hr
jaargang -23 - laatste artikel 19-4 14:00 - 74421 artikelen - nu online 41 bezoekers -

Home
Forum
Lid worden

Leden
Gebruikersnaam:

Wachtwoord:

Login onthouden

Login via:
Wachtwoord vergeten.

Het Forum

· [MED] Mededelingen
· [SUG] Suggesties
· [M&S] Moppen/Spelletjes
· [CUL] Kunst & Cultuur
· [OFT] Offtopic
· [G&C] Games & Computers
· [WMO] Wat me is overkomen
· [VDS] Vragen des levens
· [POL] Politiek
· [CON] Consumenten forum


moppen en spelletjes - moppen en spelletjes - moppen en spelletjes


1 2 3 4 .... 257 258 259 [260] 261 262 263 264

Fantasy Roleplay

16-10-17 13:43:33
linctus
Oudgediende


WMRindex: 1.339
OTindex: 17.058
Linctus is verbaasd over Aylin dat ze zomaar de sleutel zoekt van de woning van een geestelijke. Binnendringen op een dergelijke manier zou bij de orde met de dood bestraft worden. Toch had Linctus het idee dat men Aylin veel door de vingers zag. Waarom wist Linctus niet, maar wellicht dat Vàilan hier iets mee te maken had. Linctus volgt dan ook aarzelend als ze de woning binnen loopt. Hij is er geruster op als hij de jonge geestelijke ziet. Vàilan lijkt vaker met dit soort zaken te maken hebben gehad. Aylin wordt echter ligt op haar vingers getikt en naar meester Italus en Roho gestuurd. Of Linctus hier geruster op moet zijn weet hij niet. Toch besluit hij om zich te concentreren op zijn eigen situatie. Hij wordt door Vàilan gevraagd om te zitten en Linctus kiest een simpele houten stoel uit. “Mijn naam is Linctus. Ik ben door landcommandeur Aeneus afgevaardigd om deel te nemen aan de Concilie. Ik ben gevraagd om deze brief te overhandigen aan de aartskardinaal of een van zijn vertrouwelingen. Mevrouw Ancalagon verzekerde me dat ik dit aan u kan overhandigen.” Linctus steekt de rol uit en geeft deze aan Vàilan. Deze leest aandachtig de brief van de landcommandeur.

Uwe Heiligheid, excuses voor mijn afwezigheid. Het betreurt mij te moeten melden dat voor uw brief ontvangen werd een machtsgreep heeft plaatsgevonden om mijn benoeming tot grootmeester te dwarsbomen. Mede dankzij het ingrijpen van de ridders die ik u toegezonden heb is dit voorkomen. Het is dan ook dat ik deze ridders toevertrouw om u deze brief te overhandigen. Graag zou ik u ook willen vragen om Linctus in de gaten te houden. Hij is een vrome toegewijde ridder wiens meester in de machtsgreep ons ontvallen is. Het is dus goed mogelijk dat hij wenst hierover zijn hart bij een geestelijke te luchten in een vorm van een biecht.

De huidige staat van de orde is als volgt:
Momenteel bestaan we uit 3x7 balijen met ieder een landcommandeur.
Elke balij bevat gemiddeld 120 schildknapen waarvan er 60 geschikt zijn voor eventuele promotie.
Er bevinden zich per balij 150 meesters waarvan er 120 een schildknaap onder hun hoede heeft.
Verder zijn er nog ongeveer 100 ridders per balij die een plek van een gevallen meester over kunnen nemen.
Dit resulteert in een totaal van gemiddeld 370 gevechtsklare broeders per balij.
Dit zijn dus 8.000 broeders in de totale orde van Inarius.

Door de coupe poging ben ik genoodzaakt in het noorden te blijven om orde op zaken te stellen. Deze tijd is het extra belangrijk omdat de orde in de noordelijke balijen meer en meer aangevallen worden door de heidenen. Het is vreemd dat na een periode van grote successen het verzet opeens zo toegenomen is. De landcommandeuren van de noordelijke balijen zijn momenteel op zoek naar de oorzaak en voorlopige indicaties wijzen op een mogelijke bovenmenselijke oorzaak. Deze factoren beperken mijn inziens de mogelijke inzet van de orde in uw missie. Realistisch kunnen we slechts de helft van onze broeders voor langere periode missen in de orde. De orde wil u dan ook bij deze 4.000 strijdkrachten leveren voor uw missie. Waarvan 2.500 uitermate geschikt zijn voor religieuze berechting.

Hopend u voldoende geïnformeerd te hebben,

Uw nederige dienaar,

Landcommandeur Aeneus


“Mijn ogen hebben de inhoudt van de brief niet aanschouwd” verzekerd Linctus nederig als hij ziet dat Vàilan de brief heeft gelezen. “Ik hoop dat de brief u gunstig stemt.”

16-10-17 16:03:24
Madarian
Oudgediende


WMRindex: 2.597
OTindex: 5.605
Net als Markus op de baron af wil gaan, hoort hij een gil van de serveerster. Een wachter rent op haar af en maakt aanstalten om haar te doden. Markus gebruikt z'n schild om de slag te blokkeren, en steekt de wachter door de borstkas. Daarna hakt hij het hoofd van de wachter eraf. De baron is bezig zich naar de burcht te vechten. Markus springt van het podium van de galg af, op een net zichtbaar wordende Shadow. In vol galop gaat hij op de baron af. Een paar wachters willen hem stoppen, maar Markus vermindert geen vaart, en haalt op het juiste moment uit. In een slag is een van de wachters half doormidden, van schouder tot aan de navel. De andere wachters worden omver gereden. Als Markus vlakbij de baron is wordt hij doorzichtig en geeft een schreeuw. De baron en de wachters die de baron proberen te beschermen krimpen ineen van angst. Markus haalt uit, en het hoofd van de baron rolt over de straat. De wachters die de baron probeerde te verdedigen proberen nu te vluchten of geven zich over.

Markus gaat terug naar de afgezant van de graaf en zegt: "De baron is verslagen, maar de demon niet. Ik neem aan dat u het bewijs voor gaat leggen aan de graaf? Ik zou u graag begeleiden, maar de demon moet gestopt worden." De afgezant knikt bevestigend. "Succes." Nu knikt Markus. Hij gaat naar de tempel toe, en ziet een boom voor de deur staan. Met wat moeite komt Markus langs de boom en gaat naar binnen. "Hoe is het hier? Alles goed?" vraagt hij, nog voordat hij goed de omgeving kan opnemen. De overgang van licht naar donker is nog te groot.

16-10-17 16:29:37
nietmeer
Vàilan gaat op een wat 'luxere' stoel tegenover hem zitten. Dat Linctus juist koos voor een eenvoudig, ietwat krakkemikkig houten exemplaar verbaasde hem niets. Zelf gebruikte hij die stoel nooit, maar hij had 'm nooit weggegeven of tot brandhout gehakt. Niet dat het ding zo belangrijk was of een emotionele waarde vertegenwoordigde, het stond gewoon niet in de weg en bleek juist geschikt voor zulke gelegenheden. Hij neemt de brief van Linctus aan. "Het is een grote eer om een ridder van de Orde van Inarius in mijn woning te mogen ontvangen," zegt hij. "Het klopt dat ik één van de bevoegden ben om zulke zaken in behandeling te nemen. Afhankelijk van de urgentie van dit bericht moet ik wel zo snel mogelijk Zijne Eminentie inlichten. Als hij het namelijk van een ander moet horen en weet dat ik het al wist, krijg ik er van langs." Hij ziet het al helemaal voor zich en voelt een rilling over zijn rug lopen. "Een schildknaap krijgt een strenge, maar rechtvaardige training van een meester. Ik hoor wel eens van mensen dat ze de lesmethoden te ver vinden gaan. Dan herinner ik ze er maar even aan dat ook priesters, zoals ik, geen makkelijke opleiding hebben. Maar goed, de brief..."

Hij leest aandachtig de brief door. "Ik hoop dat de brief u gunstig stemt," zegt Linctus. Vàilan wrijft over zijn voorhoofd en denkt even na. "Het spijt me te moeten vernemen dat je meester gevallen is in de strijd. Moge Inarius zijn ziel een plek geven in zijn Huis. Tja...het is niet de eerste keer, en het zal ook niet de laatste keer zijn dat er binnen de muren van een klooster een strijd tussen broeders plaatsvindt. Zulke dingen gebeuren...maar dit is een ernstig geval." Hij leest de brief nog een keer vluchtig door. "Ik mag aannemen dat jouw deelname aan het neerslaan van de machtsgreep je de titel van Ridder heeft opgeleverd. Een terechte beslissing. 4000 strijdkrachten is een fantastisch aantal, en dit zal Zijne Eminentie inderdaad gunstig stemmen." Hij rolt de brief weer op. "Ook zal Zijne Eminentie begrip hebben voor de situatie en aanmoedigen dat de rest van uw broeders de orde handhaaft in hun territorium." Hij observeert Linctus aandachtig, en merkt dat er diep van binnen inderdaad iets zat wat eruit moest, zoals ook in de brief stond vermeld. "Het zal een enorme schok voor je geweest zijn," zegt hij vervolgens. "Alles wat je kent, wat je weet, in één keer in twijfel gebracht door de misstap van je medebroeders die gezworen hadden aan elkaar trouw te blijven. Dat brengt de ziel uit balans, maar gezegend zijn zij die hun rug recht houden en als een rots in de branding blijven staan. Maar ook een rots zal langzaam slijten, net zoals de ziel door innerlijke strijd langzaam aan kracht verliest en verzwakt. Ik weet dat je worstelt met wat er is gebeurd. Spreek, zeg wat je wil zeggen. Dit huis is gewijde grond, de Goden zijn hier met ons."

16-10-17 17:16:49
linctus
Oudgediende


WMRindex: 1.339
OTindex: 17.058
Vàilan lijkt te voelen dat Linctus met zijn gevoelens worstelt. Linctus besluit daarom zijn ware gevoelens op te biechten. "Vader" begint Linctus "Mijn geloof is niet aan het wankelen gebracht. Sterker dan ooit weet ik dat ik een specifieke rol te vervullen heb. Tijdens de gevechten in het klooster voelde ik me gesterkt door mijn geloof. Het was geen wraak wat mij dreef om door te gaan. Het was alsof ik gesteund werd door de goden zelf. Waar ik aan twijfel is aan mijn eigen kunnen. Ik ben tot de rang van ridder getreden omdat ik het toernooi gewonnen had. Ik was op alle onderdelen beter dan mijn mede schildknapen, maar toch voel ik me niet  goed genoeg voorbereidt. Op de boot hierheen hebben we een bemanningslid betrapt op het bidden tot een heidense watergodin. Ik heb meester Italus overtuigd om 80 zweepslagen uit te voeren en een brandmerk in plaats van de doodstraf. Ben ik hierin zwak geweest? Heb ik me hierin te zeer door mijn emoties laten lijden? Na zijn straf heb ik zelf kruiden achter gelaten om zijn pijn te verzachten. Dit heb ik verzwegen van mijn broeders. Ik heb daarom het gevoel dat ik niet volhardend genoeg ben en daarom niet klaar voor deze rol."

17-10-17 14:34:24
GroteMop1983
Oudgediende


WMRindex: 5.879
OTindex: 7.880
"Hoe is het hier? Alles goed?" vraagt Markus vlak nadat hij achter de boom vandaan komt.
"Markus." zegt Raytu met een glimlach. "We maakten ons al zorgen. De handen van Yundra zijn niet meer opgezwollen. Ze heeft een nieuwe deur gemaakt voor de tempel. Is het nog gelukt buiten? Ben je niet gewond of heb je pijn?"
.............
Yundra kijkt Markus indringend aan. Ze is bang dat ze weer in aanraking komt met de groene substantie. Hoewel het wel handig is voor vechten. Ze wil die kracht ook onder controle krijgen. "Raytu, wil jij vragen of hij ectoplasma wil geven aan mij voor vechten?" vraagt ze zonder uitleg aan Raytu. "Waarom?" vraagt Raytu verbaasd aan Yundra. "Als ik daarmee in aanraking kom, kan ik dingen verbranden. Handig voor oorlog voeren." "Waarom moeten we dan oorlog voeren?" "Moeten niet, mogen of kunnen." zegt Yundra tegen Raytu. "Hoe moet ik dat nou vriendelijk vragen?" "Weet ik veel. Gebruik je charme!" zegt Yundra plagend tegen Raytu. Raytu grijnst en loopt naar Markus om ectoplasma voor Yundra te vragen.

17-10-17 16:31:03
Madarian
Oudgediende


WMRindex: 2.597
OTindex: 5.605
Markus inspecteert zichzelf. Hij ziet geen wonde en zegt: "Alles is goed. Is het nog gelukt buiten... De baron is niet meer door mijn hand. De serveerster is gered, maar de demon is voor de zoveelste keer gevlucht. En het zal zo wel wat drukker worden. De wachters waren onderling aan het knokken, maar dat is zo te horen over." Markus kijkt naar Yundra en zegt: "Wat wil ze?" Raytu: "Ze wil... Ze wil wat van jou wondvocht. Ectonogwat." Markus: "Wat? Waarom? Als ze er mee in aanraking komt, dan krijgt ze weer zo'n allergische aanval." Raytu: "Als er een gevecht uit breekt, en ze dat goedje op haar handen smeert, dan kan ze dingen verbranden." Markus kijkt naar het hoopje as wat ooit de toegangsdeur was. Dan gaat hij naar de ziener en overlegt even. Hij krijgt een paar flesjes en een stukje perkament overhandigd. Twee lege en twee volle flesjes. De volle hebben een andere vorm. Markus zucht. De ziener steekt een flinke lege spuit in z'n arm en vult deze met ectoplasma, en vult daarna de twee flesjes. Daarna gaat hij naar Yundra. Hij overhandigt de flesjes en het perkament. Markus: "In deze flesjes zit het ectoplasma. In deze andere twee zit de zalf die op je handen gesmeerd is. En hierop staat het recept voor het maken van meer zalf. Raytu, wil je dit vertalen, en eventueel later ook het recept als je dat lukt?" Raytu knikt en vertaalt wat Markus gezegd heeft. Markus: "En dan nu. Ik moet achter die demon aan. Wat zijn jullie plannen? Weet wel dat ik die demon tot nog toe niet heb kunnen stoppen, en dat het de kracht heeft zombies te maken van levenden. Als jullie mee willen gaan, dan hoop ik wel dat jullie jezelf kunnen verdedigen."

17-10-17 19:15:49
nietmeer
Vàilan luistert met zijn volledige aandacht naar het verhaal van Linctus. "Helaas klinkt dit me erg bekend in de oren," zegt hij. "Ik heb in mijn opleiding vele heilige geschriften bestudeerd, alsmede de kronieken en historiën die in de loop van duizenden jaren zijn ontstaan en aan ons zijn overgeleverd. Jouw verhaal doet me denken aan wat wij nu kennen als het Wonder van de Lelie. Het is een oud verhaal, het bestaat in meerdere varianten, maar allen komen ze op hetzelfde neer. Het verhaal vertelt over een jongeling die niets liever wilde dan ridder worden en de wereld zien. Hij was van een lage klasse, wat zijn droom behoorlijk in de weg stond. Op een dag kreeg hij een visioen, waarin hem werd verteld dat hij zijn hart moest volgen. Zijn pad zou voor hem duidelijk worden. Hier verschillen de verhalen enigszins, maar ze komen samen op het punt dat hij inderdaad tot ridder geslagen werd. Ongekend, ongehoord, maar toch. Een boerenjongen was ridder geworden.

Hij kon zijn geluk niet op, maar wist wel dat zware taken nu in zijn directe toekomst op de loer lagen. Tijdens het avondgebed in de kapel van hun verblijf zette de voorganger een prachtige, zoet geurende lelie in een vaas op het altaar. De kersverse ridder was er zo van onder de indruk dat hij het bijna als goddelijk zag. De puurheid van de lelie was alsof hij in de spiegel keek. Zijn eerste missie bracht hem naar een klein dorp, waar verdenkingen van ketterij aan de orde van de dag waren. Van zijn bevelhebber kreeg hij een simpele taak: pak de ketters op, ondervraag ze, en straf ze voor hun zonden. Jij weet wel welke straf dat was. En dat deed hij. Als ridder was het immers zijn taak het grote goed te dienen en te doen wat hem werd opgedragen. Zo ging het, missie na missie. Na een jaar keerde hij terug naar huis, en besloot de kapel te bezoeken om gauw een gebed op te zeggen. Tot zijn schok was de lelie van kleur verschoten. Van spierwit en zuiver naar bloedrood. Het water in de vaas was geen water meer, maar het bloed dat hij had verspild. Met angst in zijn hart rende hij naar zijn slaapplek, en in een nachtmerrie werd hij gekweld door de geesten van iedereen die hij in opdracht van zijn bevelhebber had gedood. Badend in het zweet ontwaakte hij, en wist dat het zo niet langer kon. Hij was zijn hart verloren en kende alleen nog de bevelen van zijn meerdere. Toen hij tijdens een nieuwe missie dezelfde opdracht kreeg, stelde hij voor om het anders te doen. Hij begon de mensen te onderwijzen, geschriften voor te lezen, mensen te betrekken met zang en muziek. Natuurlijk moest hij streng zijn, maar hij zag in dat een verloren schaap teruggebracht kan worden naar de kudde, als de herder het vertrouwen van het schaap maar kan winnen. Met bloedvergieten zou dat nooit lukken.

Deze aanpak werd hem niet in dank afgenomen, ondanks dat het duidelijk wel werkte. Zijn bevelhebber was een fanatiekeling, die alleen het woord van het zwaard kende. Hij beschuldigde de jonge ridder van heulen met de ketters, en dankzij vuil spel kreeg hij hem veroordeeld. De jonge ridder werd ter dood gebracht, en zijn lichaam in een greppel gesmeten. Toen het gezelschap terugkeerde naar de kapel na hun lange missie, stond daar de lelie weer. Brandschoon, gezuiverd. De bevelhebber wilde er graag een takje van hebben, maar bij het aanraken ervan verkruimelde de bloem tot as..."

Vàilan pauzeert even, het verhaal emotioneerde hem behoorlijk.

"Dat werd gezien als een teken, een teken van de verdorvenheid van deze bevelhebber, wiens naam niet meer bekend is. Hij werd gevangengezet, maar overleed diezelfde nacht nog in zijn cel. Niemand weet hoe, maar men wist wel dat een schuldige ziel het leven verkort. En zijn ziel was door en door verrot. De volgende dag stond de lelie er weer..."

Hij gaat wat rechterop zitten en kijkt Linctus indringend aan.

"Jij, Broeder, bent volgens de leer van het zwaard opgevoed. Jij leefde in een klimaat waar lijfstraffen en ter dood veroordelingen de norm waren. Dat is niet het enige pad. De allerheiligste Auriël, gezegend is zijn naam, leert ons dat barmhartigheid en genade naar de afvallige een veel krachtiger middel is. Jij toonde dit medeleven door de doodstraf om te zetten in een lijfstraf en naderhand de afvallige van zorg te voorzien. Hij zal dit onthouden, zijn fouten inzien, en ze niet nog eens maken."

Vàilan moet zelf bijna een traan wegpinken.

"Wees niet te streng voor jezelf. Je volhardde meer dan je zelf denkt. Betekent dit dat je voortaan je meester en je broeders ongehoorzaam moet zijn? Nee, al is dat helaas vaak wel zo geïnterpreteerd. De dood is niet het antwoord, maar dat zullen ze moeilijk begrijpen. Het is een gevaarlijk spel, maar jij moet je hart volgen. Auriël hoort je, ziet je, en zal jou niet vergeten als je voor Hem en de andere Goden staat. Zijn Aartsengel zal achter je staan. Doe wat je hart je opdraagt, het is de stem van de Goden die tot jou spreken."

Laatste edit 17-10-2017 19:24

18-10-17 08:57:05
linctus
Oudgediende


WMRindex: 1.339
OTindex: 17.058
Linctus luistert aandachtig naar de priester. Zijn woorden zijn helder en zijn verhaal is duidelijk. Linctus merkt meteen dat Vàilan vaker mensen bijstaat met wijze raad. Hoe anders is de aanpak dan die van meester Tavkul. Die verwees altijd naar het boek van Inarius en als Linctus niet elke letter tot in detail volgde dan werd hij gestraft. Maar Vàilan was veel zachtaardiger. Misschien wel te zachtaardig. Linctus vond bijvoorbeeld dat het Aylin wel wat meer discipline kon gebruiken en meer respect mocht tonen voor de priester. Toch blijft Linctus hier niet te lang bij stil staan hij wil geen woord van het verhaal missen. Hij merkt hoe het verhaal doorspekt is met moraal. Echter zou het in de noordelijke landen weinig stand houden om te gaan zingen met heidenen. De priesters waren er voor de mensen te onderwijzen. Meester Tavkul vergeleek het altijd met een kudde schapen. De kerk en zijn priesters waren de herders die verantwoordelijk waren voor de gehele kudde schapen. Zij bepaalde de richting waarin ze reisden, het gras waarvan ze aten en wanneer de schapen geschoren moesten worden. De orde van Inarius was te vergelijken met de herdershond. Dat wat de kudde beschermde en zorgde dat schapen niet gingen dwalen. En als een schaap dreigde te dwalen werd het door de hond bang gemaakt met geblaf zodat ze zich weer bij de kudde ging voegen. Toch snapt Linctus dat de priester bedoelt dat vergevingsgezindheid geen zonde op zich is. Er zijn immers 7 goden en dus ook meer geschriften dan het boek van Inarius.

Linctus luistert aandachtig naar het verhaal van de lelie. Hij vind het mooi om te zien dat de priester geëmotioneerd raakt bij de heilige verhalen. Dat is een teken van omarming van het ware geloof. Linctus voelde hetzelfde bij het zien van de kathedraal toen ze de stad binnen reden. Dan gaat Vailan rechter zitten en herhaalt in het kort nog de boodschap van het verhaal. Wederom een teken dat hij vaker raad geeft. Dan hoort Linctus de priester een verwijzing maken naar Auriël. Een van de minst genoemde goden binnen de orde. De God van genade lijkt immers lijnrecht tegenover het boek van Inarius te staan. Maar ook Auriël is een God van de zevende kerk en verdient aanbidding. Wellicht is het juist dat de leer van Auriël een mooie toevoeging kan zijn op het rechtlijnige van Inarius. Het leven kent immers net als Inarius absolute in de vorm van leven en dood, maar bevat daar tussenin eigenlijk vele stadia.

“Doe wat je hart je opdraagt, het is de stem van de Goden die tot je spreken.” Hoort Linctus Vàilan zeggen en daarna is het even stil. Linctus laat alles even goed op zich inwerken. “Bedankt voor uw woorden.” Begint Linctus nederig. “Mijn orde verteld slechts oppervlakkig over Auriël. Inarius is God van het leven. Beslissend over leven en dood is het boek van Inarius de grondslag van onze orde. Imperius is als God van kracht onderdeel van onze voorbereidingen voor een veldslag. Daarom wordt ook hij behandeld in het heilige boek. Verder staat Tyrael centraal als God van gerechtigheid. Want hij oordeelt over wat goed en kwaad is zoals ook wij de beslissing bij de ketters moeten maken. De andere Goden worden slechts zijdelings genoemd. Uriël , Itherael en Malthael dan nog vaker dan Auriël die wellicht het verste af staat van wat de orde belichaamt. Het zijn immers gevaarlijke omstandigheden in het Noorden. De barbaren en heidenen kennen geen rust. Zij kennen het heilige woord nog niet en luisteren alleen naar het zwaard. Genade geven aan een heiden kan je leven kosten. Mijn meester leerde me dat we te vergelijken zijn met een kudde schapen. De kerk hun herders en de orde hun herder honden. U leidt de kudde en wij zorgen voor de dwalende schapen en drijven ze terug naar de kudde. Maar wellicht zou de dood voor verdwaalde schapen van de kudde een te zware straf zijn in veel gevallen.”

Linctus hoopt dat zijn woorden niet te onterend waren voor de orde. Hij is nu immers een afgezand van de orde. Maar biechten is een onderdeel van het ware geloof en dat geeft Linctus de moed om voluit te spreken. Toch is hij van mening dat hij dadelijk aan zelfkastijding moet doen om weer in het reine te komen. Hij bedenkt zich echter dat hij geen eigen geselkat heeft om het ritueel te voltrekken. “Vader, mag ik u nog een ding vragen voordat ik u niet meer zal storen.” Vraagt Linctus nederig. “Vader zou u mij aan een geselkat kunnen helpen? Ik heb door mijn gelofte van armoede geen middelen om een geselkat aan te schaffen in deze stad en ik moet nog het ritueel van zelfkastijding voltooien om weer in het reine te komen na deze biecht.”

18-10-17 09:40:03
nietmeer
Dat meent hij nou toch niet serieus, hè? denkt Vàilan, zodra Linctus zijn wens tot zelfkastijding te kennen heeft gemaakt. Hij moet nu even goed nadenken over een passend antwoord. "Broeder," begint hij. "Ik zie dat de Orde je doen en laten beheerst op elk niveau. Zo is het, zo zal het altijd zijn. Het doet me persoonlijk veel leed dat het er zo bij jou is ingehamerd. Wat dat betreft heeft men in een ver verleden een grote fout gemaakt door de kloosterorden zo'n grote mate van autonomie te geven. Aan de andere kant...als dat niet was gebeurd was er van de Kerk weinig meer over gebleven. Het is een zwaard dat aan twee kanten snijdt. Genade tonen aan heidenen betekent niet dat je ze ongemoeid laat. Geselingen en lijfstraffen zijn soms helaas nodig, maar doodstraffen gaan te ver. Dat is mijn persoonlijke mening, doe ermee wat je wil. Ook hier worden lang niet alle goden evenveel behandeld of aangeroepen. Het is maar waar de situatie om vraagt. Ik probeer bij mezelf de balans te bewaken, ieder is voor mij even belangrijk. Je hoeft het niet te begrijpen. Wij zijn van twee verschillende werelden, maar streven hetzelfde doel na."

Hij staat op van zijn stoel, loopt naar een kastje en haalt een sleutel tevoorschijn, die hij vervolgens aan Linctus geeft. "Je voelt je schuldig omdat je je hart hebt uitgestort. Je denkt dat je je Orde verraadt en dat lichamelijke pijn je weer op het pad van de Orde brengt. Broeder, een biecht zoals deze is juist bedoeld om in het reine te komen met jezelf. In de brief die jij mij gaf schreef landcommandeur Aeneus dat jij wel toe was aan een moment om even te zeggen wat je al die tijd hebt zitten opkroppen. De Orde weet ervan. Ze lezen je als een open boek en zien wat je dwars zit, en die last is nu van je schouders gehaald. Als ik een voorstel mag doen: ga naar de Kathedraal, en bid. Een uur lang. Intensief, alleen, zonder pauze. Zuiver je geest van alle twijfels en schuldgevoelens, en je komt herboren naar buiten." Hij wijst naar de sleutel. "Ik kan alleen maar adviseren, niet bevelen. Als jij zelf van mening bent dat zelfkastijding de enige optie is om van je schuldgevoelens af te komen, dan is deze sleutel je antwoord. Meld je bij het administratiekantoor aan de zuidzijde van de Kathedraal. Zeg dat Vàilan je gestuurd heeft en laat ze de sleutel zien. Bij mijn bezittingen als Priester hoort ook zo'n...stuk gereedschap. Nooit gebruikt. Ik heb andere methoden om mijzelf op het goede pad te houden, methoden die ik in de loop der jaren heb geperfectioneerd. Met zo'n losgeslagen projectiel als Aylin om je heen, wordt een mens wel gedwongen tot creatief denken en oplossingen verzinnen voor het vuur dat alsmaar in de ziel wordt aangewakkerd. Ga nu, met de zegen van Auriël." Vàilan gebaart richting Linctus, en prevelt wat in de oude taal van de Kerk.

Laatste edit 18-10-2017 09:42

18-10-17 10:28:42
linctus
Oudgediende


WMRindex: 1.339
OTindex: 17.058
“Dank u Vader voor deze wijze woorden.” Zegt Linctus terwijl hij zijn hoofd buigt. “Uw wijsheid lijkt door Maltheal zelf ingeven. Uw heeft gelijk dat er een balans is dat gezocht moet worden. Onze rollen mogen verschillend zijn in deze wereld, toch ben ik dankbaar dat onze paden gekruist hebben. Ik zal uw woorden meewegen in mijn poging om in het reine te komen.” Linctus staat op en loopt richting de deur. Hij opent de deur maar aarzelt nog even. Dan draait hij zich om en met gebogen hoofd pakt hij snel de sleutel voordat hij de deur verlaat.

Buiten de deur voelt Linctus zich vreemd. Aan de ene kant voelt het goed dat hij zijn hart heeft kunnen luchten, maar aan de andere kant wegen de woorden van de priester zwaar op zijn ziel. Zelfkastijding was binnen de orde niet gebruikelijk, maar meester Tavkul was hier altijd een voorstander van. Linctus besluit om eerst te gaan bidden in de kathedraal en daarna de geselkat te halen. Linctus vraagt de weg naar de kathedraal aan een voorbijganger. Hij is de weg een beetje kwijt na de route van Aylin. Linctus weet de weg uiteindelijk met wat hulp te vinden. Er zijn 3 grote dubbele deuren die rijk versiert zijn. Zoiets heeft Linctus nog nooit gezien. In de portaal zelf zijn de goden en hun aartsengelen verwerkt. Iemand die dit aanschouwt kan niet meer twijfelen aan het ware geloof. Denkt Linctus bij zichzelf en kiest de deur aan de rechterkant. Binnen is het nog prachtiger dan buiten. Kaarsen verlichten de kathedraal die rijkelijk versiert is met beeltenissen in alle vormen en maten. Linctus gaat in de achterste rij in de bank zitten. Hij zit op de hoek zodat zijn zwaard niet in de weg zit met knielen. Daarna gaat hij op zijn knieën en begint de goden om vergeving te vragen.

-----------------------------------------------

Meester Italus heeft een mooie trainingsplek aangewezen gekregen van de soldaten in de barak. Enkele kijken toe hoe de meester en de ridder elkaars vaardigheden met het zwaard testen. Meester Italus heeft duidelijk veel tijd gestoken in het vechten met het zwaard. Ridder Roho is echter geen schildknaap meer en kan het de meester nog flink moeilijk maken. Na enkele rondes gespard te hebben staan beide broeders even uit te hijgen. “4 tegen 2 in mijn voordeel.” Hijgt meester Italus. “Niet slecht voor zo’n jonge ridder, maar het wordt tijd dat ik je nog wat dingen laat zien.” Roho lacht. “Je begint moe te worden. Je bent duidelijk geen jonge ridder meer. Zelfs een meester kan nog wat leren.” Meester Italus laat zich dat niet zomaar zeggen en stormt op Roho af. De jonge ridder pareert zijn aanval. “Kom op meester. Is dit wat je me wilde leren?” Vraagt Roho plagerig.

18-10-17 14:59:16
nietmeer
Vàilan bedankt Linctus eveneens, en voelt toch medelijden met hem als hij hem naar de deur ziet lopen. Vàilan snapte zelf ook wel dat met alleen barmhartigheid geen succes geboekt kon worden, hoe graag hij het ook zou willen. Ridders zoals die van de Orde van Inarius waren nu eenmaal nodig, en alle praktijken die daarmee gepaard gingen werden volledig door de Kerk ondersteund. Zelf had hij nooit ook maar enig wapen ter hand genomen, en bad bijna elke dag dat het ook niet zo ver zou hoeven komen. Hij staat op en besluit wat eten klaar te maken.

--

Nadat Aylin door Vàilan was weggestuurd, was ze niet direct naar de barakken gegaan. Ze besloot om een omweg te nemen via de keuken om te kijken of er niet toevallig wat muntblaadjes over waren. Helaas was alles op en moest ze onverrichter zake haar weg vervolgen. Niet dat ze veel zin had om Italus en zijn kornuiten bij te staan, maar dat was nu eenmaal haar opdracht: ze had het briefje bij zich waar het bevel op stond. Eenmaal bij de barakken blijft ze wat op de achtergrond en kijkt onopvallend naar hoe Italus en Roho met elkaar in duel zijn. "Bah, wat is dit saai," zegt ze, leunend tegen een pilaar. Ze verhief expres haar stem zodat anderen het zouden horen. "Geen bloed? Wat is dat nou voor duel," zegt ze. Natuurlijk was zij bekend met de rituelen uit haar thuisland Draconia, waar het er altijd een stuk heftiger aan toe ging. Een aantal soldaten die toevallig langslopen trekken wit weg, zij hadden het al eens tegen haar op moeten nemen in duels...en waren daar niet geheel ongeschonden vanaf gekomen. Dat was weer een reden waarom 'trainen met Aylin' uiteindelijk niet meer toegestaan werd.

18-10-17 15:38:14
linctus
Oudgediende


WMRindex: 1.339
OTindex: 17.058
Meester Italus hoort Aylin mopperen over het bloed. Hij gebaart Roho om even te stoppen. “Het is tijd om naar onze vertrekken te gaan. Onze escorte staat al op ons te wachten en volgens mij heeft mevrouw Ancalagon commentaar op onze manier van trainen.” Begint de meester terwijl hij naar de blauwe verschijning toe loopt. “Wellicht dat u met uw barbaarse achtergrond wellicht een ruwere praktijk gewend bent. Maar beschaafde mensen weten het verschil tussen oefenen en het slagveld.” Lacht meester Italus. “Als u zo vrij zou willen zijn om ons nu onze vertrekken te wijzen.”

------------------------------------------------

Linctus bidt in de kathedraal de goden om vergeving voor zijn zonde. Hij blijft het verhaal van de lelie maar in zijn kop herhalen. Ik ben een ridder in de orde van Inarius. Niet een dienaar van Auriël. Denkt Linctus bij zichzelf. Al ben ik natuurlijk een dienaar van het gehele geloof. Wellicht heeft de priester hierover wel een punt. Nu concentreren op gebeden Linctus. Linctus concentreert zich op zijn heilige teksten. Hij zakt weg in zijn bewustzijn. De pijn van de harde bank waarop hij knielt wordt verdoofd. “Twijfel niet aan jezelf” Hoort Linctus een stem zeggen. Het is dezelfde stem die hem opriep om de orde te zuiveren na het gif van meester Zenbin. “De woorden van de priester blijven met een reden in je hoofd spoken. Je weet dat hij de waarheid spreekt. Een dode kan niet bekeerd worden. Barmhartigheid is een deugd en geen zonde. Ga nu Linctus en weet dat de aartsengelen jouw zullen helpen. Heb vertrouwen in je geloof. Heb vertrouwen in je opleiding. En onthoudt dat zelfs meesters fouten maken.” Linctus schrikt. Hij zit nog op zijn knieën met zijn handen in elkaar gevouwen. Als hij op wil staan merkt hij dat hij al veel langer in deze houding zit dan dat het lijkt. Hoe lang zal ik hier al zitten? Denkt Linctus bij zichzelf. Wat was die stem? Was dat een aartsengel die mij de weg wijst? Was dat een openbaring? Een visioen? Waarom ik? Waarom nu? Linctus zit met vragen, maar besluit om Vàilan hier niet meer mee lastig te vallen. Hij staat op en loopt de kathedraal uit. Waar zouden mijn vertrekken zijn? Wellicht moet ik op zoek naar Aylin. De mensen zullen vast een idee hebben waar ze nu is..

18-10-17 17:45:00
nietmeer
Aylin had verwacht dat Italus weer een rottige opmerking zou maken, maar in plaats daarvan zei hij iets waar ze het ten dele wel mee eens kon zijn. "Wauw," zegt ze. "Dat is al een stuk beter dan eerder". Ze gaat weer normaal staan en rekt zich even uit. "Ik zal wel de laatste zijn die ontkent dat mijn soortgenoten een nogal...barbaarse aard hebben. Waarom denk je dat ik hier naartoe gevlucht ben en vervolgens hier ben gebleven? Ik was nog niet eens volwassen en moest met een vreselijke klootzak van een vent trouwen. Want dat was goed voor de familie en zou de oogst voor het jaar erop veiligstellen. Kleine Aylin was papa's trots hoor, het kleine offer voor het grotere goed. Een offer! Ik was niets meer dan een offer! Trouwen met iemand die er al tig vrouwen doorheen had gejaagd? Maar oh, wat zijn we vroom. Zodra religie in het spel komt, gaat alles kapot". Haar tirade had ook de aandacht getrokken van wat andere aanwezigen. Zelfs na tien jaar zat ze er nog enorm mee. "Trouwens...over barbaren gesproken. Kijk, wij vermoordden tenminste niemand omwille van diens geloof. We vonden tien andere redenen om even wat schedels in te slaan, maar pas op wie je barbaar noemt. Kijk eerst eens in de spiegel. Je noemt jezelf beschaafd, maar met de ene hand hanteer je het zwaard terwijl je in de ander een boekje houdt om vrede en een goede toekomst te prediken. Niets is zo gevaarlijk als een fanatiekeling zoals jij die denkt dat hij de goden in z'n zak heeft. Misschien dienden jullie ooit een goede zaak, maar nu moorden jullie links en rechts met gezegende zwaarden om er zelf beter van te worden. Maar dat is mijn persoonlijke mening, wat kan jullie het schelen. Wat kan iemand het schelen? Komen jullie? Het is niet ver vanaf hier."

Laatste edit 18-10-2017 17:57

19-10-17 08:37:44
linctus
Oudgediende


WMRindex: 1.339
OTindex: 17.058
Meester Italus is duidelijk geschokt door de woorden van Aylin. “Hoe durf je de orde zo te beledigen?” Begint meester Italus op luide toon. “In het zilveren huis, het epicentrum van het geloof, durf jij onze orde uit te maken voor fanatiekelingen die denken dat we de goden in ons zak hebben. Wij dienen de goden. Dankzij onze orde kan deze stad bestaan. Dankzij onze orde worden de barbaren in het noorden in toom gehouden. Sterker nog we winnen daar zelfs grondgebied en daarmee nieuwe gelovigen. Wij zijn een heilige orde opgericht door aartskardinaal zelf. Wij denken niet de goden op de zak te hebben. Wij zijn de nederige dienaren van de goden. Noem ons maar fanatiek, maar onze volharding heeft jullie hier het weldadige leven gegeven dat jullie hier leiden. Door onze offers kun jij in een duur harnas paraderen waar nog geen krasje op zit. Mijn broeders sterven in de noordelijke landen op dagelijkse basis zodat ons geloof veilig brengt. Hoe durft u ons te beledigen? Hoe durft u onze legitimiteit in twijfel te brengen? U weet niets van wat er buiten deze beschermde wereld afspeelt anders had u uw tong wel in bedwang kunnen houden. Uw kerk is veilig dankzij ons en ik eis dat u nu uw excuses maakt. Nee, ik eis dat u mij en onze orde bedankt voor al onze daden.” Meester Italus kookt van woede.

--------------------------------------------------

Linctus krijgt te horen dat Aylin bij de barakken is gesignaleerd. Hij haast zich daarom. Aylin en meester Italus is geen goede combinatie. Als er nu maar niets gebeurd is dat de boel laat escaleren. Linctus heeft er een slecht gevoel bij. Hij loopt snel richting de barakken en hoort de stem van meester Italus al duidelijk. Als ik nu maar niet te laat ben

19-10-17 13:24:07
nietmeer
Aylin laat Italus lekker uitrazen, maar is totaal niet van slag door zijn uitbarsting. Sterker nog, ze had er op gehoopt dat hij zijn beheersing zou verliezen. Ze kijkt hem dan ook met een gemene blik aan, trots op wat ze heeft veroorzaakt. Hij had immers al geprobeerd om een reactie bij haar uit te lokken, maar zij had zich daar redelijk tegen kunnen verzetten. "Vervelend, hè?" zegt ze. "Als iemand je zomaar uit het niets beoordeelt, of beter gezegd, veroordeelt en enkel in zwart-wit kan denken zonder rekening te houden met de vele mogelijke grijze gebieden. Zo behandelde u mij, met die neerbuigende houding en uw ge-schepsel. Vond ik dat leuk? Natuurlijk niet, maar ik hield me tenminste in. Ik vroeg zelfs netjes of het in de toekomst misschien anders kon. Dat laat wel zien wie hier de beschaafde is en wie nog wel een les kan gebruiken. U kaatste de bal, meneer Italus, en u hebt 'm tienvoudig teruggekregen."

Ze hoort Linctus het terrein betreden en kijkt even in zijn richting. De vuurrode Italus staat haast op het punt om uit te halen, maar Aylin doet niet eens moeite zich te verdedigen. Als hij wilde slaan, deed hij dat maar. Het zou haar punt toch alleen maar bekrachtigen, en haar incasseringsvermogen was aanzienlijk.

"Meneer Italus, als ik heel eerlijk mag zijn...wat uw orde doet zal mij worst wezen. Het interesseert me niet, überhaupt interesseert deze hele poppenkast mij niet. Ik bepaal mijn eigen lot. Als u dat niet leuk vindt, jammer dan. Ik lig er niet wakker van. Als ik zin heb trek ik verder naar onbekende oorden, als Dracon kan ik me goed aanpassen. Ik ben best bereid excuses te maken, als u zich maar verontschuldigt voor de manier waarop u me hebt aangesproken."

Laatste edit 19-10-2017 13:54

19-10-17 14:07:40
linctus
Oudgediende


WMRindex: 1.339
OTindex: 17.058
Linctus hoort de van een afstand Aylin het ware geloof een poppenkast noemen. Dat had ze beter niet kunnen doen. Meester Italus was het ook opgevallen. “EEN POPPENKAST?” Brult de meester. “Hoe durft u het ware geloof een poppenkast te noemen? U weet uw plaats niet.” Meester Italus trekt nu zijn zwaard. Linctus trekt nu ook zijn zwaard en rent dichterbij. Ook Roho die zich de hele tijd stil hield heeft zijn zwaard nu ook getrokken. “Broeders bewaak uw kalmte.” Smeekt Linctus terwijl hij bij zijn broeders gaat staan. Mocht meester Italus besluiten aan te vallen dan is Linctus genoodzaakt om hem bij te staan. Een broeder laat je niet alleen staan. Of je er nu mee eens bent of niet. “Ik vraag u meester Italus om uw kalmte te bewaren.” Probeert Linctus nog een keer. “Ik smeek u om te denken aan onze missie. We zijn hier in het zilveren huis en hoe schandelijk het ook moge zijn dat iemand aan Godslastering doet in dit huis, wij zijn niet diegene belast met het zuiveren van het geloof.” Meester Italus briest naar Linctus. “De orde heeft het recht om ketterij uit te drijven waar het ook de kop op steekt. Zeker na zulke uitspraken dient zij gestraft te worden.” Linctus slikt en moet even kort nadenken. “Laten we toch onze kalmte bewaren. Er zijn nu grotere dingen aan de orde dan deze ketter. Laat de zevende kerk maar zelf over haar oordelen.” Linctus richt zich nu tot Aylin. “Geef u over en laat u door de zevende kerk berechten.”

19-10-17 16:14:36
nietmeer
Nog voordat de confrontatie tussen Aylin en Italus goed en wel begon, had een wat oudere en zeer oplettende knecht al in de gaten dat het uit de hand zou kunnen lopen. Ook al sprak hij niet vaak, hij hoorde altijd de verhalen van binnen en buiten het kasteel. Zo was hij meer dan anderen op de hoogte van Aylin's nogal vurige en opstandige karakter. Hij stuurt onmiddellijk een jongere knecht naar Vàilan...

Zachtjes neuriënd zet Vàilan een klein bord met een eenvoudige maaltijd voor zich neer en staat op het punt om een gebed op te zeggen, als ineens zijn voordeur bijna in tweeën wordt geslagen door de jonge knecht. "Broeder Vàilan! Help! Doe open!" roept hij meerdere malen. Vàilan rent naar de deur. "Kalmte, jongen," antwoordt hij. "Wat is er zo dringend dat het dagelijks maal van een broeder moet worden verstoord?" De knecht moet even op adem komen. "De barakken...die ridder en dat drakenmeisje," hijgt hij. Vàilan weet genoeg. Hij had zijn tasje nu niet binnen bereik, dus pakt hij maar de noodsleutel die nog op dezelfde plek lag als waar hij hem had neergelegd toen Aylin en Linctus zijn huis waren binnengewandeld. Snel draait hij de boel op slot en haast zich naar het trainingsveld. Hij is net op tijd om te voorkomen dat er een gevecht losbarst. Hij ziet Linctus, Italus en Roho met getrokken zwaarden tegenover Aylin staan.

"Halt! Halt in naam van Auriël!" roept hij. Aylin had zelf haar zwaard niet gepakt, zij was klaarblijkelijk niet geïnteresseerd in een fysiek gevecht. "Mijn engel!" zegt ze zodra ze Vàilan ziet. "Mond dicht," sommeert Vàilan. Hij gaat tussen de ridders en Aylin in staan, en ademt zwaar uit. Als je de weg kende, was het niet ver...maar toch voelde hij 't al in de benen. "Wilde ik net rustig gaan eten, krijg ik ineens een ongoddelijk geklop op mijn deur en een ijzige roep om hulp. Wat in de naam van alles dat heilig is gebeurt hier nu weer?" vraagt hij, daarbij direct richting Aylin kijkend. Zij haalt haar schouders op. "Ik zei toch dat mij hierheen sturen geen goed idee was," zegt ze. Ze wil weglopen maar Vàilan beveelt haar om geen stap te verzetten. "Begin maar, ik luister," zegt hij ongeduldig. "Niemand gaat elkaar te lijf in mijn aanwezigheid."

Laatste edit 19-10-2017 16:15

19-10-17 16:49:33
linctus
Oudgediende


WMRindex: 1.339
OTindex: 17.058
Meester Italus zucht een keer diep, maar laat zijn zwaard niet zakken. “Zij wordt beschuldigd van Godlastering en ketterij. Ze refereerde naar de Goden als jullie goden. Hieruit had ik al de twijfels gekregen of zij daadwerkelijk het ware geloof aanhangt.” Linctus klemt zijn zwaard stevig vast. Hij hoopt dat met de tussenkomst van meester Vàilan dit vreedzaam opgelost kan worden. Hij luistert aandachtig naar het betoog van meester Italus. “Zij beweert dat als er religie bij komt alles kapot gaat. Het beschuldigen van het geloof als vernietigende oorzaak is Godslastering. Verder trekt ze in twijfel de berechtingen van onze orde die tot de dood van de veroordeelde leiden. De orde van Inarius in het openbaar in twijfel trekken is een minachting voor de gehele kerk. Daarbij noemde ze het zelfs een poppenkast. Dit alles in het heiligste van alle heiligdommen de Domus Argentum. Ik hoef u niet uit te leggen dat ze hier verantwoording over dient af te leggen.” Linctus slikt. De beschuldigen zouden in het noorden ruim voldoende zijn om de doodstraf te verantwoorden.

19-10-17 19:16:08
nietmeer
"Goede Goden," fluistert Vàilan, terwijl hij een hand voor zijn gezicht houdt en die langzaam over zijn hoofd beweegt, waarna hij zich even op het achterhoofd krabt. Diep nadenkend staart hij naar de grond. "Gast kan niet tegen een mening," mompelt Aylin. "Zwijg!" bijt Vàilan haar toe, met sterk verheven stem. "Géén woord meer totdat ik toestemming heb gegeven om te spreken, ja?" Voor het eerst kijkt Aylin nu oprecht geschrokken. Het leek dan ook alsof er een totaal andere Vàilan stond. Niet meer de zelfbeheerste, kalme en stille man die iedereen kende, maar een strenge leermeester die nu echt over het randje was geduwd. Aylin kijkt omlaag en zegt niks meer.

Vàilan kijkt enigszins geïntimideerd naar de zwaarden van Italus en zijn ridders. "Stop die weg, je gaat ze niet nodig hebben," zegt hij, op een haast bevelende toon. Strikt genomen was hij inderdaad van hogere rang in dit gezelschap, in staat om bevelen te geven. Tegen Linctus had hij gezegd dat hij alleen kon adviseren, maar nu moest hij een beroep doen op zijn authoriteit, iets wat hij liever niet deed en zo veel mogelijk aan anderen overliet. "Aylin, ontken je deze beschuldigingen?" vraagt hij vervolgens. "Ik weet wat ik gezegd heb," antwoordt Aylin. "En jij weet dat ik het meen". Vàilan knikt. "Helaas wel," zegt hij. "Even serieus...poppenkast? Echt waar? Alles wat ik dagelijks doe voor een ander, een poppenkast?" Aylin kijk verschrikt op. "Nee, dat niet. Dat kan iedereen. Ik bedoel...je weet wel...mannen in rare kleren die rituelen uitvoeren, het ene beeld verbieden maar wel een ander beeld aanbidden omdat die beter is. Dit, wat er nu gaande is. Ik heb het nooit begrepen." Vàilan schudt zijn hoofd. "Ah, ik heb dus rare kleren aan, zo zit het. Dank voor de mededeling".

Weer kijkt Aylin hen verbaasd aan. "Ik bedoel jou niet, nou ja...in 't algemeen. Metaforisch, en zo". Vàilan draait zich even om naar Italus en co. "Zo gaat het dus al een aantal jaar," zegt hij tegen hen. "Aylin...waarom? Gewoon, waarom?" Aylin neemt een strijdvaardige houding aan, rug recht en met een priemende blik in haar ogen. "Ik mag hem niet. Hij noemt mij schepsel, doet ontzettend neerbuigend en behandelt mij minderwaardig. Ik wil best excuses aanbieden, als hij dat ook doet. We hebben allebei fouten gemaakt, en dat geef ik graag toe. Hij respecteert mijn geslacht en afkomst niet, ik respecteer zijn geloof niet. Zo zit het."

"Oh, Aylin," zegt Vàilan. "Ik snap dat zijn manier van jou aanspreken niet leuk is, maar dat staat in schril contrast met het excessieve, verbale geweld dat jij terug hebt geschoten en daarmee, indirect, ook mij schade hebt berokkend. Hoe vaak moet ik je nu nog uitleggen dat je eerst eens moet nadenken vóórdat je wat zegt! Je beledigt iemand's geloof, ziel en zaligheid, iemand's ROEPING, alle Goden in de hemel nog aan toe!" Aylin kijkt weer naar de grond. "Je had één taak, en ongeacht of dat een fout was van de administratie, dan nog had je één taak. Niet meer. Geef me je brief. Bij Inarius, geef me je brief." Aylin pakt het document zo snel als ze kan en overhandigt het, alsof ze blij is dat ze van de ridders af is. "Die zal ik geven aan iemand die zijn of haar verantwoordelijkheden wel kent," zegt Vàilan.

Hij draait zich opnieuw om naar Italus en zijn ridders. "Mijn diepste, meest oprechte, nederigste en meest welgemeende excuses voor dit alles. Ik neem het vanaf hier over. Ik zal u zodadelijk een gids regelen om u bij uw vertrekken te brengen." Hij kijkt even naar het documentje. Aylin komt dichter bij hem staan en wil haar hand op zijn schouder leggen, maar hij trekt zich terug. "Raak me niet aan," snauwt hij. "Wij gaan nog een hele lange nacht tegemoet, jij en ik."

Laatste edit 19-10-2017 19:30

20-10-17 12:10:43
linctus
Oudgediende


WMRindex: 1.339
OTindex: 17.058
“Dank u vader Vàilan voor uw hulp.” Zegt Linctus met een duidelijk opgeluchte toon. “Ik weet zeker dat Aylin bij in goede handen is.” Om dit kracht bij te zetten schuift Linctus zijn zwaard in zijn schede. Hij kijkt naar meester Italus en Roho die zijn voorbeeld volgen. “Laten we dankbaar zijn dat u op tijd arriveerde. Een escalatie zou een smet zijn op de concilie en ongehoord binnen de muren van de Domus Argentum.” Meester Italus houdt zijn kaken stijf op elkaar. Hij weet dat Linctus zijn woorden waar zijn, maar ergens zou hij haar zelf wel een lesje willen leren. “Wij zullen hier op u wachten tot u een gids naar ons toegezonden heeft.” Linctus en zijn broeders groeten Vàilan terwijl deze weg loopt met Aylin.

“Ik had haar zelf willen straffen om haar woorden.” Begin meester Italus. Linctus schudt zijn hoofd. “Wij zijn daar niet voor hier. Het is onze taak om de heilige missie van landcommandeur Aeneus uit te voeren en dat is de orde te vertegenwoordigen in de concilie. Wat zou landcommandeur Aeneus ervan zeggen als hij te horen kreeg dat we direct op onze eerste dag onze zwaarden moesten gebruiken. Daarbij is vader Vàilan de persoon die bevoegd was om onze brief te ontvangen. Ik denk dat hij meer dan bekwaam is om dit af te handelen.” Meester Italus zucht. “Dit gedoe is meer voor jou weggelegd als voor mij. Ik snap niet dat ik gestuurd ben, dit is duidelijk meer in jouw straatje.” Linctus is even verbaast. Hij heeft niet het idee dat hij dit beter doet dan iemand anders. Maar misschien heeft meester Italus wel gelijk. De rust en kalmte bewaren is voor hem erg gemakkelijk hier. Daarbij houdt hij het grotere doel in het oog en laat hij zich niet te veel afwijken van het pad. “Ik denk dat we allemaal andere kwaliteiten hebben die elkaar aanvullen in deze missie.” Antwoordt Linctus vriendelijk. “Maar misschien is het een goed idee als ik het woord doe.” Oppert Linctus voorzichtig. “Je gaat toch niet mijn autoriteit in twijfel trekken?” vraagt meester Italus streng, maar voordat Linctus iets kan zeggen. “Grapje van mijn kant. Ik denk dat jij je woorden beter afweegt en een dergelijke escalatie zoals zojuist zou het aanzien van onze orde schaden.” Linctus is opgelucht. Even was hij bang dat meester Italus zich inderdaad gepasseerd zou voelen. Maar hij was toch wijs genoeg om in te zien dat op deze missie andere vaardigheden vereist zijn dan waar de meester goed in was. De drie broeders wachten op de gids en praten ondertussen de training tussen meester Italus en Roho door.

20-10-17 15:09:18
GroteMop1983
Oudgediende


WMRindex: 5.879
OTindex: 7.880
Yundra kijkt naar de flesjes. Ze glimlacht. Ze pakt het flesje met ectoplasma, doopt twee vingers van haar in het flesje. Ze voelt de vingertoppen van deze twee vingers branden. Ze gaat achter de boom staan. Houdt de twee vingers tegen elkaar aan. Er ontstaat een vonk, die uitgroeit tot een kleine vuurbal.
Ze kijkt naar een wachter. “Is die voor of tegen de graaf?” vraagt ze aan Raytu. Raytu kijkt naar Markus. Die knikt naar hem en Raytu geeft antwoord op de vraag. Yundra knipt in haar vingers en blaast in haar vingers. Ze brengt haar twee ontstoken vingertoppen bij elkaar. Er ontstaat een kleine vuurbal. Ze schiet de vuurbal met haar vingers richting de wachter en gaat snel weg staan uit de deuropening. Ze hoort een schreeuw en ziet de wachter in brand staan. Ze kijkt naar Raytu en knikt. Ze glimlacht duivels. Ze pakt het flesje met zalf en smeert haar ontstoken vingertoppen in. “Werkt goed dit spul, dankjewel Markus!” zegt ze tegen Markus.

20-10-17 18:00:08
Madarian
Oudgediende


WMRindex: 2.597
OTindex: 5.605
Markus kijkt met verbazing wat Yundra doet, en weet niet wat hij hiervan moet denken. Al snel wordt de wachter gedoofd door aangesnelde andere wachters, en wordt richting de tempel gebracht. De ziener had niet gezien dat Yundra dat gedaan had en begint de wachter te behandelen. Meerdere gewonde wachters worden naar de tempel gebracht voor behandeling. Markus gaat de deur uit om het spoor van de demon te volgen. Raytu, Yundra en de anderen volgen Markus. De serveerster is zo te zien veilig. Als Markus dichterbij de stoelen op het plein komen, ziet Markus iets onder de galg. Hij kijkt beter en ziet een pentagram met symbolen onder de galg. Hij waarschuwt een wachter en wijst naar het pentagram. De wachter ziet nu het pentagram ook en gaat verslag doen. Markus volgt het spoor van de demon vanaf de stoel door de straten van Northhaven, en ziet dat ze de poort uit gaan. Markus: "Zien jullie die rode voetsporen ook, of ben ik de enige die het spoor kan zien?" Raytu knikt nee. Markus: "Dus ik ben de enige. Weet ik dat ook weer." Markus roept Shadow op. Hij volgt te paard het spoor. De anderen volgen. Na een paar minuten zien ze een lijk liggen langs de weg. De sporen vertellen dat de demon die man heeft aangevallen. Markus stapt af en seint dat de anderen afstand moeten houden, terwijl hij naar het lichaam gaat. Als hij het lichaam om draait, ziet hij wie het is: de afgezant van de graaf. Markus fouilleert het lichaam. Het harnas is weg, maar nog belangrijker: het bewijsmateriaal is ook weg. Waar is het boek gebleven? Het spoor loopt verder. Markus ziet geen gevaar en seint de anderen dat het veilig lijkt.

20-10-17 18:02:36
nietmeer
Onderweg naar huis komen Vàilan en Aylin een sergeante van de wacht tegen. "Helena, een moment alsjeblieft," zegt Vàilan om haar aandacht te trekken. "Eerwaarde," antwoordt ze, en buigt het hoofd kort. "Ginds bij de barakken staan drie leden van de Orde van Inarius," zegt Vàilan. "Zij willen graag naar hun vertrekken terugkeren. Zou jij ze de weg kunnen wijzen?" Vàilan overhandigt het document, waar op de achterzijde ook instructies stonden over wie waar werd ondergebracht. "Ik dacht dat iemand al aan hen was toegewezen, Eerwaarde", antwoordt Helena. Aylin antwoordt niet en staart met gebogen kop naar de grond. "Er zijn wat...complicaties opgetreden," zegt Vàilan. "Zorg dat deze brief bij de centrale administratie terugkeert, zij zullen een vervanger selecteren. Mocht je je geroepen voelen om deze taak op je te nemen, dan zou dat zeer welkom zijn." Helena denkt even na. "Nee, ik heb al andere orders...sorry. Meer dan onze gasten begeleiden naar hun vertrekken kan ik helaas niet doen op het moment". Vàilan knikt. "Het zij zo. Kom, Aylin!"

Ze lopen verder in stilte. Zodra ze weer in huis zijn, legt Vàilan de noodsleutel weer op de boeken en pakt gelijk het tasje met de 'hoofdsleutel'. Het had weinig zin om de noodsleutel ergens te verstoppen, omdat Aylin 'm toch zou vinden. Het eten was intussen koud geworden, maar dat was voor Vàilan geen probleem. Gauw werkt hij het naar binnen en gebaart dan richting Aylin dat ze moet gaan zitten. "En nu?" vraagt ze voorzichtig. Vàilan zet het bord weg en ruimt een beetje op, voordat hij tegenover haar gaat zitten, op de houten stoel die Linctus eerder gebruikte.

"Weet je wel wat je gedaan hebt?" vraagt hij. Aylin antwoordt niet en kijkt schuldig naar de grond. "Al jaren pas ik op je, bescherm ik je, steek ik mijn handen in het vuur voor je en kom ik voor je op. Elke keer als je iets stoms deed, stond ik voor je klaar om het te sussen. Dagelijks draag ik de lasten die jij door de jaren heen met je gedrag op mijn schouders hebt gelegd, zonder er ooit wat voor terug te vragen...behalve dan verbetering voor de toekomst. En nu flik je me dit. Heb je enig idee wat voor gevolgen dit heeft? Ben ik dan niets waard voor jou?" Aylin blijft zwijgen. "Men zegt wel eens tegen mij dat ik te goed ben voor je. Dat ik te genadig ben en te naïef. Dat er geen redden aan is en ik je op moet geven. Altijd heb ik me daartegen verweerd, met argumenten die ik goed kon onderbouwen. Wat denk je dat men nu gaat zeggen? 'Zie je wel! Vàilan bakt er niks van. Hij beweert dat hij haar op het rechte pad kan houden, maar moet je eens zien wat er van komt'. Dit tast mijn geloofwaardigheid aan, mijn positie, mijn gezag, alles ligt onder vuur. Als ik destijds niets had gedaan, was je waarschijnlijk nooit in Aberon blijven wonen. In feite ben ik dus de schuldige omdat jij door mijn toedoen hier zit en dit soort chaos veroorzaakt. Dat ga ik nog lang horen."

Hij pauzeert weer even, maar Aylin wil nog steeds niks zeggen. Uiteindelijk doorbreekt ze de stilte. "Dus?" vraagt ze zachtjes. "Dus, nu heb ik een probleem. Als jij morgen weer vrij rondloopt, en die ridders of wie dan ook zien je, dan zullen daar vragen over gesteld worden". Aylin kijkt hem nu recht aan. "Je gaat me de gevangenis in gooien?" vraagt ze verbaasd. "Je laat me weinig keus, weet je. Als je daar zit kunnen de gemoederen in ieder geval bedaren. Je staat dan onder officiële beschuldiging en komt pas vrij op het moment dat de Kerk vindt dat het zover is. De optelsom van al je...misstappen wordt echter zo groot dat vrijlating van de baan is. Je mag blij zijn als je 't met levenslang er vanaf brengt, maar de Kerk doet niet aan 'beste gevallen'. Je leven staat op het spel zodra de celdeur achter je dichtslaat". Aylin kijkt weer naar beneden. "En daarom ga ik je niet in de cel laten gooien," gaat Vàilan verder. "Ik weet niet waarom ik dit doe, maar mijn hart zegt dat je nog een kans verdient. De zevenhonderdmiljoenste, of zo". Aylin grinnikt. "Nee, dat is niet grappig," zegt Vàilan. "Verbanning is één mogelijkheid. Maar er is nog iets...boetedoening. Zware boetedoening." Aylin kijkt hem weer aan. "In welke vorm?" vraagt ze. Vàilan denkt even na. "Ik denk dat ik de mantel laat komen. Die ga jij morgen aan doen, en je gaat op de allereerste trede van de hoofdtrappen van de Kathedraal zitten. Iedereen gaat je zien, je wordt uitgejoeld, uitgelachen, uitgescholden, bespuugd, geslagen en vernederd. Maar jij blijft zitten, gaat nergens heen. Als iedereen de Kathedraal verlaat, krijg je weer de volle laag. Daarna zien we wel verder." Aylin begint te snikken, wat al snel overgaat in zachtjes huilen. "Is e-er...geen a-andere m-m-mogelijkheid?" stottert ze. Vàilan schudt zijn hoofd. "Ik doe een beroep op al mijn macht. Je ontsnapt aan de dood, een levenslange opsluiting of verbanning. Wees blij dat ik je deze uitweg biedt."

Laatste edit 20-10-2017 18:06

21-10-17 22:40:24
GroteMop1983
Oudgediende


WMRindex: 5.879
OTindex: 7.880
Vintuu, Dagar, Raytu en Yundra volgen stapvoets de grote schaduw van Markus en Shadow. Vintuu en Dagar snuffelen aan de grond rondom het lijk. Ze beginnen tegelijkertijd te grommen en kijken naar hun vrienden. Dagar begint te likken aan het lijk. Raytu roept Dagar naar hem toe. Dagar kijkt de elf aan en gaat liggen als teken van respect. Het begint donker te worden. Raytu gaat liggen, Yundra begrijpt wat er gaat gebeuren en knikt. Raytu krimpt ineen en kijkt naar zijn handen. Zijn handen worden poten, harig en zwart. Zijn gedaante is nog mooier dan voorheen. Hij is sterker geworden. De wolf begint te janken. Zijn metgezellen janken mee. Nu zijn wij de enigste niet-wolven hier aanwezig, Markus. Ze gaan verder. Dagar kijkt nog even om naar het lijk en gaat mee. Hij geeft een kopje aan Vintuu en knikt naar Raytu. Ze hoort Raytu hijgend naast haar lopen. De zwarte wolf geeft Yundra een kopje en een aantal likken op haar wang. “Hey, allerhoogste, hou eens op met dat gelik!” schreeuwt Yundra hem toe. Ze ziet de wolf naar haar knipogen. Zijn staart kwispelt, als een verliefde kwibus rent de wolf weg en rent achter een vlinder aan. Plagend kijkt hij naar de dwergtrol die haar hoofd schudt, terwijl ze de oudere zwarte wolf gadeslaat. De andere twee wolven lopen braaf achter Markus en Shadow aan, zonder enige acht te hebben geslagen op wat er tussen Yundra en Raytu gebeurde. Zo lopen de zes wezens de nacht in het avontuur tegemoet.

22-10-17 20:49:20
Madarian
Oudgediende


WMRindex: 2.597
OTindex: 5.605
Begraven kost teveel tijd. Markus ziet een zegelring aan de hand van de afgezant, en haalt deze eraf. Hij knielt even, en volgt het spoor. Het spoor wordt duidelijker en duidelijker. Als ze bijna bij de stad zijn, zien Markus een rode gedaante voor hun uit rennen. Markus: "Dat is de demon!" Raytu sprint naar voren. De anderen volgen. Markus maakt z'n kruisboog in orde en richt. Met een sprong weet Raytu de demon ten val te brengen. Raytu vliegt over de demon heen en keert om. Dit gebeurt net op het moment dat ze in zicht zijn van de wachters. Die denken dat iemand wordt aangevallen door een wolf, en rennen met getrokken wapens op Raytu af. Dan vliegt een pijl door de rug van de demon, die rood op licht. Markus komt in zicht bij de wachters. De demon draait zich om. De demon heeft de gedaante van de afgezant aangenomen. Markus rijdt op de demon af en springt van Shadow af. Hij haalt een paar keer uit met z'n zwaard raakt de armen en benen van de demon. Markus tegen de wachters: "Ik moet de demon stoppen. De dieren en de trol zijn niet jullie vijand. Mogelijk helpen ze jullie." Door de betoveringen helen de wonden van de demon langzamer, maar ze helen wel. Markus pakt een van de drankjes en drinkt deze op. Hij begint kleiner te worden! "Wat is dit nou weer?" Hij gaat naar de demon toe, en blijft kleiner worden. Als hij tien centimeter klein is haalt Markus nog een keer uit naar de linkerbeen. De snee is zeven centimeter van de grond, maar Markus kan er niet meer bij. Als hij een halve centimeter groot is krimpt hij bijna niet meer. Markus klimt naar de snee die hij gemaakt heeft, en gaat de demon in. Het been is hol van binnen. Er zitten allemaal mini demonen in. Als hij omhoog kijkt ziet hij een wit licht. Markus begint zich een weg te vechten naar het licht dat hij ziet. De mini demonen zijn niet zo sterk, maar er zijn er wel veel van. Een paar demonen zijn bezig met het helen van de wonden. Na een flink gevecht bereikt Markus de lichtbron. Het is een van de zielen van de offers in een kooi die gemaakt lijkt van botten. De demonen blijven maar komen. Als Markus er eentje heeft verslagen, komt er een nieuwe voor in de plaats. Markus ziet een slot op de kooideur. Tijd om het slot te kraken heeft hij niet, dus dan maar op ene andere manier. Met al z'n kracht slaat hij het slot aan gruzelementen. De deur gaat open en de ziel verlaat de kooi. Vanuit de tenen begint het been van de demon uit elkaar te vallen. De mini demonen vluchten naar boven. Markus volgt. Ook bij de mini demonen begint het linkerbeen te verdwijnen. Als Markus aan komt bij de romp, ziet hij weer een wit licht. Markus vecht zich een weg er naartoe, maar wordt tegen gehouden door magische barrières. De ziel die erbinnen gevangen gehouden wordt komt hem bekend voor. Een barrière is al [/u]weg. Markus weet genoeg. Hij vecht zich een weg naar de linkerarm. Ook daar bevrijd hij de ziel die gevangen zit, en weet zich terug te vechten naar de romp. Het hoofd is ook afgesloten door magische barrières, maar eentje meer dan de romp. Na een tijdje lukt het Markus om de rechterarm en been ook te bevrijden. Als hij weer terug komt bij de ziel die gevangen zit in de romp, herkent hij haar. Het is z'n vrouw.

Je moet ingelogd zijn om te kunnen reageren!

1 2 3 4 .... 257 258 259 [260] 261 262 263 264

WMRphp ver. 7.1 secs - Smalle versie - terug naar boven