De centrale. Mevrouw kan de vogel niet meer vinden. Ook in verband met de tijdsdruk kan ik de rit afbreken. Op de eerstvolgende rotonde slier ik de bus in de rondte en ga weer terug.
Halverwege de dijk gaat de telefoon weer. Vogel is weer boven water. Helaas kan ik op de dijk niet fatsoenlijk keren, bovendien is het te druk op de weg. Aan het eind van de dijk, vier kilometer verder, is weer een rotonde. Ik wordt zowat duizelig van dat gedraai.
Ik kom al doende net twee minuten na achten ter plaatse. Mevrouw is net bezig beide kinderen op de fiets naar school aan het zetten. Mevrouw geeft de kinderen de laatste gebruikelijke instructies en gaat mij dan voor door de garage naar de tuin. Ze wijst de vogel. Die zit achter de trampoline verstopt.
Zonder al te veel moeite kan ik het beestje grijpen. Het is een jonge kraai. Één van de pootjes is wat dik en ik zie wat slagpennen. Voor de rest lijkt het dier me in orde. Mevrouw verteld dat haar man een installatie, een platformpje op hoogte, had getimmerd om het beest op te zetten, zodat de ouders er zonder bezwaar bij zouden kunnen komen. Maar daar fladderde hij van af zonder dat de ouders erbij kwamen.
Ik vertel mevrouw dat ik de vogel naar de opvang zal brengen. Daar zullen ze hem verzorgen tot hij uitgezet kan worden. Ik neem afscheid en bel vanuit de bus met de opvang. De beheerder is aanwezig en ik kan doorkomen met het beest.
Op de opvang inspecteert de beheerder de vogel. Met die dikke poot heeft ‘ie waarschijnlijk vastgezeten. Met een beetje goede wil gaat dat vanzelf over. En die slagpennen groeien er vanzelf uit. Dat hoort zo. Het beest zal worden verzorgd tot hij uitgezet kan worden. Ik kan weer op huis aan.

19-06-23 09:03:19
Emmo
Stamgast


WMRindex: 65.330
OTindex: 28.406
30.2: Gebroken poot
Ik ben nog maar net thuis van de kraai als er weer een melding binnenkomt. Het gaat vlot zo met de meldingen. Volgens het bericht gaat het om een gewonde ekster. Het adres is in de stad, voor mij net over de grote brug in een apart wijkje. Ik ben er al eens eerder geweest.
Ik bel op om te vertellen wanneer ik er zal zijn en hoor van de melder dat het niet om een ekster gaat, maar om een scholekster. Compleet andere vogel, maar gewond is gewond en dan is de dierenambulance op z’n plek.
De wijk is in een soortement ovaal gebouwd. Een “ringweg” rondom een groepje huizen en tussen de ringweg en de rivier ook huizen. Die hebben een mooier uitzicht. De ringweg is smal. Parkeer is er aan de van de rivier afgelegen kant. Ik moet echter aan de rivierkant zijn en daar blijkt geen parkeer voorhanden.
Ik zet de auto voor het huis zodanig dat een gewone auto er nog net door kan. Meer ruimte is er niet. Als ik uitstap en een bakje pak om de scholekster in te doen komt mijnheer al naar buiten. Hij gaat me voor naar de tuin. Daar staat op een tafeltje een kartonnen doos met daarin de scholekster.
Als ik de doos opendoe zie ik een behoorlijk levendige zeer jonge scholekster. Mijnheer vertelt dat het dier een gebroken poot heeft. Inderdaad staat z’n linkerpootje er scheef onder. Bij nadere inspectie is er ook wat bloed te zien, maar of dit een verwonding is of het gevolg van een open botbreuk kan ik niet constateren.
Ik stop het dier in de transportbox. Ondanks de kapotte poot weet hij er voor de deksel dicht is nog bijna te ontsnappen. Wat mij betreft een twijfelgeval. Een dergelijk vogel met een gebroken poot heeft geen kans in de natuur. Maar het beestje is zo levendig en vief dat ik op volledig irrationele gronden er toch goede hoop op heb.
Terug in de bus bel ik de opvang en vertel het verhaal. Opvang vertelt gelijk dat een scholekster met een gebroken poot maar voor één ding in aanmerking komt, maar op mijn repliek dat ik niet zeker ben van mijn zaak en dat het beestje toch wel heel kwiek is mag ik hem langs brengen. Op het aanrecht in een kartonnen doos, dan zal de beheerder er binnenkort wel naar kijken.
Zo gezegd, zo gedaan en ik kan weer op huis aan.

20-06-23 11:27:54
Emmo
Stamgast


WMRindex: 65.330
OTindex: 28.406
30.3: Gevangen kat
Na de vorige melding ben ik amper thuis gaat opnieuw de telefoon. Dit keer gaat het om een wat minder urgent geval. Op een wel zeer bekend adres is alweer een kat in de val gelopen. Het is alweer enige tijd geleden dat ik op dat adres geweest ben maar schijnbaar hadden ze toch niet alle katten te pakken gehad. De laatste keer was met 18.1: En 't gaat maar door.
Ik slobber een verlate bak koffie op en spring maar weer in de bus. ‘k Heb toch niets anders te doen.
Op het adres aangekomen wordt ik wederom zeer enthousiast begroet door de hond. Of het beest me nog kent of dat hij dat bij iedereen doet weet ik niet. Maar ik vermoed het laatste. Ik wordt opgevangen door mijnheer. Mevrouw is schijnbaar niet thuis. Samen lopen we naar het schuurtje dat is ingericht als kattenverblijf.
Daar staat de kooi met de kat erin. “Pas op”, zegt mijnheer, “Het is een wilde”. Inderdaad. De kooi is afgedekt met een doek en als ik die weghaal probeert het beest een haal te geven. Beest is beslist niet blij. We organiseren de doeken zo dat de handgrepen bereikbaar zijn en dragen de kooi gezamenlijk naar de bus. Dat is hier al routine geworden.
Sinds kort heb ik een zogeheten overzetkooi in de bus. Dat is een kooi zonder valdeurtjes en een stuk korter dan de vangkooi. Truc is om beide kooien tegen elkaar aan te zetten. Dan de deurtjes te openen en de kat aan te moedigen om de vangkooi te verlaten en de overzetkooi te betreden. Deurtjes weer dicht en de vangkooi is weer gereed voor de volgende. Tijdens een vergadering hebben we hiervoor instructie gehad.
Het komt nog wel eens voor dat we op een bepaald adres meerdere katten moeten vangen. Op deze manier hoeven we de kooi niet weer terug te brengen. Dat scheelt weer een ritje. In een geval als hier, waar we ca. 16 katten moesten vangen is dat best praktisch. Dit geval is wel extreem. Meestal praat je over drie of vier katten op één adres.
Tijdens het transport vertel ik mijnheer hiervan. Die zegt: “ ‘k Ben benieuwd”. In de bus sluit ik de deur. Mijnheer blijft buiten door het raampje koekeloeren. Ik maak de installatie gereed en open de deurtjes. Dan haal ik de doeken van de vangkooi en drapeer ik deze over de overzetkooi. Katten houden van duister. En inderdaad, zonder mankeren sluipt de kat de overzetkooi in. Deurtjes dicht en ‘beurt.
Ik doe de deur van de bus weer open. Mijnheer zegt “dat ging wel heel gesmeerd”. Gelukkig wel. Als deze kat vrij was gekomen in de bus was ik er niet zonder kleer-of velscheuren afgekomen. Mijnheer krijgt de kooi weer terug en tot de volgende keer maar weer.
Ik breng de kat naar het asiel. De medewerkster die het dier in ontvangst neemt heeft nog niet eerder zo’n kooi gezien: “Wat is dat nou weer voor een constructie”? Ik zeg nog dat ze voorzichtig moet zijn. De meeste katten kunnen uithalen als de gekooid zijn, maar deze is wat heftiger dan gemiddeld. “Gaat wel lukken”, zegt ze.

20-06-23 11:29:48
Emmo
Stamgast


WMRindex: 65.330
OTindex: 28.406
Dit was het laatste artikel van het boek "Komt een hond bij de dokter". Dit boek komt uit na de correctieprocedure.

Het volgende boek is inmiddels begonnen. Titel nog niet bekend.

Je moet ingelogd zijn om te kunnen reageren!

1 2 3 4 5 6 [7] 8 9 10 11 12 13

WMRphp ver. 7.1 secs - Smalle versie - terug naar boven