hr
jaargang -23 - laatste artikel 28-4 16:00 - 74464 artikelen - nu online 21 bezoekers -

Home
Forum
Lid worden

Leden
Gebruikersnaam:

Wachtwoord:

Login onthouden

Login via:
Wachtwoord vergeten.

Het Forum

· [MED] Mededelingen
· [SUG] Suggesties
· [M&S] Moppen/Spelletjes
· [CUL] Kunst & Cultuur
· [OFT] Offtopic
· [G&C] Games & Computers
· [WMO] Wat me is overkomen
· [VDS] Vragen des levens
· [POL] Politiek
· [CON] Consumenten forum


moppen en spelletjes - moppen en spelletjes - moppen en spelletjes


1 2 3 4 .... 259 260 261 [262] 263 264

Fantasy Roleplay

30-10-17 01:08:23
GroteMop1983
Oudgediende


WMRindex: 5.880
OTindex: 7.881
Raytu kijkt naar de maan. Hij likt zijn poten terwijl de brancard verder rijdt. Hij ligt dicht tegen Yundra aan. Het groene wezen heeft hem geaccepteerd en begrijpt nu waarom hij van gedaante verandert. Dit was wat anders dan toen hij haar voor het eerst zag. Ze schrok en schuilde vooral achter Vintuu en Dagar. Terwijl hij naar de sterren kijkt, voelt hij dat de brancard stil gaat staan. Raytu wekt Yundra en zendt naar haar: Laten we wachten. Ze willen volgens mij de weg gaan verkennen. Hij kijkt Yundra indringend aan en begint zenuwachtig aan zijn zwarte pels te likken. Jeez, wat vind ik het nu irritant dat ik niet elf ben. Denkt Raytu in zichzelf. Hij gaat dichter tegen Yundra aan liggen en likt aan haar hand. Zijn staart kwispelt. Verdomme, staart hou eens op met kwispelen!
……….
Yundra kijkt hem verbaasd aan en probeert de kwijl van haar hand af te halen. Sorry, lieverd, ik werd een beetje zenuwachtig en nerveus. Ik wil elf zijn, maar ben al een paar dagen nog geen elf geworden. zend hij haar toe. Ze knikt en aait hem over zijn kop en zend terug: Ok. Je hoeft je daar niet voor te excuseren.Het irriteert mij gewoon enorm, Yundra. Die kwispelende staart van mij. Yundra moet lachen en kijkt hem aan. Ze geeft hem een kus op zijn kop en zend: Verander dan maar gauw in een elf. Raytu laat zijn kop hangen. Hij schaamt zich een beetje. Hopelijk verandert hij zo in zijn elfengedaante.

30-10-17 12:20:37
linctus
Oudgediende


WMRindex: 1.339
OTindex: 17.058
Langs de kanten zijn allerlei toeschouwers die om zegeningen vragen. Linctus en zijn broeders zijn hier niet voor bevoegd. Ze hebben wel enkele bevoegdheden die priesters ook hebben, maar zegeningen horen hier niet bij. Linctus behoort dan ook niet tot de priester klasse binnen het geloof. De orde van Inarius heeft net als andere ordes een speciale rol binnen het klasse systeem. Ze hebben duur hun handhavende functie een rol die niet in het klasse systeem is in te delen. Dit gold voor alle kerkelijke ridderordes. Ze komen steeds dichter in de buurt van de kathedraal. Linctus kan de schitterende torens al zien als de processie stokt. Telkens lopen ze weer een paar stappen en staan dan weer stil. Het duurt niet lang voordat Linctus ziet wat de opstopping veroorzaakt. Aylin.

Op de trap van de kathedraal zit een donkere gedaante. Wat ineengedoken is het lastig van een afstandje te zien wie het is. Linctus weet wie het is en hij kijkt even opzij. Zijn broeders blijven stoïcijns vooruit kijken. Of ze haar ook zien weet Linctus niet, maar hij ziet hoe iedereen voor hem een beschuldiging naar de persoon in de mantel gooit. Daarbij wordt ze bespuugt en worden en etensresten naar haar gegooid. Iedereen stopt dan even en dan staat de processie weer stil. Langzaam komen ze dichterbij en Linctus kan Aylin inmiddels goed herkennen. De blauwe staart steekt buiten de mantel uit, maar ook is haar snuit te zien. Dan is de groep van Linctus aan de beurt. “Moge deze heiden gereinigd worden door deze straf. Moge haar boetedoening voldoende zijn voor haar grove misdaden. Mogen haar meesters dit schepsel straffen als een hond die zij is.” Meester Italus spuugt hierbij naar de mantel. “Moge zij dit geschenk van boetedoening op waarde schatten.” Vervolgt Roho. Hij gooit hierbij een stuk brood tegen de mantel. Nu kijken de beide broeders naar Linctus. Linctus slikt even en bedenkt zich nu pas dat hij haar niet zomaar voorbij kan lopen. Ook hij zal iets moeten doen. Dit had hij nog niet bedacht. “Moge Uriël je blootstellen aan alles wat hij te bieden heeft. Moge Mathael je de wijsheid bieden om te realiseren welke zonde je begaan hebt. Moge Imperius je de kracht gunnen om deze boetedoening te doorstaan. Moge Tyreal je bijstaan in het begrijpen van je straf. Moge Itherael je lot gunstig gestemd hebben. Moge Auriël je genadig zijn en moge Inarius je rein verklaren in het eindoordeel.” Verzint Linctus ter plekke. Het was eigenlijk een wens in plaats van een verdoemenis. Verder gooit of spuugt Linctus niets maar vervolgd hij zijn weg de kathedraal in.

30-10-17 22:45:23
Madarian
Oudgediende


WMRindex: 2.597
OTindex: 5.605
Meer dagen verstrijken. Als de ochtendzon doorbreekt passeert de groep een open veld. Markus ziet in de verte wat bewegen. Verkenners hebben de groep opgemerkt. Markus weet dat het geen zin heeft om achter de verkenners aan te gaan. Als hij op de plek is waar hij ze zag, dan waren de verkenners gevlogen. Het enige wat men gezien heeft is een lopende zwarte ridder die een vrouw begeleid die op ene paard zit, en die iets meesleept. Markus kijkt achterom en controleert de wielen van de brancard. Die kunnen het nog even volhouden. Dankzij de wielen is er bijna geen stofwolk te zien. Markus: "Als jullie even pauze willen houden, laat het dan weten. Ik heb dat niet nodig, en Shadow envenmin. En hoe zit het met jou schat" Larissa: "Ik heb het ook niet nodig. Bedankt voor het vragen. Maar straks is het mijn beurt om even te lopen." Larissa geeft Markus een zoen. Markus: "Hoe kan ik jou verzoek weigeren?" Larissa antwoordt plagerig: "Niet. Dat zou je zo langzamerhand moeten weten." Markus: "Ik denk dat het niet zo ver meer is. Wacht. Wat is dat daar in de verte? Ik zie een vreemde lichtschijnsel." Larissa: "Ik zie niet wat je bedoelt?" Markus wijst de plek aan waar hij vaag een lichtschijnsel ziet, maar Larissa en de anderen zien het niet. Markus: "Het is aan jullie. Gaan we door of houden we een korte pauze?"

31-10-17 12:05:34
nietmeer
Vàilan kijkt even achterom en ziet her en der wat mensen dingen naar Aylin gooien. Straks, als de hele stoet in de Kathedraal zat, zou de trede waar ze zat bezaaid zijn met afval. Normaal gesproken stond er een behoorlijk hoge boete op het bevuilen van de marmeren treden, maar als een zondaar gestraft moest worden maakte men een uitzondering. Vàilan wil er niet aan denken en bidt in gedachten dat Aylin hem zal vergeven. Waarschijnlijk wordt het nu alleen maar erger, denkt hij. Schuifelend begeeft de enorme menigte zich de Kathedraal in, en iedereen krijgt bij binnenkomst zijn plek toegewezen. Als eindelijk iedereen binnen is, worden de massieve deuren gesloten. De aartskardinaal neemt zijn plek in voor het hoofdaltaar en wordt omringd door zijn directe ondergeschikten, waaronder enkele bisschoppen, Julius en Vàilan. Vaandels en vlaggen worden door bedienden meegenomen en her en der op de daarvoor bestemde plaatsen opgehangen, waardoor het al reeds imposante interieur nog veel kleurrijker wordt.

"Kinderen!" buldert de aartskardinaal, zijn donderende stem doet het gebouw schudden. "Dienaren van de allerhoogste Goden en hun Zevende Kerk. U bent vandaag hier bijeen gekomen om een ongekende dreiging het hoofd te bieden. Vanuit alle windstreken komen berichten binnen van onheilige gebeurtenissen, verschijningen, verdwijningen en sterfgevallen. De vijanden van de Kerk, vervloekt zijn hun zielen, proberen ons gezag te ondermijnen en de bevolking op een dwaalspoor te brengen. Onze schapen raken verdwaald, onze herders hebben het zwaar. U hebt in uw gebieden de Kerk reeds goed gediend, maar goed is niet meer goed genoeg. Nieuwe wetten, nieuwe regels en strenger optreden moeten onze positie voor altijd verstevigen, gericht op het Eeuwige". Iedereen herhaalt de laatste woorden, "gericht op het Eeuwige". "Weldra zullen de vertegenwoordigers onder u de kans krijgen om te spreken en uw gedachten, ideeën en problemen te delen met uw broeders. Welke gelofte van zwijgen of geheimhouding u ook heeft afgelegd, ik verklaar ze hierbij nietig. Spreek, en houd niets verborgen. Alleen samen staan we sterk, alleen samen roeien we deze heidense, duistere praktijken uit. SAMEN!" Iedereen herhaalt: "Samen!"

"Laten we eerst bidden tot de allerhoogste Goden en hun Aartsengelen, opdat hun wijsheid en daadkracht op ons neerdaalt," gaat de aartskardinaal verder.

Laatste edit 31-10-2017 12:10

31-10-17 12:24:30
linctus
Oudgediende


WMRindex: 1.339
OTindex: 17.058
Linctus loopt de imposante kathedraal binnen. De groepen worden door de kerkdienaar in de kerk naar de juiste plaats gewezen. Linctus loopt naar iemand toe die even opkijkt naar het vaandel. “Orde van Inarius.” Zegt de kerkdienaar terwijl hij op zijn stuk papier kijkt. “Middenschip, linkerzijde, rij 4.” Linctus volgt het rode kleed dat over het gangpad richting het altaar loopt. Schijnbaar was dit een prominente plek in de kathedraal. De kathedraal heeft 3 schepen. Het middenschip is het grootst en is misschien wel honderd rijen diep. Linctus loopt de rijen voorbij en kijkt opzij. Heel veel geestelijke kijken naar de ridders. Linctus wist niet of het ongeloof was of dat ze onder de indruk waren van de kledij van de ridders. Aangekomen bij rij 4 aan de linkerkant staat een kerkdienaar hun weer op te wachten. “Ik zal uw vaandel overnemen.” Klinkt het vriendelijk terwijl hij de ridders de lange bank van rij vier wijst. Meester Italus stapt als eerste de rij in en schuifelt een beetje tussen het hout door. Het zwaard maakt dit niet gemakkelijker. Een beetje onhandig houdt de meester zijn zwaard vast zodat hij niet blijft haken. “Uhmm” Klinkt het zacht uit rij 3. Linctus ziet daar een groep van vijf ridders van de orde van Malthael. Een ridder wijst dat hij zijn riem met zijn zwaard los in zijn hand heeft. Meester Italus snapt wat hij bedoelt en maakt zijn riem los. Met zijn zwaard in zijn hand is het gemakkelijk doorlopen de rij in. Roho en Linctus volgen zijn voorbeeld. De meester loopt door tot hij bij een priester komt die in een goud bekleed gewaad in de rij zit. Meester Italus groet de priester en neemt naast hem plaats. Daarnaast gaat Roho zitten gevolgd door Linctus. Er komen zeker nog 20 andere in de rij zitten. Precies naast Linctus gaat een priester zitten met een donkere huid. Linctus heeft dat in het Noorden nog nooit gezien, maar groet de priester toch vriendelijk. Met een accent wordt Linctus in de oude taal terug gegroet.

Iedereen blijft stil zitten tot de kardinaal zijn openingsgebed heeft gedaan. Linctus heeft net als alle aanwezigen gebeden voor wijsheid en daadkracht. Het is een wonderlijk gevoel als de gehele kathedraal hetzelfde gebed prevelt in de oude taal. Het bezorgt Linctus een ongekende sensatie. De puurheid van het geloof was in dit moment onaantastbaar. Even leken ze de aardse zaken te overstijgen. Dit was het huis van de goden.

31-10-17 19:31:42
nietmeer
De aartskardinaal zegent iedereen in naam van alle Goden en sluit het gebed af. "En nu," dondert hij. "...gaan we beginnen". Ook hij en de andere geestelijken bij het hoofdaltaar gaan zitten, op grote zetels uitgedost naar gelang hun rang en reputatie. Omdat het hoofdaltaar redelijk boven de begane grond verheven was, kon zelfs iemand achterin de Kathedraal de aartskardinaal en co zien. "Zelfs het stevigste gebouw zal door gebrek aan onderhoud uiteindelijk ten onder gaan," buldert hij. "Het verval binnen onze Kerk begint aan onze fundamenten te vreten. De oorzaak hiervan is bij u allen wel bekend: verslapping van lokale autoriteiten. Te veel wordt getolereerd, te soft wordt er op getreden. Onze eigen dienaren verrijken zichzelf en verwoesten niet alleen hun eigen ziel, maar ook die van de mensen om hun heen! Ze zien teveel door hun vingers en laten de ketters hun eigen godsdiensten beoefenen, in ons territorium! Dat houdt op. Kan niemand dan een voorbeeld nemen aan hen die met gezegende zwaarden het onkruid uit onze tuin weghalen?" De aartskardinaal kijkt richting de diverse Ridderorden. Dan staat hij op en wijst naar Vàilan. "Maar ook binnen ons heiligste heiligdom groeit het bederf. Broeder Vàilan, sta op en vertel iedereen wat ik bedoel."

Vàilan trekt wit weg en weet niet wat hij moet doen. Voor een select groepje onbekenden spreken vond hij al spannend, maar nu zat hij oog in oog met honderden, het leken er wel duizenden. Bibberend staat hij op, zijn blik gericht op het enorme roosvenster boven de ingang. Daarin waren alle zeven goden afgebeeld, ieder met een eigen attribuut en een daad verrichtend dat bij hen hoorde. Hij focust op Auriël, die hem recht aankijkt. "P...pardon?" stamelt hij. Dat wilde hij helemaal niet zeggen, maar zijn hart stond bijna stil en zijn lichaam leek verlamd. Sta me bij, Auriël. Laat ons niet onnodig lijden. Met 'ons' bedoelde hij zichzelf en Aylin. Hij schraapt zijn keel en denkt na over wat hij wil zeggen. "Enkele jaren geleden," begint hij, zijn stem verheven zodat iedereen hem kon horen. Dat alleen al zou een wonder zijn na die korte donder-en-bliksempreek van de aartskardinaal. "Enkele jaren geleden werd een jonge dame in boeien voor hunne majesteiten de koning en de koningin gebracht. Zij was niet van hier, niet van verder, maar van heel ver. Het meest exotische wezen dat ik in mijn leven heb gezien. Ze was wanhopig, hongerig, en had geprobeerd een klein brood te stelen. Ik had mijn opleiding tot priester amper afgerond en werd er al bij gehaald. Ik overtuigde hunne majesteiten dat genade op zijn plek zou zijn, en nam voortaan de verantwoordelijkheid over haar op mijn schouders".

In de Kathedraal klinkt wat geroezemoes over wie het nou kon zijn. "In ruil voor haar diensten aan de koninklijke familie, kon zij in het kasteel wonen en genieten van de diverse privileges. Aan mij de taak om haar ook te instrueren in het ware geloof." Vanuit de Kathedraal klinkt wat gegniffel en sarcastisch gefluister. "Slechts met moeite, onmenselijk geduld en begrip heeft zij stukje bij beetje, jaar voor jaar toch alles meegekregen. Het heeft haar zeker veranderd, maar haar wil is bijna net zo sterk als haar huid. Religie, van welke soort dan ook, is niet aan haar besteed. In feite heb ik vaker de Kerk bij haar vandaan gehouden dan dat ik geprobeerd heb haar te onderwijzen. Dat biecht ik op ten overstaan van u allen en de Goden, moge zij mij genadig zijn. Helaas heeft dat geleid tot een...nogal pijnlijk...incident. Daarom heeft u haar bij het binnentreden van de Kathedraal op de trappen gezien. Eigenlijk had ik daar moeten zitten. En binnenkort zal ik er ook zitten. Ik heb het verdiend."

Julius staat op, zonder de toestemming van de aartskardinaal af te wachten. Die blijft zitten maar balt wel zijn vuisten. "Onze broeder treft geen blaam," spreekt de Priester Overste. "De mentor heeft gedaan wat hij kon, maar de student wil niet luisteren. Broeders, kinderen, zij is niet verloren. Zij ondergaat haar straf op dit moment, geeft dat aan dat zij niets weet? Het werk van broeder Vàilan is niet voor niets geweest. Met geduld, tijd en inzet schrijden we voort, broeders. Waarbij we een rechtvaardige, strenge aanpak niet mogen vergeten." Bij het spreken van die laatste woorden kijkt hij naar de aartskardinaal, omdat hij anders indirect het hele beleid van de kerkleider in twijfel zou trekken. Tijd en geduld waren aan de aartskardinaal immers niet besteed. Alleen direct handelen en geen tijd verspillen waren zijn drijfveren.

Ze doet het niet voor jou, Julius. Niet voor Zijne Eminentie. Niet voor de Goden, niet voor de Kerk, niet voor jullie allemaal. Ze doet het voor mij, en voor mij alleen, denkt Vàilan, terwijl Julius zijn preek afsluit. Beiden gaan weer zitten, en de aartskardinaal staat op. "Tijd? Geduld?" dondert hij. "De Kerk heeft geen tijd en geduld. Maar ik zou mijn positie niet waardig zijn als ik niet luisterde naar de woorden van zij die ons al hun leven lang goed gediend hebben. Hier komen we later op terug." De aartskardinaal krijgt een lijst aangereikt met alle aanwezige groepen, orden en dergelijke. Hij noemt er een aantal op die om de beurt mogen spreken.

Laatste edit 31-10-2017 19:37

01-11-17 23:55:27
GroteMop1983
Oudgediende


WMRindex: 5.880
OTindex: 7.881
Markus: "Het is aan jullie. Gaan we door of houden we een korte pauze?" Nog voor er overlegd wordt, geeft Raytu aan dat hij wil pauzeren.
……..
Ik weet niet of jullie het doorhebben, maar ik voel mijn transformatie aankomen tot elf. Yundra knielt naast de zwarte wolf neer aait hem over zijn kop en zegt: “Ik weet niet of je het door hebt, maar je dacht net niet, maar zond je gedachten door naar mij.”
Hij glimlacht en buigt zijn kop naar Yundra. Dan loopt hij naar het midden, gaat liggen en transformeert. Hij kijkt naar zijn handen en lacht. Dan kijkt hij Yundra aan met een glimlach en zegt: “Ik ben dat transformeren een beetje zat, eigenlijk.” Ze slaat haar haar naar achteren. Kamt daarna nog even met haar vingers door haar witte haar en zegt met een knipoog: “Die pauze doet je goed. Of je nu elf of wolf bent ik mag je even erg.”
Raytu grijnst naar haar en knikt dankbaar voor het compliment die ze had gemaakt.
……….
Yundra kijkt even rond en raapt wat paddestoelen op. Ze loopt verder en ziet ook bramen. Ze pakt een braam en een paddestoel. Ze stopt de braam in de grond, plaatst haar handen om de plek heen waar ze de braam in de grond had gestopt. Blaast tussen haar handen in en er verschijnt een bramenstruik. Raytu kijkt verbaasd naar de struik en grijnst. Ze plukt alle bramen van de bramenstruik af, stopt deze in een leeg mandje en stopt de paddestoel in de grond. Ze plaatst haar handen om de in de grond gestopte paddestoel, blaast tussen haar handen in en er komen meer paddestoelen uit de grond. Ze gooit ook die paddestoelen in het mandje. Dan loopt ze naar een boom toe en gaat tegen de stam van de boom aan liggen. Raytu loopt naar haar toe met twee bramen in zijn hand, geeft een braam aan haar en gaat naast haar liggen. Ze zeggen geen woord tegen elkaar en eten van hun braam. Net als ze willen gaan slapen worden ze gewekt door Vintuu en Dagar, om verder te gaan reizen naar Aberon. Ze nemen weer plaats op de brancard en reizen verder.

02-11-17 10:38:50
linctus
Oudgediende


WMRindex: 1.339
OTindex: 17.058
Linctus hoort hoe er gesproken wordt over Aylin. Het heeft dus schijnbaar een langere geschiedenis dan de confrontatie met meester Italus. Linctus merkt dat er verdeeldheid is in de zaal. Sommige willen een hardere hand, andere een zachtere aanpak. Ook zijn er enkele die vinden dat de huidige aanpak meer tijd verdient. Allerlei verschillende standpunten worden er aangedragen. Dan wordt de orde van Inarius geroepen. Linctus kijkt naar meester Italus. Deze knikt. Ergens had Linctus gehoopt dat de meester toch het woord wilde overnemen. Linctus staat op en schuift voorbij de rij. Hij loopt via het gangpad naar het altaar. Voor de treden van het altaar knielt de ridder even. Daarna betreedt hij het heilige altaar. Hij groet de hoge geestelijken op het altaar met een diepe buiging en gaat dan voor de spreekstoel staan. Linctus opent het blad dat de landcommandeur mee had gegeven voor de concilie. Hij schraapt zijn keel en kijkt de zaal in.

“Broeders.” Begint Linctus op een harde toon zodat hij zeker weet dat iedereen in de kathedraal hen hoort. “Wij zijn een nederige orde. Wij vinden het niet onze plaats om de kerk van advies te voorzien over haar koers. Wij kunnen enkel onze visie op deze zaak geven. Wij zullen niet pretenderen of wij het beter weten dan U. Echter zullen we door onze ervaringen wellicht een aanvulling kunnen leveren. Zoals jullie weten zijn wij als orde opgericht om pelgrims te beschermen tijdens hun tochten. Deze rol is door de eeuwen veranderd. De routes zijn veiliger geworden en andere uitdagingen zijn op ons pad gekomen. Tegenwoordig zijn wij verantwoordelijk voor de noordelijke landen. Niet alleen voor de handhaving van het geloof, maar ook de uitbreiding van ons gebied. Het is ons een eer dat wij het ware geloof mogen brengen aan de barbaren in het noorden. Een eer dat wij hun dit geschenk mogen overhandigen. Echter is dit een geschenk wat niet altijd met open armen ontvangen wordt. Helaas zijn wij genoodzaakt om ons zwaard op te pakken tegen deze barbaren. Hun legers te verslaan, hun koningen af te zetten en hierdoor hun volk te bevrijden van de heidense goden. Het is een zware last om met een dergelijke harde hand te moeten ingrijpen. Echter is het noodzakelijk. Barbaren luisteren niet naar woorden. Barbaren luisteren niet naar geschriften. Ze luisteren naar kracht.”

Linctus kijkt weer even op zijn blad en richt zich daarna weer tot de zaal. “Zelfs na hun bekering is het volk niet veilig voor zonde. De terugval naar hun heidense goden komt helaas nog voor in de noordelijke landen. Bijgeloof wordt het genoemd. Alsof er iets kan zijn wat naast het ware geloof kan bestaan. Het doet mij dan ook pijn als ik moet zien dat deze mensen ons geschenk niet op waarde kunnen schatten. Het is dan ook onze taak om de verloren schapen weer naar de kudde te leiden. Dit doen onze ridders tijden hun reizen als ze een verdwaald schaap tegenkomen of als een priester vraagt om hun gemeenschap te zuiveren. De teruggebrachte schapen worden door middel van boetedoening gestraft voor hun dwalen. Dit lijkt een effectief middel om dwaling in de toekomst tegen te gaan. Onze mening is dan ook om zulke zuiverende processen wellicht aangestuurd door de kerk onze fundering kunnen repareren. Niet enkel meer op uitnodiging, niet enkel in de noordelijke landen en geen uitzonderingen meer voor de adel. Een edict van Genade zou uitgevaardigd kunnen worden om de zondaars een kans te geven om zichzelf aan te geven. Na deze periode zouden de zondaars die zich niet vrijwillig gemeld hebben onderworpen moeten worden aan het proces. Dit is onze mening en ik dank jullie allen voor het aanhoren van deze woorden. Moge Malthael ons bijstaan in onze beslissing.”

Linctus buigt zijn hoofd na het spreken van de woorden. Daarna rolt hij het papier weer op en loopt richting de hoge geestelijken. Hij buigt en knikt even vriendelijk naar Vàilan. Daarna loopt hij terug naar zijn plaats. Hij schuift voorbij de andere in de rij en gaat weer zitten. “Goed gesproken.” Begint meester Italus. “Ik had nooit de juiste woorden gevonden om het verhaal van de landcommandeur zo goed over te brengen.”

03-11-17 20:15:45
nietmeer
Vàilan staart voor zich uit en concentreert zich op het roosvenster, terwijl hij aanhoort hoe men eerst over Aylin spreekt. Wat heb je jezelf aangedaan, denkt hij. Het zal voor haar lastiger worden om zich vrij door de stad te bewegen. Zeg niet dat ik je niet gewaarschuwd heb, Aylin.

Dan mogen de vertegenwoordigers van her en der over andere zaken spreken, maar Vàilan kan zijn gedachten er niet bij houden. Een poppenkast noemde ze het. Nu ik hier zit kan ik het enigszins wel begrijpen. Uiteindelijk komt Linctus naar het altaar gelopen, en Vàilan wordt uit zijn trance bevrijd en blijft naar de jonge ridder staren gedurende diens toespraak. Na afloop staat de aartskardinaal op en bedankt de Orde van Inarius in het bijzonder voor deze toedracht, alvorens hij de lijst nogmaals krijgt aangereikt en weer een aantal namen of organisaties noemt. Vàilan knikt terug naar Linctus en richt zijn blik weer op het roosvenster. Bijgeloof, mijmert Vàilan. Die Orde moest eens weten. We hebben hier een hele kluis vol afgodsbeelden staan. Iedereen die de sleutel heeft of bevoegd is deze te lenen kan erbij. De nieuwsgierige geest is snel verleid, zegt men wel eens. Vàilan had de 'verzameling' meerdere keren gezien. Zelf deed hij slechts sporadisch onderzoek naar de verschillende afgodsbeelden die er bestonden en hoe ze in heidense culturen worden gebruikt. De 'slangenman' vond hij tegelijkertijd het meest intrigerend en afschrikwekkend, wellicht omdat het hem aan Aylin deed denken. Dit beeld stelde de god Sithis voor, zo had hij eens gelezen. Vàilan begreep dat als bekend zou worden dat de Kerk de afgodsbeelden bewaarde in plaats van te vernietigen, wat het officiële beleid was, dat er behoorlijk wat gedoe van zou komen. Dan zijn de poppen pas echt aan het dansen. Zijne Eminentie wil een absolute zuivering teweegbrengen, maar dat zal niks uithalen zolang we niet in eigen huis beginnen.

Laatste edit 03-11-2017 20:24

03-11-17 21:09:31
Madarian
Oudgediende


WMRindex: 2.597
OTindex: 5.605
Na een paar uur is het gezelschap vlakbij Aberon. Markus stopt net uit zicht van de toegangspoort, maakt de brancard los en verstopt deze achter een struik. Markus kijkt naar de stad en ziet de kathedraaltorens boven de gebouwen uitsteken. Het aparte lichtschijnsel komt van een van de torens van de kathedraal af. Markus: "Vanaf hier is het waarschijnlijk verstandiger om niet samen te blijven. Ik val teveel op, en ik weet niet wat voor aandacht ik ga krijgen, maar het zal denk ik geen goede aandacht zijn. Ik hoop jullie straks weer te zien. De gift van Sithis bevindt zich in de kathedraal. Larissa, wil je in je eentje richting de kathedraal gaan en een oogje in het zeil houden?" Larissa stemt toe en zegt: "Wees voorzichtig." Markus: "Ik ben niet bang om voor de zoveelste keer te sterven, maar als ze me te pakken krijgen, dan kunnen ze me gevangen zetten. Ga niet naar binnen, wat er ook gebeurt." Markus en Larissa gaan de anderen een voor een af, en nemen afscheid. De dieren krijgen een aai, Yundra en Raytu een hand. Markus: "Dit is voor het geval alles zo verkeerd loopt dat we elkaar niet meer zien. In dat geval hoop ik dat jullie goed op jezelf passen. Ik weet niet hoe men hier op jullie gaat reageren. Als ze jullie dan maar niet met mij in verband brengen..."

Larissa gaat lopend de stad binnen. De wachters laten haar gaan, hoewel Larissa hun de rillingen over het lijf laat lopen. Nu is het Markus z'n beurt. Markus rijdt stapvoets richting de poort. De wachters doen gelukkig niets en laten Markus door. Er zijn zoveel vreemdelingen binnen dat een extra niet uitmaakt. Even later passeert Markus Larissa. Hij knikt even. Larissa glimlacht terug. Na een flinke rit door de stad komt Markus aan bij de trap voor de kathedraal. Hij stapt niet af, maar laat Shadow de trap beklimmen. Bijna bovenaan ziet Markus een wezen zitten op de trap met een of andere mantel om zich heen. Het heeft een blauwe geschubde staart. Markus negeert het hem onbekende wezen, maar houdt het wel in de gaten. Zo te zien lopen de rillingen over de rug van het wezen. Markus stijgt dichtbij het wezen af en loopt verder de trap op. Shadow verdwijnt in een zwarte wolk. Of het wezen dat heeft gezien of niet maakt Markus niet uit. Markus loopt verder de trap op en ziet dat de hoofdingang bewaakt wordt. Er is iets binnen aan de hand. Markus loopt de kathedraal rond en bekijkt het gebouw. Hoewel het misschien lijkt of hij de architectuur bewondert, is hij eigenlijk een manier aan het zoeken om het gebouw te beklimmen. Er zijn redelijk wat wachters die aan het patrouilleren zijn, maar toch vindt hij een geschikte plek aan de zijkant van het gebouw. daar een nis waar hij niet gezien kan worden. Hij wacht z'n kans af, en net als een wachter hem gepasseerd is, wordt hij half zichtbaar en klimt hij richting het dak. Geen alarm. Vlakbij de rand van het dak stopt hij. Hoort hij daar een stem? Er zijn dus ook wachters op het dak. Daarom gaat hij het dak niet op, maar blijft hij net onder de rand. Op die manier gaat hij naar de toren toe waar het licht uit komt. Bij de toren aangekomen besluit Markus eerst te gaan kijken waar de deur is die naar binnen gaat. Hij klimt de toren rond, voordat hij omhoog klimt. Als hij denkt dat hij hoog genoeg is, klimt hij de toren weer rond en bestudeert hoe de wachters staan en lopen. Een deur blijkt direct uit te komen op de toren waar het licht vandaan komt. Ziet hij daar een rood spoor? Markus kijkt beter. Een rood spoor gaat naar binnen door die deur.

Markus klimt weer de toren halfrond, daarna naar beneden zodat hij snel het dak op kan. Hij hoort voetstappen naderen en daarna weer weglopen. Dat was wat hij wou horen. Zo geruisloos en snel als hij kan gaat hij naar de deur. Hij probeert de deur en deze gaat open. Zo snel hij kan gaat hij naar binnen. Hij is nog steeds half zichtbaar, maar om hem heen vibreert de lucht. Hij voelt zich ongemakkelijk, waarschijnlijk omdat alles gezegend is. Het rode spoor leidt naar een trap omhoog. Markus doet z'n best zo stil mogelijk te zijn. Dan komt hij bij de bovenste verdieping. Een wachter ligt dood op de grond. Het rode spoor gaat door een deur heen die op slot zit. Het spoor is erg vreemd bij de deur. Het lijkt net alsof er een plas ligt wat rood schijnt. Markus doorzoekt de dode wachter en vindt een sleutel.

Als Markus de deur open doet, ziet hij een vier meter groot gestalte die rood opgloeit. Het gestalte draait zich om en heeft iets vast, waar het speciale licht uit komt. Markus ziet een zeer grote baron van Northhaven, met hoorns en een staart, en het heeft hetgene was wat voor Markus bestemd was. De baron gaat snel naar een kleine raam in de vorm van een kruis, en perst zich snel door het veel kleinere raam. Markus weet dat hij niet door dat raampje past, en draait zich om. Op dat moment komt een wachter de trap op. Markus rent op de wachter af en geeft de wachter een schop, waardoor deze van de trap af valt. Markus volgt zo snel hij kan en stapt over de wachter heen. Hij wil het dak op gaan, maar de wachters op het dak hebben de valpartij gehoord en komen net naar binnen. Markus doet z'n best om de wachters van zich af te houden en niet te doden. De wachters doen alleen maar hun werk en Markus probeert zich aan de belangrijkste van zijn riddercode te houden: "dood geen onschuldige personen".

Als hij de kans ziet probeert hij wachter met de platte kant van z'n zwaard uit te schakelen zonder ze te doden, of ze met het handvat te raken. Dan ziet hij een deur en gaat er in zonder te kijken waar deze naartoe gaat. Blijkbaar naar een balustrade die boven de grote hal waar een bijeenkomst is! Dat heb ik weer! denkt Markus. De wachters volgen. Iedere volgt het gevecht wat zich boven hun hoofd afspeelt. Het wordt Markus daarboven te benauwd en springt van de balustrade af. Halverwege de sprong wordt hij half doorzichtig en komt luid maar niet gewond neer. Hij schreeuwt en wordt weer volledig zichtbaar. Dit geeft hem de kans om iemand vast te pakken en te gijzelen, en gaat met z'n rug tegen de muur staan, met de gijzelaar voor hem. Markus houdt z'n zwaard bij de keel van de gijzelaar...

Laatste edit 03-11-2017 21:22

03-11-17 21:35:02
linctus
Oudgediende


WMRindex: 1.339
OTindex: 17.058
Linctus hoort met plezier de lovende woorden van de kardinaal aan. Dat de orde in het bijzonder bedankt wordt betekend dat Linctus het goed heeft gedaan. Met aandacht luistert hij naar de volgende sprekers. Terwijl de eerste priester na Linctus een verhaal staat te vertellen over een openbaring van een engel in het Westen hoe dit een teken voor barmhartigheid zou moeten zijn ziet Linctus hoe er een vreemde indringer op de balustrade verschijnt. Al gauw wordt deze gevolgd door een aantal wachten. Linctus kijkt even opzij en knikt naar zijn broeders. Zonder een woord te moeten wisselen springen de drie ridders op. Terwijl de indringer omlaag springt rennen de ridders over de banken naar voren. Ze kijken even naar de indringer terwijl deze schreeuwt. De andere ridders beginnen nu ook in actie te komen, maar Linctus, Roho en Italus zijn dan al van de laatste bank af gesprongen op het marmer. Hun doel is duidelijk. Zo helder als glas. De hoge geestelijken beschermen met hun leven. De ridders stormen dus ook met getrokken zwaard het altaar op.

03-11-17 22:48:44
nietmeer
Ondanks alles was Aylin op de trap blijven zitten. Ze had al duizend keer kunnen weglopen, maar daar had ze Vàilan alleen maar verder mee in problemen gebracht. Ze wacht geduldig af, zich weinig bekommerend om het afval dat om haar heen lag. Dat ze hiervoor was gewaarschuwd speelde zeker een rol, maar ook het feit dat ze zulke situaties wel kende uit haar jeugd maakte dat ze zich niet zo makkelijk liet breken. Opeens loopt een koude rilling over haar rug en ziet ze een duister paard-wezen met een spookachtige berijder. Zij kon meer zien dan de gewone mens, en voor haar was dit verschijnsel niet verborgen. Kijk eens aan...die koorknaapjes daarbinnen gaan een lesje krijgen, denkt ze. Aylin reageert niet op de nieuwkomer maar kijkt wel even achterom. Dan realiseert ze zich dat Vàilan wel eens in gevaar kon zijn. Langzaam, tegen alle regels in, sjokt ze naar de kathedraal, terwijl stukken etensresten van de mantel afglijden.

Binnenin is de commotie enorm, zodra Markus vanaf een van de galerijen naar beneden springt en iemand gijzelt. De ridders nemen gevechtsposities in en bewaken iedere mogelijke in- en uitgang. De aartskardinaal staat op, gezicht roodgloeiend, en wijst naar Markus. "Een demon! Zie hoe het heidense vuil onze kerk aanvreet!" dondert hij. "In ons eigen huis worden wij bedreigd! Ridders, vernietig dit onheilig wezen!" Vàilan herkent hem...het was die zwarte ridder uit zijn droom! Hij blijft zitten maar houdt de vreemde verschijning nauwlettend in de gaten. Wat kwam hij hier doen? Wie had hem gezonden? Wist hij van de verboden verzameling?

Tja, dat komt ervan, denkt hij. Dit gaat nog een hele moeilijke klus worden om uit te leggen. Ondanks de commotie blijft Vàilan opvallend koel. Wat kon hij nu eenmaal doen behalve toekijken?

Laatste edit 03-11-2017 22:50

03-11-17 23:08:08
Madarian
Oudgediende


WMRindex: 2.597
OTindex: 5.605
Markus: "Ik een demon? Dan weet je blijkbaar niet wat een demon is! Ik heb werkelijk een demon verslagen, en er was er eentje in de toren. Jullie hebben demonoproepers in de stad zitten!" Markus probeert met de gijzelaar langs de muren naar de dichtstbijzijnde uitgang te komen. De lucht om Markus trilt. Iedereen die dichtbij Markus komt krijgt koude rillingen door zich heen. Markus Schreeuwt nog een keer. Een oorverdovende schreeuw die iedereen doet huiveren. Iedereen ging een beetje achteruit, waardoor hij weer iets kon opschuiven. Markus vraagt zich alleen af of ze het leven van de gijzelaar meer waarde geven dan zijn vernietiging.

Intussen is Larissa bij de kathedraal aangekomen. Ze passeert een wezen dat zeer vuil is en langzaam richting de kathedraal gaat. Weer krijgt het wezen de rillingen over haar rug. Larissa gaat op een plek staan waar ze de hoofdingang in de gaten kan houden. Ze hoort vechtgeluiden en weet hoe laat het is. Moet ze ingrijpen of niet?

04-11-17 16:23:52
GroteMop1983
Oudgediende


WMRindex: 5.880
OTindex: 7.881
Yundra en de rest lopen achter Larissa aan. Yundra heeft zich omgekleed en heeft nu een donker gewaad aan, waardoor haar groene huid niet goed te zien is. Ook Raytu heeft een donker gewaad aan. Ze kijken naar dat grote gebouw, ze zien een wezen in vieze kleren en er vuil uit ziet. Ik vraag mij af wat ze gedaan heeft en wat dit immens lelijk, grote gebouw is.
Ze hoort geschreeuw en ziet Markus met een gijzelaar. Ook ziet ze hem twijfelen of hij het leven van de gijzelaar zal nemen.
…….
Raytu? zend ze naar de elf. Raytu gaat dichter naast haar lopen en pakt haar hand. [/i]Ja, liefste. Wat is er?[/i]….Wat is dat immens lelijk, grote gebouw?Mensen noemen het een kathedraal. Een religieus gebouw of zo.….Wat is religieus?De ene mens gelooft in God, de ander ergens anders in. Net zoals bij ons de elven in de Allerhoogsten geloven.Ok. Toch vind ik het gebouw er eng uit zien.Als je er niet naar binnen wil gaan, hoeft het niet. Ik hoef ook niet dat gebouw in Yundra. Raytu kijkt haar aan. Yundra glimlacht. Bedankt, voor de peptalk, Raytu. Raytu grijnst en pakt haar hand steviger vast.
……
Ze horen vechtgeluiden en kijken naar Larissa. Yundra loopt naar Larissa en kijkt haar aan. Ze pakt haar hand en geeft daarmee aan dat ze met haar mee gaat. De wolven buigen voor Larissa. Raytu pakt de andere hand van Yundra en houdt die stevig vast. Larissa glimlacht. De ijskoude hand van Larissa en de warme hand van Yundra zorgen voor normale warmte. Yundra kijkt naar haar hand die Larissa’s hand vast heeft en laat Larissa’s hand los. Ze knikt naar Larissa. Dan kijkt ze naar Raytu en zend Raytu, zorg goed voor Vintuu en voor Dagar als er wat mij mocht gebeuren.….Er zal jou niets overkomen.

04-11-17 16:40:31
nietmeer
Offtopic:
Lelijk gebouw _O-
Aylin blijft stil staan zodra ze Larissa opmerkt, gevolgd door twee figuren in donkere kledij en...wolven. Niemand in heel Aberon en daarbuiten hield wolven als huisdier, laat staan als 'vriend'. Larissa's ijskoude uiterlijk raakt haar dieper dan ze wilde toegeven. Er was iets met haar, iets...bovennatuurlijks. Dat de Kerk het opeens zwaar had, bleek wel...en het werd alleen maar erger. Aylin zet haar kap af en maakt zichzelf zo goed zichtbaar voor de rest. Gelukkig was vooral de mantel vies. Zij zelf was redelijk ongeschonden gebleven. Grommend kijkt ze richting de ingang, haar witte, vlijmscherpe tanden ontbloot. Nu wilde ze dat ze haar harnas aan had, maar daarvoor was nu geen tijd. Ook zij hoort de commotie binnen de muren van de Kathedraal. Vechten of niks doen... denkt ze. Ik moet iets anders aan hebben! De wachters die de ingang bewaken staan klaar om elke onverlaat die wil vluchten meteen in de kladden te grijpen. Ieder van hen droeg een cape, een lange, stevige cape. Dat is een begin, denkt Aylin. Ook hingen nog twee banieren buiten, waar ze makkelijk bij kon.

Vàilan heeft je nodig, Aylin! Ze snuffelt in de lucht en kijkt richting de plek waar Larissa en co zich ophielden. "Ik weet niet wie of wat jullie zijn!" roept ze naar hen. "Maar ik sta aan jullie kant!" Ze sprint naar de wachters, terwijl de metalen haken en uitsteeksels in de mantel luid tinkelend tegen haar huid ketsen. "Heren, mag ik wat lenen?" vraagt ze. Een van de wachters wil haar afweren, maar Aylin vecht terug en schakelt ze allebei uit. Ze kijkt om zich heen of niemand anders haar kan zien en werpt de mantel af, die met een luid gekletter op het marmer terecht komt. Poedelnaakt knielt ze bij een van de wachters, haar in veel tinten blauw geschubde huid glitterend in het zonlicht, en haalt van één wachter de cape los, die ze meteen omslaat. Vervolgens scheurt ze met haar klauwen de mantel in stukken en gebruikt de haakjes om de minst bevuilde repen stof om haar lichaam te binden en vast te maken, zodat in ieder geval de meest...belangrijke gedeelten bedekt zijn. Het verdiende niet de schoonheidsprijs, maar zo kon ze zich in ieder geval verdedigen zonder dat ongekleed te doen. Ze pakt het zwaard van één van de wachters af en blijft bij de ingang staan. Een windvlaag blaast door haar lange, spierwitte haar en voelt verkoelend aan.

Ik heb geen harnas nodig, mijn huid is een harnas. Kom maar naar buiten, vriend... Ze luistert aandachtig, maar kan niet met zekerheid zeggen of Vàilan echt veilig is. Hier gaan ze mij natuurlijk ook de schuld van geven. Dit wordt een lastige periode voor ons allemaal.

Offtopic:
Als Madarian nu nog steeds in een zwaard wil lopen, zal Aylin degene zijn die het wapen hanteert :ja.
Laatste edit 04-11-2017 17:01

04-11-17 18:07:12
GroteMop1983
Oudgediende


WMRindex: 5.880
OTindex: 7.881
Dagar kijkt naar de blauw geschubde gestalte die naakt voor het gezelschap staat. Raytu, vriend, ik vertrouw dat wezen niet. Hij begint tegen Aylin te grommen, Vintuu gaat naast hem staan en gromt mee. Dagar ontbloot zijn tanden. Dagar, broeder, stop! We weten niet wat ze nu gaat doen. Misschien werkt ze dan tegen ons. Dagar kijkt Raytu verbaasd aan. Is ze nou een slang, een hond of een salamander? Zend Dagar vragend aan Raytu. Raytu lacht binnensmonds, onopgemerkt in zijn kap en schudt zijn hoofd. Niemand weet tot nu toe wat dit wezen is, ik denk dat ze dat zelf niet eens weet.
……….
Yundra kijkt het naakte wezen aan en weet niet wat ze moet doen. Ze kijkt naar Larissa. Dan naar Raytu. Lieve Raytu, is ze echt wel te vertrouwen? Zend ze naar hem. Raytu draait zich langzaam om en kijkt haar indringend aan. Ik weet het niet. Ik weet het echt niet, lieverd.

04-11-17 19:26:32
Madarian
Oudgediende


WMRindex: 2.597
OTindex: 5.605
Markus komt steeds dichter bij de uitgang. De meute staat klaar om op elk moment aan te vallen. "Terug jullie!" zegt Markus. Ze houden een kleine afstand. Als Markus bij de inmiddels open deur is, duwt hij de gijzelaar levend van zich af richting de meute, draait zich al wegrennend om, en loopt recht in het zwaard dat het blauwe wezen vast houdt. Larissa schrikt als het gebeurt. Markus kijkt recht in de ogen van Aylin en wordt half geest waarna hij op de grond valt. Markus z'n lichaam ineen schrompelt. Bijna iedereen zag wat er gebeurde. Er klinkt gejuich. Volledig in geestvorm gaat Markus naar Larissa toe, die verbaasd Markus recht in de ogen lijkt te kijken. Larissa zegt zacht: "Ik kan je zien!" Markus knikt. Hij wijst naar zichzelf en dan naar de toren, en gebaart Larissa om te blijven staan. Markus klimt snel de toren in en kijkt rond. het lichtschijnsel van zijn beloofde prijs ziet hij glinsteren. Hij ziet ook dat er amper een rood spoor loopt. tussen de toren en het schijnsel. Alsof de demon kan vliegen, maar Markus zag geen vleugels bij hem.
Hij klimt zo snel hij kan naar beneden. Er komen steeds meer personen naar buiten. Markus wijst in de richting waar hij het lichtschijnsel zag. Larissa licht de anderen in en gaat meteen die richting op. Markus weet niet of hij de demon aan kan en besluit dat hij hulp nodig heeft, en blijft even wachten bij de uitgang van de kathedraal. Zodra hij kan wil hij weer zichtbaar worden en wat 'hulp' meelokken...

Laatste edit 04-11-2017 19:30

04-11-17 19:52:53
linctus
Oudgediende


WMRindex: 1.339
OTindex: 17.058
De ridders stormen het altaar op en gaan voor de hoge geestelijke staan met hun zwaard getrokken. De andere ridders zijn inmiddels ook in actie gekomen. Linctus ziet hoe er een aantal van de orde van Tyreal naast hun komen staan bij het altaar. Geen mogelijkheid dat iemand de hoge geestelijke zou kunnen bereiken. Misschien wel de best getrainde ridders van het land staan tussen de indringer en de hoge geestelijke in. De gegijzelde is duidelijk een priester. Een ridder had zich nooit zo gemakkelijk laten pakken. Linctus hoort hoe de kardinaal achter hem buldert over demonen. Dan komt de schreeuw. Het gaat door merg en been. Toch wijkt Linctus niet. Terwijl naast hem de ridders even verslappen houdt Linctus zijn zwaard omhoog. De harde lessen van meester Tavkul hebben hem zelf ook gehard. Linctus zal zorgen dat de indringer hem niet voorbij gaat. Als is dat het laatste wat hij zou doen. "Hij komt hier niet voorbij. Hij komt hier niet voorbij. Hij komt hier niet voorbij." Zegt Linctus tegen zichzelf. Het helpt hem focussen.

Dan vlucht de indringer alsnog naar buiten. Hij rent direct in het zwaard van Aylin. Sommige beginnen te juichen maar Linctus laat zijn zwaard nog niet zakken. Hij vertrouwd het niet dat de indringer verdween na een zwaardsteek.

04-11-17 20:03:28
nietmeer
Vàilan wil van het altaar weglopen, maar de muur van ridders is ondoordringbaar. De aartskardinaal blijft tieren en roepen dat iedereen alles op alles moet zetten om Markus te vernietigen. Behalve de ridders blijft bijna iedereen zitten, sommige geestelijken staan op en roepen in de oude taal richting Markus, in de hoop hem uit te drijven. Zijn schreeuw maakt daar een einde aan, en ook Vàilan krimpt in elkaar. Dan duwt de zwarte ridder zijn gijzelaar weg en wil vluchten, recht het zwaard van Aylin in. "Wat..." zegt Vàilan hardop. Aylin laat van schrik haar zwaard vallen en zet een aantal stappen achteruit. Markus valt neer en verdwijnt, onder luid gejuich van de meeste aanwezigen. "Aan de kant, uit de weg," beveelt Vàilan, die met ferme passen richting de deuren loopt. Aylin draait zich om richting Larissa en haar vrienden. De vrouw lijkt ergens op te reageren...Markus was niet dood! Ze luistert aandachtig en kijkt met haar grote, blauwe ogen naar de vrouw. Ze kon Markus nu niet zien, maar voelde dat het niet voorbij was. Voor haar maakte het echter weinig uit, maar de rest mocht het niet weten. Het zwaard druipt zwart, raar spul en Aylin schopt het weg. Vàilan duwt nog wat mensen opzij en staat als een van de eersten buiten. "Aylin! Wat is dit?" vraagt hij. De twee wachters liggen nog bewusteloos op de grond, en nu realiseert hij zich dat Aylin een van hun capes draagt en dat zij hen dus met eigen hand heeft neergeslagen. "Kan deze dag nog erger worden?" kreunt Vàilan, die met een hand over zijn gezicht wrijft.

Laatste edit 04-11-2017 20:06

04-11-17 20:27:10
Madarian
Oudgediende


WMRindex: 2.597
OTindex: 5.605
Larissa wordt niet gevolgd als ze weg gaat met de anderen. Het blauwe wezen is verbaasd, maar verlinkt Larissa niet. Haar motieven worden in twijfel getrokken lijkt het. Met een schreeuw wordt Markus weer volledig zichtbaar en Shadow ook. Markus stijgt meteen op. "Dus je dacht dat een zwaard me kon stoppen? Niet dus." zegt Markus op een geïrriteerde toon richting het blauwe wezen, in de hoop dat men dan denkt dat ze wou helpen. De persoon die het blauwe wezen aansprak kijkt angstig naar Markus, en vooral naar het logo op z'n schild. Markus gaat in vol galop in de richting van het schijnsel. Intussen probeert Larissa een paard te vinden.

04-11-17 21:01:25
nietmeer
Enkele ridders bewaken de ingang en voorkomen dat teveel mensen in een keer naar buiten stormen. Markus verschijnt met een ijzige schreeuw en doet iedereen verstijven van schrik, voordat hij zich tot Aylin richt en haar uitdagend aanspreekt. Ze merkt dat ze dit goed kon gebruiken om haar eigen imago op te poetsen en neemt de kans dan ook graag aan. "Je zult worden opgejaagd door engelen, tot aan de verste uithoeken van de wereld!" roept ze naar hem. Ze meende het niet, maar het klonk goed. Vàilan vangt een glimp op van het schild van de zwarte ridder. Een slangenfiguur met runetekens eromheen. Alle Goden in de Hemel denkt hij. Het was het symbool van Sithis, de slangenman waar hij meerdere malen de beeldtenis van had gezien. Deze zwarte ridder diende hem, diende een afgod...het probleem waar dit concilie juist over wilde spreken stond pal op de stoep voor het Domus Argentum...en het wilde ook nog niet eens dood door een zwaard. Vanuit de kathedraal klinken luide, boze bevelen van de aartskardinaal. "Houd hem tegen!" klinkt het. Vàilan gaat aan de kant. Hij ziet de zwarte mantel liggen...stukken zijn eraf. Dan kijkt hij weer naar Aylin en zijn mond zakt open. "De mantel! Aylin...wat heb..." stamelt hij, terwijl diverse ridders de achtervolging inzetten. "Ik was er zat van," antwoordt ze. "En ik had wat nodig om fatsoenlijk in te kunnen vechten!" Vàilan voelt haast een paniekaanval opkomen. Hij had het koud, wilde naar huis en diep onder de dekens kruipen. Het leek wel alsof zijn hele geloof, alles waar hij zijn leven aan gewijd had, in één keer in elkaar stortte. Het werd hem allemaal even te veel.

05-11-17 22:09:36
Madarian
Oudgediende


WMRindex: 2.597
OTindex: 5.605
Markus doet z'n best om in vol galop niemand omver te rijden. Geregeld geeft hij z'n schreeuw waardoor voetgangers aan de kant vluchten. En het zorgt ervoor dat z'n achtervolgers in ieder geval globaal weten welke kant ze op moeten. Van alle kanten klinkt het alarm. Hij gaat door een bocht, en ziet een rij wachters die de weg blokkeert. Er doorheen zal niet lukken, dus Markus gaat een zijstraatje in. Aan het einde van de zijstraat loopt een laag muurtje van een tuin, waar Shadow makkelijk overheen springt. Een tweede sprong zorgt ervoor dat hij aan de andere kant van de rij wachters komt. De weg is redelijk breed. Breed genoeg om wat te slingeren zodat hij niet geraakt kan worden door een boogschutter. Nog even doorzetten totdat hij de poort door is.

Larissa heeft intussen een paard gevonden. Ze tilt Yundra het paard op en zet Yundra voor haar. Raytu wordt ook op het paard geholpen, en gaat achter Larissa zitten. dan gaat Larissa zo snel ze kan achter Markus aan. De dieren volgen.

06-11-17 01:05:35
GroteMop1983
Oudgediende


WMRindex: 5.880
OTindex: 7.881
Vintuu kijkt naar Yundra. Haar vriendin loopt samen met Raytu achter Larissa aan. Er komt een blauw wezen op hen af. Dagar kijkt het wezen aan en zet het op een grommen. Lieverd, waarom grom je? Zend ze naar haar grijze vriend. Ik ken dit wezen niet. Daarom. Door deze woorden gromt Vintuu een beetje met Dagar mee. Ze gaat naast Dagar staan en heeft inmiddels door dat het wezen met hun mee wil vechten. Dagar, waarom wil dit wezen met ons meevechten?Weet ik veel.….Weet jij het Raytu?Yundra vroeg het net ook aan mij. Nee, ik weet ook niet waarom ze mee wil vechten, Dagar en Vintuu. Maar geef haar een kans. Wie weet kan het voordelig voor ons uitpakken.
………..
Even later ziet Vintuu dat Yundra en Raytu op een groot hinnikend beest worden gedragen, door Larissa. Is het leuk op het hinnik-beest? zend Dagar vragend aan Raytu….Het uitzicht is wel anders. zend Raytu lachend terug naar Dagar. Vintuu schudt haar kop. Jongens houdt jullie kop erbij, we hebben nog een groot gevecht voor de boeg… vermoed ik. zend Vintuu naar Dagar en Raytu. Raytu glimlacht naar Vintuu en knikt.

06-11-17 10:15:02
linctus
Oudgediende


WMRindex: 1.339
OTindex: 17.058
Linctus vormt samen met de ridders een muur waar niemand door komt. De aartkardinaal blijft verwensingen roepen richting de indringer. Geestelijke volgen het voorbeeld door in de oude taal dingen te roepen. Linctus is de oude taal machtig en verstaat de woorden wel, maar toch begrijpt hij de boodschap niet. Het lijken vooraf opgestelde teksten. Linctus vermoedt dat deze bij een bepaald ritueel horen, maar hij kent het niet. Dan hoort Linctus de bekende stem van vader Vàilan. “Aan de kant, uit de weg.” Roept de priester terwijl hij richting Aylin loopt met grote passen. Linctus wilt het lief hem volgen om te beschermen, maar zijn taak ligt bij de aartkarindinaal. De veiligheid van zijne heiligheid staat voorop. Vanaf het altaar kijkt Linctus hoe Vàilan bij Aylin aan komt. Hij ziet dat de priester om zich heen kijkt en zijn hand voor zijn gezicht slaat. Duidelijk is er nog meer aan de hand. Linctus verstevigd zijn grip op zijn zwaard.

Linctus tuurt naar de ingang en merkt dat het nog niet voorbij is. Aylin en Vàilin lijken te reageren op wat er buiten de kathedraal gebeurd. Vanaf het altaar is dit niet te zien. “Begeleidt mij naar buiten.” Klinkt het op een boze toon. Linctus kijkt de andere ridders aan. Ze knikken naar elkaar en verdelen zich in twee groepjes van 3. Aan beide zijde van de kardinaal lopen nu 3 ridders met getrokken zwaard. Linctus loopt aan de rechterkant. Achter de kardinaal lopen nog wat hoge geestelijke. De kardinaal heeft een stevige pas en loopt boos naar de grote deur van de kathedraal. De andere ridders hebben zicht verdeeld over de ruimte. Ze houden de aanwezigen aan de kant zodat de kardinaal met zijn begeleiding naar de deur kan komen. Linctus hoort weer een schreeuw, maar vanwege de afstand doet het hem nog minder. Ook de aartskardinaal lijkt geen krimp te geven. Linctus ziet hoe de indringer buiten op een paard zit. Hij hoort ook hoe Aylin probeert wat godsdienstige verwensingen naar zijn hoofd te gooien. Duidelijk heeft ze haar lesje geleerd in de confrontatie met meester Italus en probeert ze nu een wit voetje te halen. Linctus blijft goed om zich heen kijken om te zien dat er niet een tweede indringer is. De kardinaal ziet de ruiter ook, maar heeft de traptreden van de kathedraal nog niet bereikt. Dit weerhoudt hem niet om zijn krachtige stem te gebruiken. “Houdt hem tegen.” Schreeuwt de kardinaal. Enkele ridders bij de deur stormen hierop de trappen af de indringer achterna. De indringer is echter veel te snel op zijn paard. Het is dan ook de stadswachten welke de indringer nog kunnen tegenhouden.

De situatie bij de kathedraal lijkt onder controle en verschillende stadswachten arriveren om de beveiliging over te nemen van de ridders. Ook Linctus kan hierdoor zijn zwaard weer in zijn schede stoppen. Hij draait naar Roho en meester Italus. “Zagen jullie dat?” Begint Roho verbaast. “Zoiets heb ik nog nooit gezien.” Linctus haalt zijn schouders op. “Wat het is maakt niet uit. Het zal gestraft moeten worden voor zijn daden. Of het nou menselijk is of niet.” Linctus is kwaad op zichzelf. Hij had met een boog wellicht meer kunnen doen. Dat hij nu geen volledige uitrusting aan heeft speelde de indringer in het voordeel. “Dat iemand uit een zaal met zoveel ridders kan ontsnappen is ongelofelijk. Begint meester Italus. Linctus knikt instemmend. Hij kijkt naar Vàilin die duidelijk niet zichzelf is. Linctus stapt naar de priester toe. “Vader Vàilan bent u in orde? Kan ik iets voor u betekenen?” Vraagt Linctus bezorgd.

06-11-17 11:10:28
nietmeer
Markus verdwijnt uit het zicht, en ook Larissa komt nog even langsrijden, gevolgd door een wolf en een dier dat nog het meeste weg had van een vos. Slechts in een flits ziet Vàilan haar, maar dat is genoeg om te weten dat Markus niet alleen was. "Dit is het einde," jammert hij, net als Linctus naar hem toe komt en zich bezorgd afvraagt of het wel goed gaat. "Het zat er aan te komen...ze hebben ons ondermijnd!" stamelt Vàilan. Aylin grijpt hem bij de schouders en draait hem naar haar toe. "Doe eens rustig aan, man!" bijt ze hem toe. "Wat heeft religie nog voor nut als het je al bij één incident tekortschiet? Waar is die rots in de branding die Vàilan heet? Hm?" Vàilan bevrijdt zich uit haar greep. De bewusteloze wachters worden weggedragen, en de restanten van de zwarte mantel worden eveneens opgeruimd. "Zie ik eruit alsof ik in orde ben?" zegt hij tegen Linctus. "Het concilie is verstoord, we zijn ontzettend voor schut gezet en Aylin hier heeft twee wachters neergeslagen
en de mantel kapot gemaakt. Ik...maak die gast af met mijn eigen handen." Langzaamaan begint iedereen die buiten niets te zoeken heeft weer naar binnen te lopen. Op bevel van de aartskardinaal wordt iedereen verzocht terug te keren naar hun vertrekken, en stelt hij een groep samen om de Kathedraal uit te kammen. Julius herhaalt zijn bevelen en voegt toe dat men moet controleren of er niets gestolen is. De aartskardinaal vult op zijn beurt weer aan dat niemand hierover mag spreken, en dat hij een officiële verklaring voorbereidt.

"Hij is al te ver weg," zegt Aylin. "Die ga je niet meer inhalen". Vàilan grijpt in zijn tasje en geeft haar de sleutel van zijn woning. "Over mijn lijk," zegt hij. "Ga als de bliksem je harnas aantrekken en zet de achtervolging in. Een paard gaat je alleen maar in de weg zitten. Ik moet er wel een hebben. Haast je!" Aylin knikt en werpt de cape af. "Die gaat me in de weg zitten," mompelt ze, nu enkel nog gekleed in de stukken stof van de mantel die ze om haar vrouwelijke delen had bevestigd. Ze volgt de snelst mogelijke route en klimt, klautert, springt, glijdt en haalt de meest halsbrekende toeren uit om er te komen. Vàilan richt zich tot Linctus. "We gaan 'm pakken. Al rijden we tot aan het einde van de wereld, we gaan 'm pakken."

Laatste edit 06-11-2017 11:12

Je moet ingelogd zijn om te kunnen reageren!

1 2 3 4 .... 259 260 261 [262] 263 264

WMRphp ver. 7.1 secs - Smalle versie - terug naar boven