hr
jaargang -23 - laatste artikel 23-4 18:00 - 74444 artikelen - nu online 60 bezoekers -

Home
Forum
Lid worden

Leden
Gebruikersnaam:

Wachtwoord:

Login onthouden

Login via:
Wachtwoord vergeten.

Het Forum

· [MED] Mededelingen
· [SUG] Suggesties
· [M&S] Moppen/Spelletjes
· [CUL] Kunst & Cultuur
· [OFT] Offtopic
· [G&C] Games & Computers
· [WMO] Wat me is overkomen
· [VDS] Vragen des levens
· [POL] Politiek
· [CON] Consumenten forum


moppen en spelletjes - moppen en spelletjes - moppen en spelletjes


1 2 3 4 .... 256 257 258 [259] 260 261 262 263 264

Fantasy Roleplay

11-10-17 23:46:19
GroteMop1983
Oudgediende


WMRindex: 5.880
OTindex: 7.880
Je hand wordt dikker en dikker. Wil je zelf rijden, of wil je dat ik je meeneem, met kans op meer ectoplasma?"
“Oh, nee, het komt wel goed met haar. Ze heeft dit al een keer meegemaakt.” zegt de verwarde Raytu tegen Markus. “Ik hijs haar zo wel even op Vintuu, haar wolfvos. Dat goud-oranje beestje dat gebiologeerd naar de staart van je paard zit te kijken.” vervolgt Raytu met een knipoog.
…………….
“Dagar en Vintuu, kom!” schreeuwt de elf naar de wolven. Dagar kijkt even om en gaat verder met staren, Vintuu loopt op een drafje terug naar haar versufte vriendin. Dagar volgt haar met tegenzin.
................
“Oh, nee, het word donker. Dan kan ik niet meer met je praten.” zegt Raytu verschrikt. Raytu staat op en gaat liggen. Hij kijkt naar zijn handen, ze zijn aan het veranderen in wolvenpoten: “Nee, verdomme, nee! Niet nu! Het komt niet uit! Niet nu!” Dagar gaat naast Vintuu staan en loopt naar Raytu. Hij geeft hem een kopje. Raytu is nu geheel wolf. Zijn rode ogen kijken naar Yundra. Yundra nog versuft van de allergische reactie probeert richting Vintuu te lopen. Dagar kan haar nog net opvangen, ze valt versuft tegen Dagars rug aan. Vintuu loopt naar Yundra toe. Geeft een aantal likken in Yundra’s gezicht. Dagar en Raytu, gooien haar op Vintuu en lopen daarna gezamenlijk richting Shadow en Markus. De beesten knielen voor de wraith neer om te laten zien, dat ze samen met hem de reis willen voortzetten. Laatste edit 11-10-2017 23:47

12-10-17 08:30:37
linctus
Oudgediende


WMRindex: 1.339
OTindex: 17.058
Linctus pakt zijn wapens en wat benodigdheden voor de reis. Hij gaat daarna naar de stallen. Hier komen ook de andere twee reisgenoten aan. “Ik zal me voorstellen, ik ben meester Italus. Ik was de meester van Verner.” De andere ridder stelt zich hierna ook voor. “Ik ben Roho. Al 3 jaar ridder en ik moet zeggen dat ik onder de indruk was van je kunde tijdens het toernooi.” Na de voorstel ronde bepakken ze hun paarden en vertrekken ze met een flinke snelheid het klooster. De weg naar Galador loopt door gevaarlijk gebied, maar meester wordt de orde met rust gelaten. De orde heeft namelijk een beruchte reputatie in deze gebieden ook al zijn de mensen hier al tijden hervormt naar het geloof van de zevende kerk.

Galador komt na een voorspoedige reis in zicht. Het is inmiddels nacht, maar toch lijkt het dorp levendig. De kerkklok slaat terwijl de broeders de omheining van het dorp binnen rijden. Bij de kerk staan een diaken en een man van adel te wachten. “Welkom. Als burgemeester wil ik graag zeggen dat wij vereerd zijn met uw bezoek. We hebben de beste kamers in de herberg voor u in orde gemaakt.” De man van adel maakt een diepe buiging terwijl de ridders van hun paard stappen. “We hebben helaas geen tijd voor een overnachting. We moeten zo snel mogelijk in Galador geraken. “Maar natuurlijk.” Zegt de burgemeester. “Het was niet mijn bedoeling om uw plannen in de war te gooien. Volgt u mij maar naar het schip.” Terwijl de ridders hun spullen van de paarden afhalen komen er snel dorpsbewoners om te helpen. Linctus wil liever niet dat iemand aan zijn spullen zit en besluit alles zelf te dragen. Als schildknaap was hij het gewend om alles voor meester Tavkul te dragen. De andere ridders maken hier echter wel gebruik van. “Zou de orde wellicht geneigd zijn om een mis voor te gaan in Galador?” Vraagt de diaken terwijl hij mee loopt naar de boot. “Het geloof wankelt bij sommige inwoners en kan een strikte les wel gebruiken.” Linctus ziet hoe meester Italus naar de diaken snauwt. “Vader, uw taak is niet overdraagbaar. Als de orde een strikte les komt geven in Galador dan zult u niet gespaard worden. Een kudde is zo sterk als hun herder.” De diaken trekt helemaal wit weg. Hij had dit duidelijk niet verwacht. “Wellicht moet ik eerst proberen zelf mijn kudde de juiste weg te wijzen.” Zegt de diaken en hij druipt af terug richting de kerk.

De ridders komen aan bij een middelgrote boot. De rivierboot heeft benedenkamers en een bemanning van 5. “Deze boot kan u naar Aberon brengen.” Zegt de burgemeester. De ridders groeten de man en betreden de boot. Ze zetten hun spullen in het ruim en meester Italus pakt het vaandel van de orde er tussen uit. “Bevestig deze aan de mast. Dat zal eventuele oponthoud tot een minimum beperken.” Linctus pakt het vaandel en maakt het vast aan de mast van de boot. Ondertussen worden de trossen losgemaakt door de bemanning en begint hun tocht over water.

12-10-17 15:52:21
Madarian
Oudgediende


WMRindex: 2.597
OTindex: 5.605
"Klaar om te gaan?" zegt Markus. Raytu knikt ja. Markus: "Zodra het niet goed gaat met haar, als ze valt, of als jullie moeten rusten, haal me dan in. We gaan niet langzaam. En ik ben al lang blij dat jij niet de demon bent waarop ik jaag. Dat is ook een gedaante verwisselaar." Vanaf nu alleen vragen stellen waarop ja of nee geknikt kan worden. Markus stijgt op Shadow, en de tocht begint. Hij past z'n snelheid zo goed als hij kan aan, hoewel hij het liefst met volle snelheid zou rijden. Als ze verderop bij de weg aankomen richting Northhaven, ziet Markus het spoor van de demon. Mooi. Ik zal je krijgen. Geregeld kijkt hij om of alles goed gaat. Tot nog toe wel.

12-10-17 18:11:41
GroteMop1983
Oudgediende


WMRindex: 5.880
OTindex: 7.880
“Klaar om te gaan?” hoort Raytu Markus zeggen. De zwarte wolf knikt ja. Hij kijkt naar zijn grijze metgezel en naar Vintuu en Yundra. Hij weet niet wat hij voor dat groene wezen moet voelen. Ze is anders dan de meeste vrouwelijke elven die hij kent. Ze is voor een trol niet lelijk.
………
Yundra wordt liggend wakker. Ze kijkt naar haar groene handen. Ze zijn minder opgezwollen. Ze gaat iets te vlug verzitten. “oef, dat was iets te vlug.” Ze wankelt nog een beetje op de rug van Vintuu na en knalt met een volle vaart tegen een laaghangende tak.
“Hoo, Vintuu! Draf, Vintuu, draf!” Vintuu luistert. Vintuu staat even stil en loopt daarna tussen Dagar en Raytu. Yundra raakt de rug van Raytu. Raytu geeft een blik van genoegdoening en kijkt naar de grote gestalte die voor hen loopt.
……….
Raytu pakt met zijn bek een tak op met jonge blaadjes. Deze tak geeft hij door aan Yundra. Yundra kijkt hem aan. Ze leest in zijn ogen dat ze de tak misschien nodig heeft. Ze weet nog niet waarom, ze kijkt naar haar ene hand, terwijl ze met de andere hand de tak nog vasthoud. De hand die vrij ligt is nog opgezwollen van de ectoplasma van Markus. Ze raakt met die hand de jonge blaadjes aan. Die jonge blaadjes verkleuren, verschrompelen en vallen uiteen in as. “Wow!” zegt Yundra van verbazing. “Voelde je aan dat ik waarschijnlijk iets kon met mijn opgezwollen handen?” vervolgde ze, vragend aan Raytu. Raytu knikt en knielt even voor Yundra neer voordat hij verder holt. Dankje, Raytu. Nu voel ik mij al stukken beter. Raytu en Dagar rennen voor de dames uit en gaan naast Shadow rennen. Jankend hollen de twee wolven (Dagar en Raytu in wolvengedaante) met Markus naar de poort toe.

12-10-17 18:59:04
nietmeer
"Ik heb genoeg geslapen," zegt Vàilan. "Als ik nu ga liggen, schop ik m'n hele dagelijkse ritme overhoop. Kleed jij je nou maar alvast aan!" Hij kijkt even in een spiegel en ziet dat 't allemaal best meevalt. Alleen zijn haar is wat onverzorgd, maar daar was zo wat aan te doen. "Moet je zelf weten," mompelt Aylin. Ze loopt naar zijn slaapkamer, en is nog niet uit zicht of haar nachtjapon wordt de kamer in gesmeten. Hij houdt het nauwlettend in de gaten, maar gelukkig voor hem had ze vanochtend geen snode plannen in petto. Terwijl hij de thee opschenkt verschijnt ze weer, in dezelfde reiskleding als gisteren. Hij reikt haar een kop thee aan, maar net voordat ze die wil pakken trekt hij zijn hand terug. "Eerst beloven dat je er rustig van drinkt," zegt hij. "Nee," zegt Aylin. "Ik moet zo gaan, dus ik heb geen tijd om rustig aan te doen. Geef me m'n thee terug". "Hoezo heb je ineens zoveel haast?" vraagt Vàilan. "Ze hebben me opgeroepen als lijfwacht," antwoordt Aylin. "Ik moet me zo melden bij de barakken." Vàilan kijkt langs haar naar buiten. "Dan mag je wel opschieten. Ze kennen geen genade voor rekruten die te laat op appèl verschijnen". Aylin giet de kokend hete thee weer in één teug naar binnen, sprint naar de grote spiegel in de woonkamer om bliksemsnel haar zilveren haren te kammen, zwaait en knipoogt naar hem alvorens de woning te verlaten. "Dat wordt nog leuk," zegt Vàilan hardop. "Benieuwd wie haar straks toegewezen krijgt."

Laatste edit 12-10-2017 19:02

13-10-17 09:35:48
Madarian
Oudgediende


WMRindex: 2.597
OTindex: 5.605
Ze zijn bijna bij de poort. Markus stopt, en de anderen lopen bijna tegen Shadow op. Markus: "We zijn er bijna. Echter de wachters zullen niet zo aardig zijn voor me." Markus ziet nog net de stal, en er staat een paard bij die hier niet thuis hoort. Eentje met het logo van de graaf. Markus stijgt af en begint met een tekening op de grond uit te leggen wat hij bedoelt, hopend dat het maanlicht sterk genoeg is. Markus: "We moeten binnen zien te komen. Als Raytu de aandacht trekt aan de linker kant van de poort, dan kunnen wij misschien vanaf rechts ongezien de stad binnen gaan. De heler is in het midden van de stad, in de tempel. Dat gebouw lijkt niet op de andere gebouwen." Markus probeert ook met gebaren uit te leggen wat de bedoeling is, en hoopt dat iedereen het snapt. Raytu knikt en sluipt naar de linker kant van de poort. Markus begint naar de andere kant van de poort te sluipen en wenkt de anderen om te volgen. Zodra Raytu de anderen ziet, gaat hij richting de poort. De wachters zien Raytu. Degene dichts bij trekt z'n zwaard en schild, de ander pakt een boog en richt een pijl op Raytu. Markus sluipt naar binnen, de anderen volgen. De tempeltoren is al zichtbaar vanaf de poort, en Markus wijst ernaar en geeft met gebaren aan dat ze daar naartoe moeten gaan. Maar hoe krijgen ze Raytu naar binnen?

13-10-17 09:40:33
linctus
Oudgediende


WMRindex: 1.339
OTindex: 17.058
De ridders verzamelen zich daarna in het ruim om samen een gebed te houden. Na het gebed gaan ze alle drie wat rusten. Linctus merkt dat het harnas erg oncomfortabel ligt. Zijn helm ligt naast het bed, maar de rest houdt hij aan. De kans bestaat dat hij aan moet treden en dan heeft hij geen tijd om eerst een harnas aan te trekken. Uiteindelijk lukt het Linctus om wat te slapen. Hij wordt op een gegeven moment wakker door een geluid in de hoek van het ruim. Linctus staat op en loopt naar een van de bemanningsleden die in de hoek geknield zit. Het harnas van Linctus maakt de man bewust dat er een ridder aan komt. Snel probeert hij iets te verstoppen in zijn zak. “Heer, ik wilde u niet wekken.” Begint de man. “Ik was…..euh….even…” De man zoekt naar excuses en Linctus zegt niets. Linctus strekt zijn hand naar de man met zijn palm naar boven. De man kijkt in schaamte weg terwijl hij een houten beeldje in de hand van Linctus legt. Dit was het voorwerp dat hij probeerde te verstoppen. Linctus kijkt naar het beeldje van een vrouwfiguur met een vissenstaart in plaats van benen. Linctus kent dit als een afgodsbeeldje van een heidense watergodin. “Ik heb slechts een advies voor u.” Begint Linctus kalm. “Beken uw zonde.” Linctus draait weg en laat de man alleen in de hoek van het ruim staan. Linctus loopt naar de andere ridders toe en laat hun het beeldje zien. Daarna komen Linctus en Roho snel naar de man toegelopen. Linctus grijpt de man bij een arm en Roho de man bij de andere. De man wil zich losrukken, maar de ridders hebben hem stevig vast. Linctus sleurt de man samen met Roho naar het dek. De man schreeuwt om hulp, maar de andere bemanningsleden houden zich er buiten. Linctus merkt nu pas dat het alweer dag is geworden. Op het dek wordt de man op zijn knieeen gedwongen terwijl meester Italus ook het dek betreedt. De andere 3 bemanningsleden en de schipper komen ook kijken.

“U wordt beschuldigd van ketterij.” Begint meester Italus. “Het ware geloof kan niet ter deels gevolgd worden. Het vereist totale toewijding. Alleen het ware geloof kan je de verlossing bieden. Ketterij dient bestraft te worden met de dood zodat je ziel in het hiernamaals beoordeeld kan worden.” De stem van meester Italus dondert over de boot. “Is het waar dat dit uw bezitting is?” Vraagt meester Italus aan de beschuldigde. De man knikt. “Is het waar dat uw gebeden tot deze beeltenis richtte?” Is de tweede vraag. Ook deze keer geeft de man toe. “Is het waar dat dit een heidense godin is?” Met zijn hoofd naar beneden gebogen bekend de man ook deze beschuldiging. “Geeft u hierbij toe dat u tijdens een heilige missie van de Orde van Inarius zich schuldig heeft gemaakt aan ketterij?” De man kijkt vragen naar Linctus. Die geeft een kleine haast onzichtbare knik. “Ja, ik beken mijn zonde.” Antwoordt de man terwijl de tranen over zijn wangen rollen. De man smeekt om hulp terwijl meester Italus zijn mes trekt. “U bent schuldig bevonden aan ketterij door de Orde van Inarius. Uw zonde moeten bestraft worden.” Linctus en Roho helpen de man omhoog terwijl de meester dichterbij loopt.

De meester snijdt het shirt van de man kapot en smijt de vodden op de grond. De meester haalt daarna een geselkat tevoorschijn en geeft deze aan Linctus. De man wordt door Roho weer op zijn knieën gebracht terwijl Linctus nu achter de man staat. “Een eerste slag voor het verbergen van een voorwerp voor de Orde van Inarius.” Roept de meester terwijl Linctus de man met de geselkat op de rug raakt. “Een tweede slag voor het bedenken van een excuus richting heer Linctus.” De tweede klap zorgt voor bloed. De schreeuwen van de man gaan door merg en been. Toch stopt Linctus niet. “Een zeventigste slag voor het verzetten bij de begeleiding naar het proces.” Linctus heeft het zweet op zijn voorhoofd staan van het uitvoeren van de slagen. De man zakt in mekaar van de pijn en ligt te kronkelen op het dek. “Uw zonde zijn bestraft. U zult nu gebrandmerkt worden opdat u deze straf niet meer vergeet.” Begint meester Italus terwijl hij de man met zijn voet omdraait. De bemanning was weer verder gegaan met het werk. Ze wilde niet ook gestraft worden vanwege bemoeienis met de goddelijk rechtsgang. Meester Italus maakt zijn ketting los met hieraan het symbool van de orde. Ondertussen heeft Roho een fakkel aangemaakt. De meester laat het symbool in het vuur hangen tot het verkleurt door de hitte. Daarna geeft hij de ketting aan Linctus. Linctus pakt de ketting in een hand en een stuk dik leer in het andere. Terwijl de man half buiten bewustzijn is en zacht om genade smeekt knielt Linctus naast zijn hoofd. Hij legt het symbool op het stuk leer en drukt dit tegen het voorhoofd van de man. De man schreeuwt het uit van de pijn. Als Linctus de ketting weer weghaalt is het symbool van de orde in het voorhoofd van de man gebrand. De ridders verlaten nu het dek en laten de man achter. De andere bemanningsleden haasten zich naar de man om hem te verzorgen.

“We zijn mild voor hem geweest.” Zegt meester Italus terwijl ze benedendeks op hun bedden zitten. “We hebben gehandeld naar de wil van Inarius.” Antwoordt Linctus. “Het tonen van berouw is een zwaarwegende factor in het toekennen van de straf. De dood was als straf niet op zijn plaats.” Roho zegt niets en kijkt voor zich uit. “Dit was mijn eerste proces.” Mompelt hij uiteindelijk. “Het is anders dan dat ik me voorstelde.” Linctus snapt wat hij bedoelt. Hij had met meester Tavkul al meerdere processen meegemaakt en schrok de eerste keer enorm. Echter was dit een taak van de Orde die niet te licht opgevat moest worden. De Orde was namelijk in de noordelijke landen aangesteld om de heidenen te bekeren. Mensen die terug vielen naar hun heidens geloof moesten dus zwaar gestraft worden. “Het wordt gemakkelijker.” Antwoordt Linctus richting de andere ridder. “Uiteindelijk zijn we alle slechts dienaren van het geloof. Uiteindelijk zal onze straf hem helpen bij het laatste oordeel. Daarbij hebben we zijn leven gespaard zodat hij de kans krijgt om zich voor het geloof te bewijzen.” Linctus voelt hoe hij de man meer medeleven had willen geven. Het voelt alsof hij iets fout heeft gedaan. Hij weet niet of dit komt omdat Roho dit in hem heeft aangewakkerd. Hij kan dit gevoel echter niet negeren. “Meester Italus.” Begint Linctus. “Graag zou ik de gelegenheid willen hebben om uw gesel te gebruiken voor zelfkastijding.” Meester Italus knikt en samen met Roho verlaten ze het ruim zodat Linctus zichzelf kan straffen voor zijn gedachten.

13-10-17 10:27:36
nietmeer
De rest van de ochtend is hij bezig met het doen van het huishouden. Slechts af en toe liet hij dat door iemand anders doen als hij zelf echt geen tijd had, maar normaal gesproken was het zijn eigen verantwoordelijkheid. Niemand hoefde voor hem taken te verrichten die hij ook zelf best kon, bovendien stond in de heilige geschriften dat eerlijk, hard werk de 'fundaties van de ziel' versterkte en de mens dichter bij het Eeuwige bracht. "Aylin als lijfwacht," gniffelt hij in zichzelf. "Dat wordt oorlog." Dankzij zijn bemiddeling mocht Aylin in het kasteel wonen, op voorwaarde dat ze zich in dienst stelde van de koninklijke familie en gehoor gaf aan oproepen en bevelen. Ze had al heel wat gedaan, maar optreden als lijfwacht zat daar gek genoeg nog niet tussen. De nood was blijkbaar zo hoog dat er nu een uitzondering werd gemaakt. Vroeger trainde ze nog wel eens met de soldaten in en rondom het kasteel, maar dat was op een gegeven moment voor niemand leuk meer. Niet voor de soldaten, omdat ze continu in elkaar gemept werden. Niet voor Aylin, omdat ze zonder veel moeite iedereen versloeg. "De Blauwe Schrik" werd ze wel eens genoemd door haar voormalige tegenstanders.

Zul je beleven dat de afgezanten van een van de kloosters kennis met haar mogen maken. Die arme mannen weten niet wat hen overkomt. denkt Vàilan. Aangezien Dracons in het bijzonder, en niet-menselijke wezens in het algemeen, zeer zeldzaam waren in deze streken, was de kans enorm groot dat kloosterlingen nog nooit zoiets gezien hadden.

Laatste edit 13-10-2017 10:38

13-10-17 12:04:33
linctus
Oudgediende


WMRindex: 1.339
OTindex: 17.058
Meester Italus en Roho bespreken bovendeks de zelfkastijding van Linctus “Dit is de eerste keer dat ik meemaak dat een broeder aan zelfkastijding doet.” Begint Roho. “Meester Tavkul was de meester van Linctus. Die was berucht voor zulke praktijken. Ik durf niet te zeggen wat Linctus als zijn schildknaap allemaal doorstaan moet hebben. Hoe dan ook vereist zulke zaken ons respect.” Antwoordt meester Italus. De beide broeders lopen over het dek. De bemanning blijft met opzet uit de buurt en zorgt dat ze geen oogcontact maken. “We hebben ze flink laten schrikken.” Merkt Roho op. “Het is ook de bedoeling dat het een afschrikkende werking heeft. Voor sommige is angst de belangrijkste reden om voor het geloof te kiezen. Al moet ik zeggen dat de suggestie van Linctus wel goed gewerkt heeft. Als we de man gedood hadden, dan was de angst wellicht minder groot geweest dan met deze lijfstraffen.” De ridders informeren dan bij de schipper hoe de reis verloopt. Volgens de schipper kunnen ze als de reis zo doorgaat die avond nog aanmeren in Aberon.

Linctus komt bovendeks en geeft de geselkat terug aan meester Italus. “We kunnen wellicht die avond nog aanmeren in Aberon.” Verteld de meester tegen Linctus. “Als er nu geen problemen komen tenminste.” Antwoordt Linctus en hij wijst naar een klein roeibootje met 2 inzittenden die naar de boot toe komen. De drie ridders lopen naar de boeg terwijl een van de twee inzittende op de boot klimt. “U bevindt zich in de wateren van heer Krotz. U wordt verplicht tot het betalen van 3 goudstukken en een gedeelte van uw lading.” Zegt de ambtenaar terwijl hij op een blad aan het lezen is. Hij kijkt op en ziet drie verbaasde ridders voor hem staan. Het lijkt hem even te verbazen. Dan valt alles voor de ambtenaar op de plek. “Excuses mijn heren.” Begint de ambtenaar meteen. “Ik wist niet dat dit voertuig voor de orde werkt.” Meester Italus zegt niets en gebaard naar de vaandel van de orde. “Die had ik gemist.” Zegt de ambtenaar snel. “Ik wens jullie een behouden vaart en de man loopt snel terug naar zijn roeiboot. “Niet zo snel.” Begint meester Italus. “Sinds wanneer wordt er een gedeelte van de lading door heer Krotz geëist?” Vraagt de meester terwijl hij het blad uit de handen van de ambtenaar grist. De ambtenaar wacht niets af en springt zo snel hij kan overboord het water in. De drie ridders blijven verbijsterd achter. Ze zien hoe de zwemmende ambtenaar opgepikt wordt door het roeibootje. “Corruptie is een ernstig probleem.” Zegt meester Italus terwijl hij het blad aan Linctus geeft. Linctus leest het decreet van heer Krotz. Hierin worden 2 goudstukken gevraagd voor elk schip dat door zijn wateren vaart. De rest verdwijnt waarschijnlijk in de zak van de ambtenaar.

13-10-17 13:22:03
nietmeer
Als een volleerd freerunner sprint Aylin naar de barakken, en is nog nét op tijd voor het appèl. Onder grote belangstelling van de reeds aanwezigen betreedt ze de binnenplaats en gaat, als enige vrouw, tussen de andere rekruten staan. "Attentie!" galmt een stem. De hoofdkapitein verschijnt samen met enkele ondergeschikten. "Jullie weten waarom jullie hier staan," begint hij. "Vrijwilligers, dank voor jullie komst. Rekruten, dank voor het gehoorzamen van de oproep. Het wordt druk de komende week. Aan ons de taak om alles goed te laten verlopen, en iedereen veilig van A naar B te krijgen. Bij het administratiekantoor zullen jullie te horen krijgen waar je verwacht wordt. Degenen die geen Wachtkleding hebben worden verzocht nu naar de wapenkamer te gaan. Ingerukt!"

Aylin weet precies waar ze moet zijn en loop vlug naar de wapenkamer. "Geef een dame wat moois," zegt ze zodra ze binnenkomt. De smeden kijken elkaar aan alsof ze een spook gezien hebben. "Ehm...ja...wij, eh..." zegt de een. "Hebben...tja...niet zoveel voor een...," gaat de ander verder. "Maak dan wat, anders houd ik dit gewoon aan" zegt Aylin. "Nee," klinkt het van achteren. De hoofdkapitein betreedt het vertrek. "Niemand verlaat de barakken zonder een officieel en representatief uniform." Hij bekijkt haar grondig en denkt diep na. "Je lichaamsbouw maakt het wat lastig," merkt hij op. "Maar de smeden kunnen veel, of niet soms, mannen?" De smeden houden hun gereedschap omhoog en juichen. "Verras me," zegt Aylin. "Desnoods smeed je 't hete ijzer maar op mijn lijf, als het moet." Twee leerling-smeden meten voorzichtig en zenuwachtig haar maten op, bang dat ze naar hen uithaalt. "Jongens, ik bijt niet...veel." Snel maken ze hun werk af, waarna de meestersmeden een aantal 'readymade' damesoutfits uit de opslag halen en deze beginnen te bewerken. Er waren heel wat aanpassingen nodig, maar uiteindelijk krijgen ze 't voor elkaar en steekt Aylin zich, achter een scherm, ledemaat voor ledemaat (staart incluis) in het harnas. De cape, versierd met het koninklijk zegel, gaat als laatste om. Ze stapt achter het scherm vandaan en bekijkt zich nogmaals in een spiegel. "Rawr," zegt ze verleidelijk. "Dank, heren. Mag ik deze houden?"

Offtopic:
Klik. Erg lastig om een anthro draak-model te vinden met harnas aan, dus dan maar zo :P.
De meestersmeden kijken elkaar aan. "Zodra ervoor betaald is," zegt een van hen. Het kostuum was zeker voor een 'gewone lijfwacht' best wel sjiek. "Dien de rekening maar in, of zo," zegt Aylin. "Komt wel goed." Ze verlaat de wapenkamer en begeeft zich naar het administratiekantoor. Alle ogen zijn op haar gericht als ze binnenstapt, en ook de hoofdkapitein is even afgeleid. Een norse, stoïcijnse klerk overhandigt haar een briefje, met daarop de tekst: Zuidoostelijke stadspoort. Orde van Inarius en wat gegevens over banieren, kleding en dergelijke. Het zuidoosten lag niet aan de kant van de haven, dus blijkbaar kwamen de afgezanten te paard deze kant op. "Er staat een paard klaar," bromt de klerk. Aylin knikt en gaat op pad...

De dag van het Concilie was bijna daar, en tegen alle adviezen in had Vàilan amper een moment stilgezeten. Uiteindelijk moest de aartskardinaal erbij komen om hem tot een dag rust te manen. Zodoende besloot hij om de rest van zijn tijd in gebed en meditatie door te brengen. Hij hoopte dat de postduiven veilig waren aangekomen en dat iedereen op tijd in Aberon zou zijn.

Laatste edit 13-10-2017 13:30

13-10-17 13:57:20
linctus
Oudgediende


WMRindex: 1.339
OTindex: 17.058
De rest van de reis was voorspoedig gelopen. Er waren nog wat tolpunten geweest, maar er werd niet gecollecteerd. Dat had de aartskardinaal verboden voor alle zaken aangaande de kerk. Het overtreden van deze regels gold als een religieuze overtreding en kon door de kerk zelf gestraft worden. Er waren in het verleden daarom wel eens wat smokkelaars die een vaandel vervalste om geen tol te betalen. Echter verdween deze praktijken erg snel nadat de orde van Tyrael werd opgericht door de kerk om zulke daden te berechten. De orde van Inarius bestond al veel langer. Het was een van de eerste christelijke ridderordes van de kerk met als doel de noordelijke landen te bekeren. De ridders hebben bovendeks verhalen uitgewisseld. Linctus merkte dat de andere veel meer hadden meegemaakt. Hij was redelijk afgezonderd geweest van de rest van de wereld en dat wordt nu duidelijk. Hij luister wel graag naar de indrukwekkende verhalen van meester Italus.

Het is al avond als het uitwisselen van verhalen verstoord wordt door de schipper. “Euhm…heren.” Stamelt de schipper. Hij is duidelijk nog onder de indruk van de straf van een van zijn bemaningsleden. “Excuses dat ik u stoor, maar we naderen Aberon.” Meester Italus en Roho staan op en lopen achter de schipper aan naar de boeg van het schip. Linctus blijft achter om het proviand op te ruimen voordat hij zich bij hen voegt. “Daar komt iemand ons loodsen.” Zegt meester Italus als een roeiboot met 3 personen dichterbij komt. Linctus had zoiets nooit geweten, maar in de haven moet alles natuurlijk strak geregisseerd worden. De ridders wachten tot de loods op het dek klimt. “Goedenavond heren” Begint de loods vriendelijk. “Ik mag u naar de zuidelijke scheepbank brengen waarvandaan u de stad per paard kunt bereiken. Zoals u begrijpt is de stadshaven erg vol op dit moment.” De ridders stemmen in en de schipper laat de loods aan het roer. Terwijl de loods het schip naar de scheepsbank stuurt gaan de ridders in het ruim hun spullen klaarmaken. Ze zetten alles bovendeks. Als Linctus de laatste keer het ruim binnen gaat ziet hij de gestrafte man op een bed liggen. Linctus legt zijn schild en zwaard even neer en loopt naar de man. “U heeft uw straf waardig doorstaan.” Begint Linctus terwijl de man met zijn rug naar hem toe ligt. “Inarius zal dit niet vergeten bij uw eindoordeel.” Linctus legt een klein buideltje kruiden op het bed bij de man. Het is een pijnstiller die de scherpte van de pijn afneemt. Linctus voegt zich daarna bij de ridders op het dek.

De paarden staan inderdaad al klaar bij de scheepsbank. Zodra het schip is aangemeerd beladen de ridders meteen hun paarden. De vaandel wordt van de mast losgemaakt. Linctus stapt op zijn paard en krijgt daarna het vaandel. Het vaandel is nu duidelijk zichtbaar als ze de stad naderen. De ridders krijgen een korte uitleg hoe ze de zuidoostelijke poort moeten bereiken en vertrekken daarna. Linctus is benieuwd naar hun ontvangst in de grote stad. De omvang van Aberon is indrukwekkend en de hoge stadsmuren zijn al van ver te ontdekken.

13-10-17 15:12:05
GroteMop1983
Oudgediende


WMRindex: 5.880
OTindex: 7.880
Yundra ziet Markus wijzen naar de toren. Je wilt ons in die toren zien te krijgen. Slim bedacht, Markus Ze kijkt naar haar opgezwollen handen. Ze zoekt Raytu. De zwarte wolf probeert alle pijlen van de wachters te ontwijken en ziet niet wat Markus wil.
.......
Als een gillend keukenwijf rent ze zwaaiend met haar handen richting de toren, ook om de wachters met pijl en boog af te leiden van Raytu.
Net als ze bij de houten deur van de toren is, doorboord een pijl haar linkerschouder. Ze geeft een gil, met haar linkerhand nog op de deur valt ze met de deur in huis. (6)
Offtopic:
uhh, correctie, met de deur in de wachttoren. :+

.......
Ze legt haar andere hand naast haar linkerhand op de houten deur. Ze slaat een zucht van verlichting. Ze ziet hoe de deur onder haar tot as verkruimeld. Ze staat op en slaat het as van haar kleren af en glimlacht. Zo nu maar eens de wolven roepen. Even een liedje neuriën. Ze neuriet zachtjes het wolvenlied, waardoor Vintuu gewaarschuwd wordt om naar de toren te komen. Vintuu raakt in een lichte trance en kijkt Dagar aan. Dagar snapt wat de bedoeling is, gromt en blaft naar Raytu. Raytu rent naar de andere wolven toe en zoekt Yundra. Hij volgt Vintuu en Dagar naar de toren.
........
Yundra wordt blij begroet door de drie wolven. “Waar is Markus?” vraagt Yundra aan Raytu. Raytu kijkt naar een bepaald gebied op het plein, waar Markus omringd wordt door een aantal wachters. “Wat moeten we toch doen, Raytu?” vraagt ze bezorgd. Yundra gaat zitten in de wachttoren. Raytu volgt haar slaafs, nog in wolvengedaante komt hij bij haar te zitten. Hij legt zijn poten op haar knieën en legt daarna zijn kop tussen zijn poten en haar knieën in. Zachtjes aait Yundra Raytu tussen zijn oren, samen zingen ze heel zachtjes het wolvenlied. Vintuu en Dagar zijn al tegen elkaar aan in de wachttoren in slaap gevallen. Neuriënd vallen ook Raytu en Yundra tegen elkaar aan in slaap.

Laatste edit 13-10-2017 15:13

13-10-17 15:51:01
nietmeer
Aylin wordt vergezeld door twee vertegenwoordigers, één van de koninklijke familie en een ander van de Kerk. Met zijn drieën rijden ze te paard richting de zuidoostelijke poort, niet om de stad heen zoals Aylin had gehoopt, maar er dwars doorheen. Niet overal in de stad was het even schoon en fris, wat voor een wezen met bovenmenselijk reukvermogen extra vervelend kon zijn. Wel was er voor gezorgd dat de drukte op de belangrijkste wegen zo veel mogelijk was ingeperkt, waardoor ze in ieder geval snel richting hun bestemming kunnen gaan. Desondanks was het nog een behoorlijk stuk rijden, want Aberon was in de loop der eeuwen enorm gegroeid.

Zonder vertraging komen ze bij de poort aan, die voor hen wordt geopend, zodat ze buiten de muur op hun gasten kunnen wachten. In de verte ziet Aylin de leden van de Orde van Inarius al naderen. Het vaandel wappert in de wind en ze herkent het symbool direct. Ook ziet ze dat deze figuren ridders zijn, bewapend en gekleed alsof ze nu al ten strijde moeten trekken. "Heren," zegt ze tegen de vertegenwoordigers. "Waarom moet ik als lijfwacht optreden voor een stel ridders? Deze lui zijn Inarius...monniken? Ze hebben zwaarden bij zich". De kerkvertegenwoordiger vraagt haar om het briefje en slaat zich voor het hoofd zodra hij het gelezen heeft, waaruit Aylin kan opmaken dat er iets niet helemaal goed is gegaan. Iemand van veel hoger aanzien had in haar plaats de Orde moeten ontvangen, niet zij. "Ik zal dit aankaarten," zegt de kerkvertegenwoordiger. "Er is nu niks aan te doen. Ik vrees echter dat ze het niet leuk gaan vinden". Aylin kijkt hem raar aan. "Omdat ik een vrouw ben, zeker," zegt ze spottend. "Ik kan het makkelijk uitleggen. Denk je dat Vàilan erg is? Deze lui zijn erger", zegt de koninklijke vertegenwoordiger. Daarmee wist Aylin wel genoeg. "Let op je woorden," corrigeert de kerkvertegenwoordiger hem. Aylin bereidde zich in ieder geval alvast mentaal voor op de 'confrontatie'. Ze moest in ieder geval doen alsof ze vromer was dan de aartskardinaal, en dat kon nog wel eens lastig worden. Ten eerste omdat ze zelf geen religie aanhing en religieuze praktijken niet echt serieus nam, ten tweede omdat Vàilan ervan zou horen en dat wel eens tegen haar kon gaan gebruiken. Daar kwam haar uiterlijk natuurlijk ook nog bij. Aylin zucht diep en wacht het gelaten af. In ieder geval kon Vàilan een goed woordje voor haar doen, hoopte ze dan maar.

Laatste edit 13-10-2017 15:55

13-10-17 16:17:25
linctus
Oudgediende


WMRindex: 1.339
OTindex: 17.058
Terwijl de ridders de stadmuur naderen zien ze het ontvangstcomité. Een man van adel, een vertegenwoordiger van de kerk en een wezen in een harnas. Linctus kijkt even naar zijn broeders. Ook meester Italus en Roho lijken het wezen een vreemd aangezicht te vinden. Toch rijden ze er op af. Door Linctus zijn hoofd gaat hij de mogelijke scenario’s door. Als het wezen aanvalt zou hij dan zijn korte boog kunnen pakken? Linctus besluit om in dat geval voor zijn zwaard te gaan. De andere hebben ook met een hand hun zwaard vast. Ze verminderen vaart en komen tot stilstand voor het ontvangstcomité. “Wij zijn de afgevaardigden van de orde van Inarius. Landcommandeur Aeneus verontschuldigd zich voor zijn afwezigheid.” Begint meester Italus. De meester kijkt naar Aylin. “Vanwaar de aanwezigheid van dit vrouwelijk schepsel?” Vraagt de meester. Linctus vindt de vraag wat direct en wellicht onbeschoft. Maar Italus is een meester en dus mag hij het woord doen. Linctus grijpt zijn zwaard vast. Hij hoopt dat dit niet escaleert, maar wil wel voorbereidt zijn op een aanval van het schepsel.

13-10-17 18:56:05
Madarian
Oudgediende


WMRindex: 2.597
OTindex: 5.605
Offtopic:
Ter info: de deur die GroteMop heeft laten verkruimelen was de deur van de tempeltoren, niet de wachttoren.
In eerste instantie leek alles goed te verlopen, maar Raytu had meer problemen met het ontwijken van de pijlen. En Yundra had daarop gereageerd met geluid maken. Een paar wachters hadden haar gehoord. Ze waren ontdekt. Markus kan maar een ding doen. Hij schreeuwt om de aandacht af te leiden. Met wat geluk denken de wachters dat ze een rat zagen in plaats van Yundra. Markus leidt de wachters weg, ook degene die aan de poort stonden. Raytu was nu ook naar binnen geslopen. Markus heeft de wachters naar het plein gelokt. Hij ziet dat alle anderen bij de tempel zijn aangekomen. Terwijl de pijlen hem doorboren lacht hij inwendig. Z'n lichaam implodeert. De wachters verspreiden zich weer, en een paar rennen naar de wachttoren om verslag uit te brengen.

Markus gaat in geestvorm naar de tempel, en ziet vlak bij de deur de wolven en Yandru liggen. Dan kijkt hij naar de deur. Zou het lukken? Hij strekt z'n arm uit en probeert langzaam en aarzelend door de deur heen te gaan. Gelukt! Eenmaal binnen kijkt hij rond, op zoek naar een heler. Hij gaat een hoek om, en loopt bijna door de ziener heen. Beide stoppen en schrikken even. De ziener wenkt Markus dat hij haar moet volgen. Ze gaan een lege kamer in. Daar begint de ziener te fluisteren: "De serveerster wordt morgenochtend opgehangen! Ze wordt beschuldigd voor moord. En dat is nog niet alles. Ik heb het lichaam van Agnar doorzocht. Ik heb een boekje gevonden waarin de rituelen beschreven stonden, maar er staat iets nog ergers in. De baron zelf heeft de opdracht gegeven voor die rituelen! Ik vertrouw de wachters niet." Markus knikt dat hij alles begrijpt. Dan wenkt hij de ziener en begeleidt haar naar de wolven en Yundra. De ziener schrikt wel even van de wolven en van Yundra, maar Markus laat met gebaren weten dat de wolven en Yundra oké zijn. Ook probeert hij aan te geven dat Yundra last heeft van een gezwollen hand, en dat het komt van zijn wondvocht. De ziener pakt Yundra voorzichtig op. De wolven worden wakker en beginnen te grommen. De ziener probeert te gebaren dat ze binnen kunnen komen.

Laatste edit 13-10-2017 18:58

13-10-17 20:35:16
nietmeer
Aylin gromt naar de Ordemeester en laat haar tanden zien. Ze wil haar paard al de sporen geven en hem eens van dichtbij de waarheid te vertellen, maar de kerkvertegenwoordiger houdt haar op tijd tegen en neemt zelf het initiatief om te spreken. "Heren, de zegen van Inarius is met u allen, en met de weledele heer Aeneus. Ik hoop dat hij in goede gezondheid verkeert." begint hij. "Mijn...onze oprechte excuses voor dit misverstand. Een luitenant van de wacht had hier moeten zijn om samen met ons u te ontvangen en naar Domus Argentum te begeleiden. Ik vrees dat in de drukte er bij ons administratiekantoor iets mis is gegaan". De koninklijke vertegenwoordiger moet zijn lach inhouden. "Dat is niet de eerste keer," mompelt hij. "Het is al jaren een chaos, en niemand die er wat aan doet". Nu neemt Aylin de beurt om te praten. "Chaos? Je weet niet half hoe erg het is," zegt ze. Haar paard zet enige stappen naar voren, waardoor zij nu duidelijk de leiding overneemt van de vertegenwoordigers. Ze kijken haar wantrouwend aan. Ze wil van alles zeggen, en moet zich met moeite inhouden om er niet van alles uit te flappen. Oh, wat had ze zin om te zeggen wat in haar op kwam, maar dat zou enorme problemen opleveren. "Heren," begint ze, "mijn naam is Aylin Ancalagon." Ze buigt haar kop even in een teken van respect naar de leden van de Orde. "Een goede vriend van mij bekleedt een hoge positie binnen de Kerk, hij heeft mij in zijn vrije tijd onderwezen in de geloofsleer." Dat was slechts ten dele waar. Dat 'onderwijs' bestond namelijk vooral uit reprimandes van Vàilan of wijze citaten die hij in bepaalde situaties bezigde. Nooit had zij daadwerkelijk lessen gevolgd, maar dat mochten ze niet weten. "U hoeft zich over mijn levenspad geen zorgen te maken," gaat ze verder. Ze hoopte hiermee dat ze niet teveel door zouden vragen over haar geschiedenis, en vooral ook haar plek in de religieuze samenleving. "Ik hoop dat u ons voor dit...misverstand kunt vergeven. Ik sta geheel tot uw dienst gedurende uw verblijf in Aberon, of u het nu wil of niet. Orders van hogere sferen en zo, maar dat zult u gezien uw...beroep...wel begrijpen." Een windvlaag vangt haar lange, zilveren haren en draagt bij aan de mystieke, exotische verschijning die zij altijd was. Nog steeds leken de Ordelingen haar niet helemaal te vertrouwen, maar daar had ze inmiddels wel vrede mee. Van buiten straalt ze vriendelijkheid uit, maar in haar gedachten had ze Meester Italus al tegen de grond gewerkt voor die opmerking. "Als u verder geen vragen meer heeft, dan mag u ons volgen."

13-10-17 21:01:48
linctus
Oudgediende


WMRindex: 1.339
OTindex: 17.058
Meester Italus zet zijn helm nu af. Roho en Linctus volgen zijn voorbeeld. "Als een wezen snakt naar de wijze lessen van het ware geloof, wie zijn wij dan op dit schepsel de deur te wijzen." Antwoordt de meester. "Ik ben meester Italus en dit zijn ridder Roho en ridder Linctus. Graag zouden we onze vetrekken willen zien en zo spoedig mogelijk op audiëntie willen bij de aartskardinaal of de daarvoor bevoegde assistent. We hebben een urgente boodschap van landcommandeur Aeneus." De kerk vertegenwoordiger knikt instemmend. "We zullen u verzoek doorgeven." Klinkt het vriendelijk. "Als jullie ons nu zouden volgen dan wijzen wij de weg." Linctus rijdt met het vaandel voor de twee andere broeders uit achter het ontvangscomité aan.

14-10-17 21:38:50
nietmeer
Als hij me nog één keer schepsel noemt, schop ik hem van zijn paard en rijg ik hem aan dat vaandel denkt Aylin. Dat kon ze natuurlijk niet hardop zeggen. Wel had ze een andere boodschap klaarliggen, maar dat zou moeten wachten totdat ze bij de kathedraal waren aangekomen. De twee vertegenwoordigers leiden de weg, gevolgd door Italus, Roho en Linctus, met Aylin in de achterhoede. Doordat er vanuit de haven al anderen waren gearriveerd en zich richting dezelfde plek begaven, was het een stuk drukker dan daarnet. "Welkom in het echte leven," zegt Aylin op een half spottende toon, alsof het kloosterleven niks voorstelde. Stadswachten doen hun uiterste best om al het wandel- en paardverkeer zo goed mogelijk te leiden. Zodra er een opening valt, maakt het gezelschap vaart. Bijna een half uur later zijn ze dan eindelijk door de laatste poort en beklimmen ze de heuvel naar de Kathedraal.

De imposante torens glitteren in het zonlicht, een waar baken voor zowel de gelovigen als de 'zoekenden'. Wie ooit twijfelde aan de macht van de kerk werd soms opgedragen een uur lang naar de Kathedraal te kijken. Eenmaal terug bij de barakken stormt een handjevol staljongens de binnenplaats op om alle paarden in ontvangst te nemen. De kerkvertegenwoordiger geeft hen allen een zilverstuk voor de moeite. "Dat gaat op aan drank vannacht," zegt de koninklijke vertegenwoordiger op cynische toon. Hij richt zich vervolgens tot de Ordeleden. "Heren, ik hoop dat de aartskardinaal u kan ontvangen vandaag. U zult begrijpen dat hij het erg druk heeft." Aylin komt naast hem staan. "In zijn afwezigheid kan de Priester Overste u ontvangen," gaat de koninklijke vertegenwoordiger verder. "Mocht dat ook niet lukken, dan staat Broeder Vàilan voor u klaar," vult Aylin aan. Ze merkt aan een plotselinge, zeer subtiele verandering in de lichaamshouding van de Ordeleden dat die naam een belletje bij hen doet rinkelen. "Kijk eens aan, hij schreef de brief aan u. En dan zeggen dat toeval niet bestaat. In ieder geval, heren, ik zal het vanaf hier overnemen. Ik ken de weg, ik ken de mensen. U bent in goede...handen". Ze wil alvast richting de Kathedraal lopen, als ze zich ineens bedenkt dat ze nog wat wilde zeggen. "Heren, ik hoop, nee, ik wens dat u mij met meer...respect aanspreekt in de toekomst. Ben ik niet, net als u, een kind van uw goden?" De kerkelijke vertegenwoordiger kijkt weg en schudt zijn hoofd. Aylin maakte daar een gigantische fout: met de woorden 'uw goden' suggereerde ze namelijk dat hún goden niet háár goden waren, waarmee ze dus indirect verraadde hoe de vork daadwerkelijk in de steel zat. Aylin krijgt het zelf ook snel in de gaten maar laat dat aan de buitenkant niet merken. Slordig, Aylin. Nu maar hopen dat ze te moe en te gehaast zijn om het op te merken. En anders wordt het weer een leuke training voor mij...

Laatste edit 14-10-2017 21:42

15-10-17 00:10:07
GroteMop1983
Oudgediende


WMRindex: 5.880
OTindex: 7.880
Raytu wordt wakker, nog in wolvengedaante tussen de knieën van Yundra. Hij ziet dat Vintuu en Dagar ook al wakker zijn geworden. Dan hoort hij Markus binnenkomen. Hij praat met een ziener. Raytu gaat naar hen toe en gromt. Vintuu en Dagar volgen hem en grommen ook.
………………
Als Yundra wakker wordt ziet ze dat Raytu naar Markus en een ziener gromt. Ze voelt dat ze ergens naartoe wordt gedragen. Ze kijkt naar Raytu, die in elfengedaante verandert. Mooi. Nu kun je aan ze vragen wat ze willen doen met mij. Yundra kijkt naar Raytu. Ze ziet een glimlach op zijn gezicht.
“Wacht, Markus! Wat gebeurt er met haar? Wat gaan jullie met haar doen?” Zowel Raytu en de twee wolven volgen Markus en de ziener verder de Tempeltoren ;) in. “Je moet haar meer van jouw ectoplasma geven, Markus, dan kan ze juist alles verbranden of je laat haar handen helen, waardoor ze bomen en struiken kan vervormen.”
…………….
Yundra weet bij vredesnaam niet waar ze het over hebben, maar vertrouwt op Raytu. Ze kijkt hem dankbaar aan en knikt.

15-10-17 13:16:16
Madarian
Oudgediende


WMRindex: 2.597
OTindex: 5.605
De ziener draagt Yundra naar binnen en wordt op een tafel gelegd. De anderen grommen en volgen de ziener. Yundra wordt op de behandeltafel gelegd, onderzocht, en de handen worden zo goed mogelijk schoongemaakt. Daarna wordt er een zalf op gesmeerd en de handen worden verbonden. De anderen houden wacht bij Yundra. De wolvengeluiden kan Markus niet verstaan. Het lijkt wel alsof de anderen hem nu kunnen zien, probeert een gebaar te maken dat alles goed komt. Dan gaat Markus naar buiten. Meer kan hij toch niet doen.

Markus verkent de stad een beetje. Dan ziet hij het andere plein waar in de ochtend de serveerster wordt opgehangen. Er staan een aantal stoelen met hoge rugleuningen op een podium aan de linkerkant van het plein De galg staat ook klaar. Markus weet genoeg en gaat weer terug naar de tempel. Net als hij aan komt, wordt Yundra naar een bed gebracht. Even later beginnen de eerste zonnestralen door te breken. Yundra wordt wakker. Raytu verandert weer in een elf. “Wacht, Markus! Wat gebeurt er met haar? Wat gaan jullie met haar doen?” Markus kijkt vreemd op. Z'n lippen bewegen, maar er komt geen geluid uit. Dat ze hem kunnen zien in geestvorm. Hij haalt z'n handen op. Hij wil nog niet volledig terug komen, ook al kan hij dat op elk moment. Maar Raytu is weer elf. Dat betekent dat de serveerster weldra opgehangen wordt. De ziener heeft nog nooit een wolf in een elf zien veranderen, maar is niet snel van haar stuk gebracht. Ze zegt: "Wat er met haar gebeurd is, is dat haar handen opgezwollen zijn door een goedje. Ik heb haar handen schoon gemaakt, en wat helende zalf op haar handen gedaan. En Markus, bedankt voor het stoppen van die zombies." Markus knikt.

Een stadsomroeper komt langs. Iedereen moet zich verzamelen op het marktplein. Geen uitzonderingen. Markus seint dat alles goed komt. De ziener en Markus vertrekken, en laten Yundra en de anderen achter in de tempel. Yundra beslist wel wanneer ze voldoende hersteld is. Als ze bij het plein aankomen, begint deze al vol te stromen. Markus geeft aan de ziener een seintje dat ze het boek met bewijs achter een plant moet leggen, en dat ze dan wat meer afstand moet houden tussen haar en de galg. De baron komt er aan, samen met een licht rood gloeiende Agnar, en ze nemen plaats op de stoelen. Dan wordt de serveerster de galg op geduwd. "Ik ben onschuldig! Help me!" Markus gaat in geestvorm ook het podium op. Hij pakt z'n kruisboog en laadt deze. "U bent veroordeeld van poging tot moord op Agnar! De straf is dood door ophanging." De lus wordt om haar nek gehangen. Er klinkt een geroezemoes vanuit het publiek. Vele zijn het er niet mee eens. Markus richt z'n kruisboog. Hij wordt volledig zichtbaar en schiet meteen een pijl af. De pijl treft 'Agnar' vol in z'n linkeroog, en pint het hoofd vast aan de rugleunign van de stoel. De demon z'n wond gloeit rood en iedereen ziet dit. Markus: "Agnar is al lang dood, demon!" De demon weet de pijl snel los te trekken en uit z'n hoofd te halen. Dan rent de demon weg. Intussen heeft Markus z'n kruisboog weggestopt en met z'n zwaard het touw doorgehakt. Markus: "Ik heb Agnar gedood toen hij haar wou offeren voor die demon. Zew heeft er niets mee te maken. Een ieder die haar ook maar een haar krenkt, heeft een groot probleem! Ik zal diegene voor altijd volgen en straffen!" Wachters sluiten van links en rechts met getrokken zwaarden Markus in. "Geef je over zodat je wordt berecht kunt worden voor de moorden die je gepleegd hebt!"

"Halt!" klinkt vanuit het publiek. "Ik ben een afgezant van de graaf! Ik heb hier orders dat Markus volledig vrijgepleit wordt van deze misdaden!" Een ridder die het symbool van de graaf draagt houdt een perkamentrol naar boven met de zegel van de graaf. Dus dat paard was van hem. De ridder loopt naar de galg toe. De wachtcommandant neemt de rol aan en leest de perkamentrol. "Wat hij beweert klopt." Weer geroezemoes uit het publiek. Markus: "En ik beschuldig de baron van het medeschuldig zijn van het oproepen van demonen!" De afgezant van de graaf: "Dat is een zeer serieuze beschuldiging. Heeft u bewijs?" Markus loopt naar de struik waar het boek van Agnar achter ligt, pakt het op en geeft dit aan de afgezant. Namen, datums, en ook de commando's van de baron staan erin genoemd. "Baron, u bent bij deze aangehouden voor het oproepen van demonen! Geef u over." "Mannen, te wapen!" De wachters trekken allemaal hun wapens. De ene helft is loyaal aan de baron, de andere helft, inclusief de wachtcommandant aan de graaf. Er breken overal gevechten uit tussen de wachters onderling. Het publiek vlucht naar hun huizen. Markus heeft nu maar één doel. De baron stoppen.

15-10-17 23:25:09
GroteMop1983
Oudgediende


WMRindex: 5.880
OTindex: 7.880
Yundra kijkt naar haar handen. Ze doen niet meer zo’n pijn. Ze knikt dankbaar naar de ziener. Ze staat op en loopt naar Raytu.
Ze geeft een knipoog en zegt:”Jammer nu kan ik niets meer in as leggen.” Raytu glimlacht. “Kijk even of je vervorm-krachten weer terug zijn.” Yundra knikt en vraagt: “Zorg maar voor een plant. Ik kijk wel. ;)
…………
Raytu kijkt naar de ziener. “Mevrouw, heeft u een plant in de buurt?” De ziener kijkt hem met verbazing aan en vraagt: “U kunt mijn taal?” Nog voor hij kan antwoorden op de vraag, drukt de ziener een bonsai-boompje in Raytu’s handen. “Ik spreek alle talen, mevrouw. Ik ben één van de allerhoogsten der elven.” zegt Raytu terwijl hij het boompje aan Yundra geeft.
…………..
Yundra pakt het boompje gretig aan. Ze gaat zitten. De ziener volgt iedere beweging die ze maakt. Yundra legt haar handen om het boompje heen. Ze blaast tussen haar handen door en het boompje is nu zo groot geworden als een struik.
…………….
“Hey, als we die struik nou eens voor de deuropening zetten, dan kunnen we de tempeltoren beschermen.” zegt Yundra tegen Raytu. Raytu knikt en pakt de plant op. Hij zet de boom tegen de deuropening aan. Yundra kijkt Raytu aan. Wat drijft jou om ons te helpen? Alsof hij haar gedachten kan lezen, geeft hij haar als antwoord: “Gezelschap. Ik heb jarenlang alleen door het bos gezworven. Gewone elven bogen voor mij, omdat ik een allerhoogste ben. Ik ben mij eenzaam gaan voelen.” Hij kijkt naar Yundra en glimlacht. Ze knikt en kijkt of ze nog een beetje meer kan vervormen. Vertel mij wat. Eenzaamheid.

16-10-17 09:48:18
linctus
Oudgediende


WMRindex: 1.339
OTindex: 17.058
De drie broeders volgen het ontvangstcomité de stadspoort door. Linctus kijkt zijn ogen uit. Achter de hoge muren lijkt het te krioelen van mensen. Hij vindt het al druk als er 200 broeders in het klooster zijn met het toernooi, maar dit is van een andere orde. Aylin gaat achter de broeders rijden. Linctus leidt hieruit af dat ze voor de beveiliging zorgt. Wel vreemd gezien haar glimmend harnas. Het leek heel duur en splinternieuw. Meer iets voor ceremoniële zaken, maar wellicht was dat alleen voor het ontvangst zo geregeld. “Welkom in het echte leven.” Hoort hij Aylin zeggen. Linctus kijkt eerst wat achterom en ziet hoe de stadswachten het verkeer in goede paden leidt. Linctus kan zich niet voorstellen dat iemand dit het echte leven zou vinden. Linctus zou de drukte van de stad niet willen ruilen voor rustiger bestaan. Mediteren en bidden zou een grote uitdaging zijn met zo’n drukte. Maar aan de andere kant waren er ook veldslagen geweest van de orde waarbij er zo veel broeders waren dat het hier wel een beetje op leek. Tenminste zo vertelde meester Tavkul het. Linctus had nog nooit een veldslag meegemaakt.

Dan komen ze aan bij de heuvel van de kathedraal. De schittering van de torens doet Linctus bijna ontroeren. De kathedraal is een van de mooiste dingen dat zijn ogen ooit aanschouwd hebben. Daarbij is het gebouw geheel gewijd aan het ware geloof. Ze beklimmen te paard de heuvel en komen aan bij een plein waar verschillende staljongens aangerend komen. Ze ontfermen zich over de paarden zodat de broeders van het paard af kunnen stappen. De kerkvertegenwoordiger geeft hun allemaal een zilverstuk waarna de andere vertegenwoordiger opmerkt dat dit aan drank gespendeerd gaat worden. Linctus heeft net als zijn broeders een gelofte van armoede afgelegd en bijna alle zaken die hij nodig heeft krijgt hij zonder er geld tegenover te stellen. Betalen van staljongens is dan ook een vreemde praktijk. De dorpen en steden in het noorden zien het als hun taak om voor de broeders te zorgen. Samen met de staljongens worden de spullen van het paard af gehaald.

Het ontvangstcomité gaat naast elkaar staan en wachten tot de broeders klaar zijn met de spullen van zijn paard af te halen. Daarna wordt even uitgelegd dat ze hun boodschap kunnen overdragen aan de Priester Overste of aan Broeder Vàilan. Aylin blijkt daarna ook hun persoonlijke gids te zijn voor hun verblijf. Toch lijkt de vraag in het begin haar nog dwars te zitten en ze besluit om haar hart te luchten voordat ze de broeders verder leidt. "Heren, ik hoop, nee, ik wens dat u mij met meer...respect aanspreekt in de toekomst. Ben ik niet, net als u, een kind van uw goden?" Linctus en Roho kijken naar meester Italus. Het is zijn plaats om te antwoorden op de vraag van Aylin. “Mevrouw Ancalagon.” Begint meester Italus. “Mijn directheid aan het begin was geen belediging aan uw adres maar een valide vraag. Onze goden mogen u en mij geschapen hebben echter zolang iemand niet het ware geloof aanhangt zijn we niet gelijk. En zolang u belooft dan onze goden ook uw goden zijn dan zal ik u behandelen zoals ik een ieder van het ware geloof behandel.” Meester Italus kijkt naar Linctus alsof hij wil benadrukken dat hij ook wel over enige tact beschikt. “Nu mevrouw Ancalagon, als u zo vriendelijk wilt zijn om ons de weg te wijzen naar onze vertrekken.

De spullen van de broeders worden door de staljongens gedragen. Terwijl Aylin voorop loopt buig meester Italus zich naar Linctus. “Vrouwelijke schepsels zijn altijd zo licht geraakt.” Linctus schudt zijn hoofd schijnbaar heeft meester Italus er plezier in om Aylin op de kast te jagen. “Meester, we moeten er op vertrouwen dat de kerk de juiste beslissingen neemt. Ook dat mevrouw Ancalagon ons mag begeleiden nadat dit klaarblijkelijk niet de bedoeling was betekend wel iets. Ik denk dat het wijs is om in deze stad onze woorden wat meer af te wegen. We zijn hier immers voor de Concilie.” Meester Italus lacht. “Het is duidelijk waarom de landcommandeur jou heeft uitgekozen. Het is net of ik meester Tavkul hoor praten. Dit diplomatieke gedoe is duidelijk aan jou toevertrouwd. Ik denk dat jij in mijn plaats de brief mag overhandigen. Dan ga Roho en ik wel trainen bij de barakken.” Linctus kijkt verbaast naar de meester. Schijnbaar houdt meester Italus meer van vechten en dergelijke in plaats van de diplomatieke taak die hun was toevertrouwd. Het lijkt dan ook alsof hij een naar klusje heeft kunnen afschuiven. “Mevrouw Ancalagon, als u Linctus naar een vertegenwoordiger van de aartskardinaal zou willen wijzen dan keren heer Roho en ikzelf terug naar de barakken om onze vaardigheden te verfijnen.” Nog voordat Aylin nog wat kan zeggen keert de meester zich om en loopt terug. Roho kijkt even verbaast. Schijnbaar werd hem niets verteld. “Moge Inarius je bijstaan.” Zegt hij nog gauw tegen Linctus en volgt dan meester Italus. Linctus blijft alleen met Aylin achter. “Als u de weg zou willen wijzen.” Zegt hij kalm.

16-10-17 10:40:17
nietmeer
Typisch weer dat gelovige gebabbel. We leven onder dezelfde hemel maar toch zijn we geen gelijken, alleen maar omdat ik niet in die poppenkast geloof. Die man had gelijk, ze zijn een stuk erger dan Vàilan. Hij zou ten minste niet zo'n opmerking maken. denkt Aylin, direct na de 'uitleg' van meester Italus in antwoord op haar vraag. Ze besluit er verder maar niet op in te gaan, en is juist opgelucht dat haar blunder geen problemen heeft veroorzaakt. Onderweg naar de vertrekken waar de Ordeleden hun tijd in Aberon zouden doorbrengen, hoort Aylin de gehele conversatie tussen Italus en zijn ridders. Waarschijnlijk dacht hij dat Aylin hen niet zou horen. Weer valt het woord 'schepsel', maar nu begrijpt ze dat hij daar het hele vrouwelijke geslacht mee bedoelt, en niet specifiek haar. Desondanks houd ik hem in de gaten, als er één mogelijkheid komt om hem wat bij te leren, dan neem ik die.

De gastenverblijven worden langzaamaan steeds verder bevolkt. Enkele gelukszoekers proberen een marktje op te zetten om spullen te verkopen, maar worden direct gesommeerd te vertrekken. Handel drijven op het terrein van de Kathedraal was uit den boze. De vertrekken die voor de Ordeleden waren gereserveerd, waren expres sober gehouden, geheel volgens hun leefwijze. Meester Italus en Roho gaan hun eigen weg, en Aylin is zichtbaar opgelucht als ze uit het zicht verdwenen zijn, op weg naar de barakken. Nog even gromt ze in hun richting, en richt zich dan tot Linctus. "Je moet eens weten hoeveel zin ik heb om nu iets of iemand een klap te verkopen," zegt ze. Hopelijk die omhooggevallen Italus, als ik hem nog een keer zie gaat hij het raam uit...van een zo hoog mogelijke verdieping. "Maar dat is voor later. Volg mij, alstublieft."

Zodra ze weer in een van de hoofdgangen staan, schiet Aylin een klerk aan. "Pardon, is de aartskardinaal beschikbaar?" vraagt ze. "U bedoelt 'Zijne Eminentie', en nee, die is niet beschikbaar. Voor dringende zaken moet u zich wenden tot Vader Julius of een ander bevoegde geestelijke," is het antwoord. De klerk gaat meteen verder nog voordat Aylin kan vragen of Julius dan wél beschikbaar is. "Snap jij dat nou?" vraagt ze aan Linctus. "Iedereen is opeens in alle staten, en waarvoor? Ach, wat kan mij het schelen. Deze kant op!" Aylin leidt Linctus het kasteel in, richting de woning van Vàilan. Hij had er al zeker een dag rust op zitten, en ze wist dus niet zeker of hij wel thuis was. Echter, als de aartskardinaal had bevolen dat hij het rustig aan moest doen, was de kans wel aannemelijk dat Vàilan gewoon thuis zou zijn.

Laatste edit 16-10-2017 10:50

16-10-17 11:04:26
linctus
Oudgediende


WMRindex: 1.339
OTindex: 17.058
Linctus hoort verbaast hoe Aylin haar hart op haar tong heeft liggen. Schijnbaar gaan haar gedachten meteen haar mond uit. Linctus vond meester Italus al tactloos, maar Aylin spant de kroon. In de kathedraal bewijst de blauwe verschijning opnieuw haar directheid. Ze vraagt aan Linctus nog waarom iedereen in alle staten is, maar voordat Linctus kan antwoorden moet hij haar weer volgen. Het lijkt wel een wervelwind en Linctus kan niets doen dan haar volgen. “Naar wie gaan we nu toe mevrouw Ancalagon?” Vraagt Linctus terwijl hij in snelle pas achter haar aan loopt. Het doet hem denken aan meester Tavkul die ook altijd een snelle pas in huis had en dit toch gemakkelijk liet uitzien. Linctus had nu gewild dat hij dit ook kon, want het nu was zijn pas net tussen het lopen en hollen in en dat was erg onnatuurlijk. “Broeder Vàlain.” Krijgt Linctus al antwoordt terug. Dit was de schrijver van de brief en was dus schijnbaar ook een belangrijk man binnen de kerk. Het feit dat hij aangesproken werd met broeder deed Linctus ook goed. Ik ben benieuwd van welke orde deze broeder is. dacht Linctus bij zichzelf. Deze stad zal wel zo groot zijn dat het verschillende ordes heeft. Ik denk wel dat een broeder gemakkelijker is om mee te praten dan een aartskardinaal. Wellicht kan ik met broeder Vàlain wellicht praten over mijn zonden. Met meester Italus loop ik anders de kans om zwak te lijken. Ondertussen is Aylin gestopt bij een deur. Linctus heeft geen idee waar hij nu precies is. Het lijkt wel een doolhof.

16-10-17 13:10:09
nietmeer
"Je mag wel Aylin zeggen hoor," antwoordt ze. "Ik gebruik eigenlijk zelden mijn achternaam. Zoveel herinneringen...en slechts een paar daarvan zijn goed." De deur naar Vàilan's woning was onversierd, maar aan de muur eromheen hingen wel wat kleine iconen, stonden wat plantjes op planken en was zelfs een soort kapstok aangebracht. Slechts een klein monogram op de deurpost, vergelijkbaar met het exemplaar in de brief, gaf direct aan wie hier woonde. Aylin wil al naar de sleutel zoeken om zichzelf binnen te laten, maar bedenkt zich. Ze kijkt Linctus even aan met een onschuldige blik in haar grote, blauwe ogen, waarna ze netjes aanklopt. Het blijft stil. "Kom nou," zegt ze ongeduldig. Ze klopt nogmaals, en weer zonder gehoor. "Hij is wel thuis, maar zeker weer met z'n gedachten ergens anders," mompelt Aylin. "Dan maar zo." Ze reikt naar de plek waar Vàilan de vorige keer z'n noodsleutel had liggen, maar daar lag ie niet meer. "Hij leert bij," zegt Aylin, en ze denkt even na terwijl ze aandachtig alle voorwerpen rondom de deur bekijkt. "Ik snap dat dit vreemd voor je is, ridder Linctus," zegt ze. "Maar ik doe dit zo vaak. Niks aan de hand." Ze snuffelt her en der om een luchtje op te vangen, om te kijken waar Vàilan voor het laatst aan gezeten heeft. Haar blik valt op een klein icoon waar een oude heilige op staat afgebeeld. "Natuurlijk," zegt Aylin. Ze haalt het voorwerp van de muur af, draait het om en pakt de sleutel. "Nog steeds voorspelbaar," zegt ze, waarna ze het icoon weer terughangt. Ze opent de deur en stapt naar binnen. "Vàilan! Bezoek!" roept ze. De deur naar het atelier staat op een kier, dus daar was hij in ieder geval niet. "Je mag alvast verder komen, hoor," zegt Aylin tegen Linctus, terwijl ze zelf verder het huis in loopt, gevolgd door een wat twijfelende Linctus. "Hm...," zegt Aylin. "Oh, daar ben je!"

Ze kijkt richting de deuropening, waar Vàilan ineens staat, met een erg verontwaardigde blik. Hij heeft een paar boeken vast met daarbovenop een briefje. "We waren al naar je op zoek," zegt Aylin, alsof er niks aan de hand is. "Dit is trouwens..." "Ik weet wie dat is," zegt Vàilan nors. "Ik weet waar hij bij hoort." Hij stapt zijn woning in, doet de deur achter zich dicht en legt de boeken even weg, zodat hij beide handen vrij heeft. Hij zet de kap van zijn pij af en knikt naar Linctus. "Ik ben blij dat de brief goed is aangekomen. De zegen van Inarius is met u en uw orde," zegt hij tegen hem voordat hij zich weer tot Aylin richt. "Leg mij eens uit waarom jij aan de Orde van Inarius bent toegewezen. En geef me m'n sleutel terug!" Aylin overhandigt hem zijn noodsleutel. "Foutje in de administratie," antwoordt ze. "Vind je m'n outfit niet mooi?" Vàilan legt de noodsleutel op de stapel boeken. "Prachtig. En wat had ik eerder gezegd over zomaar hier naar binnen lopen?" antwoordt hij streng. "Je zag het door de vingers," antwoordt Aylin nonchalant. "Voor die ene keer ja. Mijn geduld raakt op met jou," zegt Vàilan. "We hebben het er nog wel over. Maak jezelf nuttig als lijfwacht en houd de Meester en zijn andere ridder gezelschap". "Dat is denk ik niet zo'n goed idee...voor hen," zegt Aylin. "Maar als jij het zegt, dan gehoorzaam ik." Ze knipoogt naar hem en loopt alvast richting de deur. "Dat is dan ook voor het eerst," moppert Vàilan. Aylin tikt hem aan met haar staart en verlaat vervolgens de woning.

Vàilan zucht diep, blij dat ze weg is. "Mijn diepste verontschuldigingen, voor alles wat ze jullie heeft aangedaan en mogelijk nog aan gaat doen. Soms vraag ik me af wat ik heb gedaan om met haar opgescheept te zitten," zegt hij tegen Linctus. "Kom, ga zitten. Wat heb je te vertellen?"

Laatste edit 16-10-2017 13:15

Je moet ingelogd zijn om te kunnen reageren!

1 2 3 4 .... 256 257 258 [259] 260 261 262 263 264

WMRphp ver. 7.1 secs - Smalle versie - terug naar boven