hr
jaargang -23 - laatste artikel 26-4 14:00 - 74454 artikelen - nu online 34 bezoekers -

Home
Forum
Lid worden

Leden
Gebruikersnaam:

Wachtwoord:

Login onthouden

Login via:
Wachtwoord vergeten.

Het Forum

· [MED] Mededelingen
· [SUG] Suggesties
· [M&S] Moppen/Spelletjes
· [CUL] Kunst & Cultuur
· [OFT] Offtopic
· [G&C] Games & Computers
· [WMO] Wat me is overkomen
· [VDS] Vragen des levens
· [POL] Politiek
· [CON] Consumenten forum


moppen en spelletjes - moppen en spelletjes - moppen en spelletjes


1 2 3 4 .... 254 255 256 [257] 258 259 260 261 262 263 264

Fantasy Roleplay

29-09-17 11:34:57
linctus
Oudgediende


WMRindex: 1.339
OTindex: 17.058
Offtopic:
Sorry voor de lange teksten. Maar het typen werkt soort van verslavend. Hopelijk zijn de teksten net zo leuk om te lezen als dat het is om ze te schrijven.
“VERZAMELEN OP HET PLEIN.” Klinkt het hard door de zaal. Linctus opent meteen zijn ogen en springt uit bed. De vermoeidheid verdrukt hij naar de achtergrond. Hij schiet zijn gewaad aan en rent richting de deur. Om hem heen staan alle schildknapen op, maar niemand zo snel als Linctus. Linctus opent de deuren van de zaal en rent het plein op. Daar gaat hij op een hoek staan met zijn handen op zijn rug en zijn benen iets gespreid. Linctus kijkt strak voor zich uit. De meesters hebben zich verzameld voor de plek van Linctus. Uit zijn ooghoeken ziet Linctus dat meester Tavkul tevreden is met de snelheid van Linctus. Om hem heen gaan op gepaste afstand langzaam steeds meer schildknapen staan. Allemaal in de houding, maar niet allemaal zijn ze zo gedisciplineerd als Linctus. Sommige kijken nog wat om zich heen voor ze uiteindelijk allemaal naar voren kijken. Na een minuut of 10 sluiten de laatste schildknapen zich aan bij de opstelling. Achter hun aan komt meester Zenbin uit de slaapzaal gelopen.

Meester Zenbin kijkt naar de andere meesters terwijl hij bij hen gaat staat. Dan richt hij zijn blik op de 60 schildknapen die voor hem verzameld zijn. “Welkom bij het klooster van Inarius.” Begint meester Zenbin. “Jullie zijn de toekomstige ridders van de orde. Jullie training wordt vandaag op de proef gesteld. De proeven zijn verdeeld in 3 disciplines: Boogschieten, paardrijden en vechten. Jullie zullen in groepen van 20 schildknapen deze proeven uitvoeren. Uit elke groep zal een kampioen komen. Aan het eind van de dag zullen de 3 kampioenen de disciplines nog een keer tonen tot er een winnaar over blijft. Deze winnaar zal zeker tot ridder van de orde verheven worden.” Meester Zenbin loopt voor de schildknapen langs. “Echter als jullie goed presteren kan je meester voordragen om je alsnog tot ridder te benoemen. Je voordracht zal behandeld worden in het overleg. Uiteindelijk zullen er 10 nieuwe ridders verwelkomt worden in de orde. Succes en mogen Inarius jullie gunstig gestemd zijn.”

Meester Zenbin gaat weer tussen de meesters staan. 3 ander meesters stappen naar voren en verdelen de schilknapen in 3 verschillende groepen. Linctus krijgt te horen dat hij in de wolvengroep zit. De wolvengroep zal beginnen met de paard rij discipline. De leeuwengroep met het vecht discipline en de adelaargroep begint met boogschieten. Gezien het drukke programma is er geen tijd om zich aan elkaar voor te stellen. Toch lijken enkele schildknapen elkaar te kennen. Waarschijnlijk hebben ze elkaar in een van hun tochten ontmoet. Linctus kent niemand. Dit is de eerste keer dat hij andere schildknapen ziet aangezien ze nauwelijks of nooit naar het klooster komen. Behalve voor vandaag. Linctus loopt richting de stallen en krijgt een paard toegewezen. De meester komt voor de groept schildknapen staan die inmiddels allemaal op hun paard zitten. Linctus kijkt even op zij en ziet een grote brede schildknaap op het paard rechts van hem. Linctus ziet in wat hij snel heeft ingeschat in deze schildknaap de grootste concurrent.

De meester legt uit dat voor deze proef 5 vlaggen zijn verspreidt in het bos. De route in het bos kunnen in twee richtingen gereden worden. Diegene die de meeste vlaggen heeft verzameld wint deze discipline. Linctus kent de bossen inmiddels door en door. Toch weet hij niet de exacte route. Hij volgt samen met de andere de meester die hun naar de rand van het bos leidt. Met touw is een brede route ingesteld. De grote brede schildknaap kiest de andere ingang dan waar Linctus voor staat. Dat maakt het voor Linctus weer wat gemakkelijker. De meester geeft het sein en alle paarden worden meteen aangespoord. Ook Linctus schiet het bos in.

Linctus geeft zijn paard flink de sporen en kruipt steeds verder naar voren in de groep. Zijn start was wat verlaat, maar zijn rijkunsten helpen hem vooruit. Linctus duikt omlaag om een laag hangende tak te ontwijken. Een van de schilknapen die hij hiermee inhaalt probeert Linctus met zijn hand van het paard af te duwen, maar Linctus geeft geen krimp. Hij manoeuvreert zich verder naar voren en ziet de eerste vlag in de verte al hangen. Er zijn nog maar 2 ruiters voor hem, maar Linctus gaat niet snel genoeg zijn. Dan wordt de ene ruiter door de andere van het paard geduwd. Echter was de timing ongelukkig en schrikken beide paarden van de vallende ruiter. De ruiter komt hiervoor niet goed bij de vlag en zou zich moeten omdraaien. Daarvoor is het echter te laat en Linctus kan vrij gemakkelijk de eerste vlag weg grissen voordat iemand anders erbij kan. Snel knoopt hij de vlag vast aan het zadel en geeft zijn paard nog eens de sporen in de hoop het verschil met de nummer 1 in te halen.

29-09-17 22:46:40
Madarian
Oudgediende


WMRindex: 2.597
OTindex: 5.605
Als Markus weer voor zich kijkt kan hij net een nieuwe vuurbal ontwijken die een van de wachters raakt. Markus: "Rollen op de grond dooft het vuur!" Hij schakelt weer een paar zombies uit. Flidel probeert bij Markus vandaan te blijven en houdt een paar zombies tussen hem en Markus. Markus is niet vlug genoeg om dichtbij te komen. Dan maakt Flidel een fout. Flidel komt te dicht bij een huis met een laag, redelijk plat dak. Markus bedenkt zich niet. Hij springt op het dak, bergt snel z'n zwaard op en pakt z'n kruisboog. Terwijl hij weer een vuurbal ontwijkt spant hij snel de kruisboog en pakt een van z'n speciale pijlen, richt en vuurt de pijl af. Flidel doet z'n best de pijl te ontwijken, maar wordt in de schouder geraakt. Een ontploffing volgt. Meteen stopt Markus z'n kruisboog weg en pakt z'n zwaard weer. Flidel wordt tegen de muur aan gegooid en is z'n linkerarm kwijt. Markus rent zo snel hij kan, maar Flidel is bijna opgestaan en Markus weet dat hij niet snel genoeg is. Met al z'n kracht gooit Markus z'n zwaard richting Flidel en weet Flidel aan de muur te nagelen. Markus trekt z'n twee dolken, springt richting Flidel, en ramt z'n dolken zover hij kan in de schedel van Flidel. De lich brokkelt uiteen in stof. De overgebleven zombies vallen bewegingsloos op de grond. Markus bergt z'n dolken op, pakt z'n zwaard en bergt deze ook op.

Hij draait zich om en ziet een flink aantal wachters staan, met de wachtcommandant. "U staat onder arrest voor de moord op de staleigenaar en de waard. Geef u over." Markus: "Deze zooi komt juist door de staleigenaar, de waard, Flidel en de zoon van de baron! Ze hebben de demon opgeroepen die dit veroorzaakt heeft. Kijk naar in de opslagplaats aan de andere kant van wat er nog over is van de stad. Dat niet iedereen in zombies veranderd is komt door mij!" De wachtcommandant: "Voor moord staat levenslang. Wet is wet." Markus doet z'n helm af en zegt: "Dan is m'n schuld afbetaald!" Hij wordt half doorzichtig en zegt kwaad: "En die vier hebben mij met m'n gezin vermoord." Uit het toegesnelde publiek die poolshoogte komt nemen klinkt: "Markus?" Er klinkt veel rumoer. Iedereen heeft blijkbaar van de moorden gehoord. Markus: "Ja! Ik ben Markus!" De wachtcommandant: "Genoeg! Geef je over!" Markus: "Nooit!" Een pijlensalvo volgt die Markus doorzeeft. Markus valt neer, en het lichaam implodeert. Alleen de pijlen blijven over met een vreemde vloeibare substantie erop.

In geestvorm weet Markus dat hij nu achter de demon aan moet gaan. Hij kijkt naar de mensen, maar ziet er geen met rode gloed. Nu kan hij wegkomen zonder gezien te worden. Hij gaat naar de opslagplaats toe in de hoop een aanwijzing te vinden waar de demon naartoe is. Inmiddels hebben de twee vrouwen door dat de dreiging over is, en hebben de deur open gemaakt. Markus kijkt rond maar vind niets. Of toch? Zeer vage rode voetsporen. Hij had ze bijna niet gezien. Hij begint ze te volgen. De stad moet zichzelf maar zien te redden. Hij zal die demon stoppen. Hoe dan ook!

Laatste edit 29-09-2017 22:48

30-09-17 16:39:35
GroteMop1983
Oudgediende


WMRindex: 5.880
OTindex: 7.881
Yundra bedenkt zich dat ze de derde maan al heeft gehad. Ze schat dat ze met de reis nog 5 manen tegoed heeft.
Offtopic:
In normale mensentelling staat een maan gelijk aan een nacht.
Yundra en Vintuu staan vroeg op, als de zon net is opgekomen. Vintuu strekt zich uit en geeuwt. De wolfvos jankt een beetje en schurkt nog even tegen Yundra aan.

Yundra glimlacht en besluit om gelijk de weg te vervolgen. "Kom laten we verder gaan." zegt Yundra tegen Vintuu. Ze pakt de teugels vast en geeft Vintuu een aai over haar hals. "Vintuu, Vort!" Vintuu steigert en gaat er met een vaart vandoor. Yundra houdt haar stevig vast.

Na enkele uren stopt Vintuu vanzelf, omdat ze moe is. Ze hijgt. Yundra maant haar om stil te staan. "Hoo, Vintuu! Hoo." Ze stapt af en besluit om een paar uurtjes stil in de struiken te gaan zitten om bij te komen. Ze pakt wat blauwe besjes en deelt ze met Vintuu. "Even bijkomen, hoor." zegt Yundra tegen haar dierenvriend.

Vintuu kijkt Yundra dankbaar aan. Ze hijgt nog na van het harde hollen. Liefdevol geeft ze Yundra een kopje en eet zachtjes aan van de besjes. Yundra pakt een fles wijn en trekt die open. Ze pakt een kommetje en schenkt ook wat wijn in voor Vintuu. "Hier, meiske. Drink maar, want over een paar tellen wil ik weer rustig aan vertrekken." Vintuu knikt naar Yundra en begint langzaam aan van de wijn te drinken. Als Yundra de fles leeg heeft, heeft Vintuu ook het kommetje wijn op.
"Kom we gaan, Vintuu." zegt Yundra tegen Vintuu. Yundra steigt op haar wolfvos en spoort Vintuu aan om in een drafje de reis voort te gaan zetten.

30-09-17 20:03:51
Madarian
Oudgediende


WMRindex: 2.597
OTindex: 5.605
Intussen komen er een paar wachters aan die de opslagplaats beginnen te inspecteren. Markus neemt niet de tijd om zich te bekommeren om de stad of de wachters. Hij voelt dat hij weer 'normaal' kan worden. Zodra hij buiten is wordt hij weer zichtbaar, en een paar tellen later verschijn Shadow. De wachters schrikken. Markus stijgt op, zwaait een keer naar de wachters en geeft Shadow de sporen. Inmiddels begint de zon weer te schijnen. De demon heeft een flinke voorsprong, maar het spoor is te volgen. Markus vermoed dat alleen de ziener het spoor zou kunnen opmerken. Markus laat Shadow voluit galopperen. Als er een paar mensen dreigen z'n pad te blokkeren laat hij een schreeuw horen. Het pad loopt naar de toegangspoort. Het alarm klinkt. Wachters komen achter hem aan, maar de poort is vlakbij. Nog voor ze het valhek naar beneden kunnen doen is Markus door de poort heen. Een paar wachters bestijgen paarden bij de stal en zetten de achtervolging in. Markus schudt z'n hoofd. Alsof hij zich laat tegenhouden. Bij de eerste kruising houdt hij eventjes in. De demon heeft een paar rondjes gelopen. Ah. Linksaf. Markus laat Shadow voluit gaan. Dan komen ze bij een bergpas. Links en rechts genoeg kansen voor een hinderlaag. Deze bergpas is er zelfs berucht om. Markus vermindert de vaart niet. De wachters blijven hem achtervolgen...

02-10-17 12:14:44
nietmeer
"Volgens mij mag dat niet."

Vàilan zucht, zet de mand met druiven neer en draait zich om naar zijn 'vriendin'. "Ik neem alvast een voorschot op de oogstdag van morgen, bovendien moeten we als de bliksem wijn maken voor de Heilige Week," zegt hij. "Bemoei je met andermans zaken, wil je? Pak alsjeblieft een mandje en maak jezelf nuttig. Het is al zwaar genoeg in deze tijden." Mompelend gaat hij verder met druiven plukken, al was hij de enige in de tuin van de kathedraal die aan het werk was. Zijn eenvoudige pij, enkel versierd met een groot, glinsterend blauw symbool van de Zevende Kerk, wappert zachtjes in de wind. Om zijn nek droeg hij een kleine, houten versie van dit teken. Om het werk te verlichten begint hij zachtjes te zingen, een oud lied over de Martelaren van Vuur. Achter hen torent de imposante kathedraal met haar hoge, spitse torens, uitzonderlijke beeldhouwwerken en ongeëvenaarde glas-in-lood ramen. Deze plek was het absolute centrum van de Zevende Kerk en alle vertakkingen in het koninkrijk en daarbuiten. Dankzij verbouwingen en uitbreidingen door de eeuwen heen is het gebouw uiteindelijk deel gaan worden van het kasteel in de hoofdstad.

Al snel is zijn mand helemaal vol en realiseert hij zich dat het met zo'n zware lading wel een erg lange weg terug is. "Aylin..." zegt hij. "Als jij nu eens de helft meeneemt in jouw mand..." Ze kijkt hem aan met haar grote, helderblauwe ogen. Ze kwispelt speels met haar lange, in verschillende tinten blauw geschubde staart alsof ze iets van plan is. "Vandaag nog, alstublieft," gaat Vàilan verder. "Prima," antwoordt Aylin. "Omdat je 't zo lief vraagt." Ze knipoogt naar hem en begint wat van zijn vracht over te laden in haar mandje. Ze kenden elkaar nu al jaren, maar soms was ze zo onvoorspelbaar. Het zal haar aard zijn...Dracons waren nu eenmaal een volk apart. Al sinds zijn zesde maakte hij deel uit van het religieuze leven in de stad en nu, op zijn 25e, bekleedde hij een voorname positie. Hij was gewijd als priester en mocht zodoende de bijbehorende taken uitvoeren, maar koos er vaker voor om elders in het complex te werken als een soort van half-monnik. Schrijven, schilderen, werken in de tuin of het voorlezen van verhalen was meer aan hem besteed dan het "echte" priesterlijke werk. Wel had hij een kuisheidsgelofte afgelegd, wat Aylin bij tijd en wijle nog wel eens erg vervelend leek te vinden. Ze woonde al ruim tien jaar in de hoofdstad, op vijftienjarige leeftijd gevlucht omdat zij gedwongen werd te trouwen en haar vrijheid al op zag lossen. In deze stad voelde zij zich al snel thuis.

"Zo, en nu?" vraagt ze. Kort flitst haar roze, gevorkte tong tevoorschijn waarmee ze haar snuit even weer nat maakt. "De keuken," zegt Vàilan. "Jij weet wel welke ik bedoel." Aylin knikt en loopt alvast vooruit. "Kom je nog, slome?" vraagt ze terwijl ze achterkom kijkt. Ze droeg een nette, witte jurk die sterk af stak tegen haar overwegend blauwe huid maar prachtig matchte met haar lange, spierwitte haren en haar twee dito hoorns. Een exotische verschijning dat vaak genoeg mannelijke aandacht kreeg, maar zij gaf er niks om. Vàilan telde voor haar, en niemand anders. Glimlachend incasseert hij "slome" en komt vlot achter haar aan gelopen. "Ik zal maar doen alsof ik dat niet gehoord heb," zegt hij.

Laatste edit 02-10-2017 12:34

02-10-17 13:02:56
linctus
Oudgediende


WMRindex: 1.339
OTindex: 17.058
Linctus snelt door het bos richting nummer in. Hij rijdt naast de nummer in als hij de vlag in de verte al ziet. Hij kijkt opzij en ziet dat de persoon naast hem de vlag ook al heeft gezien. De schildknaap grist uiteindelijk naar de vlag die Linctus aan zijn zadel heeft geknoopt. Linctus ziet hoe de schilknaap snel de knoop probeert los te trekken. Linctus probeert de vlag uit de handen van de schildknaap te trekken. Echter heeft deze goed grip op de vlag. Uiteindelijk lukt het Linctus dan toch een hand los te maken. Hij stuurt daarna zijn paard iets naar links waardoor de schildknaap bijna van zijn paard getrokken wordt. Snel laat hij los en moet zijn best doen om niet van het paard af te vallen. Hij vermindert hierbij vaart waardoor Linctus als eerste bij de tweede vlag is. Ook deze grijpt hij in het voorbij rijden en knoopt hem bij de andere. De rest van de route ziet Linctus geen vlag meer. Pas als hij de uitgang uit het bos alweer ziet valt het hem op dat er nog iemand voor hem rijdt. Het is de grote brede schildknaap die 3 vlaggen aan zijn zadel heeft wapperen. Linctus haalt hem niet meer in en komt als 2e over de streep.

Hij is niet alleen 2e geworden qua tijd, maar ook met het aantal vlaggen is Linctus op de tweede plek geëindigd. Linctus hoopt van harte dat meester Tavkul dit niet als een nederlaag ziet. Anders zou Linctus wel een lijfstraffen kunnen krijgen voordat het volgende onderdeel begint. Gelukkig ziet Linctus meester Tavkul nog niet voordat het tweede onderdeel begint. De 20 schildknapen worden naast elkaar op een lijn gezet in een open veld. Ieder krijgt een boog en 3 pijlen. Er zijn drie verschillende blazoenen opgesteld op verschillende afstanden. 90, 70 en 50 meter schat Linctus in. Dit is het onderdeel waar hij de meeste vertrouwen in heeft.

“Wolvengroep” Begint de meester die dit onderdeel begeleidt. “Jullie zullen met 3 pijlen de meeste punten moeten scoren. Punten op het blazoen van 50 meter worden niet verdubbeld. Punten op het blazoen van 70 meter worden een keer verdubbeld. Punten op het blazoen van 90 meter worden maal 3 gedaan. Diegene die de laatste pijl vuurt krijgt 30 punten aftrek.” De meester gaat achter de schilknapen staan en Linctus richt de eerste pijl op het achterste doel. “Schildknapen, jullie mogen nu beginnen.”

Linctus ziet hoe bijna iedereen meteen zijn pijl afvuurt. Linctus wacht echter even. Hij ziet hoe de meeste voor zekerheid kiezen en op het eerste of tweede blazoen mikken. Een paar kiezen voor 90 meter, maar die raken het doel niet. Ook het tweede salvo laat Linctus voorbij gaan en hij ziet hoe een pijl die duidelijk mis zou gaan het blazoen op 90 meter treft. Dit was waar Linctus op wachtte. De meesters hadden een windvlaag gecreëerd waardoor het 90 meter blazoen niet eenvoudig te raken was. De winnaar van de ruiter ronde kijkt opzij en lacht om het feit dat Linctus nog geen pijl heeft afgevuurd. Linctus let daar echter niet op. Hij is volledig geconcentreerd op het doel op 90 meter. Dan vuurt hij de eerste pijl. Terwijl deze nog door de lucht vliegt grijpt Linctus nummer 2 en vuurt deze dezelfde richting uit. Pijl 1 raakt het blazoen op 9 punten. Pijl 2 is nog onderweg en Linctus vuurt ook pijl 3 met een bliksemsnel schot. Ook pijl 2 en 3 raken het doel bij respectievelijk 8 en 10 punten nog voordat de laatste schildknaap zijn pijlen heeft afgevuurd.

02-10-17 14:41:11
GroteMop1983
Oudgediende


WMRindex: 5.880
OTindex: 7.881
Yundra en Vintuu staan op het punt om te vertrekken, als Vintuu opeens vreemd begint te doen. Ze draait rondjes en probeert haar staart te pakken met haar bek. Op een gegeven moment gaat ze zitten en schuift naar voren. Midden op het pad ligt een streepaan viezigheid.
Dan staat ze opeens op, gaat weer zitten en likt haar staart en kont af.
"Nou, kom zeg! Vintuu vort!" Vintuu kijkt naar Yundra en staat op. Yundra gaat zitten en ze vervolgen hun weg in galop.

02-10-17 15:20:30
linctus
Oudgediende


WMRindex: 1.339
OTindex: 17.058
Linctus ziet de verbaasde blikken van de rest van de wolvengroep terwijl hij uitgeroepen wordt tot winnaar van het onderdeel. Zijn punten totaal is veel hoger dan de nummer 2 van dit onderdeel. Dit had meester Tavkul best mogen zien denkt Linctus. Maar ook hier is zijn meester niet te zien. Linctus is in gedachten verzonken terwijl hij naar de eetzaal loopt. Hij vraagt zich af hoe het kan dat meester Tavkul er wel is als hij door een appel geraakt wordt, maar er schijnbaar niet kan zijn als hij de tegenstand verpletterd in het boogschieten. Linctus loopt de eetzaal in en gaat op een willekeurige plek op een bank zitten. Hij krijgt een kom soep ingeschonken van meester Zenbin en begint meteen te eten. Linctus heeft erg veel honger gekregen van de inspanningen van die ochtend. Nu is hij de honger wel gewend aangezien meester Tavkul dit vaak als een gepaste straf ziet. Linctus praat nog wat met de schildknapen om hem heen. Zoals verwacht hebben die in hun training veel meer gereisd en worden ze met een zachtere hand getraind. Linctus laat niet te veel los over de training van meester Tavkul. Hij wil niet klagen, want dan zou hij hiervoor gestraft worden. Zeker als meester Tavkul gezichtsverlies zou leiden. Voordat Linctus het goed en wel doorheeft wordt iedereen opgeroepen om zich naar het laatste onderdeel voor die dag te gaan. Linctus gaat samen met de rest van de wolvengroep richting de arena. Hier ziet hij een bekend gezicht.

“Welkom wolvengroep.” Klinkt het in de strengen stem van meester Tavkul. “Dit is de grote arena waar alle schildknapen van Inarius getraind hebben. Hier zullen jullie getoetst worden op het gevechtsonderdeel. Uiteindelijk zal de kampioen van deze groep in deze zelfde arena getest worden aan het einde van de dag. Eerst zullen er gevechten plaats vinden in groepen van 10 schildknapen. Diegene die als laatste over blijft mag tegen de winnaar van de andere groep vechten.” Meester Tavkul gaat zich zitten op een van de prominentste plaatsen in de arena terwijl andere meesters de groep in tweeën verdelen. Linctus behoort tot de tweede groep en mag dus op de tribunes plaatsnemen. Hij ziet hoe de winnaar van de eerste groep dezelfde is die bij het rijden won. Niets verwonderlijk gezien zijn imposante postuur. Meester Tavkul stapt over de uitgeschakelde schildknapen heen richting de winnaar. Hij grijpt deze bij zijn pols en trekt zijn arm omhoog. “Verner is de eerste winnaar van het onderdeel vechten.” Roept de meester. Linctus weet nu hoe zijn voornaamste tegenstander heet. Verner.

Veel tijd om na te denken heeft Linctus niet. Hij wordt aan de rand van de arena geplaatst en ziet in het midden 10 verschillende wapens in de grond gestoken. Het zijn allemaal handwapens. Zodra het sein klinkt sprint iedereen naar de wapens toe. Linctus is net als bij het boogschieten wat langzamer dan de rest. Deze keer is het echter geen tactiek, maar Linctus voelt de pijn nog van de straffen van gisteren. Het paardrijden en boogschieten hebben het niet verbeterd. Linctus bijt door de pijn en rent op een schildknaap af die een houten zwaard uit de grond trekt. De schildknaap draait zich om en zwaait richting Linctus. Linctus laat zich over de grond glijden door de benen van de schildknaap. Met een flinke trap in de knieholte valt de schildknaap om. Linctus staat in een vloeiende beweging op en met zijn vuist schakelt hij de schildknaap helemaal uit. Daarna pakt Linctus het houten zwaard op. Hij kijkt om zich heen en ziet dat er nog maar 4 over zijn. De andere hebben 2 houten wapens vast en kijken nu goed rond afwachten totdat iemand een eerste aanval doet.

De eerste schildknaap rent op een andere af met een houten knuppel en zwaard. Deze blokkeert de eerste zwaai, maar wordt door een andere in de nek geraakt. Linctus ziet hoe de drie met elkaar in een gevecht gewikkeld zijn. Hij haalt een keer diep adem en rent ook die kan op. Hij is er bijna als hij ziet hoe de schildknaap met de knots op de grond valt. Linctus maakt gebruik van dit moment om een van de twee overgebleven vol in het gezicht te raken met zijn zwaard. Het hoofd van de schildknaap draait weg en een sliert bloed volgt de beweging. Linctus beweegt zijn zwaard sierlijk en staat direct in de aanvalshouding tegenover de laatste concurrent. Linctus herkent de schilknaap als dezelfde die vanochtend zijn vlag wilde grijpen van zijn zadel. Beide draaien ze een beetje om mekaar heen. Wachtend op een eerste beweging.

Linctus maakt een schijnbeweging en hierop rent de schildknaap op hem af. Dit is precies waar Linctus op hoopte. Net voordat de schildknaap Linctus kan raken duwt hij de schildknaap aan de kant met zijn zwaard. Hij maakt hierbij een draai om zijn as om de aanvaller heen. Hij schopt een zwaard dat op de grond ligt omhoog, grijpt dit vast met zijn vrije hand en slaat hard op het achterhoofd van de schildknaap. Deze stort hierdoor ter aarde. Linctus is hiermee de tweede winnaar van de wolvengroep.

02-10-17 16:48:13
nietmeer
Onderweg naar de keuken komen ze een kapitein van de wacht tegen, die hen kort aanhoudt. "Vàilan, Heer Rodyck is naar je op zoek. Hij vraagt zich af wanneer je zijn bestelling voltooid hebt." Aylin loopt alvast door naar de keuken terwijl Vàilan even kort nadenkt. "Die staat te drogen in mijn werkruimte. Ik kreeg vanochtend vroeg ineens zoveel inspiratie dat ik aan één stuk door heb geschilderd. Laat hem weten dat hij hem kan ophalen wanneer het hem uitkomt." De kapitein knikt en loopt verder. Al fluitend wandelt Vàilan de keuken in en betrapt Aylin daar op het jatten van wat muntblaadjes. "Wat moet dat?" vraagt hij. Ze kijkt hem aan alsof er niks aan de hand is, maar al gauw laat ze haar kop zakken. "Maar twee," zegt ze. "Voor de moeite, en zo." Vàilan zet de mand met druiven weg en zucht diep. "Je weet hoe duur dat spul is, hè?" moppert hij. "Onze leverancier komt pas volgende week weer met z'n goederen op de markt. En wie krijgt er van langs als mijn meerderen hun ochtendthee niet kunnen drinken? Of als de koks geen kruiden hebben voor de nagerechten die tijdens het diner geserveerd worden? Nou wie? Geen bescherming van boven die mij behoedt voor de tirade die ik dan over mij heen krijg, al ga ik een hele dag op m'n blote knieën voor het hoofdaltaar zitten." Hij wijst naar boven om zijn punt kracht bij te zetten. "Er zijn er nog genoeg," mompelt Aylin. "Gelukkig maar," zegt Vàilan. Hij controleert nog even of er echt nog genoeg is. "Help me eraan herinneren dat ik volgende week probeer een extra portie te bestellen voor jou," mompelt hij. Dan komen enkele koks de keuken binnen, blijkbaar hadden ze de commotie gehoord. "Alles in orde?" vraagt de chef. Vàilan knikt. "Niks aan de hand, we wilden net vertrekken. Hier, verwerk deze druiven alvast voor de wijn." De koks gaan aan de slag nadat Vàilan en Aylin de keuken hebben verlaten.

"Sorry," zegt Aylin. "Het is al goed," zegt Vàilan. "Oh, ik heb wat ander werk af te ronden, dus ik ga hier rechtdoor." "Dan ga ik ook maar die kant op," antwoordt Aylin. Zonder verder een woord te wisselen lopen ze door de galerij richting het kasteel. De vrij sobere architectuur staat in schril contrast met het interieur van de kathedraal. Drie ramen zijn geopend, waardoor een fris briesje naar binnen blaast. Enkel het geluid van de wind en het tikken van Aylin's klauwen op het gesteende doorbreekt de stilte. De meeste van dit soort gangen waren niet bedoeld voor het gewone verkeer en vaak alleen te gebruiken door bevoegden, zoals Vàilan. "Nog hulp nodig bij je werk?" vraagt Aylin zodra ze het kasteel betreden. "Nou, dat schilderij is vrij groot en zwaar. Als we die nou eens samen in de woonkamer zetten, dan zou dat erg mooi zijn." antwoordt Vàilan. "Net nu ik m'n goede jurk aan heb," zegt Aylin. "Ach, die kan ik wel even uit doen terwijl..." "Niks daarvan!" onderbreekt Vàilan haar. "Ik wil dat fiasco niet nog een keer meemaken. Bovendien heb je een kast vol van die jurken, dus eentje die vies wordt is nog niet het einde der tijden. Bovendien heb ik recentelijk nog de boel laten schoonmaken. Dat beetje stof zul je niet zien." "Je moest eens weten wat ik met deze ogen kan zien," gniffelt Aylin. Ze geeft hem een tik met haar staart. "Wil ik het weten?" mompelt Vàilan. "Nee, dat kan jouw vrome ziel niet aan," is het antwoord.

Laatste edit 02-10-2017 16:51

02-10-17 16:52:15
Madarian
Oudgediende


WMRindex: 2.597
OTindex: 5.605
Een pijl raakt Markus vol in de rug. Hij slaakt een kreet die door merg en been gaat, en valt van z'n paard. De wachters komen snel dichterbij. "Dat je hem hebt weten te raken! Ben je echt zo goed, of was dat geluk?" "Geluk." De wachters stappen van hun paard af. Markus kan amper nog iets doen. Daar had hij nooit rekening mee gehouden. Een wachter houdt z'n pijl en boog op Markus gericht en komen voorzichtig dichterbij. Dan klinkt er "Geef je over!", maar het komt niet van de wachters. Op de helling staan links en rechts bandieten. Een paar met pijl en boog, een paar met slagwapens, klaar om aan te vallen. Markus glimlacht en schudt z'n hoofd. Vooruit, hij zal de wachters wel helpen, maar alleen omdat ze alleen hun functie uitoefenen. Hij maakt een kleine beweging met z'n hand. De wachter met pijl en boog ziet de beweging, knikt licht en schiet de pijl door het hoofd van Markus. Het lichaam van Markus implodeert. Dan laat de wachter z'n boog vallen en geeft zich over. De andere wachter kijkt verbaasd, maar doet hetzelfde. De bandieten hebben geen idee wat er is gebeurd, waarom het lichaam verdwenen is, en besluiten de wachters te begeleiden naar hun kamp om overhoord te worden. Markus volgt alles in geestvorm. Hij heeft nu wel een lesje geleerd. Niet alles is dodelijk, en als hij zwaargewond raakt kan hij gevangen genomen worden. Zal hij de wachters toch aan hun lot over laten? Nee. Dat is tegen de eed die hij ooit gezworen had toen hij nog leefde.

De wachters worden een tent in geduwd en gekneveld. Er is nog een derde gevangene. Hij ziet eruit als Agnar, maar heeft een rode gloed over zich. De wachters lijken de gloed niet te zien en herkennen hem als Agnar. De bandieten verlaten even de tent. "Wordt u vastgehouden voor losgeld?" Markus gaat achter 'Agnar' staan. Verbeeldt hij het nou, of kan de 'Agnar' hem zien? Markus wacht op het moment dat hij weer zichtbaar kan worden. Hij trekt alvast z'n zwaard. "Geen idee. Vremoedelijk wel." "Waarom schoot je de verdachte dood?" "Dat wou hij zelf." Markus voelt dat het tijd is. Hij wordt weer zichtbaar. "Weten jullie nog wat ik zei vlak voor die pijlenregen in de stad?" zegt Markus. "Over die demon?" Markus: "Klopt. Agnar is dood!" Hij steekt van achteren z'n zwaard dwars door het hart van de demon. De wond gloeit rood. De wachters kijken verschrikt. Markus duwt de demon met z'n voet van z'n zwaard af.

Een bandiet komt de tent in stormen. Markus gooit snel een werpster die de bandiet vol in het hoofd raakt. De wachters kijken naar de demon. De demon wordt nu volledig roodgloeiend, en verandert van gedaante. Tijdens de transformatie weet de demon zich te bevrijden van de touwen. In een paar seconden is de demon veranderd in de dode bandiet. Hij lacht vals en terwijl hij de tent uit rent begint hij te schreeuwen: "De gevangenen ontsnappen! De gevangenen ontsnappen." Markus bedenkt zich niet. Met twee zwaardslagen bevrijd hij de wachters. Markus: "Jullie wegwezen hier! Vertel in de stad wat jullie zagen! De bandieten zijn voor mij!" Markus laadt snel z'n kruisboog, Dan pakt hij z'n schild en loopt op een rustig tempo de tent uit. De eerste bandieten komen net uit de tenten. Markus richt naar de dichtstbijzijnde en schiet. De pijl komt terecht in de onderbuik en ontploft. De bandiet wordt doormidden geblazen. Markus stopt snel z'n kruisboog weg en trekt z'n zwaard. Intussen weet hij net een slag te ontwijken. Markus ziet vanuit z'n ooghoegen de wachters wegrennen.

Laatste edit 02-10-2017 16:53

02-10-17 20:49:31
nietmeer
Vàilan haalt de sleutel van zijn woning uit een tasje aan de riem van zijn pij. "Zo," zegt hij bij het openen van de deur. Hij houdt hem voor Aylin open zodat zij eerst naar binnen kan. "Het ruikt nog naar verf," zegt ze. "Weet je zeker dat het schilderij klaar is om opgehaald te worden?" Vàilan sluit de deur en doet de kap van zijn pij af. "De delen in olieverf heb ik al veel eerder afgerond. Vanochtend moest ik alleen nog wat in tempera doen, dat droogt veel sneller. Thee?" Aylin gaat op een stoel zitten en zakt wat onderuit. "Nou, als je 't toch aanbiedt..." zegt ze. "Jij durft, trouwens." "Hoezo?" vraagt Vàilan. "Dat je in één werk zowel olieverf als tempera gebruikt. Lijkt me erg lastig te herstellen als er iets mee gebeurt". Vàilan probeert een vuurtje onder een ketel aan te steken, maar slaagt er niet in. "Ding deugt niet," moppert hij. "Schietgebedje misschien?" zegt Aylin spottend. "Niet grappig," mompelt Vàilan. Hij pakt een nieuw vuursteentje, waarmee het eindelijk wel lukt. "Toegegeven, het is een experiment," zegt hij. "Heer Rodyck weet dat. Als het op een ramp uitdraait weet ie me te vinden." Hij vult de ketel met water en doet het deksel erop.

"Laten we dan eerst maar even de boel klaarzetten," zegt hij. Aylin volgt hem naar het knusse atelier, die via een dubbele deur achterin de woning betreden kon worden. "Zei toch dat 't schoon is?" zegt Vàilan. Aylin snuffelt in de lucht en kijkt kritisch rond. "Als er maar geen verf op mijn jurk komt," zegt ze. Samen nemen ze hun posities in en tillen het schilderij naar de woonkamer, waar standaard een schildersezel klaarstond om nieuw werk op te presenteren. Terwijl Vàilan de boel goed bevestigt, klopt Aylin haar jurk af. "Je hebt geluk, ik kom er ongeschonden van af," zegt ze. "Had ook niet anders verwacht," antwoordt Vàilan. "Heb je mijn kam hier nog liggen?" vraagt Aylin. "Oh, daar." Ze neemt plaats voor een spiegel en begint haar witte haren wat op orde te brengen. "Trouwens, wil je dat ik zo wegga voordat je klant langskomt? Voor het geval dat hij rare ideeën krijgt, over ons en zo..." Vàilan glimlacht. "Er is niks mis met vrienden hebben. Bovendien heeft niemand mij verboden om met vrouwen om te gaan. Nou ja...sommige geschriften waarschuwen voor de duivelse kracht van dat, en ik citeer, 'vermaledijde geslacht', maar dat is vooral geschreven door de echte monniken die nooit van hun leven buiten het klooster zijn geweest. Ze moesten eens weten. Ben ik blij dat ik niet zo'n leven hoef te leiden." Aylin kijkt hem aan. "Soms heb ik het gevoel alsof je je best doet om dat wel te bereiken," zegt ze. "Gelukkig kan ik kiezen wat ik op een dag doe, zij niet. Dat wil ik graag zo houden," antwoordt Vàilan. Het water begint langzaamaan te koken. "Enige voorkeur?" vraagt hij. "Muntthee?" vraagt Aylin onschuldig, gevolgd door een gemene grijns. Vàilan kijkt haar met samengeknepen ogen aan. "Die monniken wisten misschien toch wel waar ze over schreven," zegt hij. Dan barsten beiden in lachen uit.

Laatste edit 02-10-2017 20:54

03-10-17 00:45:26
GroteMop1983
Oudgediende


WMRindex: 5.880
OTindex: 7.881
Terwijl ze op Vintuu zit denkt Yundra opeens aan vroeger. Aan de tijd dat Yaron nog over haar heerste. Haar heer en meester Yaron, was bepaald niet aardig tegen haar. Ze moest zijn voeten wassen, zijn haren kammen en zijn kleren strijken. Hij stonk naar zweet en waste zich zelden. Ze was drie jaar oud toen ze bij hem kwam en tien jaar oud toen ze aan de keukenmeid werd verkocht.
………
Even later schrikt ze wakker van een eikel, die voor haar neus op de grond valt. Yundra glimlacht, begint weer te dromen en denkt aan de keukenmeid. Ze was een aardige vrouw, knap, zorgzaam en liefdevol. Ook al was ze streng, ze liet wel zien dat ze van Yundra hield. Yundra had met de keukenmeid meer geluk, dan met wie dan ook in haar omgeving.
……….
Nog even later schrikt ze wakker van een paar dennenappels die op de grond voor haar neus vallen. Yundra slaat zichzelf in haar gezicht. “Wakker worden meiske, je hebt nog 4 manen te gaan.” Ze kijkt goed om zich heen en gaat dichter tegen Vintuu aan liggen. Ze aait Vintuu op haar hals en fluistert in haar oor. “Vintuu, vriendinnetje van mij. Wat ben ik blij met je.”
………..
“Hoo, Vintuu! Stop maar hier. Laten we een plekje gaan zoeken om te gaan slapen.” Vintuu en Yundra lopen naar het struikgewas toe, waar ze besluiten te gaan slapen.
………
De ochtend is fris, de grond onder hun voeten is zacht. Yundra wil verder trekken, als ze luid hoort grommen. Ze draait zich om en ziet een grote grijze wolf op zich af komen. Vintuu komt naast Yundra te staan. De wolf kijkt Vintuu strak aan. Vintuu begint te grommen en daagt de wolf uit. Dan komt de wolf dichterbij. Hij snuffelt aan Vintuu, Vintuu snuffelt aan de wolf. De wolf snuffelt aan Yundra, Yundra gaat dichter tegen Vintuu aan staan. Daarna loopt de wolf een rondje om Vintuu heen. Yundra gaat iets naar achteren. Vintuu gaat liggen, haar staart zwiept op en neer. Ze gooit haar kop achterover en jankt naar de zon. De grijze wolf kijkt haar aan. Loopt naar Vintuu toe, gaat naast Vintuu zitten, geeft Vintuu een kopje en jankt mee.
“Dagar.. dat is een mooie naam voor jou.” Yundra loopt naar de grijze wolf toe en legt haar handen op zijn snuit. Ze pakt een andere paar teugels uit haar bagage en legt deze teugels om Dagar. Dagar kijkt naar Vintuu en zwiept met zijn staart.
“Bah, heb ik weer… Mijn beste vriendin wordt verliefd op een wolf.” zegt Yundra plagend tegen Vintuu.Laatste edit 03-10-2017 00:47

03-10-17 11:22:07
linctus
Oudgediende


WMRindex: 1.339
OTindex: 17.058
Linctus moet het nu tegen Verner opnemen. Veel tijd heeft hij niet om zicht hierop voor te bereiden. Terwijl de uitgeschakelde schildknapen van het veld worden gedragen wordt Linctus zijn houten zwaard afgenomen. Deze wordt samen met een ander exemplaar in het midden van de arena in de grond gestoken. Linctus wordt daarna na de rand van de arena gebracht en hij ziet dat Verner aan de overkant gaat staan. Meester Tavkul gaat staan “Linctus en Verner. Beide hebben jullie een opdracht gewonnen. Het zal dus van dit gevecht afhangen wie de kampioen wordt van de wolvengroep. Toon nu wat jullie geleerd is.”

Dat is het teken. Linctus rent naar het dichtstbijzijnde houten wapen. Bijna gelijktijdig met Verner pakt hij zijn wapen op. Het duurt dan ook maar een fractie van een seconde voordat de wapens elkaar voor het eerst treffen. Linctus voelt de brute kracht van Verner en zijn zwaard wordt bijna uit zijn handen geslagen. Linctus heeft zijn armen gestrekt en zijn rug richting Verner gedraaid. Hij is nu een gemakkelijk doelwit. Linctus voelt hoe Verner met een zwaai het houten zwaard tegen zijn ribben stoot. Linctus voelt hoe de pijn door zijn lichaam schiet. Hij is zo verstomt door de klap dat hij te laat is om zich te verdedigen tegen een tweede zwaai van het houten zwaard. De klap tegen het hoofd van Linctus zorgt ervoor dat hij zijn knieën valt. Hij kan zich nog net opvangen met beide armen. Linctus haalt diep adem en voelt hoe de harde trap van Verner zijn pijnlijke buik raak. Linctus wordt hiervoor op zijn rug gedraaid. De wereld lijkt te vertragen als hij kijkt hoe de enorme schildknaap zijn zwaard heft om de genade klap uit te delen.

Terwijl het zwaard omlaag daalt geeft Linctus zo hard als hij kan een trap aan de binnenkant van Verners knie. Hij duwt hiermee de schildknaap uit positie terwijl Linctus zelf wegdraait uit de baan van het zwaard. Het zwaard van Verner plant zich in de grond. Hiermee heeft Verner een cruciale fout gemaakt. Linctus duwt zich omhoog en in een vloeiende beweging slaat hij Verner in het gezicht met zijn zwaard. Verner grijpt hierop met beide handen naar het gezicht. Linctus kan hierdoor het zwaard van Verner uit de grond halen. Terwijl Verner zijn handen nog voor zijn gezicht heeft klinkt er een krakend geluid. Het is het geluid van het houten trainingszwaard dat kapot breekt op het hoofd van Verner. Linctus zet daarna een stap achteruit en gooit het kapotte zwaard aan de kant. Normaal zou iemand door zo’n klap uitgeschakeld zijn, maar Verner staat nog steeds. Hij laat zijn handen zakken van zijn gezicht en met een bebloed gezicht schreeuwt hij Linctus toe. “JE GAAT ERAAN.” Klinkt het luid door de arena. Verner stormt richting Linctus, maar in zijn blinde woede kan Linctus gemakkelijk opzij draaien. Verner verliest hierdoor zijn evenwicht en valt op de grond. Linctus heeft zijn zwaard voor zich uit steken terwijl Verner weer omhoog krabbelt. Een tweede keer stormt de grote schildknaap op Linctus af. Deze keer draait Linctus weer om zijn as, maar niet om Verner te ontwijken. Terwijl de grote handen van Verner hem bijna vast kunnen grijpen raakt het houten zwaard hard de zijkant van Verners gezicht. Nu stort de kolos weer naar de grond. Linctus tilt zijn zwaard weer omhoog in afwachting van de volgende aanval. Maar deze keer blijft Verner roerloos liggen. “Het gevecht is voorbij. Linctus is de winnaar van de wolvengroep.” Klinkt het emotieloos uit de keel van meester Tavkul.

03-10-17 20:21:19
nietmeer
Vàilan schenkt twee koppen in en doet in beiden een portie theekruiden, precies genoeg voor een perfecte smaak. Niet te sterk, niet te slap. "Jasmijn-honing?" vraagt Aylin. "Goede neus," antwoordt Vàilan. "Ik heb de voorraadkast vol liggen met dat spul." Aylin kijkt hem verbaasd aan. "Maar...is dat niet nog duurder dan munt?" vraagt ze. Vàilan loopt naar haar toe, geeft haar een kop en gaat vervolgens in de stoel tegenover haar zitten. "Normaal gesproken wel. Om een of andere reden heeft men nu een enorm overschot, waardoor de prijzen nu bijna drie maal zo laag zijn. Ik kon 't eerst ook niet geloven, en ging er eigenlijk meteen vanuit dat het geen goede kwaliteit kon zijn voor die prijs. Te snel geoordeeld. Ik heb du gelijk maar flink ingeslagen." Aylin neemt een flinke slok van de gloeiend hete thee. "Dat doen mensen van jouw beroep wel vaker," zegt ze, voordat ze met een tweede teug haar thee opdrinkt. "Dat is inderdaad een goeie, doe me nog maar zo een." Vàilan kijkt haar streng aan. "Dat ik een hele voorraad heb, wil nog niet zeggen dat je 't naar binnen moet gieten als water. Van thee hoor je te genieten na een dag hard werken. Hm...niet dat jij veel gedaan hebt vandaag. Toch is dat nog geen reden om het zo achterover te slaan. Gulzigheid weegt zwaar op de ziel als het Oordeel komt." Aylin zet haar kop op tafel en haalt haar schouders op. "Wat maakt die ene keer nou uit?" zegt ze nonchalant. "En ik kan het toch bij jou opbiechten, dan ben ik er weer van af. Zo werkt dat toch?" Vàilan schudt zijn hoofd. "Nee, maar dat heb ik je al vijfhonderd keer uitgelegd."

Dan wordt er op de deur geklopt. "Heer Rodyck van de Heuvelwijk" klinkt het. Vàilan gebaart richting Aylin dat ze fatsoenlijk in de stoel moet gaan zitten in plaats van onderuitgezakt met teveel van haar voorgevel zichtbaar. Hij zet zijn theekop op tafel, waar nog nauwelijks wat uit gedronken is. Vlug opent hij de deur en buigt het hoofd voor zijn klant. "Mijn heer, het is me een waar genoegen. Kom verder, alles staat klaar." Hij laat Rodyck en twee lijfwachten binnen. "Kan ik u wat thee aanbieden?" vraagt Vàilan. Rodyck negeert Aylin en inspecteert het schilderij. "Nee bedankt, ik heb niet veel tijd. Ziet er goed uit, Vader. Ik hoop dat het experiment lukt, mijn vrouw is er niet zo zeker van." Aylin gniffelt. Ze vond het altijd raar dat Vàilan 'Vader' genoemd werd. Rodyck merkt haar nu op en kijkt even naar Vàilan. "Had iemand nodig om het schilderij hierheen te tillen," is zijn antwoord. "Ah ja, dat zal het zijn," zegt Rodyck met een grijns. "Sommige geruchten hebben het over spannendere dingen." Vàilan blijft onbewogen en heeft zijn antwoord al klaarliggen. "Geruchten en roddels heb je altijd. Ik heb Hen als mijn Getuigen van mijn zuiverheid. Elke ochtend zie ik mijzelf in de spiegel en weet ik dat het waar is. Dat kan ik helaas niet van die vele roddelaars zeggen. Niet zelden tracht men de eigen zonden te verbloemen door verhalen over een ander te verspreiden. Daar weet u alles van, mijn heer." Rodyck knikt. "Helaas wel. En ik heb er van geleerd. Goed, ik zal de betaling volgens afspraak aan de Kerk doneren. Verwacht de levering zo aan het begin van volgende week. Het is financieel wat moeizaam de laatste tijd," zegt hij. Vàilan gaat akkoord. De lijfwachten leggen een doek over het schilderij en dragen het de woning uit.

Zodra ze zijn vertrokken, staat Aylin op en loopt naar Vàilan toe. "Spannende dingen, hè?" vraagt ze, terwijl ze haar handen op zijn schouders legt en speels met haar staart kwispelt. "Vraag me af wat voor dingen zoal". "Van die dingen die het daglicht niet kunnen verdragen, als je 't mij vraagt," antwoordt Vàilan met een strak gezicht. "Mag ik misschien mijn thee opdrinken? Dat gaat wat lastig zo." Aylin gromt en gaat weer zitten. "Drink jij je dure thee maar op, ik ga zo naar m'n eigen huis," mompelt ze. "Lekker uitkleden en in bad weet je...m'n lavendelzeep van top tot teen over mijn lichaam laten glijden en zelfs mijn..." "Genoeg!" roept Vàilan. "Het huis van een dienaar van de Zevende Kerk is een verlengstuk van het Heilige Territorium en geldt als gewijde grond. Ik sta veel toe, maar waag het niet om die zin af te maken!" Aylin glimlacht en knipoogt weer naar hem. "Prima hoor. Jij hebt toch al genoeg om over na te denken vanavond. Nou, ik ga er vandoor. Oh, niet mijn kam vergeten." Ze pakt haar spullen, blaast een zoen naar Vàilan en verlaat de woning. Snel drinkt hij zijn thee op voordat hij naar zijn huisaltaartje snelt en op de knieën gaat voor een schietgebedje.

Laatste edit 03-10-2017 20:27

03-10-17 23:10:25
Madarian
Oudgediende


WMRindex: 2.597
OTindex: 5.605
Markus ademt diep in en uit. Hij zegt tegen zichzelf: "Doe zoals je altijd gedaan hebt toen je nog leefde... En gebruik je nieuwe mogelijkheden waar het kan." Hij probeert zoveel mogelijk de bandieten met slag en steekwapens tussen hem en de boogschutters te houden. De eerste bandiet met een grote tweehandige hamer is het dichts bij, en haalt uit. Markus kan het slome wapen makkelijk ontwijken. Na de slag staat hij achter de bandiet en met een slag ligt het hoofd van de bandiet op de grond. Een zwaard wordt afgeweerd door z'n schild. Markus staat even wankel op z'n benen. De tweede bandiet haalt opnieuw uit, maar Markus heeft zich net op tijd hersteld. De slag wordt opnieuw afgeweerd, en dit keer is het de bandiet die even wankelt. Meteen slaat Markus met z'n schild, en de bandiet valt om. Nog voordat Markus de bandiet kan uitschakelen komen nog twee bandieten in vechtafstand. En dan is hij omsingeld.

De bandieten beginnen om Markus heen te draaien. "Dacht je nou echt dat je van ons kunt winnen? Dit is je laatste gevecht!" Markus begint hard en vol te lachen. Markus: "Hoe wil je iets doden wat al dood is?" Markus schreeuwt en wordt half doorzichtig. De bandieten schikken zich rot. Markus gebruikt dat moment om twee bandieten uit te schakelen. Een bandiet draait zich om en rent in paniek weg, maar komt niet ver. Hij loopt tegen een andere bandiet aan. Twee meter, in een stevig harnas. Dat moet hun leider zijn. "Een spook! Hoe vecht je tegen een spook!" "Lafaard!" De leider hakt met z'n tweehandige zwaard het hoofd af van de bandiet. "Vecht of sterf!" Markus: "Zoals jullie wensen. Jullie sterven." Markus maakt een snelle afweging. Eerst de leider of eerst z'n hulpjes uitschakelen? Eerst de hulpjes maar. Telkens ontwijkt hij de slagen van de leider, doet alsof hij de leider wil aanvallen, maar raakt juist bewust elke keer de hulpjes. Hij weet keer op keer het gat te dichten tussen hem en de boogschutters, en geregeld weet hij slagen te ontwijken of af te weren. Af en toe kan hij zich net staande houden, en sommige stoten of steekbewegingen raken hem net. Die leider is sterk! Hoewel de oppervlakkige snijwonden en beurse plekken hem pijn doen, stopt het Markus niet om keer op keer bandieten uit te schakelen. Hij was het wel gewend, en de ergste pijn die hij kan voelen heeft hij al gevoeld. Daarbij vergeleken is dit nog niets.

Na een minuut of tien staat alleen de leider nog overeind. Markus: "Zoals ik al zei, ze zijn gestorven. Wil je nog een schietgebedje doen voordat jij eraan gaat, of geef je jezelf over?" Leider: "Je hebt me nog niet een keer geraakt!" Markus: "Ben je echt zo dom? Ik heb nog geen een keer echt naar jou uitgehaald." De leider concentreert zich. Markus lacht. Hij wordt weer volledig zichtbaar en neemt een vechthouding aan. Hij laat Shadow vlak achter de leider verschijnen die een keiharde trap naar achteren uitdeelt. De leider wordt zodanig verrast dat hij voorover valt, waarbij z'n dekking volledig weg is. De leider valt vol op Markus z'n zwaard. Het is voorbij. Markus kijkt rond. Hij pakt z'n werpster terug. Geen van de lichamen is van de demon. Dus dat wordt het spoor verder volgen. Hij gaat naar de tent waar hij de demon doorboorde en weet daar het spoor op te pakken, en gaat vol in de achtervolging.

Laatste edit 03-10-2017 23:11

04-10-17 14:37:24
linctus
Oudgediende


WMRindex: 1.339
OTindex: 17.058
Linctus wordt afgevoerd naar een van de kamer van meester Zenbin. Hij wordt op een stoel gezet door meester Zenbin. “Goed gedaan Linctus.” Begint Meester Zenbin. “Je prestaties zijn niet on opgemerkt gebleven bij de meesters. Ik denk dat je waarschijnlijk wel bij de beste 10 zult horen. Lijkt me vreemd als ze jou niet zouden kiezen. Nu drink dit, het is mijn taak om jou als kampioen van de wolvengroep op te lappen. De andere kampioenen worden door andere meesters opgelapt. Maak je daar maar niet druk over.” Linctus pakt het flesje van meester zenbin aan en drinkt het leeg. Hij heeft nog nooit eerder zo’n drankje gehad. Meester Tavkul gelooft namelijk dat een schildknaap zijn pijn moet doorstaan wil hij een goede ridder en uiteindelijk meester worden. Linctus voelt een warme gloed door zijn lichaam gaan. Hij wordt overwelmt door het gevoel en het wordt langzaam zwart voor zijn ogen.

“Linctus word wakker.” Klinkt het vriendelijk. Linctus opent zijn ogen en moet even wennen aan het licht. “Hoe voel je je?” Vraagt meester Zenbin. “Goed.” Antwoordt Linctus vertwijfelend. Het is lang geleden geweest dat hij vrij was van pijn. Zijn hele leven, zijn hele training was in pijn gehuld. Nu voelt Linctus geen pijn en dat was bevrijdend. Linctus heeft het idee dat hij de hele wereld aan kan. “Was dit de eerste keer dat jij de gift van Inarius hebt gekregen?” Vraagt de meester verwonderd. Linctus zegt niet veel en knikt alleen maar. “Meester Tavkul zal wel weten wat hij doet.” Vervolgd meester Zenbin. “Kom we moeten opschieten anders zijn we te laat bij de arena.”

Linctus loopt de arena in en gaat tussen de twee andere kampioenen instaan. Meester Tavkul komt een moment daarna de tribune op gelopen. Op de tribunes zitten alle schildknapen, hun meesters en andere medewerkers van het klooster. “Welkom kampioenen.” Klinkt het door de arena. “Jullie zullen getest worden op drie onderdelen. Eerst is het paardrijden. Het is een race naar de rand van het bos en terug. Die gene die als eerste binnen is heeft gewonnen.” Meester Tavkul maakt een handgebaar en 3 paarden worden de arena binnen gebracht. “Alles is toegestaan.” Klinkt het terwijl Linctus zijn paard op klimt. Dan klinkt er een hoorn. Dit is het signaal om te vertrekken. Linctus geeft zijn paard de sporen en is deze keer als eerste de arena uit richting het bos.

04-10-17 17:01:31
nietmeer
"...pro salute animæ." Vàilan staat weer op. Wat een schietgebed had moeten zijn, was uitgedraaid op een bijna twee uur durend proces van bidden, bezinning en het zuiveren van zijn geest. Langzaam staat hij weer op, en merkt dat het inmiddels al donker is geworden. Gauw maakt hij een eenvoudig gerecht klaar, en besluit daarna om het voor vandaag voor gezien te houden. Hij neemt snel een bad en trekt zijn nachtkleding aan. "Verleidster," moppert hij. Aylin was nog niet uit zijn gedachten verdwenen, maar het gevaar was wel geweken. Dit was niet haar eerste poging, en zou ook niet de laatste zijn. In de loop der jaren heeft hij genoeg ervaring op kunnen doen met zich te weren tegen haar avances. En toch bleef ze 't proberen. Soms wenste hij dat hij haar nooit had ontmoet, soms had hij het gevoel dat zij door een duivel was gezonden om hem te testen, te verleiden, ten val te brengen en heel zijn geloof belachelijk te maken. Dat had wel eens tot ruzie geleid, maar dat duurde nooit lang. Alle goede herinneringen aan hun samenzijn deden alle twijfels verstommen.

Diep in gedachten verzonken stapt hij in bed en blaast de nachtkaars uit. In volledige stilte ligt hij klaarwakker naar een gitzwart niets te staren. Een spookachtige stilte, zelfs niet door de wind doorbroken. Hij draait wat voordat hij uiteindelijk in slaap valt. In een chaotische droom ziet hij beelden van demonen, een spookachtige zwarte ridder, een vreemdsoortige kruising tussen trol en dwerg rijdend op een vos en meer van dat soort wonderlijke verschijningen. Het droombeeld wordt verstoord door een zacht gelui van klokken. De wezens bedekken hun oren en rennen weg alsof er iets aan komt. Dan ontwaakt hij en merkt dat het klokgelui geen droom was. "1, 2, 3..." mompelt hij, nog amper wakker. Bij de zevende slag schiet hij overeind. De Oogstmis! In vol ongeloof dat hij zich heeft verslapen sjeest hij uit bed, kleedt zichzelf in recordtempo aan, doet zijn haar in de plooi, grijpt een stuk brood en propt dit onderweg naar de kathedraal naar binnen. Hij stopt even bij een spiegel om te zien of hij er wel fatsoenlijk uit ziet, en gelukkig was dat zo...op een verzameling kruimels rond zijn mond na. "Nee, nee, nee, nee, nee, nee," moppert hij luid terwijl hij verder rent. Een pij was niet bepaald geschikt voor een sprint, maar er was nu even geen alternatief. Via het ene gangetje en het andere deurtje bereikt hij uiteindelijk de sacristie, waar de hoogste geestelijken en hun dienaren al klaar staan om de kathedraal te betreden. "Vàilan!" buldert de kardinaal. Als hij sprak, durfte niemand anders iets te zeggen. Met zijn donderende, dominante stemgeluid gepaard met een fors postuur was hij een figuur waar je wel ontzag voor moest hebben. "Je bent laat. Te laat!" De hele kathedraal lijkt op haar grondvesten te trillen. Zelden preekte hij voor een volle kathedraal, maar als hij dat deed leek het alsof het einde der tijden was aangebroken. Vàilan buigt zijn hoofd en trekt wit weg. "Zeker weer laat geworden, gisteren. Of niet?" Hij durft geen antwoord te geven, noch durft iemand het voor hem op te nemen. "Als de wiedeweerga je spullen pakken, het volk wacht!" Hij krijgt een ferme tik tegen het achterhoofd op de koop toe. Die heb ik verdiend, denkt Vàilan. Gauw maakt hij zich gereed voor de Oogstmis, die de oogstdag zou inluiden.

Laatste edit 04-10-2017 17:40

04-10-17 17:31:34
GroteMop1983
Oudgediende


WMRindex: 5.880
OTindex: 7.881
Dagar maakt Yundra wakker door zijn snuit in haar gezicht te planten. Yundra kijkt naar de grijze wolf. Ze schat de wolf niet veel ouder dan Vintuu. Dagar zwiept met zijn staart op en neer en kijkt Yundra indringend aan. “Waar is Vintuu?” vraagt Yundra aan Dagar. Dagar stoot met zijn snuit tegen Yundra’s zij aan. Hiermee geeft hij haar een teken dat ze op moet staan en hem moet volgen. Ietsje verderop ligt Vintuu met de bagage nog op haar rug te slapen. Dagar geeft haar een ferme lik in haar gezicht. Vintuu wordt wakker en geeft een hartelijke begroeting aan Yundra.
………..
“Dagar? Wat is er?” vraagt Yundra even later. Dagar heeft ondertussen zijn kop naar beneden laten hangen en zijn voorpoten uitgestrekt.
Hij wil blijkbaar iets kenbaar laten maken.
Yundra denkt even na. Na een paar tellen kijkt ze van Vintuu naar Dagar. Ze pakt haar zadel van Vintuu’s rug en begrijpt nu wat Dagar bedoelt. Ze legt haar zadel op Dagar’s rug en fluistert in zijn oor: “Ik zie het al. Je wil je vriendinnetje niet al te veel belasten.”
Ze pakt de teugels van Dagar’s tuig. Even later pakt ze Vintuu’s teugels en knoopt die samen met die van Dagar.
“Kom laten we gaan.” zegt ze tegen haar vrienden. Ze heeft nog 3 manen te gaan…..

04-10-17 21:40:22
Madarian
Oudgediende


WMRindex: 2.597
OTindex: 5.605
Markus houdt de tijd niet in de gaten. Dag of nacht, het maakt hem niet uit. Honger heeft hij niet meer. Hij wordt ook niet moe. Na een tijdje het spoor gevolgd te hebben komt hij bij een andere vestingstad aan. Hij stopt bij de stal vlakbij de ingang. De staleigenaar krijgt de rillingen op de rug als hij Markus ziet, maar loopt toch naar hem toe. "Heer, de verzorging van uw paard kost 1 koperstuk." Marcus negeert de staleigenaar compleet en loopt richting de stadspoort. De staleigenaar: "Zoals u wenst. Dan krijgt uw paard geen verzorging." Markus glimlacht. Als de staleigenaar naar zich naar Shadow draait, blijkt Shadow verdwenen. De staleigenaar begrijpt er niets van.

De wachters bij de poort volgen Markus argwanend met de ogen, maar houden hem niet tegen. Markus volgt de voor hem opgloeiende voetsporen door de stad. Iedereen volgt hem met argusogen. Soms lijkt hij te horen: "De zwarte ridder." Intussen is een van de wachters bij de poort naar de barak gegaan. Als Markus bij de burcht komt ziet hij dat de voetsporen naar binnen gaan. Naar binnen. Niet naar buiten. Dit kan nog 'leuk' worden. Dan maar naar de wachtcommandant. Als Markus zich omdraait om naar de barak te gaan, lopen er zo'n twintig wachters op hem af. Zie je wel.

05-10-17 19:44:43
nietmeer
Vanwege zijn positie was hij niet verplicht om bepaalde gewaden aan te trekken op feestelijke dagen of andere belangrijke bijeenkomsten en mocht hij gewoon z'n eigen kloffie dragen. Afhankelijk van het soort dag en de mis die daarbij hoorde werd wel van hem verwacht dat hij een bepaald hoofddeksel en bijbehorende stola droeg. De kleuren daarvan verschilden per gelegenheid, maar pasten altijd bij zijn dagelijkse kleding. Het feit dat hij zich het liefst in een pij kleedde had hem enkele jaren geleden al de bijnaam "Verdwaalde Monnik" opgeleverd. Voor geestelijken buiten het klooster was het immers een vrij ongebruikelijke mode, maar nooit was ergens opgeschreven dat het niet was toegestaan. Vàilan had daar dan ook handig gebruik van gemaakt, en daar was nooit kritiek op gekomen, zelfs niet van de kardinaal.

De kathedraal zit stampvol, alsof de gehele stad zich in de ruimte heeft verzameld. De koninklijke familie zit vooraan met om hen heen een leger aan lijfwachten. Niks in de stad bleef echter onverdedigd: wachters kregen vrijstelling van de mis om hun taken te kunnen blijven vervullen. Zij kregen altijd bezoek van kerkelingen om, desnoods tijdens de wacht, de zegen te kunnen krijgen. Vàilan probeert Aylin te spotten, maar kan haar in de mensenmassa niet zo snel zien. Waarschijnlijk was ze niet eens aanwezig. Als hij iets had geleerd de afgelopen tijd, was het wel dat Aylin bepaald geen religieus type was.

De ruim drie uur durende mis verloopt voorspoedig, met veel gezang, muziek en een oorverdovende donderpreek van de kardinaal. Na de plechtigheid stroomt de kathedraal langzaam leeg, en gaat iedereen op weg om zich gereed te maken voor de Heilige Week. In de tuin worden talloze manden neergezet voor de druivenoogst en op de landerijen rondom de stad is ook alles al in gereedheid gebracht. Vandaag ging een dag vol hard werken worden, en daar had Vàilan wel zin in. Voordat hij echter er tussenuit kan knijpen om alvast richting de tuin te gaan, wordt hij door de kardinaal teruggeroepen. Hij blijft bevend stilstaan en durft geen stap meer te verzetten. Hij sjokt met gebogen hoofd terug en meldt zich bij zijn meerdere. "Uwe Eminentie?" is het enige wat hij kan zeggen. "Wij moeten praten," is het antwoord. Dat kon letterlijk alle kanten op gaan, zowel de goede als de slechte. Zonder zich af te vragen wat er zo dringend kon zijn, volgt hij de kardinaal terug naar de sacristie. De deur sluit achter hen, gevolgd door een ijzige stilte. "Er zijn dingen aan de hand," bromt de kardinaal. "Kwade dingen. Onnatuurlijke dingen. Men schrijft mij steeds vaker brieven waarin wilde verhalen over demonen en levende doden worden verteld." Dan herinnert Vàilan zich zijn droom. "Eminentie," begint hij. "Vannacht droomde ik..." "Jij ook al?" onderbreekt de kardinaal hem. "...over vergelijkbare onnatuurlijkheden," gaat Vàilan verder. "Alsof het dichterbij komt." De kardinaal ijsbeert, diep in gedachten. "De kracht van het geloof zwakt af in het volk. Zij laten het kwaad toe. Ik waarschuw er tientallen jaren voor, maar luisteren ze? Nee." In plaats van waarschuwen kun je er verdorie ook gewoon wat aan doen, hè? denkt Vàilan, maar beseft dat als hij dat hardop zou zeggen hij waarschijnlijk op een brancard de sacristie zou verlaten. "Het is tijd om op te treden. Met mijn collega-kardinalen werk ik aan een serie nieuwe, kerkelijke wetten. De koninklijke familie weet hier van." Vàilan denkt na. "En wat houden die wetten zoal in?" vraagt hij. Zulke maatregelen kwamen in het verre verleden wel eens voor, en daar had het volk vaak meer onder te lijden dan ze er van profiteerden. "Dat hoef jij nog niet te weten," zegt de kardinaal. "Ik verwacht alleen dat jij je werk doet, nu en vooral straks. Zonder afleiding. Gericht op het Eeuwige." "Gericht op het Eeuwige", herhaalt Vàilan. Dat was één van de vele motto's binnen de Zevende Kerk en niet toevallig de wapenspreuk van de kardinaal zelf. "Men heeft een fout gemaakt door de brandstapel af te schaffen," moppert de kardinaal. "Wellicht gaan we daar wat aan doen. We zien wel. Als we nu geen vuist maken is de wereld verloren." "Eminentie, onze kerk en de Andere Zes hebben al duizenden jaren de balans in stand gehouden. Ik geloof niet dat..." "Dat we nu niet op onze hoede hoeven te zijn?" roept de kardinaal. "Dat is precies het gevaar. We zijn altijd sterk geweest en moeten sterk blijven. En jij staat daar middenin. Er is een heilige taak voor ons allen, je kent de jouwe. Vergeet dat niet." Vàilan knikt, en krijgt toestemming om de sacristie te verlaten. Zodra hij zijn extra kledingstukken heeft opgeborgen maakt hij zich uit de voeten, op weg naar de tuin. Eenmaal daar gaat hij even zitten om na te denken.

Laatste edit 05-10-2017 19:45

05-10-17 21:33:51
GroteMop1983
Oudgediende


WMRindex: 5.880
OTindex: 7.881
Yundra pakt wat besjes uit het mandje en verdeelt die tussen haar en de twee dieren. Al etend wandelen ze verder. Ze voelt de warmte onder haar voeten vandaan komen. Iets verderop ziet ze een pijl in een steen steken, waar een kleine hoeveelheid van een vreemde vloeibare substantie aan kleeft. Ze maant de twee dieren om te stoppen met lopen.
Offtopic:
Waarschijnlijk een verdwaalde pijl die Markus nog heeft geraakt, tijdens het gevecht met de wachtcommandant
……
Yundra kijkt naar de pijl en huivert. Ze raakt de vloeistof aan en geeft een gil van schrik. Ze voelt de pijn op haar vingertoppen. Dit kan maar 1 ding betekenen…… Er is een wraith in gevaar, gewond of inmiddels in geestvorm. Ze kijkt naar haar vingertoppen, die inmiddels al aardig zijn opgezwollen. Het zuur van de substantie is al aardig in de huid van de vingertoppen getrokken.
……….
Heb ik geen melk bij me ergens? Ze kijkt tussen haar bagage en ziet een klein flesje melk. Ze kan niet toveren en helemaal niet vervormen met zulke pijnlijke vingertoppen. De druk op haar vingertoppen is niet te houden, haar magische krachten kunnen dan niet werken. Vervormen lukt dus voorlopig niet. Yundra zal dus op ouderwetse manier moeten zien te overleven. Met de besjes, de paddestoelen, de druiven en de wijn die ze nog heeft, kan ze nog 1 dag vooruit. Daarna moet ze vis vangen, en het voedsel eten wat ze daar aan treft. Misschien dat ze morgen wel weer kan vervormen.
……….
Dagar ruikt aan Yundra’s handen. Hij likt aan haar vingers en begint te grommen. Hij jankt een beetje na. Yundra kijkt naar Dagar. Het gif werkt niet goed op Dagar en Vintuu Ze vervolgen hun weg. Een beetje onder invloed van het gif loopt ze nog even verder. Daarna valt ze flauw. Yundra voelt dat Dagar en Vintuu haar op Dagars rug trekken. Een paar uur later wordt Yundra wakker en gaat goed zitten op Dagars rug. “Dank jullie, jongens! Ik voel mij al stukken beter.” zegt Yundra tegen Dagar en Vintuu.

06-10-17 09:37:02
linctus
Oudgediende


WMRindex: 1.339
OTindex: 17.058
Linctus merkt dat de andere twee wat achter blijven omdat ze met elkaar bezig zijn. Dit helpt Linctus om zijn voorsprong uit te bouwen. Hij gaat plaat op het paard liggen om zo snel mogelijk te zijn. Hij kijkt nog een keer achter zich en ziet maar een achtervolger. De route is zichtbaar door vlaggen die her en der langs de route hangen. Linctus ziet bij het bos dat er een bocht is aangegeven met touwen. Daarna is het de bedoeling dat ze dezelfde route terug rijden. Linctus kijkt nog een keer om hij heeft nu een flinke voorsprong. Hij zal ruim de eerste zijn die de bocht zal maken. Linctus zou er vertrouwen in moeten hebben dat hij gaat winnen, maar er klopt iets niet. Zijn onderbuik waarschuw Linctus om op de hoede te zijn. Linctus is inmiddels door de bocht en is alweer op de weg terug. Hij nadert de schildknaap die op de tweede plek rijdt. Deze ligt echter niet maar zit rechtop op zijn paard. Voordat Linctus een verklaring kan bedenken waarom deze dat zou doen kruist hij de schildknaap. Deze blaast over zijn hand op het juiste moment zodat er een stof in het gezicht van Linctus vliegt. Linctus strijkt door zijn gezicht en veegt zijn hand schoon aan zijn kleren. Wat een vreemde bedoeling. Wat zou dat betekenen? Linctus rijdt door en komt als eerste over de streep in het stadion. Het applaus is oorverdovend.

Wat zou dat betekend hebben? Denkt Linctus bij zichzelf terwijl hij alleen in de vertrekken van meester Zenbin zich probeert te concentreren op het volgende onderdeel. Boogschieten is het volgende onderdeel. Dit onderdeel is Linctus op het lijf geschreven. Zeker nu Linctus zijn eigen boog mag gebruiken. Linctus spant net zijn boog als de deur open gaat. Meester Tavkul stapt binnen en gaat naar Linctus zitten. “Het eerste onderdeel heb je uitstekend gewonnen. Wellicht dat de harde lessen nu eindelijk bij je binnendringen.” Begint de meester terwijl hij voor zich uit staart. “Er is iets wat je afleidt van het volgende onderdeel. Spreek het uit zodat het je het lost kunt laten.” Vervolgt de meester op een voor hem ongebruikelijke vriendelijke manier. “Meester, de kampioen van de adelaar blies iets in mijn gezicht tijdens de race. Ik blijf maar nadenken over wat het zou kunnen zijn.” Begint Linctus voorzichtig. Meester Tavkul staat nu direct op en kijkt weer streng naar Linctus. “Een echte ridder in deze orde zou zich op zichzelf richten en zich minder bezig houden met andere.” Klinkt het boos uit de keel van meester Tavkul. “Alles was toegestaan tijdens te wedstrijd, dus er is dan ook niets ongehoords gebeurd door de kampioen van de adelaren groep. Nu neem je boog mee en kom naar de arena. Ik wil geen excuses meer horen van jou vandaag. Anders mag je de rest van de week werkstraffen uitvoeren.” Meester Tavkul loopt in een stevige pas de deur uit richting de arena. Linctus doet zijn best om de meester bij de houden zonder te rennen.

Het gesprek met zijn leermeester blijft door het hoofd van Linctus terwijl hij zijn pijl aanlegt voor het bewegende doel. Alle drie de kampioenen mogen 3 pijlen schieten op hetzelfde doelwit. Linctus is als eerste en spant zijn boog aan. Langzaam begint hij te merken dat er iets niet klopt. Hij vuurt zijn eerste pijl af voordat hij te afgeleid is. De pijl treft de 10 punten op het blazoen. Linctus laat zijn boog zakken en merkt dat zijn zicht wat troebel wordt. Langzaam worden de geluiden om zich heen dof. Hij ziet niet eens dat de kampioen van de adelaar groep 9 punten raakt en de leeuwengroep kampioen de 6 punten. Linctus sluit even zijn ogen om zijn gedachten te concentreren. Dan voelt hij dat iemand hem aantikt. “Gaat het?” Vraagt de leeuwengroep kampioen. “Je ziet er slecht uit. Heb jij net geen gift van Inarius gekregen van je meester?” Vraagt de schildknaap oprecht bezorgd. Linctus schud zijn hoofd en kijkt naar het doelwit. Hij ziet de 3 pijlen zitten en weet dat hij nu moet schieten. Hij wankelt wat op zijn benen, maar schiet snel zijn 2e pijl af. Deze raakt het blazoen op de 3 punten ring. Meester Zenbin ziet dat er is en wilt naar Linctus toe. Echter houdt meester Tavkul hem tegen. “Geen hulp tijdens de onderdelen.” Klinkt het streng. Linctus voelt zich steeds slechter. Zijn zicht en balans lijken helemaal in de war. Ik ben vergiftigd. Denk Linctus bij zichzelf terwijl hij zijn ogen sluit. De andere kampioenen vuren ondertussen hun pijlen af. Linctus wordt weer aangetikt en opent zijn ogen. Hij ziet alles maar heel vaag. Linctus vuurt nog net een pijl af voordat alles zwart wordt voor zijn ogen.

06-10-17 09:46:26
Madarian
Oudgediende


WMRindex: 2.597
OTindex: 5.605
Markus loopt de wachters tegemoet. Voordat de wachters ook maar iets kunnen zeggen: "Waar is de wachtcommandant?" "Hier" zegt een wachter. "Ik ben de wachtcommandant." Hij ziet eruit als een normale wachter. Markus: "Waar is uw uniform dan?" De wachter houdt z'n gezicht strak en zegt: "In de barak." Markus: "Dan gaan we..." De wachtcommandant komt net uit een straat gelopen. Markus: "U moet de wachtcommandant zijn. Uw stad is in groot gevaar. Een demon die van gedaante kan verwisselen zit nu in de burcht..." De wachtcommandant: "Natuurlijk. Ik heb al over u gehoord." Markus: "Over mij gehoord? De enige die hier zou kunnen zijn is de demon." Wachtcommandant: "Agnar heeft me volledig ingelicht. Geef u over." Markus: "Agnar? Agnar is dood! Dat is de demon! Als we niet snel zijn dan is deze stad in groot..." Een schokgolf komt van de burcht. Een aantal wachters worden half omver geblazen. Markus kan zich net staande houden. Markus: "Bij Sithis! Te laat! Sla alarm! Zombies in aantocht." Wachtcommandant: "Leugens! Geef..." Een paar wachters van de groep vallen plotseling andere wachters aan. Markus geeft een stoot met z'n vuist tegen een aanvaller. Deze valt op de grond, waarbij de helm af valt. De wachtcommandant schrikt: "Sla alarm!" Markus: "Het hoofd is hun zwakke plek! Geef dat zoveel mogelijk door!" Markus trekt z'n zwaard en hakt het hoofd af van een zombiewachter.

Een aantal zombies komen op de wachters af. Commandant: "Vorm linies. Boogschutters achter! Richt op de hoofden... Wachten, wachten... wachten... VUUR!" Een pijlen vellen vier zombies. Markus wacht geen bevelen meer af. Achter de demon aan, of de zombies proberen te stoppen? Zombies stoppen. Markus: "De oorzaak zit in de burcht! Wil je weten of ik de waarheid spreek? Een kleine snee is genoeg. Geef Agnar een kleine snee en de wond zal rood gloeien! Ik zal zoveel mogelijk zombies stoppen." Nog voordat de wachtcommandant antwoord geeft rent Markus richting een volgend groepje zombies en schakelt deze uit. De wachtcommandant gaat naar de burcht.

Laatste edit 06-10-2017 09:47

06-10-17 10:12:20
nietmeer
"Er is een heilige taak voor ons allen, je kent de jouwe. Vergeet dat niet." De woorden van de kardinaal galmen na in zijn gedachten. Hij merkt niet eens dat hij van achteren door iemand wordt benaderd. Hij voelt twee handen op zijn schouders, en zodra hij opzij kijkt en merkt dat het geen menselijke handen zijn, zucht hij diep. Ja, dat kon er ook nog wel bij. "Kan ik iets voor je doen?" vraagt hij aan Aylin. "Nou, ik vroeg me eerder af of ik wat voor jou kan doen, aangezien je hier alleen maar zit te tobben en niet aan het werk bent," antwoordt ze. Meteen staat Vàilan op. Werk! Het was hem haast ontschoten. Eerst verslaapt hij zich, nu zit hij zo diep in gedachten verzonken dat hij niet eens meehelpt met oogsten...wat was er toch aan de hand? Hij draait zich om naar Aylin. Ze had haar goede jurk ditmaal verruild voor eenvoudige reiskleding, alsof ze op het punt stond ergens naartoe te gaan.

"Ik neem aan dat jij ook mee komt helpen?" vraagt hij, maar Aylin haalt haar schouders op. "Dat ga je dus wel doen. Misschien dat je zo wat van je schuld kan verlichten." Aylin houdt haar kop wat schuin en kijkt hem met grote ogen aan. "Welke schuld?" vraagt ze. "Het opzettelijk in gevaar brengen van een dienaar van de Kerk en het ondermijnen van het heilig gezag. Jij weet wel waar ik het over heb! Zulk gedrag wordt voortaan niet meer getolereerd. Dwing me niet om de inquisitie te verwittigen". Aylin kijkt hem nu geschrokken aan. "Je bedoelt dat van gisteren? Dat was gewoon een geintje! Ik bedoelde er niks mee..." Ze kijkt hem verdrietig aan, met een veel te schattige blik die zelfs een hart van beton en cement zou kunnen laten smelten. Vàilan, echter, had zich hier al op voorbereid. "Niet vandaag," zegt hij. "Je gaat werken en houdt pas op totdat ik het zeg. Daarna zien we wel verder. En vlot een beetje, ik houd je in de gaten." Grommend loopt ze weg en gaat met tegenzin aan de slag. Ook Vàilan pakt een mand en voegt zich bij de menigte die al aardig is opgeschoten met de druivenoogst. Afwisselend kijkt Aylin hem boos, smekend en verdrietig aan, maar Vàilan was niet van plan zich van zijn stuk te laten brengen.

06-10-17 11:03:36
linctus
Oudgediende


WMRindex: 1.339
OTindex: 17.058
“Linctus.” Klinkt het terwijl Linctus zijn ogen weer opent. Hij ligt op een tafel en meester Zenbin en meester Tavkul staan naast de tafel. “Linctus, je zakte in elkaar bij het boog schiet onderdeel.” Vervolgt meester Zenbin. “Meester Tavkul heeft je daarna hierheen gebracht en je de gift van Inarius gegeven. Als het goed is moet je nu langzaam weer de oude worden.” Linctus gaat rechtop zitten en kijkt naar het norse gezicht van meester Tavkul. “Het spijt me meester dat ik mijn bewustzijn verloor. Ik probeerde weerstand te bieden, maar ik was te zwak.” Een glimlach lijkt er te ontdekken zijn op het gezicht van meester Tavkul. “Eindelijk begin je de woorden beter af te wegen. Deze nederigheid is wat Inarius van je verlangt.” Meester Tavkul helpt zijn schildknaap van de tafel af. “Ik zal door de vingers zien dat je tweede bent geworden bij het boogschieten. Nu is het echter wel de taak dat je het gevecht wint.” Linctus krijgt van zijn meester een zwaard en schild in zijn handen gedrukt. “En nu snel naar de arena zodat je niet het begin van het gevecht wint.” Linctus knikt en loopt snel richting de arena.

Weer klinkt er applaus als Linctus de arena binnen loopt. De schildknapen en ridders op de tribunes waren duidelijk geschrokken van wat er was gebeurd. Linctus loopt naar de andere kampioenen toe die in het midden staan. “Gaat het?” Vraagt de kampioen van de leeuwengroep. “Het stof zou je paard moeten verwarren, maar mocht geen effect hebben op jou.” Begint de adelaargroep kampioen. “Ik heb het nog nagevraagd of zoiets toegestaan was tijdens de race.” Linctus blijft kalm. “Gedane zaken nemen geen keer. Ik koester geen wrok.” De schildknapen worden geïnformeerd over de tussenstand en de adelaar groep kampioen staat samen met Linctus op de eerste plek. Na de zegen door Meester Tavkul over de groep worden de drie kampioenen naar de rand van de arena verwezen.

De hoorn galmt door het stadion terwijl de drie kampioenen naar het midden toe rennen. Linctus voelt hoe zijn lichaam nog niet hersteld is. Het geluid begint weer weg te zakken en zijn zicht begint te vervagen. Linctus duikt omlaag en ontwijkt een zwaard terwijl hij met zijn schild een ander zwaard blokkeert. Met zijn zwaard weet hij de arm van de adelaar kampioen te raken. Linctus ziet dat deze hierop reageert en een opening in zijn verdediging laat. Hij duwt de leeuw kampioen aan de kant met zijn schild en draait in de positie. Hij steekt zijn zwaard, maar mist de zij van de adelaar kampioen. Het beeld trilt en zijn inschatting was niet nauwkeurig genoeg. Dan wordt alles dof. Het wordt zwart voor zijn ogen. Hij voelt hoe hij wegglijdt in de stilte. Nog even wordt dit onderbroken door een scherpe pijn dwars over zijn borstkast, maar dat is ook alles voordat Linctus weer wegglijdt in het onbewustzijn.

Je moet ingelogd zijn om te kunnen reageren!

1 2 3 4 .... 254 255 256 [257] 258 259 260 261 262 263 264

WMRphp ver. 7.1 secs - Smalle versie - terug naar boven