20.4: Late kat In de loop van de avond, zo rond een uur of acht, gaat de telefoon weer. Er was een aangereden kat gespot op één van de uitvalswegen van de stad. Onbekend of het dier nog leefde. Waarschijnlijk had iemand het vanuit de auto zien gebeuren en was niet in staat om te stoppen. Of ik genegen was om te kijken wat er aan de hand was. Uiteraard ben ik dat, anders had ik me niet als vrijwilliger opgegeven. Onderweg krijg ik nog een appje. Bus aan de kant en even lezen, wie weet is er wat nieuws. En ja hoor, een nadere positie-aanduiding. Iemand anders had diezelfde kat gezien en geconstateerd dat het dier inderdaad overleden was. De plaats de onheils is vlakbij een kruising met stoplichten. Ik sla rechts af en schiet gelijk de berm in, tussen weg en fietspad. Alarmlichten en en flitsertjes aan, ik sta er een beetje ongelukkig en het is al donker. Ik pak de zaklantaarn en een kratje om het beest in te doen, in de hoop dat ‘ie niet al te zeer beschadigd is. Een groepje giechelmeiden komt langslopen: “Wat zoekt u, mijnheer”? Ik zeg dat er hier ergens een dode kat in de berm ligt. “Oh wat zielig”. Ik loop in de aangegeven richting, langs een bushalte. Niks te zien. Ik loop weer terug langs het fietspad. Nog niets. Ik kijk naar de meldingen en daar staat duidelijk: ”Tussen de bushalte en het bordje van de bebouwde kom”. Ik ben niet ver genoeg doorgelopen. Twintig meter voorbij de bushalte ligt inderdaad de kat naast het fietspad. Kleur klopt, dat is ‘m. Kat in het kratje en terug naar de bus. Daar controleer ik of het beest gechipt is. Twee keer, want soms wil zo’n chip gaan zwerven en zit niet daar waar hij ingebracht is, tussen de schouderbladen. Maar niets, geen chip te bekennen. Ik meld de centrale dat ik de kat gevonden heb en dat ik het beest naar het asiel zal brengen. Daar blijft zo’n dier veertien dagen bewaard om te zien of er toch nog een eigenaar komt opdagen. Gelukkig is het beest goed toonbaar. Ik maak een foto en stuur deze met de relevante gegevens naar de persoon die dit verzorgt. Dan richting asiel om het dier in de vriezer te leggen. Tegenwoordig hebben we stapelbare kratjes waarin de toonbare beesten komen te liggen. Dat maakt het geheel wat netter. Daarna kan ik weer op huis aan. |