hr
jaargang -23 - laatste artikel 28-4 16:00 - 74464 artikelen - nu online 17 bezoekers -

Home
Forum
Lid worden

Leden
Gebruikersnaam:

Wachtwoord:

Login onthouden

Login via:
Wachtwoord vergeten.

Het Forum

· [MED] Mededelingen
· [SUG] Suggesties
· [M&S] Moppen/Spelletjes
· [CUL] Kunst & Cultuur
· [OFT] Offtopic
· [G&C] Games & Computers
· [WMO] Wat me is overkomen
· [VDS] Vragen des levens
· [POL] Politiek
· [CON] Consumenten forum


moppen en spelletjes - moppen en spelletjes - moppen en spelletjes


1 2 3 4 .... 258 259 260 [261] 262 263 264

Fantasy Roleplay

22-10-17 22:24:47
nietmeer
Vàilan staat op om een doek te pakken, die hij vervolgens naar Aylin gooit. "Bewaar je tranen voor morgen," zegt hij. Buiten was het al donker, maar desondanks was het nog een komen en gaan van mensen. "En wat als ik ontsnap?" vraagt Aylin. "Hm? Wat ga je dan doen?" Vàilan zucht en gaat weer zitten. "Aylin, dat is geen optie," zegt hij. "Als je dat doet, heb je jezelf bij voorbaat veroordeeld. Dan is er geen grot, geen kuil, geen struik binnen het Kerkelijk domein waar je veilig bent. Mensen mogen je opjagen en er krijgen er nog een beloning voor ook. Denk ook aan mij. Je hebt al zoveel mis gedaan tot en met nu, en dan ook nog ontsnappen terwijl ik aan anderen, aan leden van de Orde van Inarius, had toegezegd over je straf te zullen beslissen? Dan kan ik net zo goed met je meevluchten. Wat heb ik hier dan nog te zoeken? Je bent zo volhardend geweest in je daden, bij Auriël wees nou ook eens volhardend in de gevolgen ervan. Ik smeek het je". Aylin mompelt wat en leunt achterover in haar stoel. Dan geeft ze mokkend toe en belooft geen gekke dingen meer uit te halen. "Jij en je verd...vervelende geloften ook," mompelt ze. "Uitgerekend moet een of andere koorjongen moet mijn beste vriend zijn". Vàilan moet daar zowaar een beetje om lachen. Aylin zei zoiets wel vaker, nooit om hem persoonlijk te schaden...al was hij er nu niet zo zeker van. "Deze koorjongen gaat je leven redden," antwoordt hij kortaf. "Enige medewerking wordt erg gewaardeerd. Genoeg nu, ik ga de mantel halen".

Aylin gaat onderuitgezakt zitten, zover haar harnas dat toelaat. "Mag ik wat anders aantrekken?" vraagt ze. "Desnoods een gordijn of een deken? Ik heb toevallig geen jurk bij me of zo". "Je krijgt de mantel," antwoordt Vàilan. "Meer heb je niet nodig, niet vanavond en zeker niet morgen". Aylin gromt zachtjes. "Dat ding zit vast niet comfortabel," moppert ze. "Als het bedoeld is voor boetedoening en zo". Daarin had ze gelijk. De mantel was van de binnenkant voorzien van scherpe, puntige uitsteeksels die bij de minste beweging over de huid krasten of er doorheen prikten. Bovendien was het geheel verzwaard met lood en woog het als een zware last op de schouders van de drager. Aylin zou hooguit alleen van dat laatste wat kunnen merken, omdat haar sterke, geschubte huid wel bestand was tegen de scherpe uitsteeksels. "Dat ding is ontworpen met een menselijke zondaar in gedachte," zegt Vàilan. "Helaas gaat een belangrijk deel van het effect nu verloren. Waarschijnlijk willen de Orderidders je ook nog even wat 'bijleren' met een geselkat, maar dat gaat eveneens weinig zin hebben. Als ik ze toevallig tegenkom zal ik ze dat nog wel even melden. Dat is in ieder geval de reden dat je morgen op de trap moet zitten. De mantel doet z'n werk misschien wat minder, maar dat is zo opgelost. Goed, dan ben ik er zo weer. Ga nergens heen. Als ik terugkeer en jij bent verdwenen, kan ik niks meer voor je doen." Aylin knikt en staat op om zichzelf alvast van haar harnas te ontdoen.

Vàilan loopt richting de Kathedraal om de mantel te halen. Hij hoopte nog even op een gesprekje met Linctus of een van de andere Ordeleden. Morgen was het eindelijk zover, en hij hoopte dat het snel weer voorbij zou zijn, voor hemzelf, voor Aylin en voor de hele wereld. Zijn hart deed pijn, denkend aan wat hij Aylin aandeed. De Kathedraal was vanuit tientallen zichtbare en onzichtbare plekken te betreden, maar dat zou morgen niet gebeuren. Alles en iedereen wordt geacht door de hoofdingang naar binnen te gaan. Daar ging eerst een uitbundige processie aan vooraf, waar iedereen zich bij aan kon sluiten, of ze nu rondom de Kathedraal verbleven of elders in de stad.

23-10-17 11:02:30
linctus
Oudgediende


WMRindex: 1.339
OTindex: 17.058
Linctus probeert het gesprek richting de training te leiden, maar dat is een onbegonnen taak. Meester Italus is nog zo kwaad over wat er gebeurt is dat hij hier niet stil over kan zijn. “Wat een schande voor de kerk.” Moppert de meester. “Een ketter binnen de muren van de kathedraal. Ik hoop dat ze het daglicht nooit meer ziet voor de heiligschennis.” Linctus slikt. Hij heeft het gevoel dat Aylin zich liet gaan, maar niet met opzet zulke misdaden had begaan. Hij is daarom blij dat vader Vàilan tussen beide kwam. Alleen is hij wel bang dat de straffen van de priester te licht bevonden worden in de ogen van meester Italus. “Natuurlijk is zoiets ongekend.” Begint Roho. “Echter is het zoals Linctus terecht aanstipte niet onze taak om haar te straffen. Het is hier toch een andere wereld meester Italus. Er lijkt hier een complexiteit te zijn die wij niet kennen. Een kleine fout van de administratie wordt doorgevoerd tot de confrontatie van zojuist. Ik kan me niet de indruk ontnemen dat het rechtzetten van een fout de hele kerkelijke machine overhoop had gegooid. Ik denk dat we dus ook terughoudender moeten zijn in onze oordelen.” Linctus kijkt opgelucht naar Roho. Hij had zich vrij op de vlakte gehouden, maar leek nu ook voor een terughoudende aanpak te zijn. “Vader Vàilan lijkt me een wijze priester.” Begint Linctus nu. “Zijn motieven zijn wellicht niet direct duidelijk, maar ik denk dat hij een passende straf weet te verzinnen.” Ondertussen komt een wachter de drie storen.

“Heren.” Begint de vrouwelijke wacht. “Vader Vàilan heeft mij verzocht u naar uw vertrekken te brengen. Als u mij wilt volgen.” De drie broeders volgen de wacht zwijgzaam tot aan de vertrekken. Het zijn 3 kamers los van elkaar. “Er is wat te eten in elke kamer. Een sobere maaltijd voor de concilie van morgen. Passend als ritueel voor een uitzonderlijke bijeenkomst als morgen is mij verteld. Een gids zal jullie morgen ophalen.” Zegt de wacht nog afsluitend. “Bedankt voor uw hulp.” Dankt Linctus en de drie wachten tot de wacht buiten gehoorafstand is. “Er wordt met elke wens verder rekening gehouden lijkt het.” Begint meester Italus. Linctus vraagt wat hij hier mee bedoelt. “Nou, in onze orde is het gebruikelijk om voor een feestelijke gebeurtenis te vasten. Een sobere maaltijd is hierbij gebruikelijk. Echter is dit niet voor elke orde of afgevaardigde het geval. Het feit dat deze wacht weet wat er voor ons gewoon is betekend dat alles verder in de puntjes bedacht is. Dat van dat blauwe schepsel zal dus ook niet de bedoeling zijn geweest. Jullie hebben dus gelijk, een terughoudendere aanpak is wellicht beter passend in deze missie.” Linctus is erg blij met de woorden van de meester. Ze treden alle drie hun eigen kamers binnen. Linctus ziet water en droog brood staan. Hij heeft honger en eet direct alles op. Hij schrokt alles naar binnen en bedenkt dan dat hij zich eigenlijk in het reine zou moeten brengen. Toch heeft Vàilan gelijk gehad. Een uur bidden in de kathedraal lijkt ook een zuiverende werking op zijn geweten te hebben gehad. Wellicht moet hij afzien van zelfkastijding terwijl hij in de kathedraal verblijft.

Na de maaltijd gaat Linctus de deur uit. Hij wil nog een keer naar de kathedraal. Hij klopt ook bij Roho en meester Italus aan. Die hebben echter besloten om de rest van de avond in hun kamer door te brengen. Roho wilde de geschriften van Inarius nog eens doornemen en meester Italus wilde vroeg gaan slapen. Linctus loopt daarom alleen naar de kathedraal. Hij begint nu langzaam te wennen aan de straatjes en weet een nieuwe route naar de kathedraal te vinden. Voor de zijdeur staat hij nog even stil om alle ornamenten te bewonderen.

23-10-17 12:12:10
nietmeer
De mantel werd doorgaans in de sacristie bewaard, maar om er bij te kunnen waren twee sleutels nodig, die Vàilan allebei niet had, maar waarvan hij wel wist waar ze lagen. Na het ene gangetje en het andere straatje komt hij bij het Kerkelijk administratiekantoor, waar een stuk of tien klerken al het papierwerk in rap tempo verwerken. De sleutels werden er niet bewaard, maar hier kon hij wel een document krijgen om het gebruik van de mantel te verantwoorden. "Heilige Vader!" roept er één bij het zien van Vàilan. Die kijkt achterom en verwacht daar een verschijning van een heilige te zien. "Pardon?" vraagt hij aan de klerk. "Ik ben die status niet waardig. Broeder komt meer in de richting". Een leidinggevende geeft de klerk een corrigerende tik op het achterhoofd en neemt het van hem over. "U ziet dat we het enorm druk hebben. Heeft u een dringend verzoek?" vraagt hij. "De sleutels voor de mantel," zegt Vàilan. De leidinggevende trekt wit weg en zoekt zenuwachtig in een la, dan een andere, en weer een andere, pas bij de zesde heeft hij beet en haalt het juiste document tevoorschijn, die hij bevend overhandigt.

Vàilan vervolgt zijn weg en ziet bij een grote zijdeur Linctus staan, die zich vergaapt aan de vele decoraties. "Broeder Linctus," zegt hij bij wijze van groet. "Mooi dat ik je hier aantref, ik wilde graag nog wat zeggen...naar aanleiding van het euh...incident van eerder."

Laatste edit 23-10-2017 12:18

23-10-17 12:26:49
linctus
Oudgediende


WMRindex: 1.339
OTindex: 17.058
Linctus kijkt even verschrikt op. Hij had Vàilan niet verwacht. “Vader” Groet Linctus de priester terug. "Mooi dat ik je hier aantref, ik wilde graag nog wat zeggen...naar aanleiding van het euh...incident van eerder." Begint de priester. Linctus wil de priester nog eerst bedanken voor zijn interventie. “Ik heb meester Italus er van kunnen overtuigen dat Aylin bij u in de juiste handen is en dat u een passende straf voor haar zou vinden.” Begint Linctus bijna vrolijk. In zijn ogen is dit namelijk goed nieuws.

23-10-17 13:18:17
GroteMop1983
Oudgediende


WMRindex: 5.880
OTindex: 7.881
Yundra pakt het flesje ectoplasma en doopt twee vingers in het flesje. Ze ziet Raytu de demon aanvliegen. De zwarte wolf wordt bijna beschoten, maar op tijd gered door de woorden van Markus. De wachters kijken naar Yundra en de wolven. De kleine vreemde wolvenroedel is bij elkaar komen staan. De wachters kijken naar de roedel en weten niet wat ze met hen aan moet. Ze gaan op hun knieën en aaien Vintuu en Dagar over de kop, maar Raytu durven ze niet aan te raken. Zijn rode ogen kijken naar Yundra. Yundra weet wat dat betekent. Ze loopt naar de wachters toe en buigt.
..........
Dan kijkt ze naar Markus, die als kleine wraith nu ongeveer even groot is als haar. Ze loopt naar Markus, die verdwaasd naar de demon kijkt en legt haar rechterhand op zijn schouder. Zeg mij wat ik moet doen en ik doe het, vriend Markus. Ze loopt naar de lichaamsdelen van de demon en ziet de kleine demonen op Markus af komen. Ze knipt met haar twee gezwollen vingers, er ontstaat een grote vuurbal. Ze kijkt naar één van de kleine demonen en blaast de vuurbal zijn richting uit. Deze demon kijkt geschrokken naar haar en geeft een afschuwelijke krijs, voordat hij tot een hoopje as wordt. "Nog 25 te gaan" mompelt ze in zichzelf.

23-10-17 14:42:54
nietmeer
"Werkelijk?" antwoordt Vàilan, ook zichtbaar opgelucht. "Daar wilde ik het namelijk over hebben. Ik ben op weg naar de sacristie om een...nou ja, iets op te halen wat voor bestraffing gebruikt wordt." Hij houdt het netjes gevouwen document omhoog zodat Linctus het kan zien. "Er zit enig papierwerk aan vast, dus je zult wel begrijpen dat het geen alledaags middel is. Wat ik ga doen is voldoende, wees daarvan verzekerd. In het verleden kwam het nog wel eens voor dat niet alleen de Kerk in het algemeen, maar ook een specifiek persoon of een groep over een straf moest beslissen, zeker als die persoon of groep, zoals uw meester en uw Orde, in zijn of hun eer en geloof was aangetast door een dwalende...dader. Op zich is uw meester in zijn recht om een eigen straf te voltrekken, maar ik denk niet dat dat veel zin heeft. Jullie gebruikelijke lijfstraffen, met een stok of erger, werken dan wel goed op een mens zoals jij of ik, maar op Aylin niet. Vandaar dat ik een ander middel moet aanroepen." Hij kijkt even om zich heen, maar op het moment is er verder niemand aanwezig. "Even tussen ons," zegt hij bijna fluisterend. "Met alles wat Aylin gedaan heeft, vandaag en vroeger, hoort ze eigenlijk in de cel te zitten. Ze zit bij mij thuis in afwachting van mijn oplossing. Als ik haar in de cel laat gooien heb ik haar feitelijk al ter dood veroordeeld. Nu kan ik tenminste nog enige invloed uitoefenen in het proces, en die controle wil ik graag houden. Ik hoop maar dat iedereen zich erin kan vinden. Ook mijn hoofd staat op het spel, bij wijze van spreken". Hij wacht even tot een aantal bedienden langs hen zijn gelopen. "Dan ga ik maar weer. Als je me nodig hebt, kom gewoon langs of laat een brief achter zodat je vraag of wat dan ook mij bereiken kan. Als je mee wilt lopen, dan mag dat uiteraard ook."

Laatste edit 23-10-2017 14:45

23-10-17 15:00:48
linctus
Oudgediende


WMRindex: 1.339
OTindex: 17.058
Linctus leest het papier wat meester Vàilan omhoog houdt. Een rilling gaat over zijn rug. De mantel waarover gesproken wordt op het papier kent Linctus goed. Bij de orde staat het bekend als het Cilicium. Of het Kleed van Tyrael. Meester Tavkul heeft Linctus het kleed ook laten dragen. Linctus moet op zijn knieën op het plein van het klooster in de regen zitten totdat meester Tavkul hem kwam halen. Niet vanwege een zonde, maar om beter te begrijpen wat dergelijke straffen inhielden. Linctus stond zeker een uur in de regen voordat meester Zenbin hem naar binnen bracht en het kleed uit deed. Daarna hadden meester Zenbin en meester Tavkul nog een flinke discussie. De ene meester noemde het barbaars en ouderwerts, terwijl de andere het noodzakelijk vond om een dergelijke straf in de toekomst te kunnen opleggen. Linctus heeft nog de littekens op zijn lichaam van de metalen haken die in het stof genaaid waren.

"Even tussen ons," zegt hij bijna fluisterend. "Met alles wat Aylin gedaan heeft, vandaag en vroeger, hoort ze eigenlijk in de cel te zitten. Ze zit bij mij thuis in afwachting van mijn oplossing. Als ik haar in de cel laat gooien heb ik haar feitelijk al ter dood veroordeeld. Nu kan ik tenminste nog enige invloed uitoefenen in het proces, en die controle wil ik graag houden. Ik hoop maar dat iedereen zich erin kan vinden. Ook mijn hoofd staat op het spel, bij wijze van spreken". Hij wacht even tot een aantal bedienden langs hen zijn gelopen. Linctus is licht verbaasd over de openhartigheid van Vàilan. Hij had dit niet verwacht van een priester. Zeker niet tegen iemand die hij zo kort kent. Toch is Linctus blij met de openhartigheid van de priester. Linctus besluit om de priester niet te vertellen dat hij het kleed al kent. “Ik vertrouw op uw oordeel. Ik zal mijnerzijds er alles aan doen om de kalmte vanuit onze kant te bewaren.” Linctus herinnert zich dat hij nog een sleutel van de priester heeft. Hij grijpt in zijn binnenzak en geeft Váilan de sleutel terug. “Zie dit als een teken van vertrouwen in uw raad.” Begint Linctus. “Ik heb besloten om mij via het gebed in het reine te houden zolang als ik hier verblijf. Ik heb uw geselkat dus ook niet nodig.”

23-10-17 16:06:27
nietmeer
"Je zal er vast wel eens over gehoord hebben," zegt Vàilan, die het document weer opvouwt. "Ze gaat het in het openbaar dragen, beginnend bij morgen. Wat mij betreft alleen morgen. Wellicht dat ik van hogerhand ingefluisterd krijg dat het nog een dag je langer moet. De mantel kan maar half z'n werk doen...al die scherpe uitsteeksels zullen haar meer kietelen dan pijn of schade toebrengen." Dan reikt Linctus hem de sleutel aan die hij eerder aan hem had gegeven. Hij pakt het terug en stopt het in het tasje aan zijn riem. "Een goede beslissing," zegt hij. "Binnen de muren van ons Domus Argentum hoeft het lichaam niet onnodig te lijden om de ziel in balans te houden. Moge Auriël over je waken!" Vàilan groet Linctus en loopt richting de sacristie.

Eenmaal daar begeeft hij zich naar een donkere hoek, waar gezien de hoeveelheid stof niet vaak iemand meer is geweest. De ebbenhouten kastdeuren voor hem dragen enkele inscripties, die te maken hebben met het object dat erin bewaard wordt. Vàilan begint aan een koperen ding te draaien, eerst twee keer rechts, dan drie keer links, dan een keer naar boven en een keer naar beneden. De kastdeuren klikken open, en onthullen nog een set deuren, ditmaal met een dubbel sleutelgat. "Nu snap ik waarom ze dit niet vaak meer gebruiken," mompelt hij. Onder de tweede set deuren zit een klein compartiment dat op vergelijkbare manier geopend moet worden. Eindelijk heeft hij de sleutels te pakken, en kan hij de laatste deuren openen. Een wat muffe geur komt hem tegemoet, maar de mantel hangt netjes in de kast. "Voorzichtig nu," fluistert Vàilan. Met beide handen pakt hij de mantel uit de kast, wat gezien het gewicht ervan nog niet meevalt. Hij houdt het zo ver mogelijk van zich af en loopt er mee naar een tafel, waar hij het kledingstuk overheen legt. "Zo...," zucht hij, en sluit de kast weer. Hij pakt vervolgens een groot, dik boek en slaat het open. Hierin werd bijgehouden wie wat op welk moment en om welke reden iets uit de sacristie wegnam. Vàilan vult eerst het document in en schrijft daarna zijn naam en alle details in het boek. Hij dubbelcheckt of hij niks is vergeten en bergt het boek weer op. Het document moest zo snel mogelijk weer terug naar de administratie, maar daar was nu geen haast bij. Hij moest eerst maar eens dat loodzware kledingstuk mee naar huis nemen...

23-10-17 16:44:47
Madarian
Oudgediende


WMRindex: 2.597
OTindex: 5.605
Een vuurbal vliegt over Markus heen en raakt meerdere demonen. Dat scheelde weinig. Markus schreeuwt: "Larissa! Larissa! Ik kom er aan! Al is het 't laatste wat ik doe!" "Wat? Markus? Markus!" Larissa kijkt vol ongeloof hoe Markus, zodra hij bij de kooi is, het slot kapot slaat. Larissa verdwijnt voor de ogen van Markus. De torso begint nu ook uit elkaar te vallen. Markus volgt de vluchtende demonen naar het hoofd. Nu ziet hij alleen nog vliegende demonhoofden. Zo snel hij kan vecht hij zich naar de laatste ziel. Is dat een van z'n kinderen? Hij herkent de ziel niet. Of toch? Wie het is maakt niet uit. De demon moet gestopt worden! Markus slaat het laatste slot kapot en de deur gaat open. De laatste ziel is bevrijd. De demonhoofden beginnen om Markus heen te zwermen, en in een laatste wanhoopsdaad vliegen ze zo hard als ze kunnen tegen Markus aan, waarna ze ontploffen. Markus is niet bestand tegen dit geweld en wordt weer volledig geest.

Op het veld hebben de wachters en de anderen met stomheid gezien hoe de demon elke keer een ledemaat verliest, en af en toe schoot Yundra een vuurbal af. De demon is verslagen. Met een laatste ontploffing verdwijnt de demon. Er valt iets in het gras. Yundra kijkt naar het voorwerp. Het boek met het bewijs dat de baron een demon oproeper was.

Markus wordt weer groot, en ziet Larissa met hun twee kleine meisjes staan. Hij doet z'n helm af, waarop de kinderen hem herkennen en omhelzen. Larissa omhelst ze alledrie. Markus: "Sorry dat ik jullie niet kon beschermen." Larissa: "Je hebt ons uiteindelijk bevrijd." Een kolom wit licht verschijnt. De wachters en de anderen kunnen de familie zien. Markus zwaait naar de Yundra, Raytu en de anderen. Hij gebaart naar z'n kinderen om eerst het licht in te gaan, die dat graag opvolgen. Als de kinderen over gegaan zijn, wenken ze Markus en Larissa. Arm in arm lopen ze naar het licht. Dan lopen ze tegen een onzichtbare muur op. Alles wordt donker. De sterren en de maan zijn niet meer zichtbaar.

Een stem klinkt: "We hadden een afssspraak!" Het gezicht van een grote cobraslang vult de hemel. Markus herkent de god en zegt: "Heer Sithis. Ik heb de demon oproepers gestopt en m'n gezin bevrijd. Dat was de afspraak." Sithis: "Ja en nee. De afssspraak was om alle verantwoordelijken te ssstoppen. Dus de complete cult. Dit wasss maar een cccel van de cult, dusss je werk isss nog niet af. Omdat je onder onze afssspraak uit wou komen krijg je gezzzelssschap van je vrouw. Jullie zzzullen beide niet kunnen russsten voordat de cult volledig isss uitgessschakeld. Jullie kinderen kunnen allesss in het hiernamaalsss volgen en zzzullen nietsss tekort komen. Maar omdat het je gelukt isss om de demon te ssstoppen verdien je ook een beloning. Alsss eerssste. Ga naar de ssstad Aberon. Ga daar naar het object wat jou zzzal roepen. En kijk naar je ssschild. Je hebt het verdiend om mijn kampioen te zzzijn. Ga nu." Sithis verdwijnt. De hemel wordt weer gevuld met sterren en de maan. Markus is weer volledig zichtbaar, kijkt naar z'n schild, en ziet het logo van Sithis erop prijken. Het hoofd van een zwartgrijze cobra. Markus ziet Larissa vlak naast hem staan, en zegt: "Ik weet niet of ik nu blij moet zijn of verdrietig. Ik heb jullie gered, maar ook jou verdoemd." Larissa: "Je hebt ons gered van die demon, de kinderen zijn veilig en wij tweetjes zijn weer samen. Dat is genoeg voor nu." Larissa geeft Markus een zoen. De blonde vrouw met groene ogen heeft nu een witte huid, wat eens gezond bruin was. Larissa glimlacht en schreeuwt: "Eindelijk vrij!" Het geluid is oorverdovend hard. De boom waarnaar Larissa keek schudt door de geluidsgolven en barst doormidden. Markus had hierover gelezen. Blijkbaar is Larissa nu een Banshee.

Laatste edit 23-10-2017 16:45

24-10-17 10:10:17
linctus
Oudgediende


WMRindex: 1.339
OTindex: 17.058
Linctus groet de priester en loopt de kathedraal weer binnen. Weer weet de schoonheid van het geheel Linctus weer te ontroeren. Linctus loopt naar het altaar van Inarius en pakt er een kaars. Alle goden had een eigen altaar in een nis van de kathedraal. Verschillende gelovigen zaten nu voor verschillende goden. Linctus herkende twee andere ridderordes aan hun gewaad. Beide hadden ze hetzelfde symbool als Linctus, maar de een was rood en de ander was blauw. Dit waren de orde van Malthael en de orde van Tyrael. Linctus richt zich weer tot het altaar. Hij steekt de kaars aan en gaat dan op zijn knieën zitten met de brandende kaars in zijn handen. Hij begint te bidden. Hij vraagt Inarius om de kracht en wijsheid voor deze missie. Het brandende kaarsvet druipt op Linctus zijn handen. Elke druppel doet pijn, maar verwondt Linctus niet. Linctus blijf bidden tot de kaars opgebrand is. Hij blaast de stom uit en legt de kaars voor het altaar neer. Hij is een van de laatste nog in de kathedraal en besluit om ook maar naar zijn kamer terug te keren.

Buiten de kathedraal is het ook rustig. De drukte op de straten is wat verminderd al is het vergeleken met het klooster nog steeds druk. Linctus loopt langzaam terug naar zijn vertrek. Hij opent zijn deur en gaat zijn kamer binnen. Linctus steekt een kaars aan in de kamer. Hij gaat op het bed zitten en pakt de stapel brieven van meester Tavkul. Hij bladert door het stapeltje brieven heen en besluit een willekeurige te pakken. Het is een korte tekst die op de brief staat. Linctus, lid van de orde van Inarius brengt een zware last met zich mee. Niet al onze broeder voelen dit zo, maar bij jou Linctus heb ik er voor gezorgd dat jij dit niet zult vergeten. Alle straffen die jij mag uitvoeren heb je zelf meegemaakt. Daardoor weet jij nu een straf beter op waarde te schatten dan een andere broeder uit de orde. Voel je nooit beter dan de normale medemens. De orde bestaat door de gratie van de mensen. Vergeet dit niet. Het volk wil door ons gezuiverd worden. Het volk wil door ons beschermd worden. Het volk wil door ons geleidt worden naar het ware geloof. Het volk wil door ons gestraft worden. Getekend Meester Tavkul

Linctus zucht even en legt de brief naast zich op bed. Even leek het alsof hij de preek van meester Tavkul zelf kreeg. ..heb je zelf meegemaakt. Denkt Linctus bij zichzelf terwijl hij opstaat. Hij loopt naar de spiegel en zet de kaars bij de spiegel. Linctus doet zijn tabbert en maliënkolder uit. Het simpele gewaad dat hij hieronder aan heeft is al wat versleten door de maliënkolder. Linctus laat het gewaad over zijn armen omlaag zakken kijkt naar zichzelf. …heb je zelf meegemaakt. Denkt Linctus bij zichzelf terwijl hij in de spiegels kijkt hoe zijn vingers de littekens raken. Verschillende schrammen, steken en symbolen versieren zijn hele boven lichaam. Het symbool van de zevende kerk is wel 30 keer in zijn torso gebrand. Meester Tavkul vond het namelijk noodzakelijk dat een dergelijke straf vaker herhaalt werd zodat Linctus het niet zou vergeten. Linctus haalt uiteindelijk het bloederige verband van zijn buit. Een groot rood litteken is nu zichtbaar, maar de wond is bijna geheel genezen. Linctus besluit dat hij het verband niet nodig heeft en maakt de wond schoon met een spons. Daarna trekt hij zijn gewaad weer aan en gaat hij op bed liggen. Meester Tavkul had vast gewild dat ik op de harde grond had geslapen. Denkt Linctus nog bij zichzelf. Hij blijft echter op bed liggen en valt in slaap.

24-10-17 16:53:38
Madarian
Oudgediende


WMRindex: 2.597
OTindex: 5.605
Larissa schrikt van haar stem. Markus: "Vat dit niet verkeerd op, maar je hebt letterlijk een grote mond als je schreeuwt. Zo'n drie a vier keer zo groot als je schreeuwt. Maar je ziet er voor mij nog steeds uit om op te eten." Larissa kijkt Markus aan en weet niet of ze nu beledigd moet zijn of niet. De Markus: "Wil je daar rekening mee houden als we in de bewoonde wereld zijn? Scheelt een hoop gelazer. De mensen zijn al bang genoeg als ze bij me in de buurt zijn." Larissa kijkt naar de wachters die terug rennen naar de stad en zegt: "Is goed schat. En wie zijn dit?"

Markus: "Dat kleine wezen daar is volgens mij een trol. Ze heen Yundra. Deze wolf is overdags een elf, en 's nachts een wolf. Hij heet Raytu. En even denken. Wat waren de andere namen ook al weer... Vintuu, en Dagar als ik het me goed herinner. Markus wijst de Vintuu en Dagar verkeerd aan. Beide dieren kijken naar beneden en schudden hun hoofd. Markus verbetert zich, en de dieren reageren nu beter. Markus wijst naar Larissa en stelt haar voor. Dagar pakt iets op vanaf het veld en duwt dit in de handen van Markus. Het boek met bewijs. Markus: "Ik moet hier nog even wat afhandelen. Als er iets niet goed gaat, dan moeten ze waarschijnlijk mij hebben. Ik vertel je later wel wat er allemaal gebeurd is.

De wachters staan inmiddels op hun post, maar krimpen ineen als Markus en Larissa langs komen. Markus kijkt nog even naar Larissa. Vooral met haar korte blonde paardenstaartje tot schouderlengte laat ze nog steeds z'n hart sneller kloppen. De groep volgt Markus naar de burcht. Markus gaat meteen naar het laboratorium van Apirius toe en klopt luid op de deur. Hij hoort gestommel. Markus probeert de deur, maar deze zit op slot. Hij klopt nog een keer. "Hgrmrl. Wie is daar?" "Markus! Ik moet je dringend spreken." Apirius doet de deur op een kier open, en staat in z'n nachtgewaad achter de deur. "Wat is er?" zegt Apirius. Markus: "De baron van Northhaven is dood. Hij was de laatste demon oproeper. De demon is verslagen. Maar ik moet het mogelijk tegen meer demonen opnemen. Dus ik heb het recept van dat drankje nodig." Apirius: "En dat kan zeker niet wachten tot morgen." Markus kijkt Apirius op zo'n manier aan dat Apirius de deur helemaal open doet. "Kom binnen, maar let niet op de rotzooi." Markus gaat naar binnen, en Larissa en de anderen volgen. Apirius had de anderen niet gezien, maar laat ze ook binnen. Apirius voelt zich niet alleen ongemakkelijk bij Markus, maar op een of andere manier roept Larissa ook angst bij hem op. Apirius: "Excuses, maar ik lag te slapen, vandaar deze kleding." Larissa knikt om aan te geven dat ze het niet erg vindt. Al snel heeft Apirius het juiste boek en de formule gevonden en begint deze over te schrijven. Apirius: "Je zei dat de demon verslagen is. Dat is mooi. Maar ook dat de baron dood een demonoproeper is... was?" Markus geeft het bewijs aan Apirius en zegt: "Hier is het bewijs. Ik heb geen tijd om dit aan de graaf te overhandigen. Wil je dat doen?" Apirius stopt even met het overschrijven en bladert in het bewijsmateriaal. Hij laat z'n hoofd zakken en schudt nee. Apirius: "Het is dat ik het zelf gelezen heb, maar ik blijf het moeilijk vinden dit te geloven. Maar alles is over." Markus: "Was het maar waar. Ik ben er nog, en nu met mijn vrouw." Apirius kijkt angstig naar Larissa en zegt: "Maar, maar je vrouw was toch geofferd?" Markus: "Klopt. Lang verhaal, maar geen tijd om het te vertellen. O ja. Mag ik je voorstellen aan Larissa?"

24-10-17 18:48:13
GroteMop1983
Oudgediende


WMRindex: 5.880
OTindex: 7.881
Yundra kijkt naar de grote gestaltes die bij haar in de buurt staan. Ze kijkt naar Larissa. Ze hoorde de langgerekte schreeuw van Larissa in het verleden en grijnst. Die Larissa lijkt mij wel aardig. Ze loopt naar Larissa toe en aait haar haar. Larissa draait zich om en glimlacht. Dan kijkt Yundra naar Raytu. Raytu schudt zijn hoofd. Ze loopt naar Raytu en heeft een drang om haar hoofd tegen zijn kop aan te leggen. Ze legt haar hoofd tegen zijn kop aan. Yundra, je kunt mij nu verstaan door gedachten. In wolvengedaante kan ik niet met je praten, maar wel naar je zenden via gedachten. Lieverd, ik denk dat Larissa en Markus te vertrouwen zijn. Larissa is een Banshee. Haar schreeuw is dodelijk voor mensen, maar niet dodelijk voor wolven en ons. We kunnen er hoogstens licht gewond door raken.
Ze lijkt mij aardig, lieve Raytu. Ze geeft Raytu een kus op zijn kop en aait hem. De gitzwarte wolf laat uit respect zijn hoofd voor haar hangen. Dan loopt ze naar de banshee en wraith toe en buigt voor Larissa. Yundra grijnst van oor tot oor. Ze pakt de hand van Larissa. Larissa weet niet wat ze met Yundra’s hand aan moet, maar schudt even later zachtjes Yundra de hand. Yundra kijkt naar haar handen en ziet dat de vonkjes uit haar handen vochtig worden en komt daarmee voor het eerst in aanraking met het ijswater van Larissa.

24-10-17 19:10:37
nietmeer
Zo? denkt Vàilan. Hij probeert een aantal manieren uit om de mantel zo goed mogelijk op te pakken zodat hij de afstand van de sacristie naar zijn woning enigszins fatsoenlijk af kan leggen. Toch maar zo. Hij vouwt het zo ver mogelijk op, daarbij goed uitkijkend voor de scherpe uitsteeksels aan de binnenkant, alvorens het op zijn rechterschouder te leggen en het met zijn rechterarm daar vast te houden. Al die jaren van fysieke inspanning wierpen nu hun vruchten af. Voorzichtig begint hij aan de wandeling, en zet steeds snellere stappen. "Dat lukt wel," zegt hij tegen zichzelf. Hij verlaat de sacristie en kiest de snelste weg terug naar zijn woning. Onderweg komt hij wat mensen tegen die hem geschokt, verbaasd en nieuwsgierig aankijken. Vàilan doet echter alsof er niks aan de hand is en loopt stug door. Onderweg verplaatst hij de mantel naar zijn andere schouder. "Kom op, nog een stukje," mompelt hij. Eenmaal bij zijn deur klopt hij maar gewoon aan in plaats van te worstelen met de sleutel. Aylin doet open en stapt gelijk opzij. Ze had zich inmiddels van haar harnas ontdaan en een deken om zich heen geslagen. Vàilan legt de mantel op een stoel en gaat uitgeput zitten. "Zo," zucht hij. "Daar is ie dan." Aylin sluit de deur. "Dat ziet eruit als iets dat je voor begrafenissen draagt, zo zwart en...ja...doods". Vàilan was het daar mee eens. "Een begrafenis van de zonden en de wedergeboorte van de ziel, zo moet je 't zien," zegt hij, wrijvend over zijn linkerschouder. Geheid dat hij morgen spierpijn had. "Hopelijk vind je 't niet erg dat ik deze deken even geleend heb," zegt Aylin terwijl ze de mantel inspecteert. "Of moet ie straks verbrand worden omdat een zondig schepsel haar naakte lichaam erin gewikkeld heeft?"

"Schepsel?" vraagt Vàilan. "Ik mag dat zeggen, iemand anders niet," antwoordt Aylin. Ze knoopt de deken wat vaster zodat ze met beide handen de mantel kan inspecteren. Ze slaat het open en kijkt verschrikt naar alle haken en uitsteeksels die erin zitten. "Dat is gewoon een martelwerktuig!" zegt ze. "Wil je mensen dood hebben of zo?" Ze tast de haken af met haar vingers en probeert zichzelf met een te prikken, wat niet werkt. "Gelukkig ben ik met natuurlijk pantser geboren," zegt ze. "Die loden schouderplaten en kap overleef ik wel. Dat is zeker waarom ik morgen moet doen wat je wilt dat ik ga doen". Vàilan knikt. "Dat had sowieso gemoeten," antwoordt hij. "Proces van boetedoening. Het begint bij uitsluiting, gaat verder met bespotting, en eindigt bij het terugkeren in de armen van de Kerk. Zo gaat het hier al eeuwen".

"Ja," zegt Aylin. "Hier wel. Ben ik blij dat ik niet in het noorden woon. Of waar zulke kloosterorden ook maar actief zijn. Omarmd worden door de Kerk? Puh, onthoofd worden zul je bedoelen. Wat een schijnvertoning! En net zei je zelf dat ik ook hier mijn leven niet zeker ben. Je zou haast zeggen dat men onder barmhartigheid ook het doden van iemand zodat hij of zij niet nog meer zonden kan begaan verstaat. Uit liefde en medeleven hak je iemand z'n kop eraf zodat hij z'n ziel niet nog verder kan vervuilen. En dan vindt men het raar dat ik het raar vind." Vàilan staat op. "Aylin...ach, laat ook maar. Kijk, als het aan mij lag zou aan de doodstraf direct een einde komen," zegt hij. "Maar daar beslis ik niet over. Nu niet, nooit niet. We moeten ons ernaar schikken. Leven om te dienen, met het oog op het Eeuwige". Aylin legt de mantel terug. "Als jouw Kerk zo graag wil dat mensen leven om te dienen, is het wel handig dat ze hen laten leven, weet je. Dat zouden die kloosterknaapjes zich wel eens moeten beseffen," mompelt ze. "Verminkte lichamen zijn immers niet zulke goede dienaren, heb ik me eens laten vertellen."

Laatste edit 24-10-2017 20:01

25-10-17 10:10:12
linctus
Oudgediende


WMRindex: 1.339
OTindex: 17.058
Linctus wordt wakker na een goede nacht. Het is lang geleden dat hij zo onbezorgd heeft kunnen slapen. Nu werd hij niet wakker midden in de nacht met een nachtmerrie. Hij wordt gewekt door geklop op de deur. Linctus loopt in zijn eenvoudig gewaad naar de deur en doet deze op een kier. “Gezegende ochtend Linctus, ze hebben in mijn kamer het ontbijt klaargezet. Dus kleed je om en kom naar mijn kamer.” Klinkt het door de kier. “Bedankt meester Italus, ik zal er zo zijn.” Linctus loopt naar zijn kamer en wast zich snel. Daarna trekt hij zijn harnas aan en loopt de deur uit. Hij klopt op de deur naast zich en meester Italus doet open. “Kom binnen.” Binnen zit Roho al op de grond bij een dienblad vol met eten. “Je baard begint nog niet echt vorm aan te nemen. Heh?” Vraagt meester Italus terwijl hij Linctus een plek op de grond aanwijst. Linctus wrijft over zijn kin. Er staan nu wat kleine korte haartjes, maar van een baard is nog geen sprake. Alleen vanaf de rang van ridder mag men een baard laten staan. Roho en meester Italus hebben dan ook beide een grote baard. Linctus heeft wel dezelfde tonsuur als meester Italus en Roho.

25-10-17 10:44:06
nietmeer
De theologische 'discussie' tussen Aylin en Vàilan ging die avond nog eventjes door, totdat Vàilan er wel genoeg van had. Hij besloot op tijd naar bed te gaan omdat hij er de dag erna weer vroeg uit moest. Iedereen kreeg vanzelf te horen wanneer ze zich bij de processie konden voegen, maar Vàilan werd geacht als een van de eersten aanwezig te zijn. Bovendien moest Aylin al vroeg op haar plek zitten. Hij nam alle mogelijke voorzorgsmaatregelen om zich vooral niet wéér te verslapen. Aylin mocht op de bank blijven slapen.

De eerste klokslag luidt, direct gevolgd door een andere die aangeeft dat er vandaag iets staat te gebeuren. De tijd-klok was altijd hetzelfde, en kon desgewenst worden aangevuld met een extraatje, zoals vandaag. Vàilan was al eventjes wakker en staat meteen op. "Tijd zat," mompelt hij. Gauw trekt hij zijn slaapkleding uit en wurmt zich in zijn pij. "Touwtje zo, tasje zo, even omslaan, dubbele knoop, vast. Alles erin? Ja". Het waterreservoir was nog redelijk gevuld, dus kon hij zich ook meteen even opfrissen. Vanuit de woonkamer klinkt een licht gesnurk. Hij loopt de woonkamer in en ziet Aylin in een wat vreemde, maar ogenschijnlijk comfortabele houding liggen. Ze leek er niet echt meer mee te zitten dat ze vandaag het mikpunt zou zijn van een hele hoop spot en gescheld. "Opstaan!" roept Vàilan. "Het is tijd". Aylin staat mopperend op. "Helaas wel," mompelt ze. Terwijl Vàilan het ontbijt verzorgt, maakt zij de rest van het waterreservoir leeg en komt fris weer de woonkamer in, kauwend op een muntblaadje. Vàilan had weinig moeite gedaan om zijn persoonlijke voorraad te verstoppen. "Zo, dan ga ik me even aankleden," zegt ze. Ze pakt de onderkleding van haar harnas en wil ermee weglopen. "Die niet," zegt Vàilan. "Je draagt vandaag alleen de mantel". Aylin draait zich om en legt de onderkleding weer terug. "Jammer, kon 't proberen..." zegt ze. Vervolgens pakt ze de mantel en verdwijnt uit het zicht. "Dit zit voor geen meter," klinkt het. "Mijn hoorns zitten in de weg voor die kap. Wacht even. Hehe, dat kietelt. Rotding!"

Met voorzichtige passen loopt ze terug de woonkamer in. Het getik van de ijzeren haakjes en uitsteeksels die tevergeefs zich in haar huid proberen vast te grijpen klonk haast als een morbide windgong. Een stuk van haar staart stak onder de mantel uit, en op haar handen en poten na was wel verder alles bedekt. "Geen geschikte mode voor een dame van stand," zegt Aylin, die zichzelf even in de spiegel bewondert. Ze probeert haar kap weer op te zetten, wat uiteindelijk met wat passen en meten lukt. "Welkom bij de Duistere Zijde," grapt ze. Het gezicht van een mens was met de kap op amper te zien, om oogcontact tussen zondaar en gelovige te vermijden. Aylin's snuit stak een klein stukje uit als ze haar kop recht hield. Door het gewicht van het lood was het echter beter om het hoofd gebogen te houden.

"Hm, ontbijt," zegt Aylin. Vàilan had echter alleen voor zichzelf wat gemaakt. "Vandaag ga je vasten," zegt hij. "Je praat niet, je eet niet, je beweegt niet, je BENT niet. Regels". Aylin gromt, en van onder de kap zijn haar vlijmscherpe tanden te zien. "Dus omdat ik niet aan de buitenkant kan lijden, moet dat maar zo gecompenseerd worden," zegt ze. "Ik haat je. Ik houd van je, maar ik haat je ook". Vàilan neemt een slok van een glas melk. "Daar kan ik wel mee leven. Kom, we gaan zo."

25-10-17 11:28:11
linctus
Oudgediende


WMRindex: 1.339
OTindex: 17.058
De drie leden van de orde zitten op de grond als meester Italus hun voor gaat in een gebed. Linctus en Roho mompelen de heilige woorden aan het einde van het gebed mee. Daarna begint de meester het ontbijt uit te delen. Linctus krijgt een lekker stuk brood met vlees en wat melk. Hij laat het smaken. Linctus verteld de andere leden dat Aylin het boete kleed aankrijgt vandaag. “Een passend begin van een straf lijkt me.” Zegt meester Italus. “Het lijkt erop alsof er geprobeerd wordt om voor ons de boetedoening openbaar te maken. Zodat wij zien dat ze daadwerkelijk gestraft wordt.” Antwoordt Roho. “Lijkt me duidelijk dat ze het voorval van gisteren zo veel mogelijk recht willen trekken.” Linctus slikt net een stuk brood weg. “Ik denk dat het voorval van gisteren een smet kan worden op de concilie als we er te veel aandacht aan zouden geven.” Hij probeert er alles aan te doen om een confrontatie te vermijden. “De goede naam van de kerk en onze orde zouden hiermee gemoeid kunnen komen.” Roho stemt hiermee in. Meester Italus heeft wat meer moeite met de lezing van Linctus. “Wellicht, maar onze grote heilige missie mag natuurlijk nooit in gevaar komen door deze concilie. Wij zijn opgericht om ketterij te bestrijden en heidenen te bekeren. Dat blijft belangrijker dan het aanzien.” Antwoordt de meester. Linctus denkt even na. “Dat blijkt dan weer uit deze boetedoening nietwaar? Dat ze onze orde tegemoet willen komen? Dat betekend dat ze ons niet dwars willen zitten en onze heilige missie respecteren.” Nu geeft meester Italus zich dan toch gewonnen. “Zolang het de opdracht van onze orde maar niet in de weg zit.” Mompelt de meester.

Na het ontbijt worden de spullen even opgeruimd door Roho. Dan haalt Roho een scherp mes tevoorschijn. “We moeten er op ons best uitzien voor de concilie.” Begint Roho. “Dus broeders, zal ik jullie tonsuur bijwerken?” Linctus en meester Italus gaan op hun knieën zitten. Linctus voelt hoe het scherpe mes over zijn huid schraapt. Na het scheren van Italus en Linctus is Roho aan de beurt. Linctus scheert de tonsuur van de ridder zoals hij dat ook bij meester Tavkul deed. Na het scheren wil linctus de maliënkolder weer over zijn hoofd doen. “Waarom zouden we ons scheren om vervolgens ons hoofd weer te bedekken?” Vraagt meester Italus aan de jonge ridder. “Sorry, gewoonte denk ik. Meester Tavkul moest ook elke dag geschoren worden waarna hij een kap over zijn hoofd deed. Ik dacht er verder niet bij na.” Zegt Linctus beschamend. De andere ridders lachen even. “Kom dan spreken we nog even de boodschap van onze orde door voordat we gehaald worden.” Zegt meester Italus. Lintus en Roho gaan bij de meester staan als deze een brief van de landcommandeur tevoorschijn haalt. Met zijn drieën bespreken ze de standpunten van de orde en wat ze mogen toezeggen van de landcommandeur. Ook komen ze in overeenstemming dat Linctus het woord mag doen namens de orde en dat Roho de banner draagt in de processie.

26-10-17 10:59:12
nietmeer
"Ik lijk wel een muziekinstrument," zegt Aylin. Het getik en geklingel dat uit de mantel klonk kon zowaar tot een muziekstuk worden verheven. "Stilte," zegt Vàilan, die de deur opent. "Zodra je hier naar buiten gaat, spreek je niet meer tenzij daartoe bevolen". Mokkend stapt Aylin naar buiten. Vàilan pakt het document voor de mantel en herinnert zich dan dat hij totaal vergeten is om de brief van Linctus aan de aartskardinaal te geven. Hij neemt de rol ook mee en besluit om direct nadat hij Aylin geparkeerd heeft bij de administratie langs te gaan. "Volgen," beveelt hij. Aylin houdt haar kop gebogen en loopt achter Vàilan aan. Via galerijen, gangen en straatjes in het complex lopen ze linksom naar de voorzijde van de Kathedraal. Vàilan hoopte dat tenminste één van de Ordeleden hen zou zien, maar op dit tijdstip waren ze of nog in slaap of rustig aan het ontbijten. Onderweg komen ze wat mensen tegen, die Aylin geen blik waardig gunnen, met een boog om haar heen lopen of opmerkingen naar haar maken.

Even later komen ze bij de laatste deur aan, die alleen van binnenuit geopend kon worden. Aan de buitenkant viel deze deur nauwelijks op. Vàilan gaat eerst, gevolgd door Aylin. Een klein pad was uitgegraven in de heuvels waar de Kathedraal en het kasteel op gebouwd waren. Het onverharde stuk gaat over in een pad van prachtig, wit marmer. "Zo," zegt Vàilan. Hij draait zich om naar links en geniet van het uitzicht over de stad. Voor hem lag een lange, eveneens marmeren trap naar beneden, met aan weerszijden rijkversierde sokkels met beelden van heiligen, engelen en aartsengelen. Na elke set van zeven treden volgde een plateau, met daarna weer zeven treden, enzovoorts. Dan draait hij zich om richting de Kathedraal. Het enorme gebouw torent boven hen uit. De grote ingangsdeur, met aan elke kant een kleinere deur, werd bekroond met gotische bogen vol beeldhouwwerk, waarin allerhande verhalen uit de heilige geschriften werden verbeeld. "Als een vader die zijn kinderen in de armen wil sluiten," mijmert hij. De Kathedraal was van elk gezichtspunt imposant, maar de voorkant was toch wel het meest adembenemend. Hij richt zich tot Aylin. "Je hoeft niet helemaal beneden te zitten," zegt hij. "Uiteindelijk moet iedereen toch langs je heen lopen, dus of dat nou daar is of hier maakt niet uit. Dit lijkt me een prima plek, dus ik zou zeggen...maak het jezelf comfortabel". Aylin gaat zwijgend zitten en kwispelt zachtjes met haar staart. "Hier blijf je zitten totdat ik je kom halen," zegt Vàilan. "Veel sterkte vandaag". Opnieuw klinkt er klokgelui, tijd voor de hoogste geestelijken en hun directe ondergeschikten om zich te verzamelen.

Offtopic:
Trappen
Portiek

Niet letterlijk, maar zo stel ik me 't voor :ja.
Laatste edit 26-10-2017 11:02

26-10-17 11:52:04
linctus
Oudgediende


WMRindex: 1.339
OTindex: 17.058
Offtopic:
Grappig ik stelde me de Dom van Keulen voor. Lijkt er ook wel een beetje op.
De ridders zitten al een tijdje te wachten voordat er op de deur geklopt wordt. Ze staan op en inspecteren elkaar voor de laatste keer. Zonder helm en met de kap omlaag vindt Linctus het minder imposant uitzien, maar dat is niet erg. Imponeren is niet nodig, ze moeten er representatief uitzien en dat is wel het geval. De tabberds met het symbool van de orde van Inarius zijn niet spierwit, maar zijn ook niet kapot. Ze hadden voor vertrek nieuwe tabberds gekregen, maar na de reis hebben ze deze niet meer gewassen. Hetzelfde geldt voor de banner die ook wat verkleurt is. Toch voelt Linctus zich direct trots bij het zien van zijn banner. Hij is trots dat hij volwaardig lid is van de orde en zelfs voor de orde mag spreken op een heilig concilie. Meester Italus doet open en er staat een kerkbediende in een eenvoudige pui voor hem. “Orde van Inarius?” Vraagt de kerkbediende zonder op te kijken van zijn blad. “Ja dat zijn wij.” Antwoordt meester Italus. De kerkbediende kijkt verschrikt op. Hij had niet verwacht dat ze alle drie in dezelfde kamer zouden verblijven. “Euhm….juist.” Zegt de kerkbediende terwijl hij weer op zijn blad kijkt. “Als jullie mij zouden willen volgen dan wijs ik u uw plek bij de startplaats van de prossessie. In de kathedraal zullen jullie door andere een plaats aangewezen worden.” De ridders knikken en volgen de kerkbediende.

De ridders worden in een grote zijstraat gemaakt waar het erg druk is met allerlei mensen die verbonden zijn met de zevende kerk. Er zijn ook enkele ridderordes te zien, maar die zijn zeldzaam. De meeste hebben geen harnas aan of zwaard bij zich. Linctus verwondert zich over alle verschillende uniformen en vaandels. Sommige zijn extreem uitgedost met versieringen, terwijl andere de eenvoud zelve zijn. Ze worden op een plek vrij vooraan gepositioneerd. Voor hun zijn vrijwel alleen maar geestelijke. Meester Italus en Linctus rechte hun rug terwijl Roho hun vaandel omhoog steekt. Langzaam zien de massa voor hun bewegen. Uiteindelijk mogen de ridders ook bewegen en in kleine langzame passen volgen ze het de priesters voor hun. Achter de ridders volgen weer anders uitgedoste priesters. Zo komt de processie langzaam op gang.Laatste edit 26-10-2017 11:52

26-10-17 17:45:03
GroteMop1983
Oudgediende


WMRindex: 5.880
OTindex: 7.881
Dagar strekt zijn poten uit. Hij kijkt naar zijn nieuwe meester en voelt de koude stenen onder zijn poten. Hij kijkt naar zijn grijze poten. Hij gromt zachtjes. Bah, die koude vloer is hard. Is dit marmer?
…….
Meester Raytu voelde volgens mij aan dat dat lijk dat wij vonden mijn oude meester was. Gelukkig is mijn lieve vuurbal hier. Dagar kijkt naar Vintuu. Zijn gele ogen speuren de ruimte af die hij net betrad. Hij kijkt naar meester Raytu en ziet zijn zwarte pels. Meester Raytu heeft wel wat anders aan zijn hoofd dan verliefdheid, dus voor hem hoef ik niet te vrezen. Hij vind dat gekke groene wezen interessanter dan Vintuu.
Raytu komt naar hem toe en schudt zijn kop. Sukkel, ik kan je gedachten lezen. Ik vergeef het je, vriend. Jaloezie is niets voor mij. Yundra besteedt op dit moment wel aan andere dingen haar aandacht dan aan mij. Hij geeft hem een kop en zend aan hem de volgende gedachte: Wat jij met Vintuu wil, zal mij een worst wezen. Ik ben niet meester Raytu, maar vriend Raytu. En dat het lijk je vroegere meester was zal mij ook een worst wezen. Zo lang je maar op jezelf vertrouwt en we met zijn zessen een team kunnen vormen om dit avontuur te overleven.
……..
Even later als Raytu richting Yundra loopt, zend hij nog naar Dagar: En ja, dit is marmer. Loop dus op de rode loper, anders zullen je nagels af en toe in het marmer achter blijven.
……..
Dagar neemt het advies ter harte aan en kijkt naar Vintuu. Hij ziet dat ze haar pluimstaart schoonlikt. Hij loopt naar haar toe en geeft een ferme lik over haar kop. .. Dag, lieverd. Ik ben er weer, Vintuu....Ik zie het. Wat hadden jullie te bespreken? Jij en Raytu? ..Ik sprak in eerste instantie niet met hem. Ik kwam er net achter dat hij ook praat via zenden als hij wolf is... Ik had het hele gesprek kunnen volgen, lieverd. Raytu is gewoon te vertrouwen, hoor. Ik ken Yundra, als zij iemand vertrouwt is diegene betrouwbaar. Ze knikt en geeft Dagar een kopje, daarna zend ze naar hem: Kom we voegen ons bij de anderen. Dagar kijkt haar na, naar haar pluimstaart, haar voorkomen en … geeft een zucht. Ok, ik volg hen maar, omdat ik van je begin te houden, Vintuu. zendt hij plagend naar haar toe.

Laatste edit 26-10-2017 17:47

26-10-17 19:18:42
nietmeer
Offtopic:
@linctus. Die is veel beter :O.
De processie begon al wat op gang te komen, maar was nog niet officieel begonnen. Dat was pas zover op het moment dat de aartskardinaal en dergelijke zich bij de stoet hadden gevoegd om het geheel te leiden. Vàilan ging weer linksom vanaf de trappen gezien, langs het administratiekantoor waar hij het document en de brief van Linctus achterliet, zo dwars door de Kathedraal naar de sacristie. "Daar ben je!" buldert de aartskardinaal zodra hij de ruimte binnenglipt. "Wat heb ik gehoord? Wat heeft je beschermelinge zoal gezegd?" Vàilan voelt de brandende, priemende blik van alle aanwezigen op zich gericht. "Uwe Eminentie, mijn eerwaarde metgezellen, wat u heeft gehoord is waar. Gezien de ernst van haar woorden ben ik gedwongen tot strenger optreden. Zij draagt de mantel en zit op de hoofdtrappen. Zo begint de straf die zij moet ondergaan". De aartskardinaal komt voor hem staan en kijkt hem streng aan. Vàilan buigt diep en zou liever door de grond zakken en verdwijnen. "Het werd een keer tijd dat je een ruggengraat kreeg," bromt de gezette kerkleider. "Besef je dat ze eigenlijk achter tralies moet zitten?" Vàilan slikt. "Dat weet ik, Uwe Eminentie. Maar dat zal haar dood betekenen, en zoals u weet ben ik zeer tegen een dergelijk vonnis. In de Saffieren Kroniek van Auriël staat dat..." "Wat daarin staat is mij wel bekend," onderbreekt de aartskardinaal hem. "Ik heb de leer van Auriël, geheiligd is zijn naam, goed bestudeerd, dat is mijn taak. Je houdt sterk aan zijn leer vast, Vàilan. Soms een beetje te sterk. Vergiffenis is een deugd hoger dan de meeste deugden, maar op deze aarde niet oneindig. Het laatste woord is hier nog niet over gesproken. Maak je gereed, we gaan zo vertrekken!"

De aartskardinaal loopt verder en laat Vàilan zwetend en bevend achter. Als Aylin persoonlijk verantwoording aan hem moest afleggen, met of zonder Vàilan erbij, dan was de maat niet alleen vol, maar al ver overstroomd. Julius, de Priester Overste, komt naar hem toe en stelt hem gerust. "Zijne Eminentie weet dat je er alles aan doet om het goede te doen. Je keuze om haar gedrag niet langer te tolereren zal hem gunstig stemmen, al laat hij dat nu niet blijken. Mijn onvoorwaardelijke steun heb je". Vàilan bedankt hem en maakt zich gereed voor de processie. Ook dit keer hoefde hij geen andere kleding aan te trekken en volstond een enkele toevoeging aan zijn pij. Hij trekt een knalrode tabberd aan over zijn pij, met daarop in goud het symbool van de Zevende Kerk geborduurd. Ook krijgt hij een speciaal hoofddeksel en een vaandel aangereikt. Dan verlaat het gezelschap de sacristie, in volgorde van rang binnen de Kerk. Zij leiden de processie vervolgens verder richting de stad...

Laatste edit 26-10-2017 19:19

27-10-17 12:19:49
linctus
Oudgediende


WMRindex: 1.339
OTindex: 17.058
Linctus ziet hoe de mensen aan de kant zich vergapen aan al de verschillende vertegenwoordigers van de kerk. Sommige waren aan het bidden toen de processie voorbij trok. Andere keken vol ontzag naar de enorme verzameling die de diversiteit en omvang van de kerk toonde. Linctus weet dat de kerk ver rijkt in deze wereld. De orde van Inarius waren in het leven geroepen om het moeilijke Noorden te bekeren. Maar in andere delen was het bekeren in stuk minder zwaar. Andere volkeren hadden zich minder verzet tegen het ware geloof dan de wilden van boven de noordelijke rivier. Sommige gebieden werden bekeerd zonder dat er een zwaard bij kwam kijken. Tenminste zo had Linctus het gehoord. Daar werden missionarissen naartoe gestuurd met niets dan het heilige woord. Linctus vermoede dat deze dan naar gebieden ging waar kerk gezinde heersers al aan de macht waren. Of waar het leger van de koning eerst was geweest. Linctus kan zich niet voorstellen dat mensen bekeerd konden worden door het zwaard. Niet na alles wat hij in het noorden had meegemaakt. Dat niet alle heidenen zo waren was volgens Linctus onwaarschijnlijk.

27-10-17 18:43:32
Madarian
Oudgediende


WMRindex: 2.597
OTindex: 5.605
Apirius kust de hand van Larissa. Haar hand voelt ijskoud aan. "Aangenaam kennis te maken, al had ik gehoopt dat het niet 's nachts was." Apirius kan een gaap niet onderdrukken. Dan gaat hij weer verder met het vertalen. Als Apirius klaar is met overschrijven geeft hij het recept aan Markus. Markus: "Dank je voor al je hulp. Helaas moeten we gaan." Apirius laat iedereen uit, doet de deur op slot en gaat weer naar bed.

Markus en de andere gaan naar de poort. Daar aangekomen roept Markus Shadow op. Yundra gaapt. De wolven zien er ook moe uit, maar Markus wil geen tijd verliezen. Hij laat Larissa opstijgen. Dan kijkt hij naar de anderen en krijgt een idee. Hij haalt een kleed van z'n zadel af en gaat op zoek naar een paar langen en korte takken. Daar maakt hij een brancard van die hij achter Shadow bindt. Het andere eind van de brancard sleept door de grond als ze gaan rijden, en dat is niet lekker. Markus zoekt og in de rondte en vindt een dunne dode boom. Hij haalt daar een paar kleine takken vanaf en hakt een paar plakken van de stam. Daarmee maakt hij een paar wielen. Met een gebaar laat hij de andere plaats nemen. Markus begeleid Shadow. Ze vertrekken naar het zuiden, richting Aberon.

De reis is lang. Meerdere dagen. Intussen hebben Markus en Larissa elkaar bijgepraat over de gebeurtenissen, en heeft Markus zo goed als hij kan uitgelegd wat ze zijn. Raytu is intussen overdag tolk geweest, en Yundra en Larissa kunnen het goed met elkaar vinden. Larissa geeft de dieren en Yundra geregeld een aai, en Markus last pauzes in zodra het moet. Geregeld zijn de 'wielen' vervangen van de brancard 's nachts, maar dat ding functioneert boven verwachting. Dan ruiken ze allemaal tegelijk een afschuwelijke lucht. Die van de dood. Markus houdt Shadow in en klimt een boom in. Van daaruit ziet hij dat ze een slagveld naderen. De slag is al gestreden. Overal liggen lijken en ledematen verspreid. De lichamen zijn aan het rotten. Markus schudt z'n hoofd. Wat een verspilling van levens, en alleen omdat ze in iets anders geloven. Wat zijn ze toch bekrompen. Markus kijkt nog een keer rond, nu op zoek naar een omweg. Dan laat hij zich zakken en komt bij de anderen aan. Markus: "Verderop is een slagveld. Er liggen veel lijken. Ik stel voor om het slagveld te omzeilen." Iedereen stemt voor. Markus leidt de groep verder.

27-10-17 20:47:15
nietmeer
De processie is een van de meest bonte gezelschappen die een mens in zijn of haar leven kon zien. Tal van vaandels, vlaggen, banieren en natuurlijk de kleding van de deelnemers. Slechts enkele, kleine relieken werden meegedragen, diep weggestopt in rijkelijk uitgevoerde kistjes, schrijnen en ander schitterend edelsmeedwerk. Voor een processie als deze was altijd een vaste route gepland, die lang niet de hele stad besloeg. Dat zou veel te veel worden en bovendien was het zeker nu geen goed idee om iedereen uit te putten nog voordat het concilie goed en wel was begonnen. Vàilan concentreert zich op de weg voor hem en kijkt nauwelijks opzij. De paar keer dat hij dat wel doet, merkt hij hoe enorm druk het is met toeschouwers. Jonge moeders die hun kinderen voor zich uit houden in de hoop een zegen te ontvangen, kreupelen en zieken die naar buiten zijn gedragen in de hoop op genezing. Een aantal lagere priesters en aalmoezeniers konden snel een zegen brengen of een geldstuk uitdelen. Aberon had een welvarende kern, maar lang niet iedereen had het breed...iets dat meer dan duidelijk werd tijdens de processie. Zo werd iedereen weer met de neus op de feiten gedrukt, maar of er ook daadwerkelijk iets aan gedaan werd was maar de vraag. Het prediken van armoede en sober leven was in theorie dan wel wat, maar in de praktijk bracht de Kerk er weinig van terecht. Geen toeschouwer durfde echter er ook maar iets van te zeggen, want iedereen kende de straffen die erop konden volgen.

Na talloze omwentelingen komt de voorhoede van de processie aan bij de onderste trede van de grote trappen naar de Kathedraal. De koninklijke familie was er verzameld met de directe hofhouding en een handjevol wachters. De koning en zijn vrouw, hun vier dochters en enige zoon, enkele adviseurs, wachtcommandanten, hofdames en dergelijke. Ieder buigt het hoofd naar de aartskardinaal. Langzaam beweegt de stoet zich omhoog, richting het kolossale gebouw waar de komende dagen beslissingen zouden worden genomen die tot aan elke horizon gevoeld zouden worden. Vàilan ziet Aylin nog steeds op de trap zitten, en bidt in gedachten dat ze niet al te veel lastig gevallen zou worden vandaag. Iedereen was bij rechte om iets te doen, of het nu beledigen, bespugen, slaan of iets gooien inhield. De aartskardinaal stopt vlak voordat ze bij haar zijn en met zijn donderende stem haalt hij meedogenloos naar haar uit. "Ziedaar, de rotte appel in onze mand! Het allesverslindende hellevuur voor dit goddeloze schepsel! Moge Inarius zijn zwaard op dit wezen doen neerdalen! De wolf tussen de schapen, de onreine tussen de gezalfden, het gif tussen de medicijnen!"

Vàilan krimpt haast in elkaar, en het lijkt alsof zijn hart stopt met slaan. Tot aan de achterhoede moet deze vervloeking te horen zijn geweest. Hij moet alles geven om zichzelf te beheersen en niet de aartskardinaal met zijn vaandel neer te slaan. Aylin blijft stil zitten en reageert nergens op. De stoet loopt verder en de eerste verwensingen worden al naar haar gesmeten. Vàilan's hart doet pijn, en het liefst zou hij haar optillen en naar een veilig oord brengen, maar dat mocht hij niet. Dat kon hij niet. Hij kon enkel bidden dat het hierbij zou blijven, maar hij wist wel dat dat nu niet meer zou gebeuren. Met tranen in de ogen loopt hij verder, totdat Aylin uiteindelijk uit het zicht is verdwenen.

27-10-17 23:53:53
GroteMop1983
Oudgediende


WMRindex: 5.880
OTindex: 7.881
Vintuu kijkt naar Markus. Hij ziet hem gebaren naar de brancard, maar snapt totaal niet wat hij bedoelt. Raytu, wat wil Markus?Hij wil dat wij op de brancard gaan liggen. zend hij naar haar terug. Vintuu gaat op de brancard liggen. Ze ligt lekker warm tegen Dagar aan, die de brancard al had opgezocht voordat Raytu had uitgelegd wat de bedoeling was. Vintuu kijkt naar Yundra, die over de wolven heen stapt om dicht bij Larissa en Markus in de buurt te zijn. Yundra valt bij Vintuu’s poten in de buurt in slaap.
……..
Vintuu droomt, terwijl de brancard verder rijdt met alle vier de wezens er op. Ze droomt dat ze met Dagar alleen in het bos is. Yundra zit iets verderop bij Raytu. Markus en Larissa lagen tegen elkaar aan te slapen, bij Yundra en Raytu in de buurt. Ze liggen in het bos, na een lange reis te hebben gehad. Ze gingen door een stad met alleen maar lijken om hun heen. Uiteindelijk besluiten ze verder te reizen om het stadje heen. Dagar plant zijn snuit in haar kop, Vintuu kijkt naar zijn grijze pels. Dagar, liefste. Was het een droom of reizen we echt om die stad heen?.. Nee, lieve Vintuu, we rijden echt om die stad heen.Dagar, ik denk dat ik deels heb gedroomd. Dagar knikt. Samen kijken ze in het donker naar de sterren.

28-10-17 12:04:07
Madarian
Oudgediende


WMRindex: 2.597
OTindex: 5.605
De lucht is amper te harden, hoewel Markus en de anderen ruim om het slagveld heen gaan. Als ze er omheen zijn gaat de reis verder. Af en toe komen ze een roofdier tegen, maar als Markus dan half doorzichtig wordt weten de roofdieren niet hoe snel ze weg moeten vluchten. Een tijdje later zien Markus en Larissa een pas tussen twee heuvels in, en dat iets verderop in de pas de weg is geblokkeerd. Markus stopt en geeft Larissa een seintje de anderen wakker te maken. Markus: "Ik weet niet wie daar de boel geblokkeerd heeft, maar dat ga ik nu uitvinden. Blijf hier." Larissa: "Dacht je dat ik jou alleen gevaar laat opzoeken? Ik ga mee." Markus weet dat als Larissa zo'n beslissing maakt, dat hij haar toch niet kan overtuigen om het te laten. Hij zegt: "Oké. Wees voorzichtig." Markus gaat voor. Larissa volgt op een kleine afstand. Als ze vrij dichtbij zijn klinkt er een verwachte kreet: "Halt! Om hier te passeren moet er een tol betaald worden van 5 goudstukken" Markus ziet iemand die lijkt op een wachter, maar het harnas is gedeukt en er zit bloed op. En er wordt niet gevraagd wie hij is en waarom hij wil passeren, wat normaal is bij een wachterspost. Markus trekt z'n zwaard en schild en zegt: "Kom je geld maar halen." Meerdere bandieten komen tevoorschijn, iets wat Markus had verwacht. Nog voordat de eerste bandiet een pijl heeft kunnen afschieten, vliegen de ijspegels ze om de oren. De boogschutters zitten achter een houten verdediging, en worden niet geraakt, maar de verdediging is niet al te sterk. Elke ijspegel laat z'n sporen na op de verdediging, die steeds verder afbrokkelt. Larissa staat Markus goed bij met haar ijsmagie. Markus rent op de dichtstbijzijnde bandiet af en schakelt deze snel uit. Na een paar minuten zijn alleen Larissa en Markus over. De zes bandieten zijn uitgeschakeld. Als Markus en Larissa de anderen hebben opgehaald, passeren ze de blokkade. Aan de andere kant zien ze vier lijken liggen van wat waarschijnlijk de oorspronkelijke wachters waren. De reis gaat verder naar Aberon.

Laatste edit 28-10-2017 12:06

Je moet ingelogd zijn om te kunnen reageren!

1 2 3 4 .... 258 259 260 [261] 262 263 264

WMRphp ver. 7.1 secs - Smalle versie - terug naar boven